Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Talen is een een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Roosendaal en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen in Roosendaal aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Nova Flex Office
Scherpdeel 28
4703 RJ ROOSENDAAL
076-8200500
Wij bieden taaltrainingen op maat in Roosendaal aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve klassieke taalcursussen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van scholingszoekers afgestemd. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Roosendaal. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie Dagnall Talen
Het is onze filosofie om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau met vijftien minuten dagelijks oefenen. Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Roosendaal.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever inventariseert Dagnall Talen uw wensen en leerdoelen. U meldt de cursist(en) aan met de contactgegevens. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met een offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Na enkele lessen evalueert de taaldocent de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstelling kan, indien noodzakelijk, worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapport samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Indien gewenst, wordt het (individuele) contact met de cursisten door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze dienen voorafgaand aan de intakedatum te teruggestuurd worden Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en vastgesteld in overleg De indeling van de cursisten geschiedt per taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall Taleninstituut verzorgt de logistiek van het materiaal en cursusbenodigdheden Dagnall Talen berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus(sen) en het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Talen is betrokken en flexibel!
In 1982 is ons bedrijf geopend en verzorgt sinds 1982 taalonderwijs op maat zakelijk voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Roosendaal en plaatsen in de buurt van Roosendaal. Wij hebben een team van ervaren en kundige taaldocenten die specialisten zijn op hun gebied en al een behoorlijk aantal taaltrainingen zakelijk hebben gegeven aan bedrijven en (overheids)organisaties in West-Brabant.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, levert Dagnall Taleninstituut u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Roosendaal. Dagnall levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Roosendaal
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Taalcursussen gericht op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties gemeengoed. Medewerkers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter op de werkvloer kunnen communiceren.
De instructies op de werkvloer willen zij goed kunnen begrijpen en deze kunnen uitvoeren. De medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk graag hun ambities op hun werk realiseren. Dit vereist een investering in medewerkers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
Wij verzorgen betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer vergroten. Ons taleninstituut leert en helpt cursisten hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Dagnall stemt de taallessen af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de taallessen om, krijgen cursisten gedurende de cursus regelmatig praktijkopdrachten, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall Talen let ook op de wat minder belichte kant van veel taalcursussen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanning om de taal te beheersen, om de gewoontes en cultuur van het bewuste land en het bedrijf te doorgronden en om zijn of haar wereld door middel van taal te vergroten. Dat vraagt veel inzet en motivatie. Bovendien heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten per week met de docent. Dat is niet in elk geval afdoende.
Onderscheidend
Ons instituut onderscheidt zich door in te zetten op vergroting van het draagvlak voor de taalcursus op de werkvloer. Ons taleninstituut moedigt uitvoerenden en leidinggevenden van de organisatie aan om een doorlopend proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door de relevantie van taal op de werkvloer voortdurend zo aan te stippen, wordt het nut van een goede beheersing van de taal gemeenschappelijk ervaren en de deelnemers voelen zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Roosendaal
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Roosendaal die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige docenten zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt. Het alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall door een combinatie van deze bewezen leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen, duocursussen (met 2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze trainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een bijzonder plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Roosendaal. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Effectief een vreemde taal leren in Roosendaal bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Roosendaal gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Roosendaal
Maatwerkcursussen
Ons instituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Roosendaal en omgeving. Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd. De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te verhogen. Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen doordat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt. Er wordt meer vooruitgang geboekt omdat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is ook cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten is het grootste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; in de doeltaal communiceren met elkaar en van de fouten van anderen. De hierdoor geboden afwisseling kunnen deelnemers leuker vinden. Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn voor de deelnemers groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele taalcursus alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan. Omdat er geen interactie is met andere lerenden, kan de geleerde taalkennis niet in groepsverband geoefend worden. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van fouten van anderen te leren. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets eerder afgeleid worden. Daardoor is het rendement iets lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen). Een groepscursus kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany of online aan. Bij Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Een andere taal leren is een proces van kennen en kunnen: kennis krijgen van de taal en die kennis kunnen toepassen. Dagnall zorgt met gerichte oefening dat de verworven kennis beter kan worden toegepast.
