Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Daarom hebben organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van de werknemers, een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Wij zijn een taalaanbieder die precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers, leidinggevenden en andere professionals in, en in de buurt van Sittard. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Sittard aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Coachhuis Brunssum Brin Ederostraat 19 6445 AN BRUNSSUM
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Sittard aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve de algemene taaltaalcursussen zijn organisaties vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgevers. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Sittard. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Het is onze filosofie om talen te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunt leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het beoogde taalniveau. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Sittard.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever inventariseert Dagnall uw leerdoelen en wensen. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, sturen wij u een cursusvoorstel op maat samen met een passende offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na een aantal lessen evalueert de trainer de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien noodzakelijk, bijgesteld worden. Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt indien gewenst, door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit formulier en de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum teruggestuurd te worden Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de cursisten geschiedt per taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall verzorgt de logistiek van materiaal en de cursusbenodigdheden Dagnall berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall Talen bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Dagnall Talen is flexibel alsook betrokken!
In 1982 is Dagnall Talen gestart en verzorgt sinds 1982 maatwerk taaltraining voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Sittard en omgeving. Dagnall kan putten uit een team van ervaren en kundige trainers, die zijn gespecialiseerd in maatwerktrainingen voor bedrijven en overheid.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall Taleninstituut u effectieve en betaalbare taalcursussen in Sittard. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u te bieden heeft.
Betaalbare taalcursussen op maat in Sittard
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Taalcursussen gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn inmiddels bij veel organisaties bekend. Medewerkers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Zij willen graag de aanwijzingen op de werkplek goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag zelfverzekerder het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op hun werkgebied realiseren. Dit vereist een investering in personeel en in de ontwikkeling van de organisatie.
Dagnall biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Ons instituut helpt en leert de deelnemer hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar functie. Dagnall Taleninstituut stemt de taallessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgen de cursisten gedurende de taalcursus frequent praktijkopdrachten, om de voortgang van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining te verbeteren.
Dit is dus een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let tevens op de enigszins onderbelichte kant van veel taalcursussen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn poging om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gebruiken van het bewuste land en het bedrijf te begrijpen en om de wereld via taal uit te breiden. Hiervoor is inzet en motivatie vereist. Bovendien heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de taaltrainer per week. Dit is niet altijd afdoende.
Onderscheidend
Dagnall Talen onderscheidt zich door de aandacht te vestigen op vergroting van het draagvlak voor een cursus op de werkvloer. Wij stimuleren uitvoerenden en leidinggevenden van het bedrijf om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het voortdurend uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze wijze, wordt de waarde van een goede talenkennis gemeenschappelijk ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Sittard
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Sittard die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaldocenten zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen bereiken onze taaltrainers met een blend van deze beproefde leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen, zogenaamde duocursussen (2 personen), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 personen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. Onze docenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Sittard. Onze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Een taal effectief leren in Sittard bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Talen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Dagnall biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Sittard worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Sittard
Maatwerkcursussen
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Sittard en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De leergroepen houden wij zo klein mogelijk de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren. Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat veel informatie wordt opgenomen in een korte periode. Er wordt sneller vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Een ander groot voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is ook taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van de fouten van anderen kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kunnen deelnemers leuker vinden. Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt omdat tegelijktijd meerdere medewerkers worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn voor de cursisten groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele taalcursus alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde kennis niet worden geoefend in een groep. Ook is het niet mogelijk om van de foutjes van andere deelnemers te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen). Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining volgen. Uiteraard is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalkennis houdt in naast kennen vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door de focus op kunnen te leggen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taalcursus in Sittard de verworven kennis beter toe te passen in de praktijk.
Voor u het weet, spreekt u zomaar en aardig woordje in de nieuwe taal! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats hiervan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij een taal leren niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is deze methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst verwijderd. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de zinnen en woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan dus alleen goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze methode goed kunnen functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de lerende in de te leren taal wordt ondergedompeld, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten in de vreemde taal stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerenden gepresenteerd in reële situaties door middel van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote rol. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook nadelen. Deze methodiek is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen.
De met leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs kent veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal lerenden afwijkend of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap was. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocent draagt de kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzichten in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Aan de methode kleven echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) wereldwijd toegepast, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere methode om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, omdat de leermethode zo intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in de vreemde taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen. Om deze situatie te creëren, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en in de klas werd ook altijd muziek gedraaid op de achtergrond. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden studenten overgehaald om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of CLL geheten, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Studenten beginnen een gesprek. Zijn zij de te leren taal nog niet machtig genoeg, dan spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden de lerenden zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren om als team te werken. Studenten leren veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de student om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt. Een aantal lerenden heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan vanzelf snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij ongebruikelijke aanpak had, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Deze leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op van de studenten. Het leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt studenten nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, boodschappen doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren 90 zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de opdracht goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit 1995 van een aantal Deense filmmakers onder wie de filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, waarbij het om de communicatie draait als inspirator van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de taaltrainer en de studenten focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit; dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering worden besproken. Studenten blijven zo betrokken en alert.
Daartegenover staat dat de studenten zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook zijn niet alle taaltrainers voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor in de taalles wordt behandeld, kan een ander keerzijde van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere reden waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerende doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt hoofdzakelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en de leermethode kan ook toegepast worden in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de leermethode tot op een bepaald taalniveau en is daarbij een andere leermethode nodig. Ook is de methodiek niet heel creatief. Studenten leren niet om hun ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. De studenten werden aangemoedigd vaak te praten. Dat de les in de doeltaal werd gegeven, was eveneens nieuw. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal. Deze Direct Methode heeft eveneens minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal relatief weinig. De Directe Methode biedt voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de studenten is de methode eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van invloed geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt. De trainer is in principe aan de lerende dienstbaar en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde doorgaans goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant hierop. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerende is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is ontdekt met een tekst in twee talen, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methode is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten daarna veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de student worden gebruikt. De student bepaalt zelf welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Velen vinden het prettig om met de methodiek te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Het feit dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om een nieuwe taal te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialogen die door de studenten worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de taalcursussen van Pimsleur is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De taalcursussen van Pimsleur worden onder andere in Amerika gebruikt en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.
Dat er niets wordt uitgelegd, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes maken. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat de studenten zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een minpunt worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor een taalcursus. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur besteedt de cursist ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de lerenden verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaldocent om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats hiervan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij een taal leren niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is deze methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst telkens bijgewerkt; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst verwijderd. Die woorden die nog steeds problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de zinnen en woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan dus alleen goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze methode goed kunnen functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de lerende in de te leren taal wordt ondergedompeld, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten in de vreemde taal stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerenden gepresenteerd in reële situaties door middel van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote rol. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook nadelen. Deze methodiek is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen.
De met leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs kent veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal lerenden afwijkend of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap was. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocent draagt de kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzichten in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Aan de methode kleven echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion) wereldwijd toegepast, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere methode om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, omdat de leermethode zo intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in de vreemde taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen. Om deze situatie te creëren, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en in de klas werd ook altijd muziek gedraaid op de achtergrond. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden studenten overgehaald om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of CLL geheten, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Studenten beginnen een gesprek. Zijn zij de te leren taal nog niet machtig genoeg, dan spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden de lerenden zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren om als team te werken. Studenten leren veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de student om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt. Een aantal lerenden heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan vanzelf snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij ongebruikelijke aanpak had, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Deze leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op van de studenten. Het leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt studenten nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, boodschappen doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren 90 zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de opdracht goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit 1995 van een aantal Deense filmmakers onder wie de filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, waarbij het om de communicatie draait als inspirator van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de taaltrainer en de studenten focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit; dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering worden besproken. Studenten blijven zo betrokken en alert.
Daartegenover staat dat de studenten zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook zijn niet alle taaltrainers voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor in de taalles wordt behandeld, kan een ander keerzijde van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere reden waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerende doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt hoofdzakelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en de leermethode kan ook toegepast worden in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de leermethode tot op een bepaald taalniveau en is daarbij een andere leermethode nodig. Ook is de methodiek niet heel creatief. Studenten leren niet om hun ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. De studenten werden aangemoedigd vaak te praten. Dat de les in de doeltaal werd gegeven, was eveneens nieuw. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal. Deze Direct Methode heeft eveneens minpunten. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal relatief weinig. De Directe Methode biedt voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de studenten is de methode eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainers gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van invloed geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt. De trainer is in principe aan de lerende dienstbaar en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde doorgaans goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant hierop. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerende is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is ontdekt met een tekst in twee talen, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methode is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten daarna veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de student worden gebruikt. De student bepaalt zelf welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Velen vinden het prettig om met de methodiek te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Het feit dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om een nieuwe taal te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialogen die door de studenten worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de taalcursussen van Pimsleur is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De taalcursussen van Pimsleur worden onder andere in Amerika gebruikt en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.
Dat er niets wordt uitgelegd, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes maken. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat de studenten zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een minpunt worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor een taalcursus. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur besteedt de cursist ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de lerenden verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaldocent om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Ook is er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant zijn voor de cursist. Onze taaltrainers zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Sittard.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Sittard
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, cursisten met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Sittard op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op alle beschikbare (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afronding van de taalcursus in Sittard beschikbaar. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid. Mensen die diverse talen spreken, zijn derhalve vaak onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online technische en zakelijke taaltrainingen
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Laptop, pc/iMac of tablet met een camera en een microfoon - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze online en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde moedertaal (native) trainers gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair of HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
Onze blended en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de cursisten afgestemd worden
De inhoud wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen zelfverzekerd en snel te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuur die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Door de combinatie van zelfstudie en videosessies is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze taaldocenten geven naast de taalcursussen ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de trainer en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Sittard ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Sittard ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als uitgangspunt en geven u een helder beeld van uw aanwezige en opgedane talenkennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Ter afronding van de taalcursus in Sittard ontvangt u een ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die specifiek is ontworpen voor Europese talen. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader duidt vijf niveaus van taalvaardigheid aan, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige naam en afkorting wordt ook veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Voor die vaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot bijna moedertaalsprekers. Deze niveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A omschrijft alle vaardigheden die een beginnende gebruiker beheerst. Niveau B geeft aan wat een ‘onafhankelijke gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van de gesprekspartner. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak lezen, verstaan, schrijven en spreken. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde taalgebruikers, die de geleerde taal beheersen als (bijna) moedertaalgebruikers (zogenaamde native speaker).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee maal proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Sittard, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken klant- en resultaatgericht en kunnen zich snel aan veranderende omstandigheden aanpassen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Sittard sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue innovatie onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies te worden beschermd. Dagnall Talen voldoet natuurlijk aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Dagnall Talen verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Sittard zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een vereiste voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Sittard aan
Neemt u gerust contact met Dagnall op voor een taalcursus in Sittard. Bent u nieuwsgierig geworden naar de werkwijze? Bel naar 085-2737302 (geen menu) of stuur een e-mail naar taalcursus-sittard@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook meteen ons informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
De juiste route naar een taalcursus in Sittard!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Sittard op uw eigen locatie volgen of in Brunssum, bijvoorbeeld bij Coachhuis Brunssum aan de Brederostraat 19 in Brunssum. Ons instituut verzorgt ook taalcursussen in Sittard in bijvoorbeeld Fletcher Wellness-Hotel Sittard aan de Milaanstraat 115, in Hotel de Limbourg aan de Markt 22, in Hotel Merici aan de Oude Markt 25, in Amrath Hotel Born-Sittard aan de Langereweg 21 in Born en in Van Der Valk Hotel Stein-Urmond aan de Mauritslaan 65 in Urmond.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Sittard kan bij Zalencentrum De Oase aan de Bachstraat 5.
In het gebied dat nu Sittard heet, bevonden zich ooit de oudste dorpen van Nederland. Rond 5300 v.Chr. was hier al sprake van bewoning, getuige archeologische vondsten van aardewerk. Ook de Romeinen hebben er gewoond en in de Frankische tijd de Merovingen (5de tot 8ste eeuw n.Chr.). Aangenomen wordt dat de stad die nu bekend staat als Sittard, uit die Frankische tijd stamt.
De eerste schriftelijke vermelding (als Sitter) dateert echter pas van 1157. De naam ‘Sittard’ is een verbastering van Siter, van het Oudhoogduitse woord sîte, dat ‘hoogte’ of ‘berghelling’ betekent. De naam heeft betrekking op de Kollenberg.
Sittard ligt in het smalste stukje van Nederland in de streek Midden-Limburg. Plaatsen in de omgeving van de stad Sittard zijn Beek, Born, Brunssum, Echt, Geleen, Heerlen, Hoensbroek, Maasbracht, Meerssen en Susteren.
Sittard ligt in de provincie Limburg. De gemeente Sittard telt bijna 38.000 inwoners.
Een inwoner van Sittard heet een ‘Sittarnaar’ of een ‘Sittardenaar’. Bekende Sittardenaren zijn Toon Hermans en Jelle Paulusma.
Iets wat uit Sittard komt, wordt ‘Sittards’ of ‘Sittarder’ genoemd, zoals de Sittardse ‘nonnenvotten’ (gebakjes die met carnaval worden gegeten). Sittard kreeg stadsrechten in 1443.
