Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Wij bieden u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Nijmegen.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Nijmegen aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Nijmegen aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve klassieke taaltaalcursussen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Nijmegen. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengen we cursisten met grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Nijmegen.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is vanzelfsprekend ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Rijswijk) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers zijn erg bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken onze taaltrainers door een blend van deze bewezen leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
Onze trainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en de trainers spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een ander voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Nijmegen. Deze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Nijmegen worden gegeven.
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Nijmegen en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen doordat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Met name de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met de groep. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als fijner ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele cursus.
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Omdat er geen interactie met andere lerenden is, kan de geleerde kennis niet in de groep geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om van de fouten van een ander te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen deelnemers wat eerder worden afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen.
Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een ander minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal plaatsvond. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel foutloos kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek haperde wel eens, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. (Taal)kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan functioneren voor lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Opschrijven functioneert beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de te leren taal leert de student eveneens onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal, werkt de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. De vaste combinaties van woorden worden aangereikt aan de studenten in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; de leermethode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de lerenden helpen in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een manier die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en van studenten vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren ongewoon of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in een groep geeft de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment omgeven is door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een andere keerzijde van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er tussen de trainer en de studenten een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig en ontspannen voelt. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De lerende zat in een comfortabele stoel in de lessen die in een halve cirkel werden geplaatst en er werd altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende minder last krijgt van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend en stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als een team samen te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door studenten is veel ruimte.
De taak van de trainer is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat totaal nieuw was. De methode maakt lerenden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt vrij intensief gestimuleerd met de methode.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever is, moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (hoofdzakelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent tien uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de docent. Het kan heel motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor zijn of haar eigen leerproces. De lessen zijn niet voorspelbaar; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan tijdens een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Nog een minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor aan bod komt in de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat voor productie. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid komt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens worden ingezet in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald niveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. De methode is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Lerenden werden aangemoedigd veel te spreken. Het was eveneens nieuw dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de vreemde taal werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen krijgen. Minpunten kent de leermethode echter ook. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aan lezen. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een dynamische inzet van de studenten is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat van de autonomie van de lerende uitn en hun actieve deelname.
De taaldocent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en de studenten aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers beschouwd wordt als autonoom. De taaldocent is in principe dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De lerenden worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd gevonden in Egypte met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en de taalcursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen gebruikers hun uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Uitspraakverbetering kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheden zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en geeft fouten aan, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende worden gebruikt. Studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als plezierig om met de methodiek te werken. Voor scholen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een keerzijde is dat geen taaldocent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten daarna worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen omvatten een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarmee geleerde kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De lerenden zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is het nadeel van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruiker op de pauzeknop klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden in stapjes opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de lerende is begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kunnen de lerenden zelf zinnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op een efficiënte manier. Het feit dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor taalcursussen. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter besteedt de gebruiker ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen tempo kunnen leren wanneer dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal plaatsvond. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel foutloos kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek haperde wel eens, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. (Taal)kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan functioneren voor lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Opschrijven functioneert beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de te leren taal leert de student eveneens onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal, werkt de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. De vaste combinaties van woorden worden aangereikt aan de studenten in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; de leermethode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de lerenden helpen in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een manier die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en van studenten vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren ongewoon of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in een groep geeft de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment omgeven is door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een andere keerzijde van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er tussen de trainer en de studenten een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig en ontspannen voelt. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De lerende zat in een comfortabele stoel in de lessen die in een halve cirkel werden geplaatst en er werd altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende minder last krijgt van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend en stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als een team samen te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door studenten is veel ruimte.
De taak van de trainer is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat totaal nieuw was. De methode maakt lerenden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt vrij intensief gestimuleerd met de methode.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever is, moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (hoofdzakelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent tien uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de docent. Het kan heel motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor zijn of haar eigen leerproces. De lessen zijn niet voorspelbaar; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan tijdens een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Nog een minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor aan bod komt in de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat voor productie. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid komt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens worden ingezet in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald niveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. De methode is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Lerenden werden aangemoedigd veel te spreken. Het was eveneens nieuw dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de vreemde taal werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen krijgen. Minpunten kent de leermethode echter ook. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aan lezen. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een dynamische inzet van de studenten is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat van de autonomie van de lerende uitn en hun actieve deelname.
