Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Organisaties en bedrijven die investeren in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in, als in de omgeving van Rijssen. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Rijssen aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Rijssen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op de manier die het beste bij hem of haar past. Behalve de klassieke taaltrainingen zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klantenen. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Rijssen. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar de beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om vreemde talen te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen cursisten in grote stappen naar het gewenste taalniveau met 15 minuten dagelijks oefenen. Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Rijssen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Wij stellen de wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met uw offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
De trainer evalueert na enkele lessen de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling uiteraard bijgesteld worden. Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van Dagnall Talen.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt desgewenst door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit formulier en de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall Talen en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van het materiaal en de cursusbenodigdheden wordt uiteraard door Dagnall verzorgd Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning van de cursus(sen) alsook het lesprogramma Dagnall Talen is betrokken en flexibel!
In 1982 is ons bedrijf opgezet en verzorgt sinds 1982 maatwerk taalcursussen voor bedrijven en (overheids)instellingen in Rijssen en omringende plaatsen. Onze kundige docenten zijn echte experts op taalgebied en hebben al menig zakelijke taalcursus gegeven aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Overijssel.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, biedt Dagnall u betaalbare en effectieve taalcursussen in Rijssen. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Rijssen
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen die toegespitst zijn op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn bij veel organisaties inmiddels een begrip. Medewerkers die geen of weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen graag zelfverzekerder hun werk kunnen doen en natuurlijk hun ambities op het werkterrein realiseren. Een investering in werknemers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor nodig.
Dagnall biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen voor het verhogen van de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer. Ons instituut leert en helpt deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Dagnall Taleninstituut stemt de taalcursus af op de behoefte van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgt de deelnemer gedurende de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining te verhogen.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Ons taleninstituut let tevens op de minder belichte kant van veel taalcursussen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn inspanning om de taal machtig te zijn, om de gewoontes en cultuur van het land en het bedrijf te doorgronden en om de wereld door middel van taal uit te breiden. Hiervoor is inzet en motivatie vereist. De deelnemer heeft bovendien slechts een aantal vaste contactmomenten per week met de docent. Dit is niet in elk geval toereikend.
Onderscheidend
Ons taleninstituut is onderscheidend door de aandacht te vestigen op vergroting van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Dagnall stimuleert zowel collega’s als leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist in de doeltaal te communiceren. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze manier te benadrukken, wordt de waarde van een goede beheersing van de taal samen ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Rijssen
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Rijssen die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze kundige docenten zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken wij door een mix van deze beproefde leermethode in combinatie met aandacht voor de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 personen, duocursussen (2 personen), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie. De trainers van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en spelen voortdurend op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze trainers in Rijssen. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens aangepast aan de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Effectief een taal leren in Rijssen bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons. Dagnall biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Rijssen worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Rijssen
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Rijssen en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De leergroepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus omdat in vrij korte tijd veel kennis wordt geleerd. Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook is een individuele cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers is het grootste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep. Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kunnen cursisten leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen kunnen rollenspellen en discussies alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet geoefend worden in de groep. Ook is het niet mogelijk om van elkaars foutjes te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen lerenden wat eerder worden afgeleid. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden. Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom onze taaltrainingen ook incompany en online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Beheersing van een andere taal is een proces van kennen en kunnen. Het gaat om kennis van de taal en het kunnen toepassen van die kennis. Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, is Dagnall de belangrijke schakel naar het accent van kennis naar functionele toepassing.
Voor u het weet, begrijpt u al wat in de nieuwe taal en kunt u al een gesprekje voeren. Dit is wel zo prettig. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers kunnen zo een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al gauw bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, waar het merendeel van taaldocenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle kennisoverdracht. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het risico op de loer ligt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het idee is niet om deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn aangeleerd, verdwijnen van de woordenlijst. Die woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt kennis onthouden als deze kennis relevant en betekenisvol is. Deze GoldList-methode kan dus alleen werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje kan deze GoldList Method werken. Met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze methode nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert men onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de begin jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Het beheersen van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Bij de Structurele Aanpak draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
dat de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van de studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van talen.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de lerende leert in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam een grotere behoefte om een taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt het stimulerend, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De planning en de voorbereiding vragen veel tijd van de taaldocent en vereist een actieve deelname van de studenten. Deze manier van leren is voor een aantal studenten moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. De methode Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde rond 1783 een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, wetenschap en cultuur. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaldocent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engels: language immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt toegepast bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere methode om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een heel goede leermethode voor vreemde talen. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode vrij intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet echt in de doeltaal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. De methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die geplaatst waren in een halve cirkel en er werd ook altijd achtergrondmuziek tijdens de klas gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De lerenden werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In het jaar 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. Studenten starten een gesprek. Als de lerenden de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De taaldocent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. De taaltrainer dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden lerenden vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Lerenden worden zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat neemt in deze benadering een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn in de afgelopen drie decennia aanmerkelijk anders geworden door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van de taal zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de doeltaal denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De keerzijde van de leermethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een hele reeks aan series moet voorbereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het niveau van de student liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en prettig ervaren .
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de lerenden en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit. Dat levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Bijna elk onderwerp kan tijdens een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Het houdt lerenden alert en betrokken.
De lerenden kunnen zich daarentegen wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaldocent. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de studenten zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de studenten een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze methode. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de doeltaal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en kan de methodiek ook in iets grotere klassen worden gebruikt. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is nog een andere methodiek nodig als aanvulling. Ook is de leermethodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, gevoelens en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica meer inductief aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Studenten werden gestimuleerd vaak te spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat aangeleerd. Studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Spreken en luisteren worden uitgebreid behandeld, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal krijgen. Nadelen kent de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat de leermethode van een daadkrachtige inzet vanuit de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een taaldocent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De docent gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Manier in zijn originele vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van belang geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de benadering van Gattegno voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt beschouwd als autonoom, is de sterke kant van de methode. De trainer is in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Het feit dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Studenten kunnen gefrustreerd raken door het gebrek aan input van de docent. De limiterende factor van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De studenten worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is een verhaal op te bouwen om met een groep studenten. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en daarna samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS eveneens aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerende is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd ontdekt, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is in 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Zo kunnen de studenten hun uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem iets langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet, ook door grote en bekende organisaties. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen studenten zelf bepalen. Veel mensen vinden het plezierig om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor onderwijsinstellingen. Het feit dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo praten.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is een minpunt van de metodhiek. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het idee dat de lerenden op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de student zelf zinnen construeren. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de methode van Michel Thomas plezierig werken. Gebruikers die met de taal wat verder zijn, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op een efficiënte wijze. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen echte interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door Alphonse Chérel is opgericht in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers kunnen zo een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al gauw bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode haar sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, waar het merendeel van taaldocenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle kennisoverdracht. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het risico op de loer ligt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het idee is niet om deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn aangeleerd, verdwijnen van de woordenlijst. Die woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt kennis onthouden als deze kennis relevant en betekenisvol is. Deze GoldList-methode kan dus alleen werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje kan deze GoldList Method werken. Met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze methode nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert men onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de begin jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Het beheersen van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Bij de Structurele Aanpak draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
dat de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. Deze manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van de studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van talen.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de lerende leert in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam een grotere behoefte om een taal te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt het stimulerend, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De planning en de voorbereiding vragen veel tijd van de taaldocent en vereist een actieve deelname van de studenten. Deze manier van leren is voor een aantal studenten moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. De methode Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde rond 1783 een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, wetenschap en cultuur. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaldocent draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engels: language immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt toegepast bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere methode om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een heel goede leermethode voor vreemde talen. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode vrij intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet echt in de doeltaal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. De methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die geplaatst waren in een halve cirkel en er werd ook altijd achtergrondmuziek tijdens de klas gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De lerenden werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In het jaar 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende kenschetst. Studenten starten een gesprek. Als de lerenden de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De taaldocent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. De taaltrainer dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden lerenden vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Lerenden worden zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat neemt in deze benadering een grotere plaats in dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn in de afgelopen drie decennia aanmerkelijk anders geworden door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van de taal zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de doeltaal denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De keerzijde van de leermethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een hele reeks aan series moet voorbereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het niveau van de student liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en prettig ervaren .
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de lerenden en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit. Dat levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Bijna elk onderwerp kan tijdens een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Het houdt lerenden alert en betrokken.
