Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Leidschendam.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Leidschendam aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen op maat in Leidschendam aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve algemene taalcursussen zijn organisaties vooral in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van opdrachtgevers. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Leidschendam. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt cursisten in grote stappen naar het gewenste niveau met 15 minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Leidschendam.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Nijmegen) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall door een mix van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Wij bieden individuele taalcursussen, duocursussen (2 lerenden), groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie of het bedrijf.
Onze trainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en zij spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Leidschendam. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te borgen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Leidschendam worden gegeven.
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Leidschendam en omgeving.
Een individuele taalcursus wordt ook wel privéles of een één-op- één-taalcursus genoemd.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat in korte tijd veel kennis geleerd wordt.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook taalcursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is vooral de interactie met de andere deelnemers; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de fouten van andere cursisten kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen deze afwisseling als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor cursisten groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Het geleerde kan niet in de groep geoefend worden omdat er geen interactie met andere deelnemers is.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van de foutjes van een ander te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor deelnemers.
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten wat eerder zijn afgeleid. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd.
Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord hieraan toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van de kennis van de taal bieden. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De methode kan goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou de methode goed kunnen functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een keerzijde. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Op deze wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak aangetoond. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica. Lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof voor een langere tijd.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Het beheersen van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste woordcombinaties worden aan de student gepresenteerd in reële situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die het meest in de doeltaal gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct succeservaringen. De inbreng van de lerende zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
Middels CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam een grotere vraag aan het leren van talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of afwijkend. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen de kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij studenten. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te reizen naar het land van de te leren taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode nogal intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de methodiek. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als counselor die de zinnen van de studenten kenschetst. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn. De taaldocent geeft uitleg en vertaalt. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Het gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden lerenden zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Door het bespreken door de fouten en het evalueren van de les leren studenten vaak veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Een keerzijde van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De leerboeken zijn in de laatste dertig jaar aanmerkelijk veranderd onder invloed van (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan vanzelf snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de leermethode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Dit type onderwijs wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de taal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de bekende filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doel van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een lesboek te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de studenten en de docent. Net zoals de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar is de les zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en geeft verveling geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.
Als de lerenden zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen ze zich echter wel ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Een ander minpunt kan vormen dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt in de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor elke doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt de leermethode tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Ook is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond het jaar 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks het jaar 1900, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook nieuw dat de les in de vreemde taal werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taallessen. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloeden van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te vinden.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan de leermethode kleven echter eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal minder. Voor de meer gevorderde studenten, heeft deze leermethode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode is gestoeld op een daadkrachtige inzet door de studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak van de taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt beschouwd als autonoom. In feite is de docent dienstbaar aan de studenten, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. De studenten kunnen gefrustreerd raken door de afwezigheid van input van de trainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaltrainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale fenomenen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt, is een nadeel.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tweetalige tekst, door middel waarvan de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software controleert de spelling en grammatica en geeft eventuele taalfoutjes aan en biedt de optie om de taalfoutjes te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als plezierig om met de methodiek te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan Rosetta Stone een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Het feit dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen zijn door native speakers (moedertaalsprekers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren doordat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten en in een normaal tempo.
Het minpunt van de leermethode van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal, als deze verbanden bestaan. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat de lerenden zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Het feit dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen echte interactie, omdat het audiocursussen zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor een taalcursus. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, samen met de grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de cursisten; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaltrainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord hieraan toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van de kennis van de taal bieden. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De methode kan goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou de methode goed kunnen functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een keerzijde. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Op deze wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak aangetoond. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica. Lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof voor een langere tijd.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Het beheersen van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste woordcombinaties worden aan de student gepresenteerd in reële situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die het meest in de doeltaal gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct succeservaringen. De inbreng van de lerende zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
Middels CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam een grotere vraag aan het leren van talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of afwijkend. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen de kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij studenten. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te reizen naar het land van de te leren taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode nogal intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de methodiek. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als counselor die de zinnen van de studenten kenschetst. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn. De taaldocent geeft uitleg en vertaalt. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Het gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden lerenden zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Door het bespreken door de fouten en het evalueren van de les leren studenten vaak veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Een keerzijde van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De leerboeken zijn in de laatste dertig jaar aanmerkelijk veranderd onder invloed van (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan vanzelf snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de leermethode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Dit type onderwijs wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de taal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de bekende filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doel van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een lesboek te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de studenten en de docent. Net zoals de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar is de les zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en geeft verveling geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.
Als de lerenden zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen ze zich echter wel ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Een ander minpunt kan vormen dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt in de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor elke doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt de leermethode tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Ook is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond het jaar 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks het jaar 1900, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook nieuw dat de les in de vreemde taal werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taallessen. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloeden van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te vinden.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan de leermethode kleven echter eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal minder. Voor de meer gevorderde studenten, heeft deze leermethode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode is gestoeld op een daadkrachtige inzet door de studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak van de taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt beschouwd als autonoom. In feite is de docent dienstbaar aan de studenten, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. De studenten kunnen gefrustreerd raken door de afwezigheid van input van de trainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaltrainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale fenomenen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt, is een nadeel.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Leidschendam.
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Leidschendam op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform biedt Dagnall ook een eigen App voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer altijd en overal, dus 24/7, toegang op elk beschikbare (mobiele) apparaten heeft. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. Cursisten kunnen dus leren waar en wanneer het uitkomt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afloop van de taalcursus in Leidschendam is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taal veelal een uitdaging zijn.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve onmisbaar.
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Alleen het onderstaande is nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
Dagnall is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Leidschendam, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnersteden van Leidschendam-Voorburg is Hranice in Tsjechië, Konstancin-Jeziorna in Polen en Temecula in de Verenigde Staten.
In Leidschendam-Voorburg bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Weinig mensen weten dat in Leidschendam het Libanontribunaal gevestigd is en wel in het voormalige pand van de AIVD.
Het postcodegebied van Leidschendam is 2260 - 2267.
Het adres van het gemeentehuis van Leidschendam is Koningin Wilhelminalaan 2, 2264 BM in Leidschendam. De website van de gemeente Leidschendam is Lv.
nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Leidschendam is 14 070.
Voor Leidschendamse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Leidschendam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Leidschendam is KVK-kantoor Den Haag.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Leidschendam een bezoek brengen aan Museum Huygens’ Hofwijck in Voorburg of aan het Swaensteyn Museum in Voorburg.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Leidschendamse voetbalclub RKAVV of SEV meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Leidschendam kunt u terecht bij TCO/TVK Leidschendam of bij Tennispark Overdam.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalcursussen in Leidschendam van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Leidschendam.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Leidschendam aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taaltrainingen op maat in Leidschendam aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve algemene taalcursussen zijn organisaties vooral in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van opdrachtgevers. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Leidschendam. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leert.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt cursisten in grote stappen naar het gewenste niveau met 15 minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Leidschendam.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursist(en) met de contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de deelnemers wordt vastgesteld, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met de offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw agenda en uw situatie af.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw agenda en uw situatie af.
De trainer evalueert na enkele lessen de voortgang en de inhoud van de cursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen aangepast worden.
Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van ons instituut.
Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Dagnall is werkzaam sinds 1982 en geeft sindsdien taalonderwijs op maat zakelijk aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Leidschendam en omliggende plaatsen. Dagnall Talen heeft een selectie van ervaren en kundige taaldocenten die specialisten zijn op het gebied van taal en veel trainingen zakelijk voor hebben verzorgd in Haaglanden.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt Dagnall zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Leidschendam. Dagnall levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Leidschendam
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen die gericht zijn op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties bekend.
Werknemers die geen of een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en willen beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Werknemers die geen of een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en willen beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Zij willen graag in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze werknemers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op hun werkterrein verwezenlijken. Dit vergt een investering in medewerkers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Leidschendam
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Nijmegen) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall door een mix van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Wij bieden individuele taalcursussen, duocursussen (2 lerenden), groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie of het bedrijf.
Onze trainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en zij spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Leidschendam. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Een vreemde taal effectief leren in Leidschendam bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te borgen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Leidschendam worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Leidschendam
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Leidschendam en omgeving.
Een individuele taalcursus wordt ook wel privéles of een één-op- één-taalcursus genoemd.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat in korte tijd veel kennis geleerd wordt.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook taalcursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is vooral de interactie met de andere deelnemers; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de fouten van andere cursisten kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen deze afwisseling als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor cursisten groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Het geleerde kan niet in de groep geoefend worden omdat er geen interactie met andere deelnemers is.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van de foutjes van een ander te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor deelnemers.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten wat eerder zijn afgeleid. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd.
Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalkennis houdt in kennen (weten) en kunnen (de toepassing van de kennis). Door het accent te verleggen van het kennen naar het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de taalcursus in Leidschendam de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt en spreekt u de nieuwe taal al een beetje. Een plezierige ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord hieraan toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van de kennis van de taal bieden. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De methode kan goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou de methode goed kunnen functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een keerzijde. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Op deze wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak aangetoond. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica. Lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof voor een langere tijd.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Het beheersen van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste woordcombinaties worden aan de student gepresenteerd in reële situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die het meest in de doeltaal gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct succeservaringen. De inbreng van de lerende zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
Middels CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam een grotere vraag aan het leren van talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of afwijkend. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen de kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij studenten. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te reizen naar het land van de te leren taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode nogal intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de methodiek. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als counselor die de zinnen van de studenten kenschetst. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn. De taaldocent geeft uitleg en vertaalt. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Het gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden lerenden zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Door het bespreken door de fouten en het evalueren van de les leren studenten vaak veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Een keerzijde van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De leerboeken zijn in de laatste dertig jaar aanmerkelijk veranderd onder invloed van (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan vanzelf snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de leermethode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Dit type onderwijs wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de taal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de bekende filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doel van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een lesboek te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de studenten en de docent. Net zoals de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar is de les zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en geeft verveling geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.
Als de lerenden zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen ze zich echter wel ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Een ander minpunt kan vormen dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt in de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor elke doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt de leermethode tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Ook is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond het jaar 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks het jaar 1900, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook nieuw dat de les in de vreemde taal werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taallessen. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloeden van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te vinden.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan de leermethode kleven echter eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal minder. Voor de meer gevorderde studenten, heeft deze leermethode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode is gestoeld op een daadkrachtige inzet door de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak van de taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt beschouwd als autonoom. In feite is de docent dienstbaar aan de studenten, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. De studenten kunnen gefrustreerd raken door de afwezigheid van input van de trainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaltrainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale fenomenen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt, is een nadeel.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tweetalige tekst, door middel waarvan de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker (native speaker). Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software controleert de spelling en grammatica en geeft eventuele taalfoutjes aan en biedt de optie om de taalfoutjes te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden ervaren het als plezierig om met de methodiek te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan Rosetta Stone een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Het feit dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen zijn door native speakers (moedertaalsprekers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren doordat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten en in een normaal tempo.
Het minpunt van de leermethode van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal, als deze verbanden bestaan. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat de lerenden zelf hun vocabulaire kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Het feit dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen echte interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor een taalcursus. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, samen met de grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de cursisten; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaltrainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord hieraan toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal komt pas aan bod zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt de correcte uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van de kennis van de taal bieden. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. Deze woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De methode kan goed werken voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou de methode goed kunnen functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een keerzijde. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Op deze wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de vreemde taal. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak aangetoond. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica. Lerenden zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof voor een langere tijd.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Het beheersen van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste woordcombinaties worden aan de student gepresenteerd in reële situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die het meest in de doeltaal gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situatie bepaalde woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet direct succeservaringen. De inbreng van de lerende zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
Middels CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam een grotere vraag aan het leren van talen middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of afwijkend. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen de kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij studenten. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, direct vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te reizen naar het land van de te leren taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode nogal intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de methodiek. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als counselor die de zinnen van de studenten kenschetst. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn. De taaldocent geeft uitleg en vertaalt. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Het gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden lerenden zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Door het bespreken door de fouten en het evalueren van de les leren studenten vaak veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Een keerzijde van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De leerboeken zijn in de laatste dertig jaar aanmerkelijk veranderd onder invloed van (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan vanzelf snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de leermethode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Dit type onderwijs wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de taal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de bekende filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doel van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een lesboek te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de studenten en de docent. Net zoals de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar is de les zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en geeft verveling geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.
Als de lerenden zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen ze zich echter wel ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Een ander minpunt kan vormen dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt in de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet van belang. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor elke doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt de leermethode tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Ook is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond het jaar 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks het jaar 1900, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook nieuw dat de les in de vreemde taal werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taallessen. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloeden van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te vinden.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan de leermethode kleven echter eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal minder. Voor de meer gevorderde studenten, heeft deze leermethode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode is gestoeld op een daadkrachtige inzet door de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak van de taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte wordt beschouwd als autonoom. In feite is de docent dienstbaar aan de studenten, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. De studenten kunnen gefrustreerd raken door de afwezigheid van input van de trainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaltrainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale fenomenen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere manier om een vreemde taal te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere manier om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Leidschendam.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Leidschendam
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Leidschendam op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall ook een eigen App voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer altijd en overal, dus 24/7, toegang op elk beschikbare (mobiele) apparaten heeft. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. Cursisten kunnen dus leren waar en wanneer het uitkomt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afloop van de taalcursus in Leidschendam is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Leidschendam
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taal veelal een uitdaging zijn.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen
Alleen het onderstaande is nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Leidschendam ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Leidschendam ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Leidschendam
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als model en biedt u als cursist een duidelijk beeld van de aanwezige en opgedane kennis. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ aan het einde van de taalcursus in Leidschendam.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die speciaal voor de talen in Europa is ontwikkeld.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader hanteert vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam en afkorting wordt ook veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Deze vijf vaardigheden krijgen in het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot bijna moedertaalsprekers.
De zes verschillende niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader hanteert vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam en afkorting wordt ook veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Deze vijf vaardigheden krijgen in het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot bijna moedertaalsprekers.
De zes verschillende niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A van het ERK is van toepassing op beginners.
Een cursist die niveau B beheerst, beschikt over alle basiskennis in de bewuste taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Mensen die een vreemde taal beheersen op niveau C, kennen deze taal op bijna moedertaalniveau.
Een cursist die niveau B beheerst, beschikt over alle basiskennis in de bewuste taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Mensen die een vreemde taal beheersen op niveau C, kennen deze taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Leidschendam, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Leidschendam zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan zowel zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen als privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan zowel zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Leidschendam aan
Contact taalcursus Leidschendam
Wilt u contact opnemen voor een taalcursus in Leidschendam? U kunt ons e-mailen via taalcursus-leidschendam@dagnall.nl of ons bellen op 070-2076707 (geen menu) voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. Natuurlijk kunt u ook ons gratis informatiepakket bestellen.
De juiste weg naar een taalcursus in Leidschendam!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Leidschendam
U kunt de taalcursus in Leidschendam op uw locatie volgen of in Den Haag, bijvoorbeeld bij Coachhuis Den Haag-Centrum aan de Raamweg 4 in Den Haag of bij Q-Building aan de Laan van Zuidhoorn 60 in Rijswijk. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen in Leidschendam in bijvoorbeeld Fletcher Hotel Leidschendam-Den Haag aan de Weigelia 22, in Van der Valk Hotel De Gouden Leeuw aan de Veurseweg 180 in Voorschoten, in NH Hotel Den Haag aan het Prinses Margrietplantsoen 100 in Den Haag en in Haagse Toren/SkySuites/The Penthouse aan het Rijswijkseplein 78 in Den Haag.
Vergaderen in Leidschendam kan bij De Bles aan de Doctor van Noortstraat 154 en bij Landal Business Line aan de Bezuidenhoutseweg 78 in Den Haag.
Leidschendam - geschiedenis
Het gebied waar nu Leidschendam ligt, was al bewoond rond 2700 v.Chr. Er zijn vondsten gedaan van boerderijen en bijlen. Ook de Romeinen hebben er gewoond en later de Noormannen.
Leidschendam dankt zijn naam aan de Leytsche Dam. Deze naam werd al eeuwenlang gebruikt voor de bebouwing rondom de sluis in de Vliet.
Leidschendam - nu
Leidschendam ligt in de regio Haaglanden. Plaatsen in de omgeving van Leidschendam zijn Benthuizen, Den Haag, Mariahoeve, Schevingen, Stompwijk, Voorburg, Voorschoten, Zoeterwoude en Zoetermeer.
Leidschendam ligt in de provincie Zuid-Holland. De gemeente Leidschendam telt ruim 33.000 inwoners.
Vlag gemeente Leidschendam
Wapen gemeente Leidschendam
Inwoners
Een inwoner van Leidschendam heet een ‘Leidschendammer’.
Bekende Leidschendammers zijn Adriaan Bontebal, Roos Ouwehand, Kees Schuyt, Hans Scheepmaker en Marijke Vos.
Iets wat bij Leidschendam hoort, noemt men ‘Leidschendams’, zoals bijvoorbeeld de Leidschendamse sluis.
Bekende Leidschendammers zijn Adriaan Bontebal, Roos Ouwehand, Kees Schuyt, Hans Scheepmaker en Marijke Vos.
Iets wat bij Leidschendam hoort, noemt men ‘Leidschendams’, zoals bijvoorbeeld de Leidschendamse sluis.
Leidschendam is een plaats en onderdeel van de gemeente Leidschendam-Voorburg en omvat eveneens Stompwijk en Voorburg.
Leidschendam - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Leidschendam-Voorburg is Hranice in Tsjechië, Konstancin-Jeziorna in Polen en Temecula in de Verenigde Staten.
Hoger onderwijs
In Leidschendam-Voorburg bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vlag provincie Zuid-Holland
Wapen provincie Zuid-Holland
Typisch Leidschendams
Leidschendam is bekend van winkelcentrum Leidsenhage, kantoorgebouwen en filevermeldingen. Toch staat Leidschendam ook als groene gemeente bekend, waar het rustig wonen is.
Leidschendam fungeert als forenzenplaats en dienstenstadje.
Leidschendam fungeert als forenzenplaats en dienstenstadje.
Leidschendam - minder bekend
Weinig mensen weten dat in Leidschendam het Libanontribunaal gevestigd is en wel in het voormalige pand van de AIVD.
Dialect en accentin leidschendam
Dialectsprekers in Leidschendam-Voorburg spreken Haags.
Het Haags spreekt veel klinkers afwijkend uit vergeleken met het Standaardnederlands.
Zo wordt de ‘ei/ij’ uitgesproken als è (het Plèn voor ‘het Plein’) en de ‘ui’ als èu (‘broodje’ als broodjèu).
Het Haags spreekt veel klinkers afwijkend uit vergeleken met het Standaardnederlands.
Zo wordt de ‘ei/ij’ uitgesproken als è (het Plèn voor ‘het Plein’) en de ‘ui’ als èu (‘broodje’ als broodjèu).
De ‘aa’ wordt een ah en de ‘ee’, de ‘oo’ en ‘eu’ krijgen een extra ‘j’ (eej).
De Haagse ‘r’ klinkt als ch of wordt niet uitgesproken.
Iemand uit Voorburg is een impogt hâgenejs.
Als je gaat slapen, ga je je Ogen van binnen bekijken.
De Haagse ‘r’ klinkt als ch of wordt niet uitgesproken.
Iemand uit Voorburg is een impogt hâgenejs.
Als je gaat slapen, ga je je Ogen van binnen bekijken.
Leidschendam - “Gezellig rond de Vliet”
Leidschendam - zakelijk
De gemeente Leidschendam
Het postcodegebied van Leidschendam is 2260 - 2267.
Het adres van het gemeentehuis van Leidschendam is Koningin Wilhelminalaan 2, 2264 BM in Leidschendam. De website van de gemeente Leidschendam is Lv.
nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Leidschendam is 14 070.
Zakendoen in Leidschendam
Voor Leidschendamse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Leidschendam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Leidschendam is KVK-kantoor Den Haag.
Leidschendam - internationale bedrijvigheid
Verschillende internationaal opererende bedrijven zijn in Leidschendam gevestigd op bedrijventerrein De Star.
In Leidschendam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Fugro, KBenP, Landal GreenParks, LipsPlus, Luiten Food, NBTC Holland Marketing
In Leidschendam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Fugro, KBenP, Landal GreenParks, LipsPlus, Luiten Food, NBTC Holland Marketing
Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen en Distributiecentrum Van der Valk in Voorschoten.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Nieuws uit Leidschendam
De Leidschendamse nieuwsportalen zijn Het Krantje online en Midvliet en Leidschendamse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Leidschendam kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep West.
Ondernemers in Leidschendam kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep West.
Leidschendammers en ondernemingen in Leidschendam kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Voorburgs Dagblad.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Leidschendam
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Leidschendam een bezoek brengen aan Museum Huygens’ Hofwijck in Voorburg of aan het Swaensteyn Museum in Voorburg.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Leidschendamse voetbalclub RKAVV of SEV meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Leidschendam kunt u terecht bij TCO/TVK Leidschendam of bij Tennispark Overdam.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de taalcursus in Leidschendam of met uw internationale (zaken)relatie bij Leidschendam als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Leidschendam ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Leidschendam is Golfbaan Leeuwenbergh in Den Haag. Deze golfbaan bevindt zich aan de Elzenlaan 31 in Den Haag. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 070-395 45 56. De website van de golfbaan is www.leeuwenbergh.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het clubhuis van de golfclub. Golfbaan BurgGolf Westerpark Zoetermeer is een andere golfbaan in de omgeving van Leidschendam.
De golfbaan in de buurt voor Leidschendam is Golfbaan Leeuwenbergh in Den Haag. Deze golfbaan bevindt zich aan de Elzenlaan 31 in Den Haag. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 070-395 45 56. De website van de golfbaan is www.leeuwenbergh.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het clubhuis van de golfclub. Golfbaan BurgGolf Westerpark Zoetermeer is een andere golfbaan in de omgeving van Leidschendam.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Leidschendam die eveneens op Youtube zijn te zien.
Door direct op het rode logo van Youtube in het midden te klikken, wordt een filmpje afgespeeld.
Onder deze filmpjes staan de locaties van Zuid-Holland en Leidschendam op Google Maps.
Door direct op het rode logo van Youtube in het midden te klikken, wordt een filmpje afgespeeld.
Onder deze filmpjes staan de locaties van Zuid-Holland en Leidschendam op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Leidschendam
Dronebeelden Leidschendam
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Leidschendam
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Leidschendam
Nieuws uit Leidschendam
Hieronder kunt u het meest recente nieuws uit Leidschendam lezen uit diverse nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Leidschendam
- Glasvezel, dure zwembaden en oude wegen: begrotingstekort Leidschendam-Voorburg loopt op - AD
- XR voert actie tegen fast fashion in ‘kapitalisme walhalla’ The Mall: ‘Veel mensen hier kijken chagrijnig’ - AD
- Auto raakt van de weg en knalt tegen boom Korstverlorenweg Leidschendam - district8.net
- Twee rijstroken A4 gesloten nadat auto over de kop slaat bij Leidschendam - AD
- Cel- en werkstraf geëist in mishandelingszaak Bas Muijs - Drimble.nl
- Laatste nieuws uit Leidschendam-Voorburg - Gratis e-learning: herken ondermijnende criminaliteit in jouw buurt - Midvliet
- Bezuinigen op ambtenaren: minder borrels en woordvoerders - Drimble.nl
- CDA wil groen voor inwoners afdwingen bij ontwikkelaars - Het Krantje Online
- Laatste nieuws uit Leidschendam-Voorburg - Meer vrouwen bij nieuwe straatnamen - Midvliet
Nieuws uit de provincie Zuid-Holland
- Híer zit de beste slager van Zuid-Holland - Rodi.nl
- Wolf komt mogelijk ook naar Zuid-Hollandse duinen - Omroep West
- Groot zonnedak en zonnepark helpen stroomnet Zuid-Holland ontlasten - Solar Magazine
- Automobilisten in Zuid-Holland moeten weer meer belasting betalen - - AutoWeek
- Automobilisten in Zuid-Holland moeten weer meer provinciale opcenten betalen - TaxLive
- Vrouw ernstig gewond bij uit de hand gelopen bruiloftsfeest [video] - Drimble.nl
- De wolf komt naar Zuid-Holland, daar rekent de provincie op: ‘Wolfwerende rasters beschikbaar’ | Rotterdam - AD
- CDA blij dat bushalte Thorbeckelaan Sliedrecht niet wordt verplaatst - CDA
- A13 van knooppunt Ypenburg tot Delft-Zuid dicht in het weekend; 11 - 13 oktober 2024 - Rijkswaterstaat
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Leidschendam
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Leidschendam en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Leidschendam
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten