Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Talen is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Sliedrecht en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Sliedrecht aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Sliedrecht aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde een vreemde taal leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taalcursussen zijn organisaties met name in werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klantenen. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om onbegrensd talen te leren in Sliedrecht. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de beoogde resultaten.
Filosofie
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt kunnen leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Sliedrecht.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall Talen de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
De trainer evalueert na enkele lessen de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, aangepast worden. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Indien gewenst, kan Dagnall Talen het (individuele) contact met de deelnemers verzorgen Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit intakeformulier alsook de schrijfopdracht moeten worden teruggestuurd voorafgaand aan de intakedatum Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en vastgesteld in overleg De deelnemers worden op taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden wordt door Dagnall Talen verzorgd Dagnall berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Talen is flexibel en betrokken!
Sinds 1982 is Dagnall actief op het gebied van taal en geeft sindsdien taalcursussen op maat aan bedrijven en (overheids)instellingen in Sliedrecht en omstreken. Dagnall Talen maakt gebruik van ervaren en kundige trainers die specialisten zijn op het gebied van taal en die in al deze jaren al een aanmerkelijk aantal zakelijke taaltrainingen in de Alblasserwaard en de Drechtsteden hebben verzorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, levert Dagnall Taleninstituut u betaalbare en effectieve taalcursussen in Sliedrecht. U kunt erop rekenen dat wij uitstekend rendement leveren; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Sliedrecht
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Taalcursussen toegespitst op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn bij veel organisaties intussen gemeengoed. Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een beperking op het werk en willen graag en sneller en/of beter communiceren.
Zij willen de aanwijzingen op de werkvloer goed kunnen begrijpen en opvolgen. De medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk heel graag hun ambitie op hun werk waarmaken. Dit vereist een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
Dagnall Taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen voor het vergroten van de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer. Dagnall leert en helpt de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar functie. Ons instituut stemt de taallessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de taallessen om, krijgt de deelnemer gedurende de cursus regelmatig praktijkopdrachten, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training verhogen.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Ons instituut let eveneens op de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de gewoontes en cultuur van het nieuwe land en het bedrijf te doorgronden en om hun omgeving door middel van taal uit te breiden. Hiervoor is inzet en motivatie nodig. Bovendien hebben cursisten maar een aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dat is niet in elk geval voldoende.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut is onderscheidend door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor de cursus op de werkvloer. Dagnall Talen stimuleert zowel collega’s als leidinggevenden van het bedrijf om een voortdurend proces van taalverwerving te creëren, door vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te dragen, wordt het nut van een goede beheersing van de taal gemeenschappelijk ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Sliedrecht
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus legt niet alleen de nadruk op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Sliedrecht die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg plezierig en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het ondertussen alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall met een mix van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De taaldocenten van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen voortdurend op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een bijzonder prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze trainers in Sliedrecht. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Een vreemde taal effectief leren in Sliedrecht bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Wij verzorgen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven. Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Sliedrecht worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Sliedrecht
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Sliedrecht en omgeving. Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd. De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement. Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus omdat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd. Omdat de taalcursus intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en blijft het leertraject zo kort mogelijk. Nog een belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens taalcursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; communiceren in de doeltaal met de groep en van elkaars kunnen fouten. De cursisten kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als prettiger ervaren. Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Voor de deelnemers zijn groepscursussen ook wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele taalcursus alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan. Doordat er geen interactie met andere lerenden is, kan het geleerde niet in groepsverband geoefend worden. Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van de fouten van andere cursisten. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten wat sneller zijn afgeleid. Hierdoor ligt het rendement wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden. Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd. Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele deelnemers.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Wij bieden daarom onze taaltrainingen ook incompany of online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalkennis houdt in kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door de focus op kunnen te verleggen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taalcursus in Sliedrecht de verworven kennis sneller functioneel toe te passen.
Voor u het weet, heeft de andere taal geen geheimen meer voor u. U zult zich zekerder voelen. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel foutloos leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docenten kunnen zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen deze betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die een taal beginnen te leren. De goede uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze ook betekenisvol en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan functioneren voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze methode. Talen zijn veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels leert de student ook onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de studenten plezier hebben van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten in de te leren taal stimulerend zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. Lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De Structurele Aanpak staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aan de student aangeboden. Bij de methodiek in de doeltaal worden de structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, als eerste aangeboden aan de taallerende. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de vreemde taal op een accurate manier leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de trainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een taal leren ongebruikelijk of lastig. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is De methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de studenten zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor dienen studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. In de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas was altijd muziek. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk door ze worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende minder last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Als de studenten de doeltaal nog onvoldoende machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
De kunde van de docent-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden lerenden vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen wordt de groep vaak heel hecht. Met deze methode worden lerenden zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als team samen te werken. Van het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten wel sturing nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
De concepten van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de afwijkende aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden van de lerende worden sterk ontwikkeld door de Series method van Gouin worden en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
De methode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is erg populair geworden vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met de te leren taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT in 2000. Deze methode wordt ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich voor het filmmaken aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen trainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van vreemde talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor taaldocenten is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Zo zijn de lessen niet voorspelbaar; dit zorgt ervoor dat de communicatie spontaan is en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is zo goed als elk item bespreekbaar. Het houdt de studenten betrokken en alert.
Daartegenover staat dat lerenden zich minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer. Ook zijn niet alle taaltrainers in voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan bod komt tijdens de taalles, kan een bijkomend nadeel vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is relatief eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Het is niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de lerende simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze leermethode. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Een andere grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het leren van de taal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen ingezet worden. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast nog een andere leermethodiek (ter aanvulling) nodig is. De methode is ook niet echt creatief. Studenten leren niet om ideeën, gevoelens en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. De studenten werden gestimuleerd veel te spreken. Het was ook nieuw dat de taalles in de vreemde taal werd gegeven. In de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de woordenschat van de vreemde taal gebeurde door middel van voorbeelden en plaatjes. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloeden van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste voordeel. Spreken en luisteren komen ruimschoots aan bod. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Minpunten kent de leermethode echter ook. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt deze methode te weinig uitdagingen. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet zeer bruikbaar, omdat deze leermethode een daadkrachtige inzet door de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen vervolgens afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De docent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties los te krijgen en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, alhoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn methode voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden beschouwd. In feite is de trainer dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De student ‘mag’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode beoogt. Door het gebrek aan input van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de taaltrainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn de studenten ontspannen. Woorden en structuren worden zo ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij en daarna samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen gebruikers hun uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in ons land door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in het gebruik en kan op ieder moment door de lerende ingezet worden. De lerende kan zelf bepalen welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als plezierig om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de methode van Rosetta Stone voor scholen een oplossing bieden. Een keerzijde is dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door de lerende worden nagesproken en weer herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus omvatten een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methode van Pimsleur heel goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de lerende op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine stapjes en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de student is begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Gebruikers die met de taal wat verder zijn, vinden de methode van Michel Thomas minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is zeer toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat de methode van Michel Thomas audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat voor een taalcursus vrij hooggegrepen was. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werkt de lerende ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de lerende verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel foutloos leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docenten kunnen zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen deze betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die een taal beginnen te leren. De goede uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze ook betekenisvol en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan functioneren voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze methode. Talen zijn veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels leert de student ook onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de studenten plezier hebben van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten in de te leren taal stimulerend zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. Lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De Structurele Aanpak staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aan de student aangeboden. Bij de methodiek in de doeltaal worden de structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, als eerste aangeboden aan de taallerende. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de vreemde taal op een accurate manier leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de trainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een taal leren ongebruikelijk of lastig. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is De methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de studenten zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor dienen studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. In de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas was altijd muziek. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk door ze worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende minder last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Als de studenten de doeltaal nog onvoldoende machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
De kunde van de docent-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden lerenden vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen wordt de groep vaak heel hecht. Met deze methode worden lerenden zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als team samen te werken. Van het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten wel sturing nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
De concepten van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de afwijkende aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden van de lerende worden sterk ontwikkeld door de Series method van Gouin worden en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
De methode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is erg populair geworden vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met de te leren taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT in 2000. Deze methode wordt ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich voor het filmmaken aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen trainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van vreemde talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor taaldocenten is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Zo zijn de lessen niet voorspelbaar; dit zorgt ervoor dat de communicatie spontaan is en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is zo goed als elk item bespreekbaar. Het houdt de studenten betrokken en alert.