De taaldocent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en de studenten aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers beschouwd wordt als autonoom. De taaldocent is in principe dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De lerenden worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Nijmegen.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Nijmegen op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall ook over een handige App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft na afloop van de taalcursus in Nijmegen beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal.
Werknemers die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven derhalve vaak onmisbaar.
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd binnen de deadline en volgens afspraak.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Nijmegen, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Nijmegen is qua aantal inwoners de grootste stad van Gelderland. Lent en Ressen vallen ook onder de gemeente Nijmegen. Nijmegen is één van de 22 Nederlandse Hanzesteden. De partnersteden van Nijmegen zijn Albany in de Verenigde Staten, Higashimatsuyama in Japan, Masaya in Nicaragua en Pskov in Rusland.
Nijmegen is een universiteitsstad met de Radboud Universiteit (RU), opgericht in 1923.
Er zijn drie hogescholen in Nijmegen: Aeres Hogeschool, Fontys en HAN University of Applied Sciences.
Minder bekend is dat Nijmegen vanwege de linkse meerderheid in de gemeenteraad ook wel ‘Havana aan de Waal’ wordt genoemd.
Het netnummer van Nijmegen is 024.
Het postcodegebied van Nijmegen is 6500 - 6546.
Het adres van het gemeentehuis van Nijmegen is Mariënburg 30, 6511 PS in Nijmegen.
De website van de gemeente Nijmegen is Nijmegen.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Nijmegen is 14 024.
Voor Nijmeegse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Nijmegen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Nijmegen is KVK-kantoor Arnhem.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Nijmegen laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Nijmegen een bezoek brengen aan het Museum voor Anatomie en Pathologie, aan De Bastei, aan het Huis van de Nijmeegse geschiedenis, aan het Van ’t Lindenhoutmuseum, aan het muZIEum, aan het R-evolutie Museum voor Modelvliegtuigen, aan Museum Het Valkhof, aan de Valkhofbunker of aan het Nationaal Fietsmuseum Velorama.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Nijmeegse voetbalclub NEC, SV Nijmegen, SV Orion of RKSV Brakkenstein meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Nijmegen kunt u terecht bij Tennisvereniging Rapiditas, bij Tennisclub Nijmegen-Quick, bij TV Lindenholt of bij Tachys.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Nijmegen of met uw internationale (zaken)relatie bij Nijmegen als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Nijmegen ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Nijmegen is Het Rijk van Nijmegen in Groesbeek. Deze golfbaan is gelegen aan de Postweg 17 in Groesbeek. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 024-397 66 44. De website van de golfbaan is www.golfenophetrijk.nl.
Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij restaurant Green 46. Het Rijk van Nijmegen is nog een golfbaan in de buurt van Nijmegen.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taalcursussen in Nijmegen van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Wij bieden u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Nijmegen.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Nijmegen aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Nijmegen aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve klassieke taaltaalcursussen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Nijmegen. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Het is onze filosofie om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengen we cursisten met grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Nijmegen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursist(en) aan met de contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt vastgesteld, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na een aantal lessen evalueert de trainer de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden aangepast.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van ons instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
In 1982 is ons bedrijf opgericht en geeft sinds 1982 taalcursussen op maat aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Nijmegen en omstreken. Wij hebben een team van verzorgd ervaren en kundige trainers die specialisten zijn op het gebied van taal en die in al deze jaren al een aanmerkelijk aantal trainingen hebben verzorgd voor diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Oost-Nederland.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, biedt Dagnall u effectieve en betaalbare taalcursussen in Nijmegen. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall biedt. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Nijmegen
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is vereist! Een cursus die zich richt op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer is intussen bij veel organisaties gemeengoed.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een beperking op de werkvloer en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een beperking op de werkvloer en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen. De medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en uiteraard hun ambitie op hun werkterrein waarmaken. Dit vereist een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Nijmegen
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is vanzelfsprekend ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Rijswijk) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn erg bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken onze taaltrainers door een blend van deze bewezen leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
Onze trainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en de trainers spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Nijmegen. Deze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief talen leren in Nijmegen bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Nijmegen worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Nijmegen
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Nijmegen en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen doordat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met de groep. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als fijner ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Omdat er geen interactie met andere lerenden is, kan de geleerde kennis niet in de groep geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om van de fouten van een ander te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen deelnemers wat eerder worden afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen.
Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een ander minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Natuurlijk is een combinatie van deze verschillende trainingen mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalkennis houdt in kennen (door studie of oefening geleerd) maar vooral kunnen (in staat zijn te gebruiken). Door te richten op het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de taalcursus in Nijmegen de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, spreekt u de nieuwe taal al een beetje en begrijpt u wat uw anderstalige partner zegt. Een mooie uitdaging! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal plaatsvond. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel foutloos kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek haperde wel eens, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. (Taal)kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan functioneren voor lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Opschrijven functioneert beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de te leren taal leert de student eveneens onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal, werkt de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. De vaste combinaties van woorden worden aangereikt aan de studenten in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de lerenden helpen in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een manier die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en van studenten vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren ongewoon of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in een groep geeft de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment omgeven is door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een andere keerzijde van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er tussen de trainer en de studenten een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig en ontspannen voelt. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De lerende zat in een comfortabele stoel in de lessen die in een halve cirkel werden geplaatst en er werd altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende minder last krijgt van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend en stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als een team samen te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door studenten is veel ruimte.
De taak van de trainer is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat totaal nieuw was. De methode maakt lerenden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt vrij intensief gestimuleerd met de methode.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever is, moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (hoofdzakelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent tien uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de docent. Het kan heel motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor zijn of haar eigen leerproces. De lessen zijn niet voorspelbaar; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan tijdens een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Nog een minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor aan bod komt in de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat voor productie. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid komt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens worden ingezet in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald niveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. De methode is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Lerenden werden aangemoedigd veel te spreken. Het was eveneens nieuw dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de vreemde taal werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen krijgen. Minpunten kent de leermethode echter ook. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aan lezen. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een dynamische inzet van de studenten is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat van de autonomie van de lerende uitn en hun actieve deelname.
De taaldocent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en de studenten aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers beschouwd wordt als autonoom. De taaldocent is in principe dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De lerenden worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd gevonden in Egypte met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en de taalcursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen gebruikers hun uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Uitspraakverbetering kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheden zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en geeft fouten aan, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende worden gebruikt. Studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als plezierig om met de methodiek te werken. Voor scholen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een keerzijde is dat geen taaldocent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten daarna worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen omvatten een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarmee geleerde kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De lerenden zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is het nadeel van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruiker op de pauzeknop klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden in stapjes opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de lerende is begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kunnen de lerenden zelf zinnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op een efficiënte manier. Het feit dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor taalcursussen. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter besteedt de gebruiker ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten in hun eigen tempo kunnen leren wanneer dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal plaatsvond. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel foutloos kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek haperde wel eens, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. (Taal)kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed werken voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan functioneren voor lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Opschrijven functioneert beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze methode. Taal is uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de te leren taal leert de student eveneens onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal, werkt de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. De vaste combinaties van woorden worden aangereikt aan de studenten in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie met de docent alsook met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de lerenden helpen in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een manier die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en van studenten vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren ongewoon of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in een groep geeft de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment omgeven is door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling gebruikgemaakt van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een andere keerzijde van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er tussen de trainer en de studenten een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig en ontspannen voelt. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De lerende zat in een comfortabele stoel in de lessen die in een halve cirkel werden geplaatst en er werd altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende minder last krijgt van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend en stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van de studenten parafraseert. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als een team samen te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door studenten is veel ruimte.
