Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties en bedrijven die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Talen is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Leeuwarden en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Leeuwarden aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen op maat in Leeuwarden aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Iedereen kan bij ons vreemde talen leren op precies een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn naast klassieke taaltrainingen met name geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Wij zijn een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Leeuwarden. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar de beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om een vreemde taal te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengt Dagnall Talen u met grote stappen naar het beoogde taalniveau. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Leeuwarden.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
Na een aantal lessen evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden bijgesteld. Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van Dagnall Talen.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt indien gewenst, door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht van ons. Deze moeten teruggestuurd worden voorafgaand aan de intakedatum Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De groepsindelingen worden geadviseerd door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall verzorgt de logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden Dagnall Talen brengt geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Continuïteit van de planning van de cursus(sen) alsook het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Dagnall Talen levert sinds 1982 taalonderwijs op maat zakelijk aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Leeuwarden en plaatsen in de buurt van Leeuwarden. Dagnall Taleninstituut heeft een team van ervaren en kundige taaldocenten die specialisten zijn op het gebied van taal en veel trainingen zakelijk hebben verzorgd in de Friese elf steden.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, levert Dagnall u betaalbare en effectieve taalcursussen in Leeuwarden. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u te bieden heeft.
Betaalbare taalcursussen op maat in Leeuwarden
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Een cursus toegespitst op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer is ondertussen bij veel bedrijven een begrip. Medewerkers met beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
De aanwijzingen op de werkvloer willen zij goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op het werkgebied verwezenlijken. Dit vereist een investering in mensen en in de (continue) ontwikkeling van de organisatie.
Dagnall Taleninstituut biedt betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verhogen. Ons instituut leert en helpt deelnemers de lesstof in praktijk te brengen in hun functie. Dagnall Taleninstituut stemt de taalcursus af op de behoefte van de opdrachtgever alsook op het niveau van de cursist(en). Als aanvulling op de lessen, krijgt de cursist tijdens de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Ons instituut let tevens op de wat onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursist staat al vaak alleen in zijn poging om de taal onder de knie te krijgen, om de gebruiken en cultuur van het betreffende land en de organisatie te begrijpen en om de wereld via taal te vergroten. Hiervoor is motivatie en inzet vereist. Daarbij hebben cursisten slechts een aantal vaste contactmomenten per week met de docent. Dit is niet in elk geval voldoende.
Onderscheidend
Dagnall is onderscheidend door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor de taalcursus op de werkvloer. Ons instituut stimuleert collega’s en leidinggevenden van de organisatie om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze wijze te benadrukken, wordt de waarde van goede talenkennis gemeenschappelijk ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Leeuwarden
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is tevens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taalcursus in Leeuwarden die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall bereiken wij met een mix van deze beproefde leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf. De taaldocenten van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Leeuwarden. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief een vreemde taal leren in Leeuwarden bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Talen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Leeuwarden worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Leeuwarden
Maatwerkcursussen
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Leeuwarden en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De leergroepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode. Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele taalcursus. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Daarnaast zijn individuele taalcursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere lerenden; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen deelnemers leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn voor de lerenden groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele cursus alleen worden gevoerd en gedaan met de trainer. Het geleerde kan niet geoefend worden in de groep omdat er geen interactie is met andere cursisten. Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van andere cursisten omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden wat sneller worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen). Groepscursussen kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining kiezen. Eveneens is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Vaak wordt voor een combinatie gekozen. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Het beheersen van een taal betekent naast kennen vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door de aandacht te vestigen op het verschil tussen kennen en kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Leeuwarden de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt u wat die anderstalige collega’s zeggen. Dat niet alleen, u kunt ook antwoorden in de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwen. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in de vreemde taal.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al gauw grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Af en toe haperde de techniek, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was alom aanvaard dat het bij een taal leren niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt de goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van kennis zorgen. Deze methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Tegelijk heeft dit docentgestuurde aspect een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de studenten. Hierdoor dreigt het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen of woorden worden hardop gelezen door de studenten. Het is niet het idee om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst verwijderd. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Deze methode kan functioneren voor woorden die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan de methode functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Het beheersen van deze structuren levert volgens de SA meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste woordcombinaties en groepen woorden in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. Deze vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aangeboden aan de studenten. De taalstructuren die in de praktijk het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de taal op een nauwkeurige manier leren. De leren eveneensden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren eveneens in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en geeft niet onmiddellijk succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van talen.
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die studenten leren om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer behoefte aan het leren van talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten werkt het stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een taal leren, is voor een aantal studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainers dragen kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die wordt toegepast bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Naar het land van de doeltaal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de student van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de student zich veilig voelt en ontspannen is. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. In de lessen zaten studenten in comfortabele stoelen die gezet waren in een halve cirkel en er was ook altijd muziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Lerenden werden zo overgehaald om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende minder hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. CLL is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt toegepast. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om te werken als een team. Studenten leren veel door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de te leren taal denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode van Gouin werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerende goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. De lerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het niveau van de lerende te liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een alledaagse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT in 2000. Deze methode wordt ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve werkwijze voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen de studenten en de taaldocent. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor docenten is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Het kan zeer motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces. De lessen zijn niet voorspelbaar op deze manier. Dat garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel elk onderwerp kan in Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen, kunnen lerenden zich echter iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaltrainer voldoende flexibel voor dit type onderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taalles wordt behandeld, kan een ander nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen bieden realistische doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel lesboeken voor deze methode geschikt. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Een bijkomende grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die gebaseerd is op het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en deze methode kan eveneens worden toegepast in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast nog een andere methodiek (ter aanvulling) nodig is. De methode is ook niet erg creatief. Studenten leren niet om ideeën, gevoelens en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De studenten dienden de taalregels hieruit af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd de studenten vaak te laten spreken. Het was ook nieuw dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te vinden in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdagingen. Omdat de Directe Methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student is de leermethode tevens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer gebaseerd, die één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet naar het overbrengen van kennis an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van belang geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in de originele versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden beschouwd als autonoom, is de sterke kant van de methode van Gattegno. De taaltrainer is in feite dienstbaar aan de studenten en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken magwat bijdraagt aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat een aantal lerenden wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van inbreng van de trainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af gaat. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden zo ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant hiervan. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen op de markt brengt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van moedertaalsprekers (native speakers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten daarna veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de lerenden te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in het gebruik en kan door studenten worden gebruikt op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke delen van de methode meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om te werken met de leermethode. Voor scholen kan de methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een nadeel van de methode kan zijn dat er geen taaltrainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes en dialogen die worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuren van de nieuwe taal worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur deed onderzoeken naar het optimale interval waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur zeer goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo spreken.
Het nadeel van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student de derde student is. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal. Mensen die wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op efficiënte wijze en de methode is ook zeer toegankelijk. Dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden daarna herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwen. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is vrijwel zonder fouten leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar studenten een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in de vreemde taal.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al gauw grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Af en toe haperde de techniek, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was alom aanvaard dat het bij een taal leren niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt de goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van kennis zorgen. Deze methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Tegelijk heeft dit docentgestuurde aspect een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de studenten. Hierdoor dreigt het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen of woorden worden hardop gelezen door de studenten. Het is niet het idee om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst verwijderd. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Deze methode kan functioneren voor woorden die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan de methode functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken, probeert de methode de vreemde taal aan te leren. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Het beheersen van deze structuren levert volgens de SA meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste woordcombinaties en groepen woorden in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. Deze vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aangeboden aan de studenten. De taalstructuren die in de praktijk het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de taal op een nauwkeurige manier leren. De leren eveneensden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren eveneens in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en geeft niet onmiddellijk succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van talen.
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten de doeltaal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die studenten leren om in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer behoefte aan het leren van talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten werkt het stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een taal leren, is voor een aantal studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainers dragen kennis over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die wordt toegepast bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Naar het land van de doeltaal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de student van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de student zich veilig voelt en ontspannen is. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. In de lessen zaten studenten in comfortabele stoelen die gezet waren in een halve cirkel en er was ook altijd muziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Lerenden werden zo overgehaald om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende minder hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. CLL is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt toegepast. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om te werken als een team. Studenten leren veel door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taallessen. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de te leren taal denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode van Gouin werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerende goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. De lerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het niveau van de lerende te liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een alledaagse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT in 2000. Deze methode wordt ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve werkwijze voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen de studenten en de taaldocent. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor docenten is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Het kan zeer motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces. De lessen zijn niet voorspelbaar op deze manier. Dat garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel elk onderwerp kan in Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen, kunnen lerenden zich echter iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaltrainer voldoende flexibel voor dit type onderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taalles wordt behandeld, kan een ander nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen bieden realistische doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel lesboeken voor deze methode geschikt. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Een bijkomende grond is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die gebaseerd is op het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en deze methode kan eveneens worden toegepast in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast nog een andere methodiek (ter aanvulling) nodig is. De methode is ook niet erg creatief. Studenten leren niet om ideeën, gevoelens en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De studenten dienden de taalregels hieruit af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd de studenten vaak te laten spreken. Het was ook nieuw dat de lessen in de doeltaal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te vinden in de jaren zestig.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste voordeel van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdagingen. Omdat de Directe Methode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student is de leermethode tevens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer gebaseerd, die één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet naar het overbrengen van kennis an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van belang geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in de originele versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden beschouwd als autonoom, is de sterke kant van de methode van Gattegno. De taaltrainer is in feite dienstbaar aan de studenten en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken magwat bijdraagt aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat een aantal lerenden wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van inbreng van de trainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af gaat. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden zo ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant hiervan. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen op de markt brengt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van moedertaalsprekers (native speakers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten daarna veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de lerenden te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in het gebruik en kan door studenten worden gebruikt op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke delen van de methode meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om te werken met de leermethode. Voor scholen kan de methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een nadeel van de methode kan zijn dat er geen taaltrainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes en dialogen die worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuren van de nieuwe taal worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur deed onderzoeken naar het optimale interval waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur zeer goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo spreken.
Het nadeel van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student de derde student is. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de te leren taal. Mensen die wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op efficiënte wijze en de methode is ook zeer toegankelijk. Dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, alsook grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden daarna herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
Ook is er een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er is echter een betere methode om talen te leren: De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursist interessant kunnen zijn. Onze taaltrainers zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd. Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Leeuwarden.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Leeuwarden
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers met blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Leeuwarden op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform tevens een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Deelnemers kunnen dus leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Leeuwarden. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid. Mensen die meerdere talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, pc of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) trainers gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO dan wel universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de cursist worden afgestemd
De inhoud van de cursus wordt aan het leerplan aangepast zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen op een vlotte en zelfverzekerde manier te bereiken
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van videosessies en zelfstudie zijn de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursussen eveneens tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de trainer en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen gegeven door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Leeuwarden ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Leeuwarden ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als leidraad en geven u een duidelijk beeld van uw aanwezige en opgedane kennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
De cursist ontvangt het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ aan het einde van een taalcursus in Leeuwarden.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om taalniveaus te omschrijven op een uniforme wijze, zodat ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland eenzelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in Duitsland. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Voor deze taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze zes niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners. Cursisten die taalniveau B beheersen, beschikken over alle basiskennis in de bewuste taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van een (ver)gevorderde taalgebruiker, die de geleerde taal kent als een (bijna) moedertaalgebruiker (near-native) (native).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Leeuwarden, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken klantgericht en resultaatgericht en kunnen zich snel aan veranderende omstandigheden aanpassen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Leeuwarden sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Hiervoor is continue innovatie essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse commissies, besturen en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging. Dagnall voldoet uiteraard aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Leeuwarden zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen heeft een inschrijving in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs aan u berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Leeuwarden aan
Neem direct contact met ons op voor een taalcursus in Leeuwarden. Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. U kunt een e-mail sturen naar taalcursus-leeuwarden@dagnall.nl of direct bellen op 085-2737302 (geen menu).
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook ons gratis informatiepakket bestellen.
Het beste traject naar een taalcursus in Leeuwarden!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Leeuwarden op uw eigen locatie volgen of in Leeuwarden, bijvoorbeeld in het pand “Buro 360” aan de Polluxweg 20 in Leeuwarden. Wij verzorgen ook taalcursussen in Leeuwarden bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Leeuwarden aan de Lynbaan 35, bij WestCord WTC Hotel Leeuwarden aan de Heliconweg 52, bij Fletcher Hotel-Paleis Stadhouderlijk Hof aan de Hofplein 29 en bij Eden Oranje Hotel Leeuwarden aan de Stationsweg 4.
Besprekingen houden, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Leeuwarden kan bijvoorbeeld bij WTC Expo aan de Heliconweg 52.
Archeologische opgravingen laten sporen van bewoning zien uit de IJzertijd, de 1ste eeuw v.Chr. in het gebied waar nu Leeuwarden ligt. Zeker is eveneens dat het gebied in de Romeinse tijd bewoond was. De naam Leeuwarden komt voor de eerste keer voor in een akte uit de 8ste eeuw, als de ‘Villa Lintarwde’. De naam ‘Leeuwarden’ is sinds 1046 op meer
dan tweehonderd verschillende manieren geschreven: Leewadden, Liwwadden en Lintarwde. In het Fries als ‘Ljouwert’ en ‘Liiewardensis’. Het eerste deel; leeuw’ komt waarschijnlijk van een oud-Fries woord dat ‘luwte’ betekent en werd betekende ‘terp’ of ‘dorp’. Leeuwarden betekent in moderne taal dus ‘dorp in de luwte’.
Leeuwarden is gelegen in de streek de Friese elf steden en het gebied Oostergo. Plaatsen in de buurt van de stad Leeuwarden zijn Burgum, Damwâld, Dokkum, Franeker, Grou, Harlingen, Marssum, Stiens en Warten.
Leeuwarden ligt in de provincie Friesland. In de gemeente Leeuwarden wonen ruim 123.000 mensen.
Woon je in Leeuwarden, dan heet je een ‘Leeuwarder’. De Leeuwarders hebben de bijnaam galgelappers. Het schijnt dat de galg in Leeuwarden zo rot was, dat de galg eerst moest worden opgelapt voordat hij gebruikt kon worden. Bekende Leeuwarders zijn Cor Boonstra, Wilfred Genee en Mata Hari.
Iets wat uit Leeuwarden komt, heet ‘Leeuwardens’ of ‘Leeuwarder’, zoals de Leeuwarder Courant. Leeuwarden kreeg stadsrechten in het jaar 1285.
Leeuwarden - kernen & scholing
Provinciehoofdstad & kernen
Leeuwarden is de provinciehoofdstad van Friesland. De plaats Leeuwarden is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Friens, Goutum, Grou, Hempens, Idaerd, Jirnsum, Lekkum, Reduzum, Swichum, Warstiens, Warten, Wergea, Wirdum en Wytgaard deel van uitmaken.
Stedenband
Leeuwarden heeft een stedenband met Liyang in China.
Hoger onderwijs
Er zijn vier hogescholen in Leeuwarden: de Hanzehogeschool, NHL Stenden waar ook Hogere Hotelschool Leeuwarden deel van uitmaakt, Van Hall Larenstein en Windesheim. Leeuwarden heeft geen zelfstandige universiteit, maar wel een vestiging van de Universiteit Wageningen (Dairy Campus) alsook de Rijksuniversiteit Groningen (Campus Fryslân).
Denk je aan Leeuwarden, dan denk je aan de Friese Elfstedentocht met finishplek Bonkevaart, aan Mata Hari, Culturele Hoofdstad 2018 en het Fries Museum. Maar sommige mensen denken bij Leeuwarden eerder aan de enveloppen van het CJIB (Centraal Justitieel Incassobureau). Leeuwarden fungeert als gezellige winkelstad en als
provinciehoofdstad met een regionale functie op het gebied van werk, onderwijs, zorg en cultuur.
Leeuwarden - minder bekend
Minder bekend is dat Leeuwarden ook een luchthaven heeft: de militaire vliegbasis Leeuwarden.
Het is een Stadfries dialect. Typisch voor het Stadsfries is de stemloze ‘f’ en ‘s’ aan het begin van een woord waar het Standaardnederlands een ‘v’ of ‘z’ gebruikt (faor is ‘voor’, see in plaats van ‘zee’). De -sch wordt -sk: skip voor ‘schip’. Voltooide deelwoorden krijgen geen ge- (ik hew sien voor “ik heb gezien”).
Er zijn veel afwijkende klinkers: oa in plaats van ‘aa’, ie in plaats van ‘ei/ij’, oe in plaats van ‘oo’, enz. Een ‘bootje’ is een boatsje. Gien nocht an betekent ‘geen zin’. Als iets echt vreemd is, zegt men in Leeuwarden: Dat is suver nuver. Iemand die niet uit Leeuwarden komt, is fan buten.
“Kijk, dat is ’t mooie van Leeuwarden”
Leeuwarden - zakelijk
De gemeente Leeuwarden
Het netnummer van Leeuwarden is 058. Het postcodegebied van Leeuwarden is 8900 - 8941. Het adres van het gemeentehuis van Leeuwarden is Oldehoofsterkerkhof 2, 8911 DH in Leeuwarden. De website van de gemeente Leeuwarden is Leeuwarden.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Leeuwarden is 14 058.
Zakendoen in Leeuwarden
Voor Leeuwarder ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Leeuwarden aan de Heliconweg 62, 8912 AT in Leeuwarden. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Leeuwarden is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Leeuwarden is KVK-kantoor Leeuwarden.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Leeuwarden vaak op de Diary Campus, op de Energiecampus, op bedrijventerrein De Hemrik, Newtonpark I en IV, Watercampus, op kantoorlocatie De Werp en op bedrijventerrein De Zwette I en IV. In Leeuwarden bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Ausnutria, Carver Europe, Cendris, Concorp Jirnsum, Europrovyl, FBTO, FIB Industries,
GrainPlastics, IFE-Tebel Technologies, Jongia Mixing Technology, Koninklijke CSK Food Enrichment, Kooiker Logistiek, NDC mediagroep, Neways, Omrin, Royal De Boer Stalinrichtingen, Royal Koopmans, Royal Steensma, Royal Vriesco International Fabrics, Trivium Packaging Netherlands en Levo Produktenmaatschappij in Franeker. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Ondernemers in Leeuwarden kijken hun (zakelijk) nieuws op Omrop Fryslân. Leeuwarders en ondernemingen in Leeuwarden kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant de Leeuwarder Courant.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Leeuwarder voetbalclub Cambuur, de Leeuwarder Zwaluwen, Blauw Wit ’34 of SC Leovardia te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Leeuwarden kunt u terecht bij T.V. De Molen, bij LTV de Bontekoe of bij Tennisclub ’t Nijlân. Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Leeuwarden of met uw internationale (zaken)relatie in Leeuwarden als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Leeuwarden ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De golfbaan in Leeuwarden is de Leeuwarder Golfclub De Groene Ster. Deze golfbaan bevindt zich aan de Woelwijk 101 in Leeuwarden. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0511-43 22 99. De website van de golfbaan is www.leeuwardergolfclub.nl. Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij het sfeervolle clubhuis van de golfclub.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Leeuwarden die ook op Youtube staan. Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken. Direct onder deze filmpjes staan de locaties van Friesland en Leeuwarden op Google Maps.
U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Leeuwarden
Dronebeelden Leeuwarden
Google Maps Friesland
Google Maps Leeuwarden
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Leeuwarden