Voor u het weet, begrijpt u de nieuwe taal al een beetje en kunt u een gesprekje voeren. Een heel leuke ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog moesten (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. Taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel grote bezwaren. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing. De luistervaardigheid, waar veel taaldocenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijk is deze docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. De zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. De woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis opgeslagen als de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan de GoldList-methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze leermethode. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en zinnen. Bovendien is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is ontwikkeld in 1983 door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden, probeert de methode de taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert de student ook onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De methode legt voornamelijk nadruk op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties worden in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aangedragen aan de lerenden. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, het eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de docent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende leert om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om talen te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het voorbereiden en plannen vereist veel tijd van de taaltrainer en van lerenden vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor een aantal studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op grammatica en vertalen. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden voor het leren in een groep. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de te leren taal gaan communiceren. In principe zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Het feit dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet iedereen heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de trainer essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Om deze situatie te creëren, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. De student zat in een comfortabele stoel in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De leermethode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Zo werden lerenden overgehaald om te luisteren en de lerenden konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methodiek zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student minder hinder van frustratie of faalangst zal hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethode. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De docent vertaalt en legt uit. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat gevolgd wordt; de studenten bepalen zelf de lesstof middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de studenten vaak nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen. Door deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als team te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de taallessen is daardoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt geremd in hun spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat neemt in deze benadering een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de student om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn aanmerkelijk anders geworden in de afgelopen drie decennia door de invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan heel snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was gedurende een bepaalde periode een succes, ondanks de vrij afwijkende aanpak. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Maximilian Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden van de student sterk en de leermethode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De seriemethode maakt lerenden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het niveau van de lerende te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf de vroege jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om met andere studenten samen te werken. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’. Dit was een beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet belast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als inspirator van de taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en lerenden richt. Net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, heeft het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van vreemde talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan heel motiverend werken. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan in een Dogme-les worden besproken. Zo blijven de studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich daarentegen wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaltrainer begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten voldoende flexibel. Nog een keerzijde kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor tijdens de lessen wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat boven productie. Woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. Deze zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze methode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst ook begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het moment het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een andere grond.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de doeltaal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze leermethode kan ook worden toegepast in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (aanvullend) nodig is. De methode is bovendien niet echt creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks het jaar 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica vooral inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak. Studenten werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook nieuw dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het voordeel. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Minpunten kent de leermethode echter ook. Deze leermethode schenkt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid en ook relatief minder aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt niet genoeg uitdaging voor lerenden die verder meer gevorderd zijn. De Directe Methode is tevens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode van een daadkrachtige inzet door de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaltrainers gebruikt om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek voor studenten niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom worden gezien. De docent is in principe dienstbaar aan de lerende, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de lerende aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Op deze manier worden structuren en woorden vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak te vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker). Door de voorbeeldstem wat minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk in gebruik en de methode kan door de studenten worden gebruikt op ieder moment. Welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel studenten ervaren het als plezierig om de methode van Rosetta Stone te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een minpunt van de methode is dat er geen trainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De taalcursus bestaat uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de Pimsleur taalcursussen verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met Pimsleur variëren. De lerenden zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier praten en in een normaal tempo.