De taak van de trainer is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een docent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat totaal nieuw was. De methode maakt lerenden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt vrij intensief gestimuleerd met de methode.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever is, moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (hoofdzakelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent tien uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de docent. Het kan heel motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor zijn of haar eigen leerproces. De lessen zijn niet voorspelbaar; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan tijdens een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Nog een minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor aan bod komt in de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat voor productie. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die van het principe uitgaat dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid is dus de basis, de spreekvaardigheid komt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens worden ingezet in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald niveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. De methode is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Lerenden werden aangemoedigd veel te spreken. Het was eveneens nieuw dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. Tijdens de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de vreemde taal werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen krijgen. Minpunten kent de leermethode echter ook. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook minder aan lezen. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een dynamische inzet van de studenten is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat van de autonomie van de lerende uitn en hun actieve deelname.
De taaldocent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en de studenten aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers beschouwd wordt als autonoom. De taaldocent is in principe dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De lerenden worden door de docent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Ook bestaat er een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven en organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven en organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Nijmegen.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Nijmegen
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Nijmegen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall ook over een handige App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft na afloop van de taalcursus in Nijmegen beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Nijmegen
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal.
Werknemers die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven derhalve vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Nijmegen ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Nijmegen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Nijmegen
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als uitgangspunt en biedt de cursist een helder inzicht in de aanwezige en opgedane kennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen na afloop van de taalcursus in Nijmegen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een richtlijn om verschillende taalniveaus te kunnen beoordelen.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader noemt vijf niveaus van taalvaardigheid, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam en afkorting wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader kent eveneens 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De zes verschillende niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader noemt vijf niveaus van taalvaardigheid, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam en afkorting wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader kent eveneens 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De zes verschillende niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A van het ERK is van toepassing op beginners.
Cursisten die niveau B beheersen, bezitten alle basiskennis in de doeltaal.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. De vaardigheden die bij taalniveau C horen, gaan richting moedertaalgebruiker (natives). Deze mensen kunnen de vreemde taal probleemloos in verschillende situaties gebruiken.
Cursisten die niveau B beheersen, bezitten alle basiskennis in de doeltaal.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. De vaardigheden die bij taalniveau C horen, gaan richting moedertaalgebruiker (natives). Deze mensen kunnen de vreemde taal probleemloos in verschillende situaties gebruiken.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd binnen de deadline en volgens afspraak.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor betrouwbaarheid en kwaliteit staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor betrouwbaarheid en kwaliteit staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Nijmegen, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging te worden beschermd. Dagnall voldoet natuurlijk aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Nijmegen zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan zowel zorginstellingen, de overheid, maatschappen als privépersonen.
Dat houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan zowel zorginstellingen, de overheid, maatschappen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Nijmegen aan
Contact taalcursus Nijmegen
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut voor een taalcursus in Nijmegen? Bel ons even op 026-8200330 (geen belmenu) of stuur ons een e-mail via taalcursus-nijmegen@dagnall.nl.
Of vul ons contactformulier in. Vanzelfsprekend kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De beste weg naar een taalcursus in Nijmegen!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Nijmegen
U kunt de taalcursus in Nijmegen op uw locatie volgen of in Nijmegen, bijvoorbeeld in het pand van “Poort van Nijmegen” aan de Kerkenbos 1037 in Nijmegen of in het pand “Logikos Trainingen“ aan de Oranjesingel 24 in Nijmegen. Dagnall kan eveneens taalcursussen in Nijmegen verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Nijmegen-Lent aan het Hertog Eduardplein 4, bij Blue aan de Oranjesingel 14-20, bij Hotel Nimma aan de Weurtseweg 478 en bij Fletcher Hotel Erica aan de Molenbosweg 17 in Berg en Dal.
Vergaderen in Nijmegen kan bij ’t Sfeerhuys bij de Looimolen aan de Looimolenweg 15, in het Goffertstadion, bij De Lindenberg aan de Ridderstraat 23 en bij muZIEum aan de Ziekerstraat 6B.
Nijmegen - geschiedenis
Nijmegen was al bewoond gebied in de jonge steentijd, circa 1100 jaar v.Chr. Het had een economisch en administratief centrum in de Romeinse tijd en vierde in 2005 het tweeduizendjarig bestaan van de stad. Nijmegen is de oudste stad van Nederland. In de 8ste eeuw was Nijmegen de noordelijkste verblijfplaats van Karel de Grote. Nijmegen werd vanaf de dertiende en veertiende eeuw een welvarende handelsstad en zelfs de belangrijkste stad van Gelre.
eeuw een welvarende handelsstad en zelfs de belangrijkste stad van Gelre.
