Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Zo krijgen organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Wij zijn een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor medewerkers, leidinggevenden en andere professionals in, en in de buurt van Rijswijk. (Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Rijswijk in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Rijswijk aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn behalve de klassieke taaltaalcursussen vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om talen te leren in Rijswijk. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Het is onze filosofie om een vreemde taal te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen u met grote stappen naar het beoogde niveau door vijftien minuten dagelijks te oefenen. Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Rijswijk.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met een passende offerte. Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
De taaltrainer evalueert na een aantal lessen de voortgang en de inhoud van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van ons instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de deelnemers door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit intakeformulier alsook de schrijfopdracht moeten worden teruggestuurd vóór de intakedatum Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De deelnemers worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall Talen verzorgt de logistiek van materiaal en de cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma wordt door Dagnall Talen gegarandeerd en bewaakt Dagnall Taleninstituut is flexibel alsook betrokken!
In 1982 is Dagnall geopend en geeft sinds 1982 taalcursussen op maat aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Rijswijk en omringende gemeenten. Onze kundige trainers zijn specialisten op het gebied van taal en hebben in al deze jaren al veel zakelijke taaltrainingen verzorgd in Haaglanden.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, levert Dagnall Taleninstituut u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Rijswijk. U kunt erop rekenen dat wij het meeste rendement leveren; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Rijswijk
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak gevraagd! Een cursus gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is bij veel ondernemingen intussen bekend. Mensen zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen graag de werkinstructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag zelfverzekerder het werk kunnen verrichten en uiteraard hun ambities op hun werkgebied waarmaken. Dit vereist een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van de organisatie.
Ons taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer vergroten. Dagnall helpt en leert cursisten hoe zij de lesstof in hun functie in praktijk kunnen brengen. Ons instituut stemt de lessen af op de behoefte van de opdrachtgever en op het niveau van de cursist(en). Als aanvulling op de lessen, krijgen de cursisten tijdens de cursus frequent praktijkopdrachten, om de voortgang van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te vergroten.
Hierdoor ontstaat een win-winsituatie! Wij letten eveneens op de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gebruiken van het betreffende land en de organisatie te doorgronden en om hun wereld door middel van taal uit te breiden. Dat vergt veel inzet en motivatie. Bovendien hebben deelnemers maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaldocent. Dit is niet in iedere situatie genoeg.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut onderscheidt zich door de aandacht te richten op het vergroten van het draagvlak voor de cursus op de werkvloer. Dagnall Talen stimuleert leidinggevenden en collega’s binnen de werkkring van de organisatie om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze manier, wordt de waarde van goede talenkennis gemeenschappelijk ervaren en voelen cursisten in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Rijswijk
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is tevens afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taalcursus in Rijswijk die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het snel en plezierig aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het ondertussen alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen behalen onze taaltrainers door een mix van deze beproefde leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall biedt individuele cursussen, zogenaamde duocursussen (2 personen), groepscursussen van 3 tot 10 personen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld in de loop der jaren en de taaldocenten spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Rijswijk. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursus is niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Een taal effectief leren in Rijswijk bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Rijswijk gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Rijswijk
Maatwerkcursussen
Wij bieden individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Rijswijk en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren. De leergroepen houden we bij voorkeur zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat in korte tijd veel kennis wordt geleerd. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk. Een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens taalcursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars foutjes kunnen leren en communiceren in de doeltaal met de groep. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren. Omdat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. De geleerde kennis kan niet worden geoefend in groepsverband omdat er geen interactie met andere cursisten is. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van de fouten van andere cursisten. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten wat sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd. Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalkennis houdt in kennen (geleerde kennis) maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van deze geleerde kennis). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, staat bij Dagnall de toepassing van de opgedane kennis centraal.