Daartegenover staat dat lerenden zich minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer. Ook zijn niet alle taaltrainers in voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof aan bod komt tijdens de taalles, kan een bijkomend nadeel vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is relatief eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Het is niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de lerende simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze leermethode. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Een andere grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het leren van de taal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen ingezet worden. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast nog een andere leermethodiek (ter aanvulling) nodig is. De methode is ook niet echt creatief. Studenten leren niet om ideeën, gevoelens en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. De studenten werden gestimuleerd veel te spreken. Het was ook nieuw dat de taalles in de vreemde taal werd gegeven. In de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de woordenschat van de vreemde taal gebeurde door middel van voorbeelden en plaatjes. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloeden van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste voordeel. Spreken en luisteren komen ruimschoots aan bod. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Minpunten kent de leermethode echter ook. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt deze methode te weinig uitdagingen. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet zeer bruikbaar, omdat deze leermethode een daadkrachtige inzet door de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen vervolgens afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De docent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties los te krijgen en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, alhoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn methode voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden beschouwd. In feite is de trainer dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De student ‘mag’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode beoogt. Door het gebrek aan input van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de taaltrainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn de studenten ontspannen. Woorden en structuren worden zo ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij en daarna samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen gebruikers hun uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in ons land door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in het gebruik en kan op ieder moment door de lerende ingezet worden. De lerende kan zelf bepalen welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als plezierig om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de methode van Rosetta Stone voor scholen een oplossing bieden. Een keerzijde is dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door de lerende worden nagesproken en weer herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus omvatten een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methode van Pimsleur heel goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de lerende op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine stapjes en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de student is begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. Gebruikers die met de taal wat verder zijn, vinden de methode van Michel Thomas minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is zeer toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat de methode van Michel Thomas audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat voor een taalcursus vrij hooggegrepen was. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werkt de lerende ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de lerende verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Er bestaat ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode om talen te leren: De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tot slot beschikken de taaldocenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursisten interessant kunnen zijn. Onze trainers zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden toegepast.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verder verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ gesproken. Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving. Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Sliedrecht.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Sliedrecht
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Sliedrecht op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op ieder (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. Cursisten kunnen dus leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar na afronding van de taalcursus in Sliedrecht. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging. Werknemers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, pc of tablet met een camera en een microfoon - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Talen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) trainers verzorgd
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair dan wel HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud van de cursus wordt afgestemd op het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen op een zelfverzekerde en vlotte manier te bereiken
De online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat en de structuur die in de voorbereiding en de les zelf zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van videosessies en zelfstudie zijn de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus eveneens tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het succes van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen gegeven door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Sliedrecht ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Sliedrecht ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als model en geven u een goed beeld van uw aanwezige en opgedane talenkennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen aan het einde van de taalcursus in Sliedrecht het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om verschillende taalniveaus te omschrijven. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader wijst vijf niveaus van taalvaardigheid aan, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term en afkorting wordt eveneens vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. Deze verschillende niveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A geeft weer wat een beginnende taalgebruiker kan en weet. Voor niveau B geldt dat dit de vaardigheden zijn die een zelfstandige gebruiker beheerst. Deze taalgebruiker heeft geen hulp van buitenaf meer nodig in de vreemde taal. Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, schrijven, verstaan en spreken. De vaardigheden die bij niveau C horen, gaan richting moedertaalgebruiker (natives). Deze mensen kunnen de vreemde taal zonder problemen in verschillende situaties gebruiken.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Talen is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Sliedrecht, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken zowel klantgericht als resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Sliedrecht sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continu innoveren onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse commissies, besturen en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk bewaard worden en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging. Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in zeer beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Sliedrecht zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall lagere prijzen aan u berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Sliedrecht aan
Wilt u contact met ons taleninstituut opnemen voor een taalcursus in Sliedrecht? Vraag vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Bel naar 010-2004112 (geen belmenu) of stuur een e-mail naar taalcursus-sliedrecht@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook gelijk ons gratis informatiepakket aanvragen.
De beste route naar een taalcursus in Sliedrecht!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Sliedrecht op uw eigen locatie volgen of in Dordrecht, bijvoorbeeld bij Businesspoint Dordrecht aan de Vissersdijk Beneden 70 in Dordrecht. Ons instituut kan ook taalcursussen bij Sliedrecht verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Dordrecht aan de Laan van Europa 1600 in Dordrecht, bij Apollo Hotel Papendrecht aan de Burgemeester Keijzerweg 100 in Papendrecht en bij Van der Valk Hotel Ridderkerk aan de Krommeweg 1 in Ridderkerk.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Sliedrecht kan bij Bronbad De Lockhorst aan de Sportlaan 1.
Tijdens de aanleg van de Betuwelijn zijn vlakbij Sliedrecht de overblijfselen van een vrouw gevonden die daar tussen 7.000 en 7.500 jaar geleden leefde. Eerder werd aangenomen dat er in de steentijd geen mensen in West-Nederland woonden, omdat het gebied te nat was. Waarschijnlijk woonden er toch al mensen op een donk; een hoger gelegen stuk grond. Er kwam ook weer bewoning voor in de Romeinse tijd, die later weer verdween en toen weer vanaf ongeveer het jaar 1000. Langs de rivier de Merwede ontstonden twee dorpen aan de noordzijde (Over-Slydrecht) en aan de zuidzijde (Slydrecht).
De eerste keer dat de naam Over-Slydrecht wordt genoemd, is in een akte uit 1203, waarin het daar gelegen klooster de rechten verkreeg over de visserij in de Merwede. Door de St. Elisabethsvloed in 1421 verdween het zuidelijke deel en bleef Over-Slydrecht bestaan als ’Sliedrecht’. De naam ‘Sliedrecht’ is een verbastering van een Germaans woord sly dat ‘slik’ betekent. Het tweede deel drecht is Nederfrankisch en het betekent ‘overtocht’. In moderne taal dus: ‘overtocht over slib’.
Sliedrecht ligt aan de Biesbosch in de streek Alblasserwaard in het zuidelijke Groene Hart. De plaats maakt deel uit van de Drechtsteden. Plaatsen in de buurt van Sliedrecht zijn Bleskensgraaf, Dordrecht, Giessenburg, Hardinxveld-Giessendam, Oud-Alblas, Papendrecht, Werkendam en Zwijndrecht.
Sliedrecht ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Sliedrecht wonen ruwweg 25.000 mensen.
Een inwoner van Sliedrecht is een ‘Sliedrechtenaar’ of een ‘Sliedrechter’, in de volksmond ook wel baggeraar of brijhapper. Bekende Sliedrechters zijn Gerrit J. Geysendorffer en Adriaan Volker.
Iets wat bij Sliedrecht hoort, heet ‘Sliedrechts’, zoals de Sliedrechtse Biesbosch. Sliedrecht is een plaats en een gemeente.
Sliedrecht - internationaal & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Sliedrecht is Orăștie in Roemenië.
Hoger onderwijs
In Sliedrecht bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Sliedrecht is bekend als baggerdorp. Onder andere Boskalis is er gevestigd en de Koninklijke IHC en Sliedrecht heeft zelfs een Nationaal Baggermuseum. Sliedrecht was ook de eerste Nederlandse plaats waar Ikea een vestiging opende (1978). Sliedrecht fungeert als forenzenplaats voor Rotterdam, Dordrecht en in mindere mate Utrecht en Sliedrecht heeft een redelijk
winkelaanbod en een woonboulevard. Dordrecht en de Biesbosch zijn per waterbus bereikbaar.
Sliedrecht - minder bekend
Niet zo bekend is dat oud-Feyenoordvoorzitter Jorien van den Herik uit Sliedrecht komt.
Kenmerkend voor het Sliedrechts zijn de langgerekte aa voor de ‘a’: mààn in plaats van ‘man’ en de ae voor de ‘aa’: waer in plaats van ‘waar’. Verder is vaak hij zee voor ‘hij zei’ te horen en is het onderscheid tussen ‘kennen’ en ‘kunnen’ afwezig.
Schrette betekent huilen. Korsemis is kerstmis. Een bekend gezegde is: T mot eerst warre, wil ’t reeje is in ’t hêêle gebied. Oftewel: “het moet eerst een chaos zijn voor het opgeruimd kan zijn”.
Sliedrecht - “SLDRCHT: Groot in doen!”
Sliedrecht - zakelijk
De gemeente Sliedrecht
Het netnummer van Sliedrecht is 0184. Het postcodegebied van Sliedrecht is 3360 - 3364. Het adres van het gemeentehuis van Sliedrecht is Industrieweg 11, 3361 HJ in Sliedrecht. De website van de gemeente Sliedrecht is Sittard-geleen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Sliedrecht is 14 0184.
Zakendoen in Sliedrecht
Voor Sliedrechtse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Sliedrecht is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Sliedrecht is KVK-kantoor Rotterdam.
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Sliedrecht gevestigd op bedrijventerrein De Driehoek, Kerkerak, Nijverwaard of op bedrijventerrein Noord-Oost Kwadrant. In Sliedrecht bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Alert Security, Allison Transmission Europe, Baggerbedrijf De Boer Dutch Dredging, Bakker, Boon Beheer Groep (MCD Supermarkten),
Cérélia Netherlands, Cofano Software Solutions, Craftsman Marine Benelux, De Jong Beheer, Den Breejen Work, Dieseko Group (International Construction Equipment), DJPS, ESET Nederland, IHC Merwede, Plastirol, Royal IHC, Seats and Sofas, SecureLink, Tritec Benelux, Van Beest en Van den Herik. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Sliedrecht een bezoek brengen aan het Nationaal Baggermuseum of aan het Sliedrechts Museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Bossche voetbalclub FC Den Bosch, RKVV Wilhelmina, Zuid SV BLC of BVV te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Sliedrecht kunt u terecht bij SLTC Sliedrecht of bij TOP Papendrecht in Papendrecht. Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Sliedrecht of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning? De golfbaan in de buurt voor Sliedrecht is Crayestein Golf in Dordrecht. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Baanhoekweg 50, 3313 LP in Dordrecht. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 078-621 12 21. De website van de golfbaan is www.crayesteingolf.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij Jacks Steakhouse.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Sliedrecht die tevens op Youtube staan. Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken. Onder deze filmpjes vindt u de locaties van Zuid-Holland en Sliedrecht op Google Maps.
Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Sliedrecht
Dronebeelden Sliedrecht
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Sliedrecht
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Sliedrecht