De naam ‘Nijmegen’ is een verbastering van het Latijnse Noviomagus. Het eerste deel; novus, betekent ‘nieuw’, Magus is waarschijnlijk van Keltische oorsprong en betekent ‘markt’. In moderne taal dus ‘Nieuwe Markt’.
De naam ‘Nijmegen’ is een verbastering van het Latijnse Noviomagus. Het eerste deel; novus, betekent ‘nieuw’, Magus is waarschijnlijk van Keltische oorsprong en betekent ‘markt’. In moderne taal dus ‘Nieuwe Markt’.
Nijmegen - nu
Nijmegen ligt in de streek Rijk van Nijmegen en in de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Plaatsen de omgeving van Nijmegen zijn Arnhem, Beek-Ubbergen, Bemmel, Berg en Dal, Beuningen, Cuijk, Elst, Groesbeek, Huissen, Malden, Weurt en Wijchen.
Nijmegen ligt in de provincie Gelderland. In de gemeente Nijmegen wonen ruim 176.000 mensen.
Vlag gemeente Nijmegen
Wapen gemeente Nijmegen
Inwoners
Woon je in Nijmegen, dan heet je een ‘Nijmegenaar’.
Bekende Nijmegenaren zijn Frank Boeijen, Marcel Boekhoorn, Jeroen van der Boom, Margarita de Bourbon de Parme, Emily Bremers, Renée Fokker, Bavo Galama, Esther Gerritsen, Loes den Hollander,
Bekende Nijmegenaren zijn Frank Boeijen, Marcel Boekhoorn, Jeroen van der Boom, Margarita de Bourbon de Parme, Emily Bremers, Renée Fokker, Bavo Galama, Esther Gerritsen, Loes den Hollander,
Rixt Leddy, Ben Liebrand Joris Linssen, Maike Meijer, Gers Pardoel, Fons de Poel en Peter van Uhm.
Iets wat bij Nijmegen hoort, heet ‘Nijmeegs’, zoals de Nijmeegse Vierdaagse. Nijmegen kreeg stadsrechten in het jaar 1230.
Iets wat bij Nijmegen hoort, heet ‘Nijmeegs’, zoals de Nijmeegse Vierdaagse. Nijmegen kreeg stadsrechten in het jaar 1230.
Nijmegen - internationaal & scholing
Partnersteden
Nijmegen is qua aantal inwoners de grootste stad van Gelderland. Lent en Ressen vallen ook onder de gemeente Nijmegen. Nijmegen is één van de 22 Nederlandse Hanzesteden. De partnersteden van Nijmegen zijn Albany in de Verenigde Staten, Higashimatsuyama in Japan, Masaya in Nicaragua en Pskov in Rusland.
Hoger onderwijs
Nijmegen is een universiteitsstad met de Radboud Universiteit (RU), opgericht in 1923.
Er zijn drie hogescholen in Nijmegen: Aeres Hogeschool, Fontys en HAN University of Applied Sciences.
Vlag provincie Gelderland
Wapen provincie Gelderland
Typisch Nijmeegs
Denk je aan Nijmegen, dan denk je aan de Waalkade, aan de middeleeuwse binnenstad, aan Mariken van Nieumeghen, aan de Sint-Stevenskerk, aan museum het Valkhof en aan de Nijmeegse Vierdaagse.
Nijmegen fungeert als studentenstad en belangrijke stad binnen de Euregio Rijn-Waal.
De stad is strategisch gelegen tussen Randstad en Ruhrgebied.
Nijmegen fungeert als studentenstad en belangrijke stad binnen de Euregio Rijn-Waal.
De stad is strategisch gelegen tussen Randstad en Ruhrgebied.
Nijmegen - minder bekend
Minder bekend is dat Nijmegen vanwege de linkse meerderheid in de gemeenteraad ook wel ‘Havana aan de Waal’ wordt genoemd.
Nijmeegs dialect en accent
Het is een Zuid-Gelders dialect en het behoort tot de Nederfrankische dialecten.
Kenmerkend aan het Nimweegs is het weglaten van de ‘t’ in woorden als ‘herfst’.
Veel klinkers klinken afwijkend ten opzichte van het Standaardnederlands: de ‘aa’ wordt uitgesproken als ao (straot), de ‘oo’ wordt ou en de ‘uu’ wordt èè.
De stemhebbende ‘v’, ‘z’ en ‘g’ worden uitgesproken als f, s en ch, zoals in de Hollandse dialecten.
Kenmerkend aan het Nimweegs is het weglaten van de ‘t’ in woorden als ‘herfst’.
Veel klinkers klinken afwijkend ten opzichte van het Standaardnederlands: de ‘aa’ wordt uitgesproken als ao (straot), de ‘oo’ wordt ou en de ‘uu’ wordt èè.
De stemhebbende ‘v’, ‘z’ en ‘g’ worden uitgesproken als f, s en ch, zoals in de Hollandse dialecten.
Ook hun in plaats van ‘zij’ is in Nijmegen vaak te horen.
Lusepote zijn ‘lucifers‘ in Nijmegen en een tuutje snol is een ‘zakje snoep’.
“Iemand in de gaten houden” is in Nijmegen hem in het tjok houden.
De ruut de ruut de waol die kruut oftewel: “de Waal gaat kruien, maak dat je wegkomt”.
Lusepote zijn ‘lucifers‘ in Nijmegen en een tuutje snol is een ‘zakje snoep’.
“Iemand in de gaten houden” is in Nijmegen hem in het tjok houden.
De ruut de ruut de waol die kruut oftewel: “de Waal gaat kruien, maak dat je wegkomt”.
“Altijd Nijmegen”
Nijmegen - zakelijk
De gemeente Nijmegen
Het netnummer van Nijmegen is 024.
Het postcodegebied van Nijmegen is 6500 - 6546.
Het adres van het gemeentehuis van Nijmegen is Mariënburg 30, 6511 PS in Nijmegen.
De website van de gemeente Nijmegen is Nijmegen.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Nijmegen is 14 024.
Zakendoen in Nijmegen
Voor Nijmeegse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Nijmegen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Nijmegen is KVK-kantoor Arnhem.
Nijmegen - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Nijmegen op bedrijventerrein Brabantse Poort, Bijsterhuizen, Kerkenbos (Lindenholt), Nijmegen Zuid, Noordkanaalhaven, Oostkanaalhaven, Waalsprong of op bedrijventerrein West Kanaaldijk.
In Nijmegen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Alewijnse, Alfa Laval, ALSO, Ampleon, Bovemij Verzekeringsgroep, Brüder Mannesmann Nederland, Cornelissen Groep, Douglas Nederland, EPR Technopower, GTSzorg, Hartmann, HSF Logistics, Humphrey’s, Hyster-Yale Europe, Isatis, Kropman Installatietechniek, Lincoln
In Nijmegen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Alewijnse, Alfa Laval, ALSO, Ampleon, Bovemij Verzekeringsgroep, Brüder Mannesmann Nederland, Cornelissen Groep, Douglas Nederland, EPR Technopower, GTSzorg, Hartmann, HSF Logistics, Humphrey’s, Hyster-Yale Europe, Isatis, Kropman Installatietechniek, Lincoln
Smitweld, Logitech Europe, MercaChem, Pentrax, Planon, Protempo, Royal Smit, Sealed Air, Sencio, Smit Draad, De Speer Personeelsdiensten, Synthon Biopharmaceuticals, TechMatch, Travion IT Distribution, Warsteiner Benelux, ZaZa’s, Bart’s Retail (Bakker Bart) in Beuningen, Grand Duet in Beuningen, InterCheM in Beuningen, La Venezia IJs in Beuningen, Haldu DeGraaf in Groesbeek, ARN in Weurt, Brinkers margarinefabriek in Wijchen, FreshMeals Nederland in Wijchen, Pita Bakkerij Caïro in Wijchen en Plaza Foods in Wijchen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Nijmeegs nieuws
De Nijmeegse nieuwsportalen zijn RN7 en Nijmegen Online en Nijmeegse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Midden.
Ondernemers in Nijmegen kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Ondernemers in Nijmegen kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Nijmegenaren en ondernemingen in Nijmegen kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Nijmeegse Stadskrant, De Brug Nijmegen, de Gelderlander - Nijmegen en omstreken en het Algemeen Dagblad - Nijmegen.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Nijmegen
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Nijmegen laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Nijmegen een bezoek brengen aan het Museum voor Anatomie en Pathologie, aan De Bastei, aan het Huis van de Nijmeegse geschiedenis, aan het Van ’t Lindenhoutmuseum, aan het muZIEum, aan het R-evolutie Museum voor Modelvliegtuigen, aan Museum Het Valkhof, aan de Valkhofbunker of aan het Nationaal Fietsmuseum Velorama.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Nijmeegse voetbalclub NEC, SV Nijmegen, SV Orion of RKSV Brakkenstein meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Nijmegen kunt u terecht bij Tennisvereniging Rapiditas, bij Tennisclub Nijmegen-Quick, bij TV Lindenholt of bij Tachys.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Nijmegen of met uw internationale (zaken)relatie bij Nijmegen als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Nijmegen ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Nijmegen is Het Rijk van Nijmegen in Groesbeek. Deze golfbaan is gelegen aan de Postweg 17 in Groesbeek. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 024-397 66 44. De website van de golfbaan is www.golfenophetrijk.nl.
Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij restaurant Green 46. Het Rijk van Nijmegen is nog een golfbaan in de buurt van Nijmegen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Nijmegen die ook op Youtube staan.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje te bekijken.
Onder de filmpjes vindt u de locaties van Gelderland alsook Nijmegen op Google Maps.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje te bekijken.
Onder de filmpjes vindt u de locaties van Gelderland alsook Nijmegen op Google Maps.
Door linksboven te klikken, wordt het kaartje in een nieuw venster groot weergeven.
Promovideo Nijmegen
Dronebeelden Nijmegen
Google Maps Gelderland
Google Maps Nijmegen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nijmegen
Nijmeegs nieuws
Hieronder kunt u het actuele nieuws uit Nijmegen uit verschillende nieuwsbronnen lezen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Nijmegen
- Ongeval met letsel op Molenweg in Nijmegen - AD
- Ongeval met letsel op Keizer Karelplein in Nijmegen - De Stentor
- Ongeval met letsel op Lange Hezelstraat in Nijmegen - AD
- NAC ontmoet zaterdag de kapitaalkrachtig nummer 6 van vorig seizoen - NAC Breda
- Schöne geniet ondanks bijrol bij NEC van laatste jaar als profvoetballer: ‘Dit gun ik elke speler’ - De Gelderlander
- Schöne geniet ondanks bijrol bij NEC van laatste jaar als profvoetballer: `Dit gun ik elke speler` - Drimble.nl
- Boze bewoners verenigen zich tegen nieuwe parkeerregels: ‘Het voelt als vrijheidsberoving’ - De Gelderlander
- Nijmegen minder fietsvriendelijk; politieke partijen bezorgd - RN7
- Commissie aan het werk: advies over banden met Israël volgend jaar verwacht - Drimble.nl
Nieuws uit de provincie Gelderland
- Bewoners midden in de nacht uit bed gehaald bij grote brand in Nijmeegse portiekwoning - De Gelderlander
- Er lijkt in Nijmegen wel een oorlog tegen parkeerplaatsen gaande - De Gelderlander
- Als Achterhoeker tik ik zo die Liemerse kreten weg: gi-j ook? - De Gelderlander
- Kerstshow Intratuin 2024: dit moet je weten voor je gaat - De Gelderlander
- Herkomst kluis achterhaald: dit is wat we weten over de crash met twee doden op de A50 - De Gelderlander
- Twee doden en een zwaargewonde bij ernstig verkeersongeluk Herveld - Telegraaf.nl
- Geen Wim Hof Methode-cursus voor studenten na beschuldigingen huiselijk geweld - Voxweb Nieuws
- Ster uit de Kelderklasse: ‘Ik scoorde nota bene met links, mijn chocoladebeen’ - De Gelderlander
- Lintje voor muziek- en voetballiefhebber Jan van Maren | Zaltbommel - BD.nl
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Nijmegen
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Nijmegen en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Nijmegen
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten