Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Daarom hebben bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Sneek en omstreken. (Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Sneek in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen op maat in Sneek aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de klassieke taaltaalcursussen hebben organisaties met name interesse in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van klantenen afgestemd. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen talen te leren in Sneek. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt u in grote stappen naar het gewenste niveau met 15 minuten dagelijks oefenen. Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Sneek.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever inventariseert Dagnall de leerdoelen en wensen. U meldt de cursisten aan met de contactgegevens. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen evalueert de trainer de voortgang en de inhoud van de cursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen uiteraard bijgesteld worden. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt indien gewenst, door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken geschiedt in overleg met u en de individuele deelnemers Cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze moeten vóór de datum van de intake teruggestuurd worden Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een intakegesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg vastgesteld De indeling van de cursisten geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall Talen verzorgt de logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden Dagnall berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus(sen) en het lesprogramma wordt door Dagnall gegarandeerd en bewaakt Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
Sinds 1982 is ons bedrijf actief op het gebied van taal en verzorgt sinds 1982 taalonderwijs op maat zakelijk voor bedrijven en (overheids)instellingen in Sneek en omstreken. Onze kundige docenten zijn specialisten op hun gebied en hebben al een flink aantal taaltrainingen zakelijk voor diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Zuidwest-Friesland (Súdwest-Fryslân) verzorgd.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, levert Dagnall Taleninstituut u betaalbare en effectieve taalcursussen in Sneek. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Sneek
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Een cursus gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is inmiddels bij veel organisaties een begrip. Mensen die geen of weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de instructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen doen en natuurlijk graag hun ambities op hun werk verwezenlijken. Dit vergt een investering in medewerkers en in de ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Ons instituut biedt betaalbare maatwerk taalcursussen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Ons taleninstituut helpt en leert cursisten hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Dagnall stemt de taalcursus af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de cursist(en). Naast de lessen, krijgen de cursisten tijdens de taalcursus frequent praktijkopdrachten, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Op deze manier ontstaat een win-winsituatie! Dagnall besteedt ook aandacht aan de wat minder belichte kant van veel taalcursussen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanning om de taal te beheersen, om de cultuur en gewoontes van het land en de organisatie te doorgronden en om zijn of haar wereld via taal te vergroten. Dit vraagt veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de deelnemer slechts een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de docent. Dit is niet in iedere situatie voldoende.
Onderscheidend
Ons instituut onderscheidt zich door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Ons taleninstituut moedigt leidinggevenden en uitvoerenden van het bedrijf aan om te zorgen voor een continu proces van taalverwerving, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door het uitdragen van het belang van taal op de werkvloer wordt de waarde van een goede taalbeheersing gemeenschappelijk ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Sneek
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Sneek die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut behalen wij door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, duocursussen (met 2 deelnemers), individuele cursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie. Onze taaltrainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Sneek. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Effectief een taal leren in Sneek bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Sneek gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Sneek
Maatwerkcursussen
Wij bieden individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Sneek en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel privéles of een één-op- één-taalcursus genoemd. De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren. De leergroep houden we bij voorkeur zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat in vrij korte tijd behoorlijk veel kennis wordt geleerd. Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Daarnaast is een individuele taalcursus ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars foutjes leren en in de doeltaal communiceren met de groep. Cursisten kunnen deze afwisseling als fijner ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook is een groepscursus iets minder intensief (iets minder zwaar) voor de cursist dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen met de trainer worden gevoerd en gedaan. Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan de geleerde kennis niet worden geoefend in groepsverband. Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van anderen omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers iets eerder worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen kunnen eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers kan worden afgestemd, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany of online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalvaardigheid houdt in kennen (weten) en kunnen (de toepassing van de kennis). Door de aandacht te vestigen op kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Sneek de opgedane kennis beter in de praktijk toe te passen.