Dat niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine stapjes en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal, als deze er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de lerende begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnen kan construeren. De leermethode maakt ook gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. De studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Het feit dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werken de lerenden ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, alsook toelichting van de grammatica. Om de uitspraak te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursisten daarna dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog moesten (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. Taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel grote bezwaren. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het memoriseren van de regels van de grammatica gaat, maar om de toepassing. De luistervaardigheid, waar veel taaldocenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijk is deze docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. De zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. De woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis opgeslagen als de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan de GoldList-methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze leermethode. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en zinnen. Bovendien is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is ontwikkeld in 1983 door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden, probeert de methode de taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert de student ook onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De methode legt voornamelijk nadruk op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties worden in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aangedragen aan de lerenden. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, het eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de docent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende leert om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om talen te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het voorbereiden en plannen vereist veel tijd van de taaltrainer en van lerenden vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor een aantal studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op grammatica en vertalen. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden voor het leren in een groep. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de te leren taal gaan communiceren. In principe zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Het feit dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet iedereen heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de trainer essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Om deze situatie te creëren, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. De student zat in een comfortabele stoel in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De leermethode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Zo werden lerenden overgehaald om te luisteren en de lerenden konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methodiek zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student minder hinder van frustratie of faalangst zal hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethode. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De docent vertaalt en legt uit. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat gevolgd wordt; de studenten bepalen zelf de lesstof middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de studenten vaak nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen. Door deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als team te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de taallessen is daardoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt geremd in hun spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat neemt in deze benadering een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de student om de taal zelf te ontdekken.
De rol van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn aanmerkelijk anders geworden in de afgelopen drie decennia door de invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan heel snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was gedurende een bepaalde periode een succes, ondanks de vrij afwijkende aanpak. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Maximilian Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden van de student sterk en de leermethode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De seriemethode maakt lerenden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het niveau van de lerende te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf de vroege jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om met andere studenten samen te werken. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’. Dit was een beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet belast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als inspirator van de taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en lerenden richt. Net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, heeft het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van vreemde talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan heel motiverend werken. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan in een Dogme-les worden besproken. Zo blijven de studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich daarentegen wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaltrainer begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten voldoende flexibel. Nog een keerzijde kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor tijdens de lessen wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat boven productie. Woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. Deze zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze methode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst ook begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het moment het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een andere grond.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de doeltaal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze leermethode kan ook worden toegepast in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (aanvullend) nodig is. De methode is bovendien niet echt creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks het jaar 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica vooral inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak. Studenten werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook nieuw dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het voordeel. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Minpunten kent de leermethode echter ook. Deze leermethode schenkt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid en ook relatief minder aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt niet genoeg uitdaging voor lerenden die verder meer gevorderd zijn. De Directe Methode is tevens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode van een daadkrachtige inzet door de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaltrainers gebruikt om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek voor studenten niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom worden gezien. De docent is in principe dienstbaar aan de lerende, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de lerende aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Op deze manier worden structuren en woorden vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak te vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker). Door de voorbeeldstem wat minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk in gebruik en de methode kan door de studenten worden gebruikt op ieder moment. Welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel studenten ervaren het als plezierig om de methode van Rosetta Stone te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een minpunt van de methode is dat er geen trainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De taalcursus bestaat uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de Pimsleur taalcursussen verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met Pimsleur variëren. De lerenden zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier praten en in een normaal tempo.
Dat niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine stapjes en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal, als deze er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de lerende begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnen kan construeren. De leermethode maakt ook gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. De studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Het feit dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur werken de lerenden ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, alsook toelichting van de grammatica. Om de uitspraak te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursisten daarna dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app worden geladen met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Tenslotte beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die interessant zijn voor de cursist. Onze taaldocenten zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Roosendaal.
