Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Bedrijven en organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Schiedam.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Schiedam aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Schiedam aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast algemene taalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Schiedam. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall is om een vreemde taal te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunnen leren.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist in grote stappen naar het beoogde taalniveau met 15 minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Schiedam.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is uiteraard ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Spijkenisse) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut behalen wij door een mix van deze bewezen leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 lerenden, duocursussen (2 lerenden), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze docenten gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en de docenten spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een ander voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Schiedam. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Schiedam gegeven worden.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Schiedam en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groep wordt zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat veel kennis wordt geleerd in een korte periode.
Doordat de taalcursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook kan een individuele cursus goed worden afgestemd op de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het grootste voordeel van groepscursussen is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; het leren van elkaars foutjes en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de cursisten leuker vinden.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor deelnemers dan individuele cursussen.
Bij een individuele cursus kunnen rollenspellen en discussies alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Het geleerde kan niet worden geoefend in de groep doordat er geen interactie is met andere deelnemers.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van fouten van een andere cursist te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen de deelnemers iets sneller worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt de goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De opgeschreven zinnen of woorden worden hardop gelezen door de student. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze van betekenis en relevant is voor de student. Deze GoldList-methode kan werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een verzameling losse woorden of zinnen. Deze methode is daarnaast zeer tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van de vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert men onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. De vaste combinaties worden in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangedragen aan de studenten. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van studenten is behoorlijk gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere vraag aan het leren van talen door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is stimulerend voor de lerenden doordat zij gauw succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de trainer en van studentent vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten bij het leren in een groep. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan met de methode van onderdompeling uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en lerenden zijn daarvoor essentieel. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De lerende zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel opgesteld waren en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en zo konden de lerenden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht besteed voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de studenten minder hinder krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethode. Tegelijkertijd is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen is heel leerzaam voor de studenten. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Een keerzijde van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taallessen is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor lerenden om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
De principes van Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij ongewone aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de leermethode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, dienen de taken iets boven het taalniveau van de lerende te liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (vooral studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich voor het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme-onderwijs van vreemde talen zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de studenten en de taaltrainer. Net als de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de taaldocent. Het kan erg motiverend werken dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. De taallessen zijn niet voorspelbaar op deze manier; dit creëert spontane communicatie en dat de verveling niet toeslaat. Bij een taalles volgens de Dogme-methode is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Zo blijven studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Ook is niet elke taaldocent voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt in de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De techniek is eigenlijk eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat dit heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die van het idee uitgaat dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en deze methode kan eveneens worden gebruikt in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt de leermethode tot op een zeker niveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden gestimuleerd veel te spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het pluspunt. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Nadelen kent de leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook niet. De methode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze leermethode een daadkrachtige inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaltrainers om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, alhoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers gezien wordt als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. In feite is de trainer dienstbaar aan de lerende en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een minpunt van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan inbreng van de trainer. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal maken, is een variant hierop. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De lerende kan zo de uitspraak vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en wijst op taalfouten, waarbij optie is om de taalfouten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel toegepast wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten ingezet, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om te gebruiken en de methode kan door de studenten worden gebruikt op elk moment. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel mensen ervaren het als prettig om te werken met de leermethode. Voor scholen kan de Rosetta Stone-methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De les biedt een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier praten in een normaal tempo.
