
Taaltrainingen in Staphorst van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionele vlak. Om deze reden hebben organisaties die investeren in de taalopleiding van de werknemers, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut is een een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat levert: Effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in, en in de buurt van Staphorst.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak kent zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen in Staphorst in een brede waaier van vakgebieden.

Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taalcursussen op maat in Staphorst aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast klassieke taalcursussen hebben organisaties vooral interesse in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de scholingszoekers. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om in Staphorst onbegrensd talen te leren. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Onze filosofie is om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Staphorst.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!









































































































taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Taleninstituut stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) aan met de contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt vastgesteld, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met uw offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen evalueert de docent de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden aangepast.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Sinds 1982 is Dagnall werkzaam op het gebied van taal en verzorgt sinds 1982 maatwerk taalcursussen zakelijk voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Staphorst en omstreken. Dagnall Talen heeft ervaren en kundige trainers die echte experts op taalgebied zijn en al menig cursus zakelijk aan bedrijven en (overheids)organisaties in de Kop van Overijssel hebben gegeven.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, biedt Dagnall Taleninstituut u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Staphorst. Dagnall Talen zorgt voor het hoogste rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Staphorst
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Taalcursussen gericht op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn ondertussen bij veel ondernemingen gemeengoed.
Medewerkers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkplek en zij willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Medewerkers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkplek en zij willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de werkinstructies op de werkplek goed te kunnen begrijpen en op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag zelfverzekerder het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op het werkterrein waarmaken. Dit vereist een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Staphorst
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taalcursus in Staphorst die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het snel en plezierig aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement bereikt Dagnall door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De trainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een bijzonder plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Staphorst. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.


Een vreemde taal effectief leren in Staphorst bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Talen biedt cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Staphorst worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Staphorst
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Staphorst en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons instituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de lerenden maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is eveneens taalcursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. De hierdoor geboden afwisseling kunnen cursisten leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de lerende dan een individuele taalcursus.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de docent.
Het geleerde kan niet in een groep geoefend worden doordat er geen interactie met andere lerenden is.
Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van andere cursisten omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt daardoor iets lager. Door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag





























Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag



































Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag



























































Minpunten
Groepscursus in één oogopslag



































Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taalcursussen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kiezen taalleerders bijvoorbeeld voor een
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taalcursussen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kiezen taalleerders bijvoorbeeld voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!


