Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Daarom hebben organisaties die investeren in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Talen is een taalaanbieder die u precies dat biedt: Effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Oss en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak kent een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Oss in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
BIM Centrum De Vliert Victorialaan 15 5213 JG ’S-HERTOGENBOSCH
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Oss aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de algemene taaltrainingen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Oss. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om talen te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengt Dagnall Talen u met grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Oss.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall Talen stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemers met de contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau vastgesteld wordt, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met uw offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na een aantal lessen evalueert de taaltrainer de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld. U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Desgewenst kan Dagnall Talen het (individuele) contact met de deelnemers verzorgen Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht van ons. Deze moeten vóór de datum van de intake teruggestuurd worden Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en vastgesteld in overleg De deelnemers worden op taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat! De logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden wordt door Dagnall verzorgd Dagnall brengt geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Dagnall bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning alsook het lesprogramma Dagnall Talen is betrokken alsook flexibel!
In 1982 is Dagnall Taleninstituut opgericht en verzorgt sinds 1982 maatwerk taaltraining voor bedrijven en (overheids)instellingen in Oss en omstreken. Voor Dagnall Talen werken ervaren en kundige trainers die zijn gespecialiseerd in trainingen voor bedrijven en (overheids)organisaties.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt Dagnall u effectieve en betaalbare taalcursussen in Oss. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u te bieden heeft.
Betaalbare taalcursussen op maat in Oss
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Cursussen die gericht zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven een begrip. Medewerkers zonder of met een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Zij willen graag in staat zijn om de aanwijzingen op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. De medewerkers willen het liefst zelfverzekerder het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk heel graag hun ambitie op het werkgebied realiseren. Dit vergt een investering in werknemers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve nodig.
Dagnall Taleninstituut biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen voor het uitbreiden van luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer. Ons taleninstituut helpt en leert de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar functie. Dagnall stemt de taallessen af op de behoeften van de opdrachtgever alsook op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgen de cursisten frequent praktijkopdrachten tijdens de cursus, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining vergroten.
Dit is een win-winsituatie! Ons instituut let eveneens op de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun poging om de taal onder de knie te krijgen, om de gewoontes en cultuur van het betreffende land en de organisatie te begrijpen en om de wereld via taal uit te breiden. Dit vereist veel inzet en motivatie. Bovendien heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaldocent. Dat is niet in iedere situatie toereikend.
Onderscheidend
Ons instituut onderscheidt zich door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert zowel leidinggevenden als collega’s van de organisatie om een voortdurend proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze wijze, wordt het nut van goede talenkennis samen ervaren en voelen de cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Oss
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is uiteraard ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Oss die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaldocenten zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall met een blend van deze bewezen leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 deelnemers, zogenaamde duocursussen (2 deelnemers), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. De docenten van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Oss. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een vreemde taal effectief leren in Oss bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Wij verzorgen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Oss gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Oss
Maatwerkcursussen
Wij bieden individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Oss en omgeving. Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd. De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen staan al tientallen jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement. Alle individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De groep wordt zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te ondersteunen. Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat in korte tijd veel kennis geleerd wordt. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Een ander groot voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook is een individuele taalcursus ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; in de doeltaal communiceren met de groep en van elkaars foutjes. De deelnemers kunnen de hierdoor geboden afwisseling als leuker ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele cursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan. De geleerde taalkennis kan niet in een groep geoefend worden omdat er geen interactie met andere cursisten is. Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van fouten van andere cursisten. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat sneller afgeleid zijn. Daardoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van deelnemers worden afgestemd. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Daarom bieden wij onze taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een
opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining kiezen. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalkennis houdt in kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, verlegt Dagnall het accent van kennis naar toepassing.
Voor u het weet, spreekt u al een aardig woordje in de nieuwe taal. Dat geeft veel voldoening. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is foutloos leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal kan bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later worden herhaald. De zinnen en woorden op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed functioneren voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Het opschrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Taal is veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten in de te leren taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten. Kritiek kent de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Het beheersen van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in realistische situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangedragen aan de lerenden. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties passend zijn of niet voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De methodiek is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen input van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaltrainer. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent draagt onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de lerende helpt om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer vraag aan het leren van talen op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. De methode is voor de lerenden stimulerend doordat zij vlug succes ervaren. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten lastig of ongewoon, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden bij het werken in een groep. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het begin door de te leren taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving veelal in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is te reizen naar het land van de vreemde taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode nogal intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de doeltaal. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. De lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de lerenden en de docent van essentiële betekenis. Dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bereiken. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was ook altijd muziek in de klas. De methode voorgestaan door Georgi Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. In de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de les bereid en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer. Hierdoor krijgen de studenten minder hinder zullen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommigen een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een taalverwervingsmethode waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van studenten parafraseert. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de taal nog niet machtig genoeg zijn. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De ideeën van Gouin over taalonderwijs waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode van François Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerende en zorgt voor het creëren van een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme van de studenten op. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten net boven het niveau van de lerenden liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming van een aantal Deense filmmakers waaronder de Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme-onderwijs van vreemde talen streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte gesprekken over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen trainer en studenten. Net zoals de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Dat de lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend zijn. Zo is de taalles nooit voorspelbaar; dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een Dogme-les. Studenten blijven zo alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand worden genomen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaltrainers voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof wordt behandeld in de les, kan een keerzijde van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat voor productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerende verwerft niet alleen kennis van de vreemde taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klank; de tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de doeltaal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken uit te drukken zijn, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een bepaald niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (als aanvulling) nodig is. De methode is ook niet erg creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men omstreeks 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Dat de taalles in de vreemde taal werd gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire van de vreemde taal gebeurde door middel van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan deze Direct Methode kleven echter eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief ook minder. De methode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaltrainers om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom gezien worden, is de sterke kant van de benadering van Gattegno. In feite is de docent dienstbaar aan de student, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde doorgaans goed verwerkt en onthouden. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de trainer zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen van de docent gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen lerenden zich. Woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groepje van studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn beschikbaar in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid van de student te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de student te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om in te zetten en kan op ieder moment door studenten worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de methode voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die worden nagesproken en weer herhaald. De voorbeeldzinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren van de doeltaal worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. In het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze praten in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
De keerzijde van de methode van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. De leermethode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. De studenten die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in een groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werkt de cursist ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, samen met grammaticale uitleg. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de gebruiker in zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is foutloos leren verstaan en spreken; dit begint bij iemand leren naspreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal kan bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later worden herhaald. De zinnen en woorden op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed functioneren voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Het opschrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Taal is veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten in de te leren taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten. Kritiek kent de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Het beheersen van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in realistische situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangedragen aan de lerenden. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties passend zijn of niet voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De methodiek is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen input van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaltrainer. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent draagt onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de lerende helpt om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer vraag aan het leren van talen op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. De methode is voor de lerenden stimulerend doordat zij vlug succes ervaren. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten lastig of ongewoon, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden bij het werken in een groep. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het begin door de te leren taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving veelal in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is te reizen naar het land van de vreemde taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode nogal intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de doeltaal. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. De lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de lerenden en de docent van essentiële betekenis. Dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bereiken. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was ook altijd muziek in de klas. De methode voorgestaan door Georgi Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. In de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de les bereid en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer. Hierdoor krijgen de studenten minder hinder zullen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommigen een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een taalverwervingsmethode waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van studenten parafraseert. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de taal nog niet machtig genoeg zijn. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Community Language Learning kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De ideeën van Gouin over taalonderwijs waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode van François Gouin werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerende en zorgt voor het creëren van een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme van de studenten op. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten net boven het niveau van de lerenden liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming van een aantal Deense filmmakers waaronder de Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme-onderwijs van vreemde talen streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte gesprekken over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen trainer en studenten. Net zoals de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor docenten. Dat de lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend zijn. Zo is de taalles nooit voorspelbaar; dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een Dogme-les. Studenten blijven zo alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand worden genomen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaltrainers voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof wordt behandeld in de les, kan een keerzijde van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie om een nieuwe taal te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat voor productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerende verwerft niet alleen kennis van de vreemde taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klank; de tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de doeltaal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken uit te drukken zijn, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een bepaald niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (als aanvulling) nodig is. De methode is ook niet erg creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men omstreeks 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Dat de taalles in de vreemde taal werd gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire van de vreemde taal gebeurde door middel van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan deze Direct Methode kleven echter eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief ook minder. De methode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaltrainers om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom gezien worden, is de sterke kant van de benadering van Gattegno. In feite is de docent dienstbaar aan de student, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde doorgaans goed verwerkt en onthouden. De lerenden ‘mogen’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de trainer zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen van de docent gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen lerenden zich. Woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groepje van studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn beschikbaar in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid van de student te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de student te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. Rosetta Stone wordt in ons land ingezet door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om in te zetten en kan op ieder moment door studenten worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de methode voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die worden nagesproken en weer herhaald. De voorbeeldzinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren van de doeltaal worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. In het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze praten in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
De keerzijde van de methode van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. De leermethode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. De studenten die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in een groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werkt de cursist ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, samen met grammaticale uitleg. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de gebruiker in zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
Er is eveneens een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate alsook online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren: De Methode van Dagnall.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar deze werkwijze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden. Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Oss.
Online een taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Oss
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Talen eveneens blended learning in Oss op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang op elk beschikbare (mobiele) apparaten hebben. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren waar en wanneer het hen schikt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft ook beschikbaar nadat de taalcursus in Oss is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging. Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel organisaties en bedrijven daarom cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het onlineplatform Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, pc of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
De trainers van Dagnall zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de cursist worden afgestemd
De inhoud van de cursus wordt aan het leerplan aangepast om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen op een snelle en zelfverzekerde manier te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat en de structuren die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van videosessies en zelfstudie komt het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursussen eveneens tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Oss ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Oss ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als leidraad. Zo geven wij u als cursist een duidelijk inzicht in de aanwezige en opgedane kennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
De cursist ontvangt aan het einde van een taalcursus in Oss het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om niveaus van taalvaardigheid te kunnen omschrijven. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term wordt eveneens vaak gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. Deze beheersingsniveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Taalniveau A betekent dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst. Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak lezen, schrijven, verstaan en spreken. Wie een vreemde taal op taalniveau C beheerst, kent deze taal op vrijwel moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Oss, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met diverse andere organisaties samen, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.De leden van het NRTO werken zowel klantgericht als resultaatgericht en zijn in staat om om snel in te spelen op veranderende omstandigheden en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Oss sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continue innovatie is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Dagnall verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Oss zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Oss aan
Wilt u contact met Dagnall Taleninstituut opnemen voor een taalcursus in Oss? Bel naar 085-2737302 (geen menu) of stuur een e-mail naar taalcursus-oss@dagnall.nl voor meer informatie. Of ga naar het contactformulier.
Vanzelfsprekend kunt u ook ons informatiepakket bestellen. Dit is geheel gratis.
De juiste weg naar een taalcursus in Oss!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Oss op uw locatie volgen of in ’s-Hertogenbosch, bijvoorbeeld bij BIM Centrum De Vliert aan de Victorialaan 15 in ’s-Hertogenbosch of in de Oude kloosterboerderij aan de Schaapsdijkweg 20 in Langenboom. Wij verzorgen ook taalcursussen in Oss in bijvoorbeeld Fletcher Hotel Oss aan de Nelson Mandelaboulevard 22, in Hotel de Weverij aan de Oostwal 175, in Hotel De Naaldhof aan de Docfalaan 22, in City Hotel Oss aan de Raadhuislaan 43 en in Van der Valk Hotel Nuland aan de Rijksweg 25 in Nuland.
Besprekingen houden, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Oss kan bij Vivaldi Zalencentrum aan de Molenstraat 81.
Uit vondsten valt op te maken dat het gebied dat nu ‘Oss’ heet, al circa 2.000 jaar v.Chr bewoond werd. In het jaar 57 tot 51 v.Chr. streed Julius Caesar er tegen de Belgen. Er woonden toen Germaanse stammen. In het jaar 1161 wordt Oss voor het eerst genoemd in een document.
De naam ‘Oss’ werd vroeger gespeld als Os of Osch. Het is een verbastering van het Germaanse woord asen of osen en betekent “hoger gelegen plaats aan het water”.
Oss ligt in het gebied Maasland in de Brabantse Stedenrij. Plaatsen de omgeving van Oss zijn Heesch, ’s-Hertogenbosch, Maasbommel, Nijmegen, Nuland, Rosmalen, Schaijk en Uden.
Oss ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Oss heeft meer dan 91.000 inwoners.