De keerzijde van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De student leert geen bouwstenen om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in delen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg is steeds in het Engels bij de Michel Thomas-methode. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen construeren. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de vreemde taal. Studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint uitspraak en luistervaardigheid op een efficiënte manier. Een keerzijde van de methode is dat deze cursussen geen schrijfvaardigheid bieden. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de lerende dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de cursisten; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt de goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De opgeschreven zinnen of woorden worden hardop gelezen door de student. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze van betekenis en relevant is voor de student. Deze GoldList-methode kan werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een verzameling losse woorden of zinnen. Deze methode is daarnaast zeer tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van de vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert men onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. De vaste combinaties worden in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangedragen aan de studenten. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van studenten is behoorlijk gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere vraag aan het leren van talen door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is stimulerend voor de lerenden doordat zij gauw succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de trainer en van studentent vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten bij het leren in een groep. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan met de methode van onderdompeling uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en lerenden zijn daarvoor essentieel. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De lerende zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel opgesteld waren en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en zo konden de lerenden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht besteed voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de studenten minder hinder krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethode. Tegelijkertijd is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen is heel leerzaam voor de studenten. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Een keerzijde van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taallessen is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor lerenden om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
De principes van Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij ongewone aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de leermethode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, dienen de taken iets boven het taalniveau van de lerende te liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (vooral studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich voor het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme-onderwijs van vreemde talen zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de studenten en de taaltrainer. Net als de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de taaldocent. Het kan erg motiverend werken dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. De taallessen zijn niet voorspelbaar op deze manier; dit creëert spontane communicatie en dat de verveling niet toeslaat. Bij een taalles volgens de Dogme-methode is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Zo blijven studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Ook is niet elke taaldocent voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt in de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De techniek is eigenlijk eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat dit heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die van het idee uitgaat dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en deze methode kan eveneens worden gebruikt in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt de leermethode tot op een zeker niveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden gestimuleerd veel te spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het pluspunt. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Nadelen kent de leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook niet. De methode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze leermethode een daadkrachtige inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaltrainers om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, alhoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers gezien wordt als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. In feite is de trainer dienstbaar aan de lerende en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een minpunt van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan inbreng van de trainer. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal maken, is een variant hierop. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Schiedam.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall eveneens blended learning in Schiedam op maat.
Online leerplatform Dagnall beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform biedt Dagnall tevens een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. De Dagnall App heeft als voordeel dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft beschikbaar nadat de taalcursus in Schiedam is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Mensen die diverse talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Een pc, laptop of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van ISO 9001:2015.
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden geleverd wordt, bijvoorbeeld een taalcursus in Schiedam, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Onder de gemeente Schiedam valt eveneens Kethel.
De partnersteden van Schiedam zijn Esslingen am Neckar in Duitsland, Neath Port Talbot in het Verenigd Koninkrijk, Udine in Italië en Velenje - Vienne in Frankrijk.
In Schiedam bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Wat bijna niemand weet, is dat heel veel van de likeuren over de hele wereld in cocktails gebruikt worden, uit Schiedam afkomstig zijn.
De ‘Koninklijke’ distillateur De Kuyper is het grootste likeurmerk ter wereld.
Het netnummer van Schiedam is 010.
Het postcodegebied van Schiedam is 3100 - 3125.
Het adres van het gemeentehuis van Schiedam is Stadserf 1, 3112 DZ in Schiedam.
De website van de gemeente Schiedam is Schiedam.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Schiedam is 14 010.
Voor Schiedamse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Schiedam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Schiedam is KVK-kantoor Rotterdam.
Samen wat lokale cultuur beleven met uw internationale zakenrelatie?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Schiedam een bezoek brengen aan Galerie Artipico Schiedam, aan het Jenevermuseum, aan de Museummolen De Walvisch, aan de Museummolen De Nieuwe Palmboom of aan het Stedelijk Museum Schiedam.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Sittardse voetbalclub Fortuna meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Schiedam kunt u terecht bij Tennispark Spieringshoek, bij Tennispark Van Vliet of bij SLV.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalcursussen in Schiedam van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Bedrijven en organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Schiedam.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Schiedam aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Schiedam aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast algemene taalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Schiedam. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
De filosofie van Dagnall is om een vreemde taal te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunnen leren.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist in grote stappen naar het beoogde taalniveau met 15 minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Schiedam.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt de wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt vastgesteld, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met uw offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na een aantal lessen evalueert de trainer de inhoud alsook de voortgang van de taalcursus. De doelstellingen kunnen, indien nodig, worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
In 1982 is ons bedrijf gestart en geeft sinds 1982 taalonderwijs op maat aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Schiedam en omliggende gemeenten. Wij hebben ervaren en kundige taaldocenten die specialisten zijn op het gebied van taal en legio trainingen hebben verzorgd in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, levert Dagnall Taleninstituut u effectieve en betaalbare taalcursussen in Schiedam. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall voor!
Betaalbare taalcursussen op maat in Schiedam
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is vereist! Taalcursussen die gericht zijn op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn inmiddels bij veel organisaties een begrip.