Voor u het weet, voert u al een gesprek in de andere taal of begrijpt u opeens de e-mails of brieven die u krijgt. Dit is wel zo prettig! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. Spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaldocent kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om de toepassing. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor mensen die een taal beginnen te leren. Vanaf het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Tegelijk heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verwacht van de studenten. Hierdoor ligt het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen te leren op een zodanige manier dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds aangepast; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is. De methode kan dus alleen functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken, zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een nadeel van deze leermethode. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de te leren taal leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve methode is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten wordt de kans geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de buitenlandse taal. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat van de te leren taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om draait. Deze combinaties worden aangedragen aan de studenten in herkenbare situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren de te leren taal in praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student leert om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een taal te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend omdat zij vlug succes ervaren. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal lerenden moeilijk of afwijkend, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap was. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op vertalen en grammatica gericht. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt taalkennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij studenten. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het begin door de te leren taal wordt omgeven. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de student van essentieel belang. Hiervoor moeten lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. Studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel geplaatst waren en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Lerenden werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet zo bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer. Hierdoor hebben lerendne minder hinder zullen van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Voor bepaalde studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De lerenden beginnen een gesprek. Als de lerenden de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn, spreken de lerenden in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van deze methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Hij of zij dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren als deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. De studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren te werken als team. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de taallessen is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de trainer om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een docent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan vanzelf snel in de vreemde taal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt de mondelinge vaardigheden van de student sterk en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een taal leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van een e-mail, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken iets boven het taalniveau van de lerenden te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (voornamelijk studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de lerende, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het houden van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als inspirator van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de docent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor zijn of haar eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan tijdens Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat de studenten zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers flexibel genoeg. Dat de studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt in de taallessen, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog relatief nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst in de vreemde taal begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende grond.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen worden ingezet. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere methodiek nodig is als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief aangeboden, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de studenten vaak te laten spreken. Dat de taallessen in de doeltaal gegeven werden, was ook een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Aan de hand van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan deze Direct Methode kleven echter eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet heel bruikbaar, doordat deze methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan zijn om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor studenten, die immers als autonoom worden beschouwd. De taaltrainer is bij deze methode in feite aan de lerende dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en daarna een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en wijst op taalfouten met de mogelijkheid om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg makkelijk in het gebruik en kan door de studenten worden toegepast op elk moment. Welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het prettig om de Rosetta Stone-methode te gebruiken. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor scholen. Een nadeel kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om een vreemde taal te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De zinnen zijn ingesproken door moedertaalsprekers (native speakers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. Elke les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en structuren in de te leren taal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier in een normaal tempo spreken.
Een nadeel van de leermethode is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen construeren. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. Studenten die wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus traint de uitspraak en de luistervaardigheid op een efficiënte wijze en is ook zeer toegankelijk. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze cursussen niet voorzien in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie doordat de Michel Thomas-methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen streven is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De gebruiker werkt bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, met de grammaticale toelichting. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist in zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de gebruikers op zichzelf zijn aangewezen. Er is geen docent om de lerende te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. Spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaldocent kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om de toepassing. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor mensen die een taal beginnen te leren. Vanaf het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Tegelijk heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verwacht van de studenten. Hierdoor ligt het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen te leren op een zodanige manier dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds aangepast; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is. De methode kan dus alleen functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken, zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een nadeel van deze leermethode. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de te leren taal leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve methode is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten wordt de kans geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de buitenlandse taal. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat van de te leren taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om draait. Deze combinaties worden aangedragen aan de studenten in herkenbare situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren de te leren taal in praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student leert om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een taal te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend omdat zij vlug succes ervaren. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal lerenden moeilijk of afwijkend, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap was. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op vertalen en grammatica gericht. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt taalkennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij studenten. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het begin door de te leren taal wordt omgeven. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de student van essentieel belang. Hiervoor moeten lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. Studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel geplaatst waren en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Lerenden werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet zo bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer. Hierdoor hebben lerendne minder hinder zullen van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Voor bepaalde studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De lerenden beginnen een gesprek. Als de lerenden de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn, spreken de lerenden in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van deze methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Hij of zij dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren als deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. De studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren te werken als team. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de taallessen is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de trainer om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren de vreemde taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal) te werken; met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een docent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan vanzelf snel in de vreemde taal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt de mondelinge vaardigheden van de student sterk en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De leermethode creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme op bij de studenten. Een taal leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De methode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van een e-mail, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken iets boven het taalniveau van de lerenden te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (voornamelijk studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de lerende, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het houden van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als inspirator van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de docent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor zijn of haar eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan tijdens Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat de studenten zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers flexibel genoeg. Dat de studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt in de taallessen, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog relatief nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst in de vreemde taal begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende grond.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen worden ingezet. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere methodiek nodig is als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief aangeboden, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de studenten vaak te laten spreken. Dat de taallessen in de doeltaal gegeven werden, was ook een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Aan de hand van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan deze Direct Methode kleven echter eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet heel bruikbaar, doordat deze methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan zijn om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor studenten, die immers als autonoom worden beschouwd. De taaltrainer is bij deze methode in feite aan de lerende dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en daarna een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en wijst op taalfouten met de mogelijkheid om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg makkelijk in het gebruik en kan door de studenten worden toegepast op elk moment. Welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het prettig om de Rosetta Stone-methode te gebruiken. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor scholen. Een nadeel kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om een vreemde taal te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De zinnen zijn ingesproken door moedertaalsprekers (native speakers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. Elke les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en structuren in de te leren taal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier in een normaal tempo spreken.