Sittard - kernen & scholing
Kernen
Sittard is onderdeel van gemeente Sittard-Geleen waar ook Born, Broeksittard, Buchten, Einighausen, Geleen, Grevenbicht-Papenhoven, Guttecoven, Holtum, Limbricht, Munstergeleen, Obbicht, Schipperskerk deel van uitmaken.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen gevestigd in Sittard: Fontys en Zuyd Hogeschool. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Sittard.
Sittard is bekend van de oude stadswal, de vestingwerken en het middeleeuwse stadshart, Toon Hermans, maar ook van de Staatsmijnen, kerken en kloosters en ‘bergen’, waarvan de Kollenberg de hoogste is. Sittard fungeert als knooppunt in de provinciale, nationale en grensoverschrijdende infrastructuur. De stad is gelegen aan de A2 en verbindt Eindhoven met Maastricht. Oost-west verbindt het Roermond en
Heerlen en sluit het aan op de snelweg richting Brussel/Antwerpen en Keulen. Als spoorknooppunt ligt de stad op de lijn Amsterdam-Maastricht. Sittard vormt ook een relatief belangrijke schakel in het spoorwegennet.
Sittard - minder bekend
Niet veel mensen weten dat de Nederlandse speelfilm Flodder (1986) in Sittard is opgenomen.
Kenmerkend voor Sittards is de klank -sj. Deze komt voor als eindklank maar ook aan het begin van een woord (‘Limburgesj’ voor Limburgers; sjtaon voor ‘staan’). Verder is de zangerige toon iets typisch Limburgs.
Bijna alle klinkers wijken af van het Standaardnederlands en klinken vaak Duits. Veijer beijer betekent ‘vier bier’. Woosj is ‘worst’. De sjòmste boere höbbe de dikste aerpel. Sittards voor “het geluk is met de dommen”.
Sittard - “Genieten voorop”
Sittard - zakelijk
De gemeente Sittard
Het postcodegebied van Sittard is 6130 - 6137. Het adres van het gemeentehuis van Sittard is Hub Dassenplein 1, 6131 LB in Sittard. De website van de gemeente Sittard is Sittard-geleen. nl. Het telefoonnummer van de gemeente Sittard is 14 046.
Zakendoen in Sittard
Voor Sittardse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Roermond aan de Steegstraat 5, 6041 EA in Roermond. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Sittard is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Sittard is KVK-kantoor Roermond.
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Sittard op het Distripark Sittard, op Bedrijvenstad Fortuna, op bedrijventerrein Holtum Noord, op Industriepark Noord, op Kantorenpark Sittard, op bedrijventerrein Sluisweg, op Chemelot Industrial Park en Chemelot Campus in Geleen, op bedrijventerrein Gardenz in Geleen, op Business Park Geleen in Geleen, op bedrijventerrein Kampstraat in Geleen of op bedrijventerrein Krawinkel in Geleen. In Sittard bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Basic Pharma, BCT Nederland, Boels Verhuur, Celanese Production, Chromaflo Technologies Europe, Collè Rentals & Sales, DIS,
Doco International, KeyTec Netherlands, Mitsubishi Motors Europe, Reym Chemelot, SABIC European Head Office, Schils, SGS Nederland, Sitech, Utility Support Group (USG), Bridgestone Europe (Bridgestone, Firestone) in Born, Stanley Black & Decker in Born, Daily Fresh Food in Geleen, Isobionics in Geleen, Lanxess in Geleen, OCI Nitrogen in Geleen, Orascom Construction Industries in Geleen, Polyscope Polymers in Geleen, Alfa Brouwerij in Schinnen en Stroopfabriek Canisius-Henssen in Schinnen. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Sittard laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Sittard een bezoek brengen aan Museum De Domijnen.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Sliedrechtse voetbalclub VV Sliedrecht te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Sittard kunt u terecht bij SLTC Sittard, bij T.C. Oriënt of bij TC Munstergeleen in Munstergeleen.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Sittard of met uw internationale (zaken)relatie bij Sittard als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Sittard gevonden voor een compleet middagje/dagje uit. De golfbaan in de omgeving van Sittard is Golfbaan Echt-Susteren in Susteren. Het adres van deze golfbaan is Hommelweg 3, 6114 RR in Susteren. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 046-449 49 92. De website van de golfbaan is www.golfbaanecht-susteren.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij brasserie Huys ter Heide, telefoonnummer 0475-49 55 80.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Sittard die ook op Youtube te zien zijn. Door direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder de filmpjes vindt u de locaties van Limburg alsook Sittard op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.