Werknemers met beperkte of zonder kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking op de werkvloer en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Werknemers met beperkte of zonder kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking op de werkvloer en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en op kunnen volgen. Deze mensen willen graag zelfverzekerder hun werk kunnen verrichten en natuurlijk hun ambitie op het werkterrein verwezenlijken. Dit vereist een investering in personeel en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Schiedam
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is uiteraard ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Spijkenisse) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut behalen wij door een mix van deze bewezen leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 lerenden, duocursussen (2 lerenden), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze docenten gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en de docenten spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Schiedam. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Effectief een taal leren in Schiedam bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Schiedam gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Schiedam
Maatwerkcursussen
Dagnall Taleninstituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Schiedam en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groep wordt zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat veel kennis wordt geleerd in een korte periode.
Doordat de taalcursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook kan een individuele cursus goed worden afgestemd op de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; het leren van elkaars foutjes en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de cursisten leuker vinden.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor deelnemers dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus kunnen rollenspellen en discussies alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Het geleerde kan niet worden geoefend in de groep doordat er geen interactie is met andere deelnemers.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van fouten van een andere cursist te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen de deelnemers iets sneller worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining kiezen. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalkennis houdt in niet alleen kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Door de focus op kunnen te leggen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de taalcursus in Schiedam de verworven kennis sneller functioneel toe te passen.
Voor u het weet, staat u een anderstalige collega te woord in de andere taal. Niets is bevredigender dan een vlot resultaat. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt de goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De opgeschreven zinnen of woorden worden hardop gelezen door de student. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze van betekenis en relevant is voor de student. Deze GoldList-methode kan werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een verzameling losse woorden of zinnen. Deze methode is daarnaast zeer tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van de vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert men onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. De vaste combinaties worden in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangedragen aan de studenten. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van studenten is behoorlijk gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere vraag aan het leren van talen door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is stimulerend voor de lerenden doordat zij gauw succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de trainer en van studentent vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten bij het leren in een groep. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan met de methode van onderdompeling uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en lerenden zijn daarvoor essentieel. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De lerende zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel opgesteld waren en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en zo konden de lerenden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht besteed voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de studenten minder hinder krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethode. Tegelijkertijd is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen is heel leerzaam voor de studenten. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Een keerzijde van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taallessen is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor lerenden om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
De principes van Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij ongewone aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de leermethode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, dienen de taken iets boven het taalniveau van de lerende te liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (vooral studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich voor het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme-onderwijs van vreemde talen zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de studenten en de taaltrainer. Net als de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de taaldocent. Het kan erg motiverend werken dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. De taallessen zijn niet voorspelbaar op deze manier; dit creëert spontane communicatie en dat de verveling niet toeslaat. Bij een taalles volgens de Dogme-methode is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Zo blijven studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Ook is niet elke taaldocent voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De techniek is eigenlijk eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat dit heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die van het idee uitgaat dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en deze methode kan eveneens worden gebruikt in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt de leermethode tot op een zeker niveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden gestimuleerd veel te spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het pluspunt. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Nadelen kent de leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook niet. De methode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze leermethode een daadkrachtige inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaltrainers om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, alhoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers gezien wordt als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. In feite is de trainer dienstbaar aan de lerende en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een minpunt van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan inbreng van de trainer. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal maken, is een variant hierop. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De lerende kan zo de uitspraak vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker). Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en wijst op taalfouten, waarbij optie is om de taalfouten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel toegepast wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten ingezet, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om te gebruiken en de methode kan door de studenten worden gebruikt op elk moment. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel mensen ervaren het als prettig om te werken met de leermethode. Voor scholen kan de Rosetta Stone-methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De les biedt een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier praten in een normaal tempo.