Online een taal leren (e-learning) Een aantal voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Roosendaal Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat een lerende altijd en overal, dus 24/7, toegang op elk beschikbare (mobiele) apparaten heeft. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, juridische termen alsook productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Roosendaal. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal. Werknemers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele als groepstrainingen
Het volgende is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze taaldocenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn HBO of universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended (combicursussen) en online taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud van de taalcursus wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen op een efficiënte en snelle manier te behalen
De online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuur die u in de voorbereiding en de lessen zelf hebt geleerd, actief toe
Dankzij het combineren van videosessies en zelfstudie is het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursussen eveneens tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de trainer en de cursist en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Roosendaal ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Roosendaal ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Het taalniveau van het ERK (Europees Referentiekader) hanteren wij als model en biedt de cursist een duidelijk inzicht in de aanwezige en opgedane kennis. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de taalcursus in Roosendaal ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’. Hierop is aangegeven wat uw eindniveau is van elke vaardigheid.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de niveaus van taalvaardigheid op een uniforme manier definieert. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een internationale norm die vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term en afkorting wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. Deze niveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A beschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst. Niveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘onafhankelijke gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak lezen, verstaan, schrijven en spreken. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, benaderen de moedertaalgebruiker (zogenaamde native speaker) (native). Zo iemand gebruikt de vreemde taal probleemloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, projectbeheer, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Roosendaal, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met diverse andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken resultaat- en klantgericht en kunnen snel op veranderende omstandigheden inspelen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Roosendaal sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue vernieuwing essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging te worden beschermd. Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Roosendaal zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Roosendaal aan
De beste weg naar een taalcursus in Roosendaal!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Roosendaal op uw locatie volgen of in Roosendaal, bijvoorbeeld in het gebouw “Laan 22” aan de Laan van Brabant 22 in Roosendaal. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen in Roosendaal in bijvoorbeeld Best Western City Hotel Goderie aan het Stationsplein 5A-5B, in Hotel Sistermans aan het Stationsplein 9, in Hotel De Reiskoffer aan de Pastoor van Breugelstraat 45 in Bosschenhoofd en in Fletcher Hotel Stadspark aan de Gertrudisboulevard 200 in Bergen op Zoom.
Vergaderen in Roosendaal kan bij Den Goubergh aan de Oude Ettensebaan 36.
Er zijn sporen van bewoning gevonden uit de steentijd, uit de periode rond 5800 v.Chr. Waarschijnlijk was dit nog geen permanente bewoning. In de late IJzertijd, ongeveer 700 v.Chr., was er wel sprake van permanente bewoning, net als in de Romeinse tijd. De naam ‘Roosendaal’ (als Rosendale) komt voor het eerst voor in een document uit het jaar 1268. De naam ‘Roosendaal’ kan naar een Middeleeuwse Mariakapel verwijzen.
De plaats wordt dan als ‘dal der rozen’ verklaard (de roos stond voor de volmaaktheid van Maria). Een andere verklaring is dat Roosendaal een verbastering is van risse (‘riet’) of rus (een moerasgrassoort). De plek was een moeras dat bijna drooggevallen. In moderne taal is Roosendaal dus ‘rietdal’.
Roosendaal ligt in de regio West-Brabant in de streek Baronie en Markiezaat en maakt eveneens deel uit van de Brabantse Stedenrij. Plaatsen in de buurt van de stad Roosendaal zijn Bergen op Zoom, Breda, Dinteloord, Etten-Leur, Halsteren, Hoogerheide, Klundert, Oudenbosch, Oud Gastel, Rucphen,
Standdaarbuiten, Steenbergen, St. Willebrord, Wouwse Plantage, Zevenbergen en Zundert. Roosendaal ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Roosendaal heeft ruwweg 77.000 inwoners.
Een inwoner van Roosendaal heet een ‘Roosendaler’ of een ‘Roosendaalder’. Bekende Roosendalers zijn Frans Bauer, Jeroen van Koningsbrugge en Jef Rademakers. Iets wat uit Roosendaal komt, noemt men ‘Roosendaals’, zoals Roosendaals Anijsbrood.
Roosendaal is een stad en de hoofdstad van de gelijknamige gemeente waar ook Heerle, Moerstraten, Nispen, Wouw en Wouwse Plantage onder vallen.
Roosendaal - internationaal & scholing
Internationale logistieke functie
Roosendaal is de op zeven na grootste gemeente van de provincie Noord-Brabant. Door de ligging aan de spoorlijn (Amsterdam) Rotterdam - Antwerpen (Brussel - Parijs) vervult Roosendaal een internationale logistieke functie.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen in Roosendaal: Avans Hogeschool en HZ University of Applied Sciences. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Roosendaal.
Denk je aan Roosendaal, dan denk je aan de trein naar Brussel en Parijs, Jesse Klaver, carnaval, kloosters, kerken en drugstoeristen. Roosendaal fungeert als grensstadje en heeft altijd een belangrijke logistieke functie gehad op de lijn Rotterdam-Breda-Antwerpen enerzijds en Vlissingen-Terneuzen anderzijds. Er zijn logistieke- en transportbedrijven gevestigd
en Roosendaal heeft één van de grootste bedrijvenparken van Noord-Brabant.
Roosendaal - minder bekend
Weinig mensen weten dat Roosendaal vroeger ook wel werd gespeld als ‘Rozendaal’, maar het uiteindelijk is vastgelegd als Roosendaal om verwarring met Rozendaal bij Arnhem te voorkomen.
Het wordt ook gesproken in de omgeving van Antwerpen en is verwant aan het Brabants en het Markiezaats. Kenmerkend is het inslikken van de ‘h’ aan het begin van een woord (uske in plaats van ‘huisje’) en het aan elkaar verbinden van voornaamwoord en werkwoord: wazeede? (wat zei je?); invloeden vanuit het Frans. Verkleinwoorden eindigen niet op -je maar op -ke (meske in plaats van ‘meisje’). Woorden met -sp worden vaak als -ps uitgesproken (weps in plaats van ‘wesp’).
‘Bijna’ is in het Roosendaals bekaant of mekaant. ‘Denken’ wordt vervoegd als dèènke/docht/gedocht. ‘Vreemd’ of ’storend’ wordt ampetaant genoemd, naar het Franse embêtant. Iemand bedanken in het Roosendaals: Dagge bedaankt zijt, da witte. “Heb je het naar je zin?” is: Edde oewen draai?
“Beleef ’t in Roosendaal!”
Roosendaal - zakelijk
De gemeente Roosendaal
Het netnummer van Roosendaal is 0165. Het postcodegebied van Roosendaal is 4700 - 4708. Het adres van het gemeentehuis van Roosendaal is Kloosterstraat 2-8, 4701 KK in Roosendaal. De website van de gemeente Roosendaal is Roosendaal.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Roosendaal is 14 0165.
Zakendoen in Roosendaal
Voor Roosendaalse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Roosendaal is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Roosendaal is KVK-kantoor Breda.
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Roosendaal gevestigd op bedrijventerrein Borchwerf Noord, Borchwerf II, Majoppeveld Noord en Zuid en op bedrijventerrein Vijfhuizenberg. In Roosendaal bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Nederland, Marel Food Systems, Penotti Nederland (Duo Penotti), Penske Logistics Europe, Peeters Produkten, Pharmalabel, Ploeger Oxbo
Distributiecentrum Primark, Red Band, Robèrt’s Chocoladewerken, Royal Cosun, Saint-Gobain, Sensus, Team Furmanite Quality Inspection Services, The Quest Group (Audioquest), Tristar Group, Strootman Group in Oud Gastel, Ijspaleis in Sprundel, Ardo in Zundert en Barry Callebaut Decorations in Zundert. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Roosendaal laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Roosendaal een bezoek brengen aan het Commandomuseum, aan Museum Tongerlohuys of aan het Nationaal Voetbalmuseum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Roosendaalse voetbalclub RKVV Roosendaal, RBC of RKSV BCS te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Roosendaal kunt u terecht bij TV Vierhoeven, bij TV Roosendaal TVR of bij TV Borchwerf. Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Roosendaal of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om een beetje te ontspannen? Om even een balletje te slaan of alleen iets te eten of te drinken, kunt u bij Golfcentrum Roosendaal terecht. Het adres van deze golfbaan is De Stok 16, 4703 SZ in Roosendaal. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0165-54 40 81. De website van Golfcentrum Roosendaal is www.golfcentrumroosendaal.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij de sfeervolle horecagelegenheid, telefoonnummer 0165-54 40 80.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Roosendaal die ook op Youtube te zien zijn. Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden om een filmpje af te spelen. Onder de filmpjes vindt u de locaties van Noord-Brabant en Roosendaal op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Roosendaal
Dronebeelden Roosendaal
Google Maps Noord-Brabant
Google Maps Roosendaal
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Roosendaal