Woon je in Oss, dan heet je een ’Ossenaar’. Bekende Ossenaren zijn Samuel van den Bergh (Unilever), Cor Euser, Alexander Klöpping, Jorrit Ruijs, Gert-Jan Theunisse, Arie Vos en Harry de Winter.
Iets wat uit Oss komt, noemt men ‘Osse’, zoals de Osse kermis. Oss kreeg stadsrechten in 1399.
Oss - internationaal & scholing
Kernen & partnersteden
De gemeente Oss omvat eveneens Berghem, Haren, Macharen en Megen. De partnersteden van Oss is Aalst in België en Taizhou in China.
Hoger onderwijs
Oss kent een Volksuniversiteit. In Oss bevinden zich geen hogescholen.
Oss staat bekend als stad van worsten, fabrieksarbeiders, de Bende van Os en de SP. Oss fungeert als woon- en werkstad. De vleesindustrie is belangrijk voor Oss, met vestigingen van onder andere Unox, maar ook de farmaceutische industrie (MSD, voorheen Organon) en technologie zijn belangrijk. Er zijn ongeveer vijfduizend bedrijven gevestigd in Oss.
Oss - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat Oss één van de weinige plaatsen in Zuid-Nederland is met een haven voor schepen tot 2000 ton. De Maashaven van Oss is geschikt voor de grootste binnenschepen en kleine zeeschepen.
Het Ossies heeft een zachte g zoals in de rest van Brabant en veel klinkers klinken anders dan in het Standaardnederlands: ‘ei’ wordt als aa uitgesproken (klaan in plaats van ‘klein’) en ‘ee’ wordt ie (giejn in plaats van ‘geen’).
De ‘oo’ wordt oe en de ‘i’ wordt ei (keind in plaats van ‘kind’). Een ‘ui’ is een juin en ‘bijna’ is bekant. ‘Even’ is efkes. Agge mar schik het oftewel: “als je maar lol hebt”. Orrens doen betekent ‘valsspelen’.
“Dat is Oss”
Oss - zakelijk
De gemeente Oss
Het netnummer van Oss is 0412. Het postcodegebied van Oss is 5340 - 5349. Het adres van het gemeentehuis van Oss is Raadhuislaan 2, 5341 GM in Oss. De website van de gemeente Oss is Oss.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Oss is 14 0412.
Zakendoen in Oss
Voor Osse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor ’s-Hertogenbosch aan Pettelaarpark 10, 5216 PD in ’s-Hertogenbosch. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Oss is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Oss is KVK-kantoor Den Bosch.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Oss vindt u op bedrijventerrein De Bulk, Danenhoef, Elzenburg-De Geer, De Koepel, Landweer, Moleneind, Vorstengrafdonk of op bedrijventerrein Het Wargaren. In Oss bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: B Braun Medical, B&F Groep, Brabant Alucast, CCL Label, ChemConnection, Cups4you, Dalco Food, Dreumex, Future Food Group, Fysicon, Heesen Yachts, Kemkens Group, Loderus Transport, Machinefabriek Verhoeven Oss, MSD, Niesmann
Bischoff Campers Nederland, Organon International, Padifood Service, PVG Group, Raben Group, REV’IT! Sport International, Rosler Benelux, Shiloh Industries Netherlands, Spierings Cranes, Trianon Chocolatiers, TTH Distributiecentrum, Unipol EPS Granulates, Unox, Verhoeven Family of Companies, Vetipak, Vos Logistics, Peka Kroef in Odiliapeel in Uden en Bacu brood en bakkerij in Uden. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Oss een bezoek brengen aan Museum Jan Cunen.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Osse voetbalclub TOP Oss, OSS ’20 of RKSV Margriet te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Oss kunt u terecht bij Tennisvereniging TOZ, bij Tennisvereniging Helios, bij Tennisvereniging Breakpoint 83 of bij OLTC Hartog . Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Oss of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning? Om even een balletje te slaan of alleen iets te drinken of te eten, kunt u terecht bij Golfbaan Oijense Zij in Oss. Deze golfbaan bevindt zich aan de Oijenseweg 272 in Oss. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0412-69 02 17. De website van de golfbaan is www.oijensezij.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij het clubhuis van de Golfbaan.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Oss die tevens op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het rode Youtube logo in het midden te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Onder deze filmpjes vindt u de locaties van Noord-Brabant en Oss op Google Maps.
Door linksboven te klikken, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.