Voor u het weet, spreekt en begrijpt u de nieuwe taal al een beetje. Een leuke, uitdagende ervaring. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel in de doeltaal plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. Taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen om daarna een extra woord hieraan toe te voegen Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en vlotte overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect heeft tevens een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De opgeschreven zinnen of woorden worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds aangepast; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer deze ook van betekenis en relevant is. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student, kan deze GoldList-methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de leermethode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de te leren taal, is de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten in de te leren taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een erg effectieve leermethode is. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten, omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat van de te leren taal. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste woordcombinaties worden aangereikt aan de studenten in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die in de praktijk het vaakst worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de taal op een accurate wijze kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft eveneens minpunten. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van de lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de doeltaal in praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie onderling en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is dit stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. Het voorbereiden en plannen vraagt veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde lerenden deze manier van leren afwijkend of lastig. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en deze methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen de kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment omgeven is door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Scholen die werken met onderdompeling, richten de leeromgeving veelal in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere methode om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in de vreemde taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet iedereen heeft genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerenden zijn hiervoor essentieel. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Tijdens de lessen zat de lerende in een comfortabele stoel die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de leermethode wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer. Hierdoor krijgen studenten minder last zullen van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend zijn dan ontspannend of stimulerend werken. Dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als een counselor die de zinnen van de lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als een team. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van lerenden.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat besteed die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw denken in de nieuwe taal.
Populariteit
De denkwijzen van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Alhoewel het een ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode van François Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden van de lerende worden sterk ontwikkeld door de Series method van François Gouin worden en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode creëert een levendige manier van lesgeven. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Het leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen ze over woordenschat en taalregels te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken dienen net boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de docent en de studenten focust. Net als de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de docent. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is vrijwel elk item bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat studenten alert en betrokken blijven.
Als lerenden zo weinig bij de hand genomen worden door de taaltrainer, kunnen ze zich daartegenover wat minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke docent in voldoende mate flexibel voor dit type taalonderwijs. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor in de lessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. Woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere reden waardoor het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken afwijkend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het idee uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens in grotere klassen worden toegepast. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Daarom werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig. Daarnaast is de methodiek niet heel creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn, ontstond omstreeks 1900. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Rond 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak hadden. Het werd aangemoedigd de lerenden vaak te laten spreken. Het was eveneens nieuw dat de les in de doeltaal werd gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de doeltaal werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen. Deze Direct Methode heeft eveneens minpunten. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief minder. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde lerenden onvoldoende uitdagingen. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op een dynamische inzet vanuit de student is de leermethode eveneens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaltrainer, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de lerende te trekken, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn blokken met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van invloed geweest, alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom beschouwd worden. De taaltrainer is in principe dienstbaar aan de lerende en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het feit dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de trainer zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De docent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens een verhaal te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van moedertaalsprekers (native speakers) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de student te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de Rosetta Stone-methode veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op elk moment door de lerende worden ingezet. Studenten bepalen zelf welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als prettig om met de methodiek te werken. Voor scholen kan deze methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een nadeel kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die hij introduceerde in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die door de student worden nagesproken en daarna worden herhaald. De zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De les van de cursus omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken, werkt de Pimsleur-methode heel goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren.
De keerzijde van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine delen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de lerende zelf zinnetjes kan bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de taal. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken idealiter ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, samen met de grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de lerende te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel in de doeltaal plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. Taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen om daarna een extra woord hieraan toe te voegen Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en vlotte overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect heeft tevens een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De opgeschreven zinnen of woorden worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds aangepast; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer deze ook van betekenis en relevant is. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student, kan deze GoldList-methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de leermethode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de te leren taal, is de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten in de te leren taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een erg effectieve leermethode is. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten, omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat van de te leren taal. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste woordcombinaties worden aangereikt aan de studenten in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die in de praktijk het vaakst worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de taal op een accurate wijze kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft eveneens minpunten. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van de lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de doeltaal in praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie onderling en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is dit stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. Het voorbereiden en plannen vraagt veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde lerenden deze manier van leren afwijkend of lastig. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en deze methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocenten dragen de kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment omgeven is door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Scholen die werken met onderdompeling, richten de leeromgeving veelal in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere methode om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in de vreemde taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining nogal intensief is. Niet iedereen heeft genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de lerenden zijn hiervoor essentieel. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Tijdens de lessen zat de lerende in een comfortabele stoel die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de leermethode wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer. Hierdoor krijgen studenten minder last zullen van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend zijn dan ontspannend of stimulerend werken. Dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als een counselor die de zinnen van de lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als een team. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van lerenden.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat besteed die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw denken in de nieuwe taal.
Populariteit
De denkwijzen van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Alhoewel het een ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode van François Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden van de lerende worden sterk ontwikkeld door de Series method van François Gouin worden en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode creëert een levendige manier van lesgeven. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Het leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen ze over woordenschat en taalregels te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken dienen net boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de docent en de studenten focust. Net als de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de docent. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is vrijwel elk item bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat studenten alert en betrokken blijven.
Als lerenden zo weinig bij de hand genomen worden door de taaltrainer, kunnen ze zich daartegenover wat minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke docent in voldoende mate flexibel voor dit type taalonderwijs. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor in de lessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. Woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere reden waardoor het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken afwijkend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het idee uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens in grotere klassen worden toegepast. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Daarom werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig. Daarnaast is de methodiek niet heel creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn, ontstond omstreeks 1900. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Rond 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak hadden. Het werd aangemoedigd de lerenden vaak te laten spreken. Het was eveneens nieuw dat de les in de doeltaal werd gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de doeltaal werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen. Deze Direct Methode heeft eveneens minpunten. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief minder. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde lerenden onvoldoende uitdagingen. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op een dynamische inzet vanuit de student is de leermethode eveneens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaltrainer, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de lerende te trekken, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn blokken met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van invloed geweest, alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom beschouwd worden. De taaltrainer is in principe dienstbaar aan de lerende en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het feit dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de trainer zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De docent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens een verhaal te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van moedertaalsprekers (native speakers) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de student te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de Rosetta Stone-methode veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op elk moment door de lerende worden ingezet. Studenten bepalen zelf welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als prettig om met de methodiek te werken. Voor scholen kan deze methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een nadeel kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die hij introduceerde in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die door de student worden nagesproken en daarna worden herhaald. De zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De les van de cursus omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken, werkt de Pimsleur-methode heel goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren.
De keerzijde van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine delen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de lerende zelf zinnetjes kan bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de taal. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken idealiter ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, samen met de grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren: De Dagnall Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursisten interessant kunnen zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Rijswijk.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Rijswijk
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met het online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Rijswijk op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als voordeel dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, op elk beschikbaar (mobiel) apparaat toegang heeft. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren waar en wanneer het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft na afloop van de taalcursus in Rijswijk is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging. Mensen die diverse talen spreken, zijn derhalve vaak onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online technische en zakelijke taaltrainingen
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het volgende is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, pc of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Talen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn HBO dan wel universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de cursist afgestemd worden
De inhoud van de cursus wordt aan het leerplan aangepast zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen op een snelle en zelfverzekerde manier te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat en de structuren die in de voorbereiding en voortzetting van de lessen zijn geleerd, actief toegepast
Door de combinatie van zelfstudie en videosessies komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Rijswijk ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Rijswijk ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als hulpmiddel en geeft u een helder beeld van de aanwezige en opgedane kennis. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
De cursist ontvangt na afloop van de taalcursus in Rijswijk het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een instrument dat de verschillende niveaus van taalvaardigheid beschrijft op een uniforme manier. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het Europees Referentiekader differentieërt vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term wordt eveneens veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK deelt die vaardigheden in op zes niveaus; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). De zes verschillende beheersingsniveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners. De cursist die taalniveau B beheerst, bezit alle basiskennis in de doeltaal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van een (ver)gevorderde taalgebruiker, die de vreemde taal kent als een (bijna) moedertaalgebruiker (near-native).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt met de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons instituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, bijvoorbeeld een taalcursus in Rijswijk, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.De leden van het NRTO werken klant- en resultaatgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Rijswijk sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continu innoveren is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse besturen, commissies en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies te worden beschermd. Dagnall Talen voldoet natuurlijk aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Rijswijk zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut is in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs aan u berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, de overheid, maatschappen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Rijswijk aan
Wilt u contact met Dagnall Talen opnemen voor een taalcursus in Rijswijk? Vult u gerust het contactformulier in of belt u naar 070-2076707 (geen menu). U kunt uiteraard ook een e-mail sturen naar taalcursus-rijswijk@dagnall.nl voor meer informatie.