Een nadeel van de leermethode is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen construeren. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. Studenten die wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus traint de uitspraak en de luistervaardigheid op een efficiënte wijze en is ook zeer toegankelijk. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze cursussen niet voorzien in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie doordat de Michel Thomas-methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen streven is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De gebruiker werkt bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, met de grammaticale toelichting. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist in zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de gebruikers op zichzelf zijn aangewezen. Er is geen docent om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier om vreemde talen te leren: De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw bedrijf of organisatie.
Tenslotte beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursist interessant zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode ervaren wordt. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, op afstand dus. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Sneek.
Online een taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Sneek
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Sneek op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Talen eveneens een handige App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. De Dagnall App heeft als voordeel dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, op elk beschikbaar (mobiel) apparaat toegang heeft. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Cursisten kunnen dus leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft na afloop van de taalcursus in Sneek beschikbaar. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid. Werknemers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen
Alleen het onderstaande is nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerktrainingen die speciaal op uw behoeften en wensen worden afgestemd
De inhoud van de cursus wordt aan het leerplan aangepast om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen op een snelle en zelfverzekerde manier te bereiken
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Door de combinatie van zelfstudie en videosessies komen de behaalde resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursussen ook tips voor nog meer mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de trainer en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Sneek ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Sneek ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als hulpmiddel en bieden de cursist een goed beeld van de aanwezige en verworven kennis. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de taalcursus in Sneek ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’ dat aangeeft wat uw eindniveau is voor elke vaardigheid.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de niveaus van taalvaardigheid op een uniforme manier omschrijft. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het ERK onderscheidt vijf elementen van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige naam en afkorting wordt ook veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Voor deze taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De niveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners. Mensen die taalniveau B beheersen, bezitten alle basisvaardigheid in de bewuste taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, spreken, lezen en schrijven. Wie een vreemde taal kent op taalniveau C, beheerst deze taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Sneek, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met diverse andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.De NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Sneek sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continu innoveren is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er met name toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Dagnall Talen voldoet uiteraard aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Sneek zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Sneek aan
Neem direct contact met Dagnall op voor een taalcursus in Sneek. Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Bel ons op 085-2737302 (geen menu) of stuur een e-mail via taalcursus-sneek@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De juiste weg naar een taalcursus in Sneek!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Sneek op uw eigen locatie volgen of in Sneek, bijvoorbeeld bij Coachhuis Sneek aan de Koperslagersstraat 76 in Sneek. Wij verzorgen ook taalcursussen in Sneek bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Sneek aan de Burgemeester Rasterhofflaan 1, bij Amicitia Hotel aan de Graaf Adolfstraat 37 en bij Buitenplaats ’t Ges aan de Zwolsmanweg 17.
U kunt vergaderen in Sneek bij bijvoorbeeld bij Lokaal 55 aan de Oude Oppenhuizerweg 55.
In de Romeinse tijd woonden er mensen op terpen in de streek waar nu Sneek ligt. Deze bewoners zijn echter weer vertrokken in de 3de eeuw n.Chr. In de 8ste en 9de eeuw werd een nederzetting op een oeverwal gebouwd, langs een riviertje. Deze was de oorsprong van het latere Sneek. Rond het jaar 1000 kreeg de nederzetting een kerkje en werd het dorpje Ter Snake genoemd.
De oudste vermelding van ‘Sneek’ (als Snek) staat in een oorkonde uit het jaar 1296, waarin de overheid van Westergo zich uitspreekt tegen het eigenmachtige optreden van Sneker ingezetenen. De naam ‘Sneek’ is een verbastering van Ter Snake. Dit betekent ‘gelegen op een landtong’.
Sneek is gelegen in de streek Zuidwest-Friesland (Súdwest-Fryslân) in het gebied Lege Geaën. Plaatsen in de buurt van de stad Sneek zijn Akkrum, Bolsward, Heerenveen, Joure, Lemmer, Makkum, Stavoren en Workum.
Sneek ligt in de provincie Friesland. In de gemeente Sneek wonen ruim 33.000 mensen.
Een inwoner van Sneek heet een ‘Sneker’. Bekende Snekers zijn Peter Karstkarel, Henk Mouwe en Monique Sluyter. Iets wat uit Sneek komt, wordt ‘Sneeks’ of ‘Sneker’ genoemd, zoals het Sneeker Nieuwsblad.
Sneek kreeg stadsrechten in het jaar 1456.
Sneek - internationaal & scholing
Partnerstad
Sneek is onderdeel van de gemeente Súdwest-Fryslân waar ook onder andere Bolsward, Hindeloopen, IJlst, Stavoren en Workum deel van uitmaken. De partnerstad van Sneek is Kurobe in Japan.
Hoger onderwijs
In Sneek bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Sneek, dan denk je aan de Friese elf steden, watersport, schaatsen en de Sneekweek. Sneek is een toeristentrekpleister vanwege de ligging aan het Sneekermeer maar eveneens vanwege de historische binnenstad met onder meer de Waterpoort. Sneek fungeert als watersportcentrum van de
provincie Friesland. Sneek vervult ook een regiofunctie op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs en zorg.
Sneek - minder bekend
Minder bekend is dat kledingconcern C&A zijn eerste winkel in Sneek opende. Dit was in 1861.
Het wordt nog veel gesproken, ook door jonge mensen. Typisch voor het Stadsfries is de stemloze ‘f’ en ‘s’ aan het begin van een woord waar het Standaardnederlands een ‘v’ of ‘z’ gebruikt (faor is ‘voor’, see in plaats van ‘zee’). De -sch wordt -sk: skip voor ‘schip’. Voltooide deelwoorden krijgen geen ge- (ik hew sien voor “ik heb gezien”).
Het Sneekers kent veel afwijkende klinkers: oa in plaats van ‘aa’, ie in plaats van ‘ei/ij’, oe in plaats van ‘oo’, enz. Een ’fiets’ is een biekje en ‘gratis’ is verkeefs. Tis noait wat weest en ut sal noait wat wurre, ast niet in Sneek g’boren bist kest ut wel skudde, oftewel: “Als je niet uit Sneek komt, is het niks en zal het nooit wat worden”.
“Sneek = Meer”
Sneek - zakelijk
De gemeente Sneek
Het netnummer van Sneek is 0515. Het postcodegebied van Sneek is 8600 - 8608. Het adres van het gemeentehuis van Sneek is Marktstraat 15, 8601 CR in Sneek. De website van de gemeente Sneek is Gemeentesudwestfryslan.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Sneek is 14 0515.
Zakendoen in Sneek
Voor Sneker ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Leeuwarden aan de Heliconweg 62, 8912 AT in Leeuwarden. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Sneek is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Sneek is KVK-kantoor Leeuwarden.
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Sneek gevestigd op bedrijventerrein ’t Ges, De Hemmen-A7, Houkesloot en bedrijventerrein De Woudvaarte. In Sneek bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Despec Benelux, Douma Staal, Friso Bouwgroep, Graphic Packaging International Europe Netherlands, Hamilton Bright, Hochwald Foods,
Inferno AV, Koninklijke Drukkerij De Vries Vouwkartonnage, Koninklijke Tichelaar, Kwant Controls, Lampe Technical Textiles, Landustrie, Lankhorst Yarns, Poiesz Supermarkten, Post Logistics, Sijperda Verhuur, Van der Meulen en Veenema Olie Chemie Energie en Modderman Fabricage in Rotsterhaule in Joure. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Sneeker nieuwsportaal is groot sneek en Sneeker ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Friesland - Nieuws. Ondernemers in Sneek kijken hun (zakelijk) nieuws op Omrop Fryslân.
Sneekers en ondernemingen in Sneek kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Sneeker Nieuwsblad.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Sneek een bezoek brengen aan het Fries Scheepvaartmuseum of aan het Nationaal Modelspoor Museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Sneker voetbalclub ONS Sneek, SWZ Boso Sneek, LSC of de Waterpoortboys meespeelt. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Sneek kunt u terecht bij Nomi of bij S.L.T.C. De Vliegende Bal.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de taalcursus in Sneek of met uw internationale (zaken)relatie bij Sneek een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Sneek ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Sneek is Golfclub Sint Nyk in Legemeer. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Legemeersterweg 16-18, 8527 DS in Legemeer. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0513-49 80 32. De website van deze golfbaan is www.burggolf.nl/golfbanen/sint-nyk-st-nicolaasga/ . Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij het restaurant van de golfclub, telefoonnummer 0513-49 98 64.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Sneek die ook op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Direct onder deze filmpjes zijn de locaties van Friesland en Sneek op Google Maps weergegeven.
U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.