De keerzijde van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De student leert geen bouwstenen om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in delen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg is steeds in het Engels bij de Michel Thomas-methode. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen construeren. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de vreemde taal. Studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint uitspraak en luistervaardigheid op een efficiënte manier. Een keerzijde van de methode is dat deze cursussen geen schrijfvaardigheid bieden. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de lerende dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de cursisten; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt de goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De opgeschreven zinnen of woorden worden hardop gelezen door de student. Het is niet het idee om al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze van betekenis en relevant is voor de student. Deze GoldList-methode kan werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een verzameling losse woorden of zinnen. Deze methode is daarnaast zeer tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van de vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert men onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. De vaste combinaties worden in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangedragen aan de studenten. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van studenten is behoorlijk gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere vraag aan het leren van talen door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is stimulerend voor de lerenden doordat zij gauw succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de trainer en van studentent vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten bij het leren in een groep. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een uitstekende methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan met de methode van onderdompeling uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten daadwerkelijk in de doeltaal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en lerenden zijn daarvoor essentieel. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De lerende zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel opgesteld waren en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en zo konden de lerenden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht besteed voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de studenten minder hinder krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethode. Tegelijkertijd is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen is heel leerzaam voor de studenten. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Een keerzijde van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de taallessen is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor lerenden om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de docent om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
De principes van Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij ongewone aanpak. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de leermethode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, dienen de taken iets boven het taalniveau van de lerende te liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (vooral studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich voor het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme-onderwijs van vreemde talen zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de studenten en de taaltrainer. Net als de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de taaldocent. Het kan erg motiverend werken dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. De taallessen zijn niet voorspelbaar op deze manier; dit creëert spontane communicatie en dat de verveling niet toeslaat. Bij een taalles volgens de Dogme-methode is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Zo blijven studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Ook is niet elke taaldocent voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De techniek is eigenlijk eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat dit heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die van het idee uitgaat dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en deze methode kan eveneens worden gebruikt in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt de leermethode tot op een zeker niveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden gestimuleerd veel te spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het pluspunt. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Nadelen kent de leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook niet. De methode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze leermethode een daadkrachtige inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels en lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de studenten wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaltrainers om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokjes met verschillende kleuren, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, alhoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Gattegno niet-bedreigend is voor de lerende, die immers gezien wordt als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. In feite is de trainer dienstbaar aan de lerende en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een minpunt van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan inbreng van de trainer. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal maken, is een variant hierop. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om een taal te leren
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Schiedam.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Schiedam
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall eveneens blended learning in Schiedam op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall tevens een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. De Dagnall App heeft als voordeel dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft beschikbaar nadat de taalcursus in Schiedam is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Schiedam
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Mensen die diverse talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele als groepstrainingen
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Een pc, laptop of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Schiedam ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Schiedam ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Schiedam
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als model en geven u een goed beeld van uw aanwezige en opgedane talenkennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
De cursist ontvangt het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na afloop van de taalcursus in Schiedam.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om taalniveaus te definiëren op een uniforme wijze, zodat een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland eenzelfde taalbeheersing heeft als een ‘gevorderde’ in Frankrijk.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK is een tool die vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt eveneens vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende beheersingsniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK is een tool die vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt eveneens vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende beheersingsniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners.
Een cursist die taalniveau B beheerst, beschikt over alle basiskennis in deze taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C geeft aan dat mensen de vreemde taal zeer goed kunnen gebruiken in diverse situaties.
Een cursist die taalniveau B beheerst, beschikt over alle basiskennis in deze taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C geeft aan dat mensen de vreemde taal zeer goed kunnen gebruiken in diverse situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden geleverd wordt, bijvoorbeeld een taalcursus in Schiedam, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging beschermd te worden. Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Schiedam zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Schiedam aan
Contact taalcursus Schiedam
Wilt u contact met ons taleninstituut opnemen voor een taalcursus in Schiedam? Bent u nieuwsgierig geworden naar de werkwijze? Vul het contactformulier in of bel 010-2004112 (geen belmenu).
U kunt uiteraard ook een e-mail sturen via taalcursus-schiedam@dagnall.nl. Natuurlijk kunt u ook ons gratis informatiepakket bestellen.
