Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Daarom hebben bedrijven en organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van de werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Wij zijn een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in Kampen als in de buurt van Kampen. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken hebben hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Kampen aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen op maat in Kampen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen talen leren op precies een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn naast de klassieke taalcursussen vooral in werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Onze taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgevers afgestemd. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Kampen. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om vreemde talen te leren zonder schroom alsook met plezier en gemak. Daarom zet Dagnall Talen alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen cursisten in grote stappen naar het gewenste taalniveau met 15 minuten dagelijks oefenen. Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Kampen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever inventariseren wij uw wensen en leerdoelen. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, sturen wij u een cursusvoorstel op maat samen met een offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na enkele lessen evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. Na de laatste les sturen wij u een eindrapport samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit formulier alsook de schrijfopdracht dienen vóór de datum van de intake te worden teruggestuurd Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en in overleg vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall verzorgt uiteraard de logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma wordt door Dagnall Talen bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
Ons bedrijf is actief sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taalcursussen voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Kampen en omringende gemeenten. Wij hebben ervaren en kundige trainers die echte experts op taalgebied zijn en al menig cursus hebben verzorgd voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen in de Kop van Overijssel.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall u effectieve en betaalbare taalcursussen in Kampen. U kunt ervan op aan dat wij voor het meeste rendement zorgen; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Kampen
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Taalcursussen die toegespitst zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties gemeengoed. Werknemers die geen of weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen de werkinstructies op de werkplek goed kunnen begrijpen en opvolgen. De werknemers willen bij voorkeur zelfverzekerder het werk kunnen doen en natuurlijk graag hun ambities op hun werkgebied waarmaken. Dit vereist een investering in personeel en in de ontwikkeling van het bedrijf.
Ons instituut verzorgt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer vergroten. Dagnall Taleninstituut leert en helpt deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen op hun werk. Dagnall stemt de taallessen af op de behoeften van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de taallessen, krijgt de deelnemer regelmatig praktijkopdrachten gedurende de cursus, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Dit is dus een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut besteedt ook aandacht aan de wat minder belichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal te beheersen, om de gewoontes en cultuur van het nieuwe land en de organisatie te doorgronden en om hun wereld door middel van taal te vergroten. Dat vereist veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dit is niet in ieder geval voldoende.
Onderscheidend
Ons instituut is onderscheidend door in te zetten op vergroting van het draagvlak voor een cursus op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert collega’s en leidinggevenden van de organisatie om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door het belang van taal op de werkvloer voortdurend op deze manier aan te stippen, wordt de waarde van een goede beheersing van de taal samen ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Kampen
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is uiteraard ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Kampen die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall realiseren onze taaltrainers met een blend van deze bewezen leermethode, gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen, zogenaamde duocursussen (met 2 personen), groepscursussen van 3 tot 10 personen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. Onze trainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Kampen. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Een taal effectief leren in Kampen bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus aan ons kunt overlaten. Dagnall biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Kampen worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Kampen
Maatwerkcursussen
Wij bieden individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Kampen en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen staan al tientallen jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement. Alle individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groep wordt zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren. Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat in korte tijd veel kennis geleerd wordt. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk. Nog een belangrijk voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers is het belangrijkste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars foutjes leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen cursisten fijner vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor deelnemers dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer. Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet worden geoefend in groepsverband. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van elkaars foutjes te leren. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursisten ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen deelnemers wat eerder zijn afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden. Ook kunnen groepscursussen minder goed op individuele leerstijlen van deelnemers worden afgestemd. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Wij bieden daarom onze taaltrainingen ook incompany of online aan. Bij Dagnall kiest u als taalleerder bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus
zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Eveneens is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Vaak wordt voor een combinatie gekozen. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Het beheersen van een taal betekent niet alleen kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Door de aandacht te vestigen op het verschil tussen kennen en kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Kampen de opgedane kennis actief en snel toe te passen.