De lerenden kunnen zich daarentegen wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaldocent. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de studenten zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zullen de studenten een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze methode. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de doeltaal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en kan de methodiek ook in iets grotere klassen worden gebruikt. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is nog een andere methodiek nodig als aanvulling. Ook is de leermethodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, gevoelens en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica meer inductief aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Studenten werden gestimuleerd vaak te spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat aangeleerd. Studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Spreken en luisteren worden uitgebreid behandeld, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal krijgen. Nadelen kent de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat de leermethode van een daadkrachtige inzet vanuit de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een taaldocent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De docent gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de vreemde taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Manier in zijn originele vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van belang geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de benadering van Gattegno voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt beschouwd als autonoom, is de sterke kant van de methode. De trainer is in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Het feit dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Studenten kunnen gefrustreerd raken door het gebrek aan input van de docent. De limiterende factor van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De studenten worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is een verhaal op te bouwen om met een groep studenten. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en daarna samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS eveneens aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de lerende is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd ontdekt, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is in 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Zo kunnen de studenten hun uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem iets langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet, ook door grote en bekende organisaties. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende gebruikt worden. Welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen studenten zelf bepalen. Veel mensen vinden het plezierig om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor onderwijsinstellingen. Het feit dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo praten.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is een minpunt van de metodhiek. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het idee dat de lerenden op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de student zelf zinnen construeren. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de methode van Michel Thomas plezierig werken. Gebruikers die met de taal wat verder zijn, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op een efficiënte wijze. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen echte interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door Alphonse Chérel is opgericht in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Er bestaat ook een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier om talen te leren om vreemde talen te leren: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant zijn voor de cursist. De trainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar deze werkwijze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ gesproken. Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Rijssen.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Rijssen
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall Talen ook blended learning in Rijssen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikken wij eveneens over een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, juridische termen, technische termen en productnamen integreren in de App. De App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de taalcursus in Rijssen. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn. Mensen die diverse talen beheersen, zijn derhalve onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze online en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) taaltrainers verzorgd
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair of HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen die speciaal worden afgestemd op uw wensen en behoeften
De inhoud wordt afgestemd op het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen op een zelfverzekerde en vlotte manier te bereiken
De online (of blended) taalcursussen bestaan uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van videosessies en zelfstudie zijn de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursussen eveneens tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de trainer en de taaldocent en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen gegeven door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Rijssen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Rijssen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Het taalniveau van het ERK (Europees Referentiekader) hanteren wij als model en biedt de cursist een duidelijk beeld van de aanwezige en opgedane kennis. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen aan het einde van de taalcursus in Rijssen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om de verschillende niveaus van taalvaardigheid in te delen. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader karakteriseert vijf niveaus van taalvaardigheid, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam en afkorting wordt eveneens vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader kent eveneens 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. De zes niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A van het ERK is van toepassing op beginners. De persoon die niveau B beheerst, bezit alle basiskennis in de doeltaal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C toont aan dat iemand de geleerde taal erg goed in allerlei situaties kan gebruiken.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering bewijst dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werken met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Dagnall wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons taleninstituutinstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Rijssen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken klantgericht en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Rijssen sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continu vernieuwen onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Taleninstituut Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Rijssen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat Dagnall voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Rijssen aan
Neem direct contact met Dagnall op voor een taalcursus in Rijssen. Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Bel ons op 085-2737302 (geen menu) of stuur een e-mail via taalcursus-rijssen@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De efficiënte weg naar een taalcursus in Rijssen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Rijssen op uw locatie volgen of in Almelo, bijvoorbeeld in de Almelo Java Toren aan de Stationsstraat 11 in Almelo. Wij verzorgen ook taalcursussen in Rijssen bij bijvoorbeeld Fletcher Hotel Sallandse Heuvelrug aan de Burgemeester Knottenbeltlaan 77, bij Hotel Hoog Holten aan de Forthaarsweg 7 in Holten en bij Van der Valk Hotel Hengelo aan de Bornsestraat 400 in Hengelo.
U kunt vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Rijssen bij bijvoorbeeld bij EDit Opleidingen aan de Reggesingel 44.
Lang voor onze jaartelling was er al bewoning in wat nu ‘Rijssen’ heet. Rijssen was een goed gebied om te wonen. Het lag hoger, omgeven door moerassen en aan het riviertje de Regge. Er zijn restanten gevonden uit de prehistorie, uit de bronstijd (circa 2000 v.Chr.) alsook Romeinse munten. In het jaar 1188 wordt de naam ‘Rijssen’ voor
het eerst genoemd in een goederenregister (als parrochia Risnen). De naam ‘Rijssen’ is een verbastering van risn, dat ‘rijshout’ betekent of riessen; ‘tak’. Het kan gaan om het hout dat groeide op het drassige land langs de Regge of om de takken van de hogere bomen uit het bos bij Rijssen.
Rijssen is gelegen in de streek Twente op de Sallandse Heuvelrug. Plaatsen in de buurt van de stad Rijssen zijn Almelo, Bornerbroek, Delden, Enter, Goor, Hellendoorn, Hengelo, Holten, Markelo, Nijverdal en Wierden.
Rijssen ligt in de provincie Overijssel. In de gemeente Rijssen wonen ongeveer 29.000 mensen.
Een inwoner van Rijssen noemt men een ‘Rijssenaar’. Bekende Rijssenaren zijn Jan Baan en Dik Wessels. Iets wat uit Rijssen komt, heet ‘Rijssens’, zoals het Rijssens dialect.
Rijssen kreeg stadsrechten in het jaar 1243.
Rijssen - internationaal & scholing
Partnersteden
Rijssen is onderdeel van gemeente Rijssen-Holten waar ook Holte onder valt. De partnersteden van Rijssen-Holten zijn Steinfurt en Winterberg in Duitsland.
Hoger onderwijs
In Rijssen bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Rijssen staat bekend als stad van de jute-industrie, de Bijbelgordel (Bible Belt), de Canadese begraafplaats van Holten, tuinen en kastelen. Rijssen fungeert als toeristenstadje op de Sallandse Heuvelrug voor vakantiegangers en dagjesmensen.
Rijssen - minder bekend
Weinig mensen weten dat Rijssen als één van de weinige steden in Nederland een eigen volkslied heeft; ’Mooi Riessen’.
Het heeft een heel eigen karakter en zelfs een eigen volkslied: ‘Mooi Riessen’. De gemeente Rijssen-Holten is officieel tweetalig. Kenmerkend voor het Twents-Graafschaps is dat voltooid deelwoorden geen ge- krijgen maar e- (ezeen in plaats van ‘gezien’). Klinkers worden anders uitgesproken; de ‘ie’ wordt een ee en de ‘ei/ij’ wordt ie.
In het meervoud of bij een verkleinwoord verandert vaak de klinker (beume in plaats van ‘bomen’). ‘Enorm’ is onmeunig in het Riesn en een ‘kletskous’ een teutegat. N zitnt gat vedeent neet wat oftewel: “Blijf niet te lang pauze houden”.
Rijssen - “Samen en ondernemend”
Rijssen - zakelijk
De gemeente Rijssen
Het netnummer van Rijssen is 0548. Het postcodegebied van Rijssen is 460 - 7463. Het adres van het gemeentehuis van Rijssen is Rozengaarde, 7461 DD in Rijssen. De website van de gemeente Rijssen is Rijssen-holten.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Rijssen is 0548 854 854.
Zakendoen in Rijssen
Voor Rijssense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Apeldoorn aan Het Rietveld 55A, 7321 CT in Apeldoorn. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Rijssen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Rijssen is KVK-kantoor Apeldoorn.
In Rijssen zijn grote en middelgrote internationaal opererende bedrijven actief vanaf bedrijventerrein De Mors (Noorddeel Oost), Noordermors, Plaagslagen en bedrijventerrein Rijssen. In Rijssen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Aebi Schmidt, Baan Transport, Heutink, Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher, Müller
Fresh Food Logistics, Orange Climate (Autarkis), Reggefiber, Reginox, Schuitemaker Machines, The People Company, Tulp Keukens, Vivera, Voortman Steel Group, Walvaboek en Aebi Schmidt Nederland in Holten. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Ondernemers in Rijssen kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost. Rijssenaren en ondernemingen in Rijssen kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Rijssen-Holtens Nieuwsblad.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Rijssen laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Rijssen een bezoek brengen aan het Internationaal Brandweermuseum of aan het Rijssens Museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Rijssense voetbalclub SV Rijssen of Excelsior 31 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Rijssen kunt u terecht bij T.C. Rijssen of bij TC De Mors. Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Rijssen of met uw internationale (zaken)relatie bij Rijssen een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Rijssen gevonden voor een compleet middagje/dagje uit. De golfbaan in de omgeving van Rijssen is Golfclub de Koepel in Wierden. Golfclub de Koepel bevindt zich aan de Rijssensestraat 142a in Wierden. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0546-57 40 70. De website van de golfbaan is www.golfclubdekoepel.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het sfeervolle restaurant van de Golfclub.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Rijssen die eveneens op Youtube zijn te zien. Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken. Direct onder deze filmpjes zijn de locaties van Overijssel alsook Rijssen op Google Maps weergegeven.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.