Het juiste traject naar een taalcursus in Schiedam!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Schiedam
U kunt de taalcursus in Schiedam op uw locatie volgen of in Rotterdam, bijvoorbeeld bij Pand010 aan de Westblaak 33 in Rotterdam aan de bij Coachhuis Poortugaal aan de Hofhoek 9 in Poortugaal. Dagnall Talen kan eveneens taalcursussen in Schiedam verzorgen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Schiedam aan de Hargalaan 6, in Novotel Rotterdam Schiedam aan de Hagalaan 2 en in Stadsvilla Mout Rotterdam-Schiedam aan de Lange Haven 71.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Schiedam kan bijvoorbeeld bij Stadsvilla Mout aan de Lange Haven en bij Hoppe Schiedam aan de Nieuwe Haven 103.
Schiedam - geschiedenis
Het gebied waar nu Schiedam ligt, was veengebied. Vanaf de IJzertijd (van 800 v.Chr. tot het begin van onze jaartelling) kwam hier bewoning voor, getuige archeologische vondsten. Ook uit de Romeinse tijd zijn resten gevonden. Men begon men het veen te ontginnen in de Middeleeuwen en rond de 12de eeuw werden dijken aangelegd. Rond 1230 is op die manier Schiedam ontstaan.
Schiedam dankt zijn naam aan de dam die werd aangelegd nabij de monding van de Schie om het land te beschermen tegen de zee. Het water de Schie is afgeleid van ‘schieten’ in de betekenis van ‘snel verplaatsen’.
Schiedam - nu
Schiedam ligt in het gebied Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en in de streek Midden-Delfland. Plaatsen de omgeving van Schiedam zijn Maassluis, Rotterdam, Schipluiden en Vlaardingen.
Schiedam ligt in de provincie Zuid-Holland. De gemeente Schiedam telt ruwweg 78.000 inwoners.
Vlag gemeente Schiedam
Wapen gemeente Schiedam
Inwoners
Een inwoner van Schiedam noemt men een ‘Schiedammer’, maar Schiedammers worden ook wel jeneverneuzen genoemd.
Bekende Schiedammers zijn Joop Daalmeijer, Herman Heinsbroek, Nadia Moussaid, Rien Poortvliet, Joey van der Velden, Pieter van Vollenhoven en Marlijn Weerdenburg.
Bekende Schiedammers zijn Joop Daalmeijer, Herman Heinsbroek, Nadia Moussaid, Rien Poortvliet, Joey van der Velden, Pieter van Vollenhoven en Marlijn Weerdenburg.
Iets wat uit Schiedam komt, wordt ‘Schiedams’ of ‘Schiedammer’ genoemd, zoals het Schiedams Museum. Schiedam kreeg in het jaar 1275 stadsrechten.
Schiedam - internationaal & scholing
Partnersteden
Onder de gemeente Schiedam valt eveneens Kethel.
De partnersteden van Schiedam zijn Esslingen am Neckar in Duitsland, Neath Port Talbot in het Verenigd Koninkrijk, Udine in Italië en Velenje - Vienne in Frankrijk.
Hoger onderwijs
In Schiedam bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vlag provincie Zuid-Holland
Wapen provincie Zuid-Holland
Typisch Schiedams
Denk je aan Schiedam, dan denk je aan de term ‘jeneverstad’; de bijnaam is ‘Zwart Nazareth’.
Maar ook is de stad bekend van de Heilige Liduina, de havens, grote molens, pakhuizen en de vele kunstenaars en galerieën.
Schiedam fungeert als woon- en winkelstad en biedt aardig wat werkgelegenheid in de haven, vooral in de maritieme offshore-industrie.
Maar ook is de stad bekend van de Heilige Liduina, de havens, grote molens, pakhuizen en de vele kunstenaars en galerieën.
Schiedam fungeert als woon- en winkelstad en biedt aardig wat werkgelegenheid in de haven, vooral in de maritieme offshore-industrie.
Schiedam - minder bekend
Wat bijna niemand weet, is dat heel veel van de likeuren over de hele wereld in cocktails gebruikt worden, uit Schiedam afkomstig zijn.
De ‘Koninklijke’ distillateur De Kuyper is het grootste likeurmerk ter wereld.
Schiedams dialect en accent
Iets wat in Schiedam voorkomt maar niet in Rotterdam, is het weglaten van de ‘h’ aan het begin van een woord en deze soms toevoegen waar er geen staat (Den Aag en Hamsterdam.
Kenmerkend is het gebruik van ‘de’ vóór eigennamen: de Jan’. Dit komt ook in Brabant wel voor.