U kunt ook ons informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
De juiste route naar een taalcursus in Rijswijk!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Rijswijk op uw locatie volgen of in Rijswijk, bijvoorbeeld bij Q-Building aan de Laan van Zuidhoorn 60 in Rijswijk. Ons instituut kan eveneens taalcursussen in Rijswijk verzorgen in bijvoorbeeld Best Western Plus Grand Winston aan het Generaal Eisenhowerplein 1, in Hotel Hoevevoorde aan de Van Vredenburchweg 170, in Hotel Savarin aan de Laan van Hoornwijck 29 en in Van der Valk Hotel Den Haag-Nootdorp aan de Gildeweg 1 in Nootdorp.
U kunt besprekingen houden in Rijswijk bij bijvoorbeeld bij De Broodfabriek aan de Volmerlaan 12 en bij Landgoed Te Werve aan de Van Vredenburchweg 101.
De plek die nu Rijswijk heet, lag in de prehistorie aan de kust. In de jonge steentijd was dit gebied al bewoond. Er zijn sporen van bewoning gevonden uit ongeveer 3500 v.Chr. Vanaf 2600-2500 v.Chr. moet er sprake zijn geweest van min of meer permanente bewoning. In 1267 komt de naam ‘Rijswijk’ komt voor het eerst voor als kleine bestuurseenheid (ambacht) op het platteland. Toen was het dus al een dorpje.
De naam ‘Rijswijk’ (ook de namen Riiswiic, Risuuic, Riswic, Ryswijc, Rijswijc, Risewiic en Rysewiic komen voor) is een verbastering van het Germaanse hrisa; ‘rijshout’, ‘wilgenhout’. Het tweede deel komt van wika; Germaans voor ‘nederzetting’. In moderne taal dus ‘plaats van bindwilgen’.
Rijswijk ligt in de regio Haaglanden en is onderdeel van de metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Plaatsen in de omgeving van de stad Rijswijk zijn Delfgauw, Delft, Den Haag, Den Hoorn, De Lier,
Maassluis, Naaldwijk, Nootdorp, Pijnacker, Poeldijk, Schipluiden, Voorburg, Wateringen en Ypenburg. Rijswijk ligt in de provincie Zuid-Holland. De gemeente Rijswijk telt om en nabij 54.000 inwoners.
Een inwoner van Rijswijk noemt men een ‘Rijswijker’, in goed plaatselijk Nederlands Rèswèker. Bekende Rijswijkers zijn Robert Schoemacher, Odette Simons, Koos Spee en Rolf Wouters.
Iets wat bij Rijswijk hoort, wordt ‘Rijswijks’ genoemd, bijvoorbeeld het Rijswijkse Bos. Rijswijk is een stad en een gemeente.
Rijswijk - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Rijswijk zijn Beroun in Tsjechië en Condega in Nicaragua.
Hoger onderwijs
In Rijswijk bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Rijswijk, dan denk je aan van vliegveld Ypenburg, de Trekvliet, naoorlogse flatwoningen en veel openbaar groen. Rijswijk fungeert als vestigingsplaats voor grote bedrijven en overheidsinstanties. Onder meer het Europees Octrooibureau is in de
stad gevestigd, alsook het hoofdkantoor van Shell, Kiwa, het CBR en Rijkswaterstaat.
Rijswijk - minder bekend
Weinig mensen weten dat schrijver Ilja Leonard Pfeijffer in Rijswijk geboren is.
De typetjes Jacobse en Van Es (Van Kooten en De Bie), cabaretier en zanger Harrie Jekkers en natuurlijk de stripreeks Haagse Harry van Marnix Rueb, zijn enkele zeer bekende vertolkers van het Haags. Het Haags spreekt veel klinkers afwijkend uit ten opzichte van het Standaardnederlands. Zo wordt de ‘ei/ij’ uitgesproken als è (het Plèn voor ‘het Plein’) en de ‘ui’ als èu (‘broodje’ als broodjèu). De ‘aa’ wordt een ah en de ‘ee’, de ‘oo’ en ‘eu’ krijgen een extra ‘j’ (eej). De Haagse ‘r’ klinkt als ch of wordt niet uitgesproken. Typerend voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat
er geen onderscheid wordt gemaakt tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ en evenmin tussen ‘liggen’ en ‘leggen’. Een ‘politieagent’ is een wout of de kit. Iemands ‘meisje’ of ’vriendinnetje’ is zijn niesje en uitgenast betekent ‘bijdehand’. Als iets ‘goed smaakt’, heet dat in Rijswijk te haggeluh. Je kunt mij de bout haggeluh wordt gezegd in plaats van “Bekijk het maar”. Als iets ‘eerlijk waar’ is, zeggen ze in Rijswijk (net als in Den Haag): Zonder dollen. Geen porum: “Het ziet er niet uit”.
“Groenrijk Rijswijk”
Rijswijk - zakelijk
De gemeente Rijswijk
Het postcodegebied van Rijswijk is 2280 - 2289. Het adres van het gemeentehuis van Rijswijk is Bogaardplein 15, 2284 DP in Rijswijk. De website van de gemeente Rijswijk is Rijswijk. nl. Het telefoonnummer van de gemeente Rijswijk is 14 070.
Zakendoen in Rijswijk
Voor Rijswijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Rijswijk is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Rijswijk is KVK-kantoor Den Haag.
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Rijswijk gevestigd op bedrijventerrein ’t Haantje, op bedrijventerrein Hoornwijck of op bedrijventerrein Plaspoelpolder. In Rijswijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Agfa-Gevaert, Aethon Groep, BMW Nederland, CBR Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, DDL Diagnostic Laboratory, DXC Technology, Emerson Electric Nederland, Freecom Technologies, GE General Electric Power
Services, Granfood (Aardappel Anders, Grand’Italia, Jozo, Ocean Spray, V8 etc.), Greenspeed, Halliburton Affiliates, Harley-Davidson Benelux, Kiwa, Mini Nederland, Petrogas E&P Netherlands, Shell Global Solutions International, Siemens Industry Software and Services, Star Cuisine, Teesing, Toptech Nederland, TUI Nederland, UniCarriers Forklifts en Vitro Westland. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Rijswijk laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Rijswijk een bezoek brengen aan Museum Rijswijk, aan Reptielenzoo Serpo of aan Klein Museum de Sleutel.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een goed idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Rijswijkse voetbalclub SCR, Semper Altius of KRSV Vredenburch meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Rijswijk kunt u terecht bij Tennisvereniging Rijshaeghe, bij LTC Vredenburch of bij Tennispark Overvoorde. Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Rijswijk of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning? Om even een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u terecht bij de Rijswijkse Golfclub. Deze golfbaan is gelegen aan de Delftweg 59 in Rijswijk. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 070-395 48 64. De website van de golfbaan is www.rijswijksegolf.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij brasserie hole 19, telefoonnummer 070-399 24 69.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Rijswijk die ook op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Direct onder de filmpjes ziet u de locaties van Zuid-Holland alsook Rijswijk op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Rijswijk
Dronebeelden Rijswijk
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Rijswijk
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Rijswijk