Kennen en kunnen
Taalvaardigheid houdt in zowel kennen (onderscheiden, herkennen) als kunnen (in staat zijn toe te passen). Door het accent te leggen op kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Staphorst de opgedane kennis beter in de praktijk toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt u meer van de nieuwe taal dan alleen de menukaart. En dat is heel bevredigend. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodes
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger stond de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is vrijwel foutloos leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen om daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. De correcte uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Ook voor grote(re) groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet van de lerenden verlangd, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De opgeschreven woorden of zinnen worden hardop gelezen door de student. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de woordenlijst verwijderd, woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze zinnen of woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan deze methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou deze methode goed kunnen functioneren. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. De methode probeert de vreemde taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels van de vreemde taal leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste combinaties worden in realistische situaties door middel van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aangeboden aan de student. De structuren die het vaakst in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij als eerste gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de doeltaal in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is dit stimulerend omdat zij gauw succes ervaren. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor bepaalde lerenden kan deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs, ondanks dat al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt toegepast bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Met name de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten van essentieel belang. De voorwaarde is dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. In de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en in de klas werd altijd muziek gespeeld. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden studenten verleid om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Studenten starten een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet machtig genoeg zijn, spreken zij in hun moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren samen te werken als een team. Door het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de taalles leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Het kan een nadeel zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaltrainer is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd door (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van de grammatica. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw denken in de nieuwe taal.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was toch enige tijd succesvol, ondanks de vrij afwijkende aanpak. De leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerenden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de lerenden sterk.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met een klantenservice of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerenden aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als minpunt genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder de filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als aanjager van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de studenten en de trainer richt. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Het kan zeer motiverend werken dat de lerenden voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn. De lessen in de vreemde taal zijn niet voorspelbaar op deze manier. Dat garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als alles kan besproken worden in een les volgens de Dogme-methode. De lerenden blijven zo alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de les wordt behandeld, kan een ander nadeel van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA-benadering heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focussen de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het heel soepel gaat en de lerende simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Een andere grond is dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is ook simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. De methode is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, in voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht waren er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de lerenden veel te laten spreken. Dat de les in de doeltaal gegeven werd, was ook nieuw. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken komen ruimschoots aan bod, waardoor de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen krijgen. Nadelen kent de leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. De methode biedt voor de meer gevorderde student te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode uitgaat van een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte gezien wordt als autonoom, is het voordeel van de leermethode. De taaltrainer is in feite aan de student dienstbaar en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertaling, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is ontdekt met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen worden in ruim dertig verschillende talen aangeboden en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen gebruikers hun uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
De methode biedt dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA gebruiken de methode van Rosetta Stone. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De lerende kan zelf bepalen welke delen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Het feit dat er geen docent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te bieden, is een minpunt.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
Deze taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialoog die door de student worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les van de cursus biedt een halfuur audio-opname die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuren van de doeltaal worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder meer Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier spreken op een normaal tempo.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de student het voorgaande heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes maken. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn, vinden de methode van Michel Thomas soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op een efficiënte manier. Dat de cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor een taalcursus. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook uitleg van de grammatica. Om de uitspraak te trainen, maakt de methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursisten daarna dienen te herhalen. De opbouw gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger stond de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is vrijwel foutloos leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen om daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. De correcte uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Ook voor grote(re) groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet van de lerenden verlangd, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De opgeschreven woorden of zinnen worden hardop gelezen door de student. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de woordenlijst verwijderd, woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze zinnen of woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan deze methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou deze methode goed kunnen functioneren. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. De methode probeert de vreemde taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels van de vreemde taal leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste combinaties worden in realistische situaties door middel van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aangeboden aan de student. De structuren die het vaakst in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij als eerste gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de doeltaal in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is dit stimulerend omdat zij gauw succes ervaren. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor bepaalde lerenden kan deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs, ondanks dat al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt toegepast bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Met name de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten van essentieel belang. De voorwaarde is dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. In de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en in de klas werd altijd muziek gespeeld. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden studenten verleid om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de methode zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Studenten starten een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet machtig genoeg zijn, spreken zij in hun moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren samen te werken als een team. Door het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de taalles leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Het kan een nadeel zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaltrainer is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd door (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van de grammatica. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw denken in de nieuwe taal.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was toch enige tijd succesvol, ondanks de vrij afwijkende aanpak. De leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerenden goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de lerenden sterk.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met een klantenservice of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerenden aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als minpunt genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder de filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als aanjager van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de studenten en de trainer richt. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Het kan zeer motiverend werken dat de lerenden voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn. De lessen in de vreemde taal zijn niet voorspelbaar op deze manier. Dat garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als alles kan besproken worden in een les volgens de Dogme-methode. De lerenden blijven zo alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de les wordt behandeld, kan een ander nadeel van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA-benadering heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focussen de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het heel soepel gaat en de lerende simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Een andere grond is dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is ook simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. De methode is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, in voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht waren er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de lerenden veel te laten spreken. Dat de les in de doeltaal gegeven werd, was ook nieuw. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken komen ruimschoots aan bod, waardoor de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen krijgen. Nadelen kent de leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. De methode biedt voor de meer gevorderde student te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode uitgaat van een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het aanleren van de uitspraak zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Caleb Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte gezien wordt als autonoom, is het voordeel van de leermethode. De taaltrainer is in feite aan de student dienstbaar en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertaling, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale tools
Ook bestaat er een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om een taal te leren: De Methode van Dagnall.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!


































































































































taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Wij noemen blended taalcursussen ook wel combicursussen of hybride cursussen.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Staphorst.
Online een taal leren (e-learning) Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Staphorst Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen alsook productnamen integreren in de App. De App kan heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afloop van de taalcursus in Staphorst beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
De Dagnall App Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen alsook productnamen integreren in de App. De App kan heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afloop van de taalcursus in Staphorst beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.

Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Staphorst
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die diverse talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc/iMac of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]



Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Staphorst ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Staphorst ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Staphorst


Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als uitgangspunt en geeft de cursist een duidelijk beeld van de aanwezige en opgedane kennis. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
De cursist ontvangt na afloop van de taalcursus in Staphorst het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese richtlijn om taalniveaus te kunnen beoordelen.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK kent vijf elementen van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt eveneens vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze beheersingsniveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK kent vijf elementen van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt eveneens vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze beheersingsniveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A van het ERK is van toepassing op beginners.
Iemand die niveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de bewuste taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, spreken, lezen en schrijven. Niveau C laat zien dat iemand de geleerde taal uitstekend kan gebruiken in verschillende situaties.
Iemand die niveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de bewuste taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, spreken, lezen en schrijven. Niveau C laat zien dat iemand de geleerde taal uitstekend kan gebruiken in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!


































































































































taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten


ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder andere eisen stelt aan mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk


Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Staphorst, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]


AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies te worden beschermd. Dagnall Talen voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.


Dagnall taalcursussen in Staphorst zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut is in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
Dat betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Staphorst aan


Het juiste traject naar een taalcursus in Staphorst!
Daarom Dagnall!


































































































































taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Staphorst
U kunt de taalcursus in Staphorst op uw eigen locatie volgen of in Zwolle, bijvoorbeeld bij Coachhuis Zwolle aan de Kamperstraat 35A in Zwolle. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen in Staphorst in bijvoorbeeld Hotel & Restaurant Waanders aan de Rijksweg 12, in De Koperen Hoogte aan de Lichtmisweg 51 in Zwolle en in Van der Valk Hotel Zwolle aan de Nieuwleusenerdijk 1 in Zwolle.
Vergaderen in Staphorst kan bijvoorbeeld bij Hotel Waanders aan de Rijksweg 12.
Staphorst - geschiedenis
In de omgeving van het huidige Staphorst, moet al sprake zijn geweest van bewoning in de steentijd; de periode 3000-2200 v.Chr. Deze bewoners waren rondtrekkende jagers en vissers. Door veenvorming en overstromingen was het gebied niet goed bewoonbaar totdat veel later, pas in de Middeleeuwen, de veengronden werden ontgonnen. De oudst gevonden akkers, bewijs van permanente bewoning, stammen uit de periode 1150-1350 n.Chr.
De naam ‘Staphorst’ komt voor het eerst voor in een oorkonde uit het jaar 1217. Hierin werd de ‘Hoeve Staphorst’ genoemd. De nederzettingen zijn in de loop van de eeuwen meerdere malen verplaatst.
De naam ‘Staphorst’ bestaat uit stap wat ‘vonder’/‘loopbruggetje’ betekent en horst; ‘struikgewas’ of “kleine hoogte op een plaats bezet met struiken of kreupelhout”.
De naam ‘Staphorst’ bestaat uit stap wat ‘vonder’/‘loopbruggetje’ betekent en horst; ‘struikgewas’ of “kleine hoogte op een plaats bezet met struiken of kreupelhout”.
Staphorst - nu
Staphorst is gelegen in de streek Salland en in de Kop van Overijssel. Plaatsen in de buurt van Staphorst zijn Hasselt, IJhorst, Meppel, Nieuwleusen, Punthorst, Rouveen, De Wijk, Zwartsluis en Zwolle.
Staphorst ligt in de provincie Overijssel. In de gemeente Staphorst wonen ruwweg 17.000 mensen.

Vlag gemeente Staphorst

Wapen gemeente Staphorst
Inwoners
Woon je in Staphorst, dan heet je een ‘Staphorstenaar’ of een ’Staphorster’.
Bekende Staphorstenaren zijn Roelof Bisschop, Hendrik Sterken Rzn, Aalt Toersen en Klaas Weide.
Iets wat bij Staphorst hoort, wordt ‘Staphorster’ genoemd, zoals het Staphorster Bos.
Bekende Staphorstenaren zijn Roelof Bisschop, Hendrik Sterken Rzn, Aalt Toersen en Klaas Weide.
Iets wat bij Staphorst hoort, wordt ‘Staphorster’ genoemd, zoals het Staphorster Bos.
Staphorst is een plaats en het is ook de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook IJhorst, Punthorst en Rouveen onder vallen.
Staphorst - internationaal & scholing
Kernen
Onder de gemeente Staphorst vallen eveneens Rouveen, IJhorst en Punthorst.
Hoger onderwijs
In Staphorst bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.

Vlag provincie Overijssel

Wapen provincie Overijssel
Typisch Staphorst
Staphorst staat bekend als van de religie, de boerderijen met groene luiken en de klederdracht met het Staphorster stipwerk.
Staphorst fungeert als forenzenplaatsje voor Zwolle en Hoogeveen.
Staphorst staat als een diepgelovig dorp bekend.
Staphorst fungeert als forenzenplaatsje voor Zwolle en Hoogeveen.
Staphorst staat als een diepgelovig dorp bekend.
Staphorst - minder bekend
Minder bekend is dat er geen enkele katholieke kerk te vinden is en het van oorsprong katholieke feest van Sinterklaas wordt in Staphorst niet gevierd.
Staphorst dialect en accent
Verkleinwoorden worden gevormd met -ie in plaats van ‘-je’: dakkie. In Staphorst en omgeving wordt de ‘ui’ een uu (huus voor ‘huis’). De ‘oo’ klinkt vaak als oe en de ‘ee’ als ie. De ‘aa’ wordt als ae of è uitgesproken (vaeke voor ‘vaak’).
In Staphorst spreekt men van een störk en niet van ‘ooievaar’. Een ‘biggetje’ is een keugie.
Waar men in Staphorst niet veel van moet hebben is t vleis veur de roet’n en de botten op bedde: “het geld uitgeven aan uiterlijk vertoon”.
Waar men in Staphorst niet veel van moet hebben is t vleis veur de roet’n en de botten op bedde: “het geld uitgeven aan uiterlijk vertoon”.
“Staphorst, een prima variant”
Staphorst - zakelijk
De gemeente Staphorst
Het netnummer van Staphorst is 0522.
Het postcodegebied van Staphorst is 7950 - 7951.
Het adres van het gemeentehuis van Staphorst is Binnenweg 26, 7951 DE in Staphorst.
De website van de gemeente Staphorst is Staphorst.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Staphorst is 14 0522.
Zakendoen in Staphorst
Voor Staphorster ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Staphorst is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Staphorst is KVK-kantoor Zwolle.
Staphorst - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Staphorst vaak op bedrijventerrein De Baarge of bedrijventerrein De Esch.
In Staphorst bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: B en W Klaver, Brink Climate Systems, Brink Towing Systems, Manitou Center Nederland, Rollecate Groep (Rollecate, Kumij),
In Staphorst bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: B en W Klaver, Brink Climate Systems, Brink Towing Systems, Manitou Center Nederland, Rollecate Groep (Rollecate, Kumij),
Transportbedrijf Redder Staphorst, Holland Ingredients in Meppel, Multiselect in Meppel, Novesta in Meppel, Pandriks Bake Off in Meppel, De Weerd Specerijen in Steenwijk en Dalessi Internationaal Transport in IJhorst.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Staphorster nieuws
Het Staphorster nieuwsportaal is De Diek.nl en Staphorster ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws.
Ondernemers in Staphorst kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Ondernemers in Staphorst kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Staphorsters en ondernemingen in Staphorst kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Stentor - Staphorst.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Staphorst
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Staphorst laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Staphorst een bezoek brengen aan Museum Staphorst.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Staphorster voetbalclub VV Staphorst meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Staphorst kunt u terecht bij TV Staphorst of bij MLTC in Meppel.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u zin om na de taalcursus in Staphorst of met uw internationale (zaken)relatie bij Staphorst een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Staphorst gevonden voor een compleet dagje/middagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Staphorst is Golfclub Havelte in Havelte. Het adres van deze golfbaan is Kolonieweg 2, 7971 RA in Havelte. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0521-34 22 00. De website van deze golfbaan is www.golfclubhavelte.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant Ons Huus, telefoonnummer 0521-34 31 34. Golfclub Zwolle is een andere golfbaan in de buurt van Staphorst.
De nabijgelegen golfbaan voor Staphorst is Golfclub Havelte in Havelte. Het adres van deze golfbaan is Kolonieweg 2, 7971 RA in Havelte. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0521-34 22 00. De website van deze golfbaan is www.golfclubhavelte.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant Ons Huus, telefoonnummer 0521-34 31 34. Golfclub Zwolle is een andere golfbaan in de buurt van Staphorst.


Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Staphorst die eveneens op Youtube kunnen worden bekeken.
Door direct op het rode Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de filmpjes ziet u de locaties van Overijssel alsook Staphorst op Google Maps.
Door direct op het rode Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de filmpjes ziet u de locaties van Overijssel alsook Staphorst op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Promovideo Staphorst
Dronebeelden Staphorst
Google Maps Overijssel
Google Maps Staphorst
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Staphorst
Staphorster nieuws
Hieronder ziet u het actuele nieuws uit Staphorst uit diverse nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Staphorst
- Hoogeveen blijft Staphorst in de nek blazen na verdiende zege in Apeldoorn. Captain Menno Heerkes: 'Het blijft spannend met Staphorst' - hoogeveenschecourant.nl
- Na twee maanden rust weer een inbraak in Staphorst - AD
- Ongeval met letsel op Oude Rijksweg in Rouveen - De Stentor
- Robert Duiker is nieuwe predikant van Hervormd Staphorst-Rouveen. ‘Gods woord concreet handen en voeten geven’ - Meppeler Courant
- De West-Friese Oorzaak #20 – Christie, Nick Staphorst en Some Sugar - streekomroepwestfriesland.nl
- Janny met pensioen - Weblog Staphorst
- Wil je niet missen: bij deze woonbeleving krijg je tijdelijk 10% korting - indebuurt
- Staphorst omzeilt lastige klip in Vriezenveen - Steenwijker Courant
- 112 Nieuws: Ongeluk op spoor bij Staphorst | Zwaargewonde bij steekincident Holten - Oost
Nieuws uit de provincie Overijssel
- Busuitval in Twente blijft veel te hoog, in West-Overijssel gaat het juist beter - Oost
- Overijssel beboet boeren die regels bemestingsverbod negeren - Oost
- Waarom contant geld in Duitsland nog steeds koning is en wat Nederland daarvan kan leren - Tubantia
- Schaatskoorts loopt op in Haaksbergen en Winterswijk - Tubantia
- Steekpartij bij station Zwolle: politie zoekt vergeefs naar lange man met capuchon - De Stentor
- 112 Nieuws: man vlucht in taxi na ongeval | Explosie bij huis in Zwolle - Oost
- Veluwse derby levert geen winnaar op, Staphorst houdt gedeelde eerste plaats vast, KHC heeft weinig aan punt - De Stentor
- Weersomslag op komst: temperatuur kan oplopen tot wel 17 graden - Tubantia
- Groeten kost niks en je wordt er blij van: ‘Je bent toch met elkaar in de stad?’ - Tubantia
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Staphorst
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Staphorst en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Staphorst
Daarom Dagnall!


































































































































taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Onze opdrachtgevers