De ‘ui’ wordt als oi uitgesproken en veel woorden klinken Rotterdams: kaike in plaats van ‘kijken’, hebbie in plaats van ‘heb je’. Kenmerkend voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat er
Kenmerkend is het gebruik van ‘de’ vóór eigennamen: de Jan’. Dit komt ook in Brabant wel voor.
De ‘ui’ wordt als oi uitgesproken en veel woorden klinken Rotterdams: kaike in plaats van ‘kijken’, hebbie in plaats van ‘heb je’. Kenmerkend voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat er
geen onderscheid wordt gemaakt tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ en ook niet tussen ‘liggen’ en ‘leggen’.
Een gistkladder is een arbeider (in de gistfabriek) en een keldertje is een kistje waarin twaalf jeneverflessen passen.
Schiedam is de jeneverstad en sommige uitdrukkingen laten dit zien: aan den draad trekken betekent “veel alcohol drinken”.
Een hooffie pikken wordt gezegd voor “een ommetje naar Het Hoofd”.
Een gistkladder is een arbeider (in de gistfabriek) en een keldertje is een kistje waarin twaalf jeneverflessen passen.
Schiedam is de jeneverstad en sommige uitdrukkingen laten dit zien: aan den draad trekken betekent “veel alcohol drinken”.
Een hooffie pikken wordt gezegd voor “een ommetje naar Het Hoofd”.
“Ontdek Schiedam”
Schiedam - zakelijk
De gemeente Schiedam
Het netnummer van Schiedam is 010.
Het postcodegebied van Schiedam is 3100 - 3125.
Het adres van het gemeentehuis van Schiedam is Stadserf 1, 3112 DZ in Schiedam.
De website van de gemeente Schiedam is Schiedam.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Schiedam is 14 010.
Zakendoen in Schiedam
Voor Schiedamse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Schiedam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Schiedam is KVK-kantoor Rotterdam.
Schiedam - internationale bedrijvigheid
Verschillende internationaal opererende bedrijven zijn in Schiedam gevestigd op bedrijventerrein ’s Graveland Zuid, Kethelvaart, Nieuw-Mathenesse, Spaanse Polder, op bedrijvenpark Vijfsluizen of aan de Nieuwe Maas of de Wilhelminahaven.
In Schiedam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Bosch Packaging, Boskalis Environmental, BYD Europe, BYD, Capwell, Damen Shiprepair, DHG David Hart Groep, DSW Zorgverzekeraar, Facilicom (Albron, GOM, Trigion, Facilicom Solutions), FMI Medisch, GOM Schoonhouden (Facilicom), HSM Offshore, Huisman Equipment, Inrada Group, Itho Daalderop, Jumbo
In Schiedam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Bosch Packaging, Boskalis Environmental, BYD Europe, BYD, Capwell, Damen Shiprepair, DHG David Hart Groep, DSW Zorgverzekeraar, Facilicom (Albron, GOM, Trigion, Facilicom Solutions), FMI Medisch, GOM Schoonhouden (Facilicom), HSM Offshore, Huisman Equipment, Inrada Group, Itho Daalderop, Jumbo
Shipping, KH Engineering, Koninklijke De Kuyper (Canadian Club, Courvoisier, Drop Shot, Jim Beam, Koffiekaatje, Oranje Bitter, Rutte, Sauza Tequila, Schoonster (Fris & Rein), Sourz, Teacher’s, Warninks etc.), Inspirits Premium Drinks (Delaforce Dujardin, Goblet, Nobeltje, Olifant Jenever, Sonnema Berenburg), Linde Gas, Mammoet, Metrohm Applikon, Orga, Palfinger Marine Europe, RH Marine, SBM Offshore, Seiko Watch Europe (Breil, Lorus, Pulsar, Seiko), Stolt-Nielsen Transportation Group, Topking Fingerfood en Trigion.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Schiedams nieuws
De Schiedamse nieuwsportalen zijn Schiedamsnieuws.nl, Schiedam 24 en De Schiedammer Online en Schiedamse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Schiedam kijken hun (zakelijk) nieuws op Rijnmond.
Schiedammers en ondernemingen in Schiedam kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Nieuwe Stadsblad.