Voor u het weet, voelt u zich vertrouwd met de anderstalige taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen verstaan en spreken, wat bij iemand leren naspreken, begint. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in de vreemde taal.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. De techniek haperde soms, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
De docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. De GoldList-methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze zinnen of woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis ook relevant en van betekenis is voor de lerende. De methode kan dus alleen functioneren voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken. Een minpunt is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Daarnaast is de methode nogal tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert men ook onbewust op die wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal, is de leermethode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerende plezier heeft van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. Studenten zouden inderdaad leren te communiceren in de vreemde taal, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in reële situaties door middel van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de vreemde taal op een accurate manier kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De methodiek is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
Met gebruik van CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Authentieke teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten helpen in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd de CLT heel populair. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend, omdat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en van studentent vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van leren lastig of afwijkend. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en deze methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainers dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De leermethode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor de lerende voor het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt gebruikt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de doeltaal want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die werden geplaatst in een halve cirkel en in de klas was altijd achtergrondmuziek. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor ze, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethodiek. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Als zij de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om te leren. Een lesboek wordt niet gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de leergroep vaak heel hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als een team te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en ook geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig te meten. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat besteed die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan al gauw in de vreemde taal denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij ongewone aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden goed en zorgt voor het creëren van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode creëert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme van de studenten op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets geheel nieuws. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen net boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de lerenden (voornamelijk de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan genoemd worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van inhoudelijke gesprekken over praktische items is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als inspirator van een taal leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van het taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen docent en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de trainer is dat hij of zij zich nauwelijks hoeft voor te bereiden. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en dat de verveling niet toeslaat. In een Dogme-les is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Op deze manier blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig door de taaltrainer begeleid worden. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten voldoende flexibel. Een keerzijde kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de les aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet van belang om de tekst te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Argüelles is lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond waardoor het leren van de taal een stuk effectiever gaat.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek ook in wat grotere klassen worden ingezet. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (aanvullend) nodig. Ook is de methode niet heel creatief. Studenten leren niet om hun ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Door de lerenden moesten de taalregels hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht waren er voor de uitspraak. Het werd gestimuleerd om de studenten vaak te laten praten. Nieuw was ook dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. De studenten boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Minpunten kent de leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten, doordat de leermethode van een actieve inzet door de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat van de autonomie van de lerende uitn en hun actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn gekleurde staafjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. De docent is bij deze methode in feite aan de lerenden dienstbaar en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. Door het gebrek aan input van de docent zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Woorden en structuren worden zo vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De lerenden worden door de trainer op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal creëren, is een variant. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en daarna samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPR Storytelling is prettig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) te vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en wijst op fouten en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma omvat ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De student bepaalt zelf welke delen van de leermethode wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor scholen. Een keerzijde is dat geen taaldocent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij introduceerde in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door native speakers. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt heel goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken op een normaal tempo.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas had als principe dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in stapjes opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten het voorgaande begrepen en geleerd hebben. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. Mensen die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op een efficiënte manier. Het feit dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen streven is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De gebruiker besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, samen met grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnetjes die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruikers daarna dienen te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een groot aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursisten in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de lerende te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen verstaan en spreken, wat bij iemand leren naspreken, begint. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in de vreemde taal.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. De techniek haperde soms, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
De docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. De GoldList-methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden of zinnen op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze zinnen of woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis ook relevant en van betekenis is voor de lerende. De methode kan dus alleen functioneren voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken. Een minpunt is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Daarnaast is de methode nogal tijdrovend omdat er steeds handgeschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal te leren. De taalregels van de te leren taal leert men ook onbewust op die wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal, is de leermethode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerende plezier heeft van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. Studenten zouden inderdaad leren te communiceren in de vreemde taal, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Bij de methode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in reële situaties door middel van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de vreemde taal op een accurate manier kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. De methodiek is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van vreemde talen.
Met gebruik van CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Authentieke teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten echt trainers, die studenten helpen in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd de CLT heel populair. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend, omdat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en van studentent vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van leren lastig of afwijkend. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en deze methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainers dragen de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die wordt aangeboden. De leermethode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor de lerende voor het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt gebruikt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de doeltaal want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die werden geplaatst in een halve cirkel en in de klas was altijd achtergrondmuziek. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor ze, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethodiek. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Als zij de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om te leren. Een lesboek wordt niet gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de leergroep vaak heel hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als een team te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en ook geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig te meten. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de taal.
De taak van de taaldocent is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat besteed die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan al gauw in de vreemde taal denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de vrij ongewone aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden goed en zorgt voor het creëren van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode creëert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme van de studenten op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets geheel nieuws. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen net boven het taalniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de lerenden (voornamelijk de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan genoemd worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van inhoudelijke gesprekken over praktische items is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als inspirator van een taal leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van het taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen docent en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de trainer is dat hij of zij zich nauwelijks hoeft voor te bereiden. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en dat de verveling niet toeslaat. In een Dogme-les is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Op deze manier blijven de lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig door de taaltrainer begeleid worden. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten voldoende flexibel. Een keerzijde kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de les aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. Woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet van belang om de tekst te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Argüelles is lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond waardoor het leren van de taal een stuk effectiever gaat.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de te leren taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek ook in wat grotere klassen worden ingezet. De vreemde taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (aanvullend) nodig. Ook is de methode niet heel creatief. Studenten leren niet om hun ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Door de lerenden moesten de taalregels hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht waren er voor de uitspraak. Het werd gestimuleerd om de studenten vaak te laten praten. Nieuw was ook dat de lessen in de vreemde taal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. De studenten boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Minpunten kent de leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten, doordat de leermethode van een actieve inzet door de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat van de autonomie van de lerende uitn en hun actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn gekleurde staafjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. De docent is bij deze methode in feite aan de lerenden dienstbaar en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke manier. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. Door het gebrek aan input van de docent zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Woorden en structuren worden zo vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De lerenden worden door de trainer op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal creëren, is een variant. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de vertaling erbij en daarna samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPR Storytelling is prettig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) te vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en wijst op fouten en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma omvat ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De student bepaalt zelf welke delen van de leermethode wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor scholen. Een keerzijde is dat geen taaldocent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij introduceerde in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door native speakers. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt heel goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken op een normaal tempo.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas had als principe dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in stapjes opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten het voorgaande begrepen en geleerd hebben. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. Mensen die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op een efficiënte manier. Het feit dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen streven is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De gebruiker besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, samen met grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnetjes die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruikers daarna dienen te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een groot aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursisten in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Er is eveneens een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate alsook online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in die voor de cursist interessant zijn. Onze taaltrainers zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar deze werkwijze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Bij de zogenaamde vorm van taaltraining van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd. Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Kampen.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Kampen
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Kampen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige App, geschikt voor zowel Android als Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft ook na afronding van de taalcursus in Kampen beschikbaar. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners of klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn. Mensen die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven en organisaties derhalve cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele als groepstrainingen
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze onlinecursussen en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall Talen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) trainers verzorgd
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
De trainers van Dagnall zijn universitair dan wel HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud wordt afgestemd op het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt cursisten de taaldoelen zelfverzekerd en snel te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuur die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Door de combinatie van zelfstudie en videosessies is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursussen ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Kampen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Kampen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als uitgangspunt en bieden u als cursist een helder beeld van uw aanwezige en opgedane kennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na afloop van de taalcursus in Kampen.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de verschillende niveaus van taalvaardigheid op een uniforme manier omschrijft. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het Europees Referentiekader onderscheidt vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam en afkorting wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot bijna moedertaalsprekers. A1, A2, B1, B2, C1 en C2 zijn de indelingen van deze niveaus, waarbij A1 het laagste niveau is en C2 het hoogste.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners. Mensen die taalniveau B beheersen, bezitten alle basiskennis in de bewuste taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C toont aan dat iemand de geleerde taal zeer goed in diverse situaties kan gebruiken.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Kampen, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken resultaatgericht en klantgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Kampen sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continu vernieuwen is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, verwerkt en bewaard mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies te worden beschermd. Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Kampen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut heeft een inschrijving in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Kampen aan
Wilt u contact met Dagnall Taleninstituut opnemen voor een taalcursus in Kampen? Bent u nieuwsgierig geworden naar de werkwijze? U kunt u ons e-mailen via taalcursus-helmond@dagnall.nl of bellen op 085-2737302 (geen belmenu).
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook ons informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
De efficiënte route naar een taalcursus in Kampen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Kampen op uw locatie volgen of in Zwolle, bijvoorbeeld bij Coachhuis Zwolle aan de Kamperstraat 35A in Zwolle of op Landgoed De Hezenberg bij Vivento aan de Hezenberg 6 in Hattem. Ons instituut verzorgt ook taalcursussen in Kampen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Zwolle aan de Nieuwleusenerdijk 1 in Zwolle, in Lumen Hotel & Events aan het Stadionplein 20 in Zwolle en in Pillows Grand Hotel Ter Borch aan de Stationsweg 9 in Zwolle.
Besprekingen houden in Kampen kan bij Posthuus aan de Oudestraat 137A en bij Moods & Roots aan de Buiten Nieuwstraat 4.
In 2016 zijn overblijfselen van de vroegste bewoning van Kampen gevonden. Deze sporen; werktuigen, dateren van 10.000 jaar geleden. Er zijn ook overblijfselen uit de Middensteentijd (9000-5000 v.Chr.) gevonden.. Maar ‘Kampen’ wordt in de geschiedenis voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1227, als Campen. De plaats was in de 13de eeuw al een belangrijke handelsstad.
Kampen dankt zijn naam aan de gronden van de stad, die in de Middeleeuwen de kampen genoemd werden. De gronden waren verdeeld over verschillende eigenaren, die hun bebouwing vestigden in den kampen.
Kampen ligt in Noordwest-Overijssel in de landstreek Salland. Plaatsen in de buurt van de stad Kampen zijn Dronten, Emmeloord, Genemuiden, Hasselt, IJsselmuiden, Zwartsluis en Zwolle.
Kampen ligt in de provincie Overijssel. De gemeente Kampen telt ongeveer 53.000 inwoners.
Woon je in Kampen, dan heet je een ‘Kampenaar’ of een ‘Kamper’, in de volksmond ook wel Kampersteur. Een Kampersteur, dan heet je een gerecht met ‘nep steur’; harde eieren in mosterdsaus. Bekende Kampenaren zijn Hans van den Berg, Thérèse Boer en Robert de Wilde.
Iets wat uit Kampen komt, heet ‘Kampens’ of ‘Kamper’, zoals de ‘Kamper ui’ (wat een spottend volksverhaal was). Kampen kreeg stadsrechten in 1236.
Kampen - kernen, partnersteden & scholing
Hanzestad
Kampen is een Hanzestad. De stad beschikte in de Middeleeuwen over een flinke vloot van koggeschepen en Kampen was een welvarende stad.
Kernen
De plaats Kampen is onderdeel van de gelijknamige gemeente waar ook Grafhorst, ’s-Heerenbroek, IJsselmuiden, Kampereiland, Kamperveen, een deel van Mastenbroek, Wilsum en Zalk deel van uitmaken.
Partnersteden
De partnersteden van Kampen zijn Pápa in Hongarije, Soest en Meinerzhagen in Duitsland en Eilat in Israël.
Hoger onderwijs
Kampen staat niet bekend als universiteitsstad, maar de Theologische Universiteit Kampen is er gevestigd. Er zijn geen hogescholen in Kampen.
Denk je aan Kampen, dan denk je aan de Zuiderzee en de IJssel, aan de monumentale binnenstad en de stadswallen. Kampen is de grootste plaats van Noordwest-Overijssel en het fungeert als regiostad voor de omringende dorpen.
Kampen - minder bekend
Een goed bewaard geheim is de bijnaam van Kampen. De stad wordt het ‘Rotterdam van de Middeleeuwen’ genoemd.
Het is een Sallands dialect en behoort tot de Nedersaksische dialecten. Kenmerkend voor het Kampers is de brouwende ‘r’ achterin de keel en het weglaten van de h aan het begin van een woord. Sommige klinkers wijken af. De ‘a’ wordt e (warken) en de ‘aa’ wordt ao of eu: jeur in plaats van ‘jaar’.
De ‘ui’ wordt uu of oe. Een ‘boontje’ is een beuntien en een ‘dwarsligger’ een dwäsbongel. Niet elk skot is een äntvogel. Oftewel: “Niet elk schot is raak”. “Een biertje drinken” heet in Kampen: Een poar neem’n.
Kampen - “De hartelijke Hanzestad”
Kampen - zakelijk
De gemeente Kampen
Het postcodegebied van Kampen is 8260 - 8267. Het adres van het gemeentehuis van Kampen is Burgemeester Berghuisplein 1, 8261 DD in Kampen. De website van de gemeente Kampen is Kampen. nl. Het telefoonnummer van de gemeente Kampen is 14 038.
Zakendoen in Kampen
Voor Kamper ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Kampen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Kampen is KVK-kantoor Zwolle.
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Kampen op bedrijventerrein Haatland - Haatlandhaven, Melmerpark, Spoorlanden, op Bedrijvenpark RW 50 (Rijksweg 50), op bedrijventerrein Zendijk of op bedrijventerrein Zuiderzeehaven. In Kampen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Anico Schoonmaakdiensten, Broshuis, Carlisle Construction Materials, Cooper and Hunter
Benelux, GraphenePioneer, Hempel Industrial, ITM Group, Koninklijke Wijma, Ned Air, Schotte RohrmannSchouten Sorting Equipment, Sluis Cigar Machinery, Straetus, Tembo, The Learning Network, VanDijk Educatie, Webasto Thermo & Comfort Benelux, Xanadu Luidsprekersystemen en Siebrand in IJsselmuiden. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Kampen een bezoek brengen aan Ikonenmuseum Kampen of aan het Stedelijk Museum Kampen.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Kamper voetbalclub VV Kampen, Go-Ahead Kampen, KHC Kampen of DOS Kampen te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Kampen kunt u terecht bij KJLTC.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Kampen of met uw internationale (zaken)relatie bij Kampen als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Kampen gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Kampen is de Openbare Golfclub in Dronten. De adresgegevens van de Openbare Golfclub zijn De Pan 2, 8252 LG in Dronten. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 06-11 36 96 26. De website van deze golfbaan is www.openbaregolfclubdronten.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij Grandcafé De Vier Seizoenen. Golf Residentie Dronten en Dutch Golf zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Kampen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Hoorn die ook op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder deze filmpjes vindt u de locaties van Overijssel alsook Hoorn op Google Maps.
Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.