Schiedammers en ondernemingen in Schiedam kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Nieuwe Stadsblad.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Schiedam
Cultuur
Samen wat lokale cultuur beleven met uw internationale zakenrelatie?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Schiedam een bezoek brengen aan Galerie Artipico Schiedam, aan het Jenevermuseum, aan de Museummolen De Walvisch, aan de Museummolen De Nieuwe Palmboom of aan het Stedelijk Museum Schiedam.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Sittardse voetbalclub Fortuna meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Schiedam kunt u terecht bij Tennispark Spieringshoek, bij Tennispark Van Vliet of bij SLV.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Schiedam of met uw internationale (zaken)relatie bij Schiedam een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Schiedam ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de omgeving van Schiedam is Golfcenter Seve in Rotterdam. Golfcenter Seve bevindt zich aan de Kleiweg 480 in Rotterdam. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 010-418 88 48. De website van de golfbaan is www.seve.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant Seve. Golfclub Broekpolder en Golfbaan Schinkelshoek zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Schiedam.
De golfbaan in de omgeving van Schiedam is Golfcenter Seve in Rotterdam. Golfcenter Seve bevindt zich aan de Kleiweg 480 in Rotterdam. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 010-418 88 48. De website van de golfbaan is www.seve.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant Seve. Golfclub Broekpolder en Golfbaan Schinkelshoek zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Schiedam.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Schiedam die tevens op Youtube kunnen worden bekeken.
Door direct op het logo van Youtube in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de filmpjes zijn de locaties van Zuid-Holland alsook Schiedam op Google Maps te zien.
Door direct op het logo van Youtube in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de filmpjes zijn de locaties van Zuid-Holland alsook Schiedam op Google Maps te zien.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Promovideo Schiedam
Dronebeelden Schiedam
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Schiedam
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Schiedam
Schiedams nieuws
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Schiedam lezen van diverse nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Schiedam
- Lastig om 1,8 miljoen te plukken van ‘de man van 500 miljoen’: ‘Geen kinderachtig dossier’ - AD
- Vader (50) dreigde volgens gezin met familietragedie: ‘Ik ga jullie allemaal vermoorden’ - Provinciale Zeeuwse Courant
- Automobilist ramt lantaarnpaal met net gekochte auto Van Deventerstraat Schiedam - Flashphoto NL
- Kethel Spaland in schandaal: club moet na ontslag trainer Ben Hoogwerf excuses maken én betalen - AD
- Jordan Boys treft PPSC in eerste ronde VoetbalRijnmond Cup - Drimble.nl
- Kethel Spaland in schandaal: club moet na ontslag trainer Ben Hoogwerf excuses maken én betalen - Provinciale Zeeuwse Courant
- Chaos op kruispunt na eenzijdig ongeval Hargalaan Schiedam - Flashphoto NL
- WIN: Gratis kaarten voor Circus Chapito (altijd prijs!) - Rodi.nl
- Anneke uit Schiedam ziet dochter 511.000 euro winnen in Miljoenenjacht: ‘Zij het bedrag, ik de bloemen’ - AD
Nieuws uit de provincie Zuid-Holland
- Wolf komt mogelijk ook naar Zuid-Hollandse duinen - Omroep West
- De wolf komt naar Zuid-Holland, daar rekent de provincie op: ‘Wolfwerende rasters beschikbaar’ | Rotterdam - AD
- Zuid-Holland houdt rekening met komst van de wolf - Nederlands Dagblad
- Zuid-Holland houdt rekening met komst van de wolf - AD
- Automobilisten in Zuid-Holland moeten weer meer belasting betalen - - AutoWeek
- Automobilisten in Zuid-Holland moeten weer meer provinciale opcenten betalen - TaxLive
- ‘De boel staat in brand’: Zuid-Holland heeft haast met bouw nieuwe huizen en is soepel met de regels - AD
- ‘Verborgen jagers’ van Zuid-Holland onthuld: lezing over vleermuizen en marterachtigen - AD
- Herfstvakantie 2024 in Zuid-Holland: Wanneer heb ik vakantie en wat kan ik doen? - Rodi.nl
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Schiedam
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Schiedam en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Schiedam
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten