Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name op het professionale vlak. Zo krijgen organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Hoorn.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taalgebruik en hanteren eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Hoorn aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Hoorn aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen talen leren op de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de algemene taaltaalcursussen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Hoorn. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel het door u beoogde resultaat.
De filosofie van Dagnall is om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Hoorn.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Leidschendam) die het beste bij hem of haar past.
Onze kundige docenten zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het bekende hoge rendement van Dagnall behalen wij met een combinatie van deze bewezen leermethode met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 lerenden, zogenaamde duocursussen (2 lerenden), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf.
Onze taaltrainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een bijkomend voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Hoorn. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. Onze cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Hoorn worden gegeven.
Wij bieden individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Hoorn en omgeving.
Een individuele taalcursus wordt ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles genoemd.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook is een individuele cursus ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het grootste voordeel van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; met de groep in de doeltaal communiceren en van elkaars fouten. De deelnemers kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Bij een individuele cursus kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
De geleerde kennis kan niet in groepsverband worden geoefend omdat er geen interactie is met andere deelnemers.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid zijn. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een ander minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten kan worden afgestemd.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken; het begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocenten kunnen een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om het gebruik ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen input verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze kennis ook relevant en van betekenis is voor de student. De GoldList-methode kan functioneren voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels leert de student eveneens onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode werkt het meest effectief als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaring kan genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Het beheersen van deze structuren is volgens de SA effectiever dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerende aangedragen in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, het eerst geleerd. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de te leren taal in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent. Teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode is voor de lerende stimulerend omdat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor sommige studenten kan deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongebruikelijk zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; het gaat daarbij om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de vreemde taal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent zijn hiervoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd altijd muziek in de klas gespeeld. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden studenten verleid om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden geen hinder van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Als de lerenden de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de taaldocent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Door deze methode worden lerenden zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren samen te werken als een team. Van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerende.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de trainer is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben moeite om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen en hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De leermethode werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de lerenden sterk.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen docent en lerenden. Net zoals de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als alles kan worden besproken in een les volgens de Dogme-methode. Dit zorgt dat de studenten alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof wordt behandeld in de taallessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waarin is aangetoond dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethode ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak. De lerenden werden gestimuleerd veel te praten. Dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Keerzijden heeft deze Direct Methode echter ook. Aan de schrijfvaardigheid schenkt deze methode nauwelijks aandacht en aan lezen in de vreemde taal relatief minder. Deze leermethode biedt voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de student is de methode eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhaling helpt de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten gebruikt om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte worden gezien als autonoom. In feite is de taaltrainer aan de student dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een nadeel van de leermethode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet. Studenten zouden gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaltrainer wijst lerenden op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groepje van studenten een verhaal op te bouwen. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor de student.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een nadeel.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd ontdekt met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak te vergelijken met die van een moedertaalspreker (native speaker). Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid van de student te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan met de mogelijkheid om de taalfouten van de lerende te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op elk moment door de student worden toegepast. Welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de student zelf bepalen. Veel lerenden vinden het plezierig om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Het feit dat er geen docent is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren worden niet apart uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur zeer goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren.
Dat niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruiker op de pauzeknop klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnen construeren. Ook gebruikt de leermethodiek van flashcards zodat lerenden zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. Studenten die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak op een efficiënte manier. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat voor een taalcursus wel wat hooggegrepen is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteden de cursisten ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken; het begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocenten kunnen een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om het gebruik ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen input verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze kennis ook relevant en van betekenis is voor de student. De GoldList-methode kan functioneren voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels leert de student eveneens onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode werkt het meest effectief als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaring kan genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Het beheersen van deze structuren is volgens de SA effectiever dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerende aangedragen in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, het eerst geleerd. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de te leren taal in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent. Teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode is voor de lerende stimulerend omdat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor sommige studenten kan deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongebruikelijk zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; het gaat daarbij om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de vreemde taal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent zijn hiervoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd altijd muziek in de klas gespeeld. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden studenten verleid om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden geen hinder van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Als de lerenden de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de taaldocent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Door deze methode worden lerenden zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren samen te werken als een team. Van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerende.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de trainer is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben moeite om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen en hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De leermethode werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de lerenden sterk.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen docent en lerenden. Net zoals de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als alles kan worden besproken in een les volgens de Dogme-methode. Dit zorgt dat de studenten alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof wordt behandeld in de taallessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waarin is aangetoond dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethode ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak. De lerenden werden gestimuleerd veel te praten. Dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Keerzijden heeft deze Direct Methode echter ook. Aan de schrijfvaardigheid schenkt deze methode nauwelijks aandacht en aan lezen in de vreemde taal relatief minder. Deze leermethode biedt voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de student is de methode eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhaling helpt de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten gebruikt om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte worden gezien als autonoom. In feite is de taaltrainer aan de student dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een nadeel van de leermethode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet. Studenten zouden gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaltrainer wijst lerenden op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groepje van studenten een verhaal op te bouwen. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor de student.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een nadeel.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hoorn.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Hoorn op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op alle beschikbare (mobiele) apparaten. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar nadat de taalcursus in Hoorn is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging.
Diegenen die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom onmisbaar.
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt interactie en variatie.
Alleen het volgende is nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van ISO 9001:2015.
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Hoorn, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnersteden van Hoorn zijn Beersel in België, Malacca in Maleisië en Příbram in Tsjechië.
Onder de gemeente Hoorn vallen eveneens Blokker en Zwaag.
In Hoorn bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Niet veel mensen weten dat op 25 april 1896 Jacob Blokker in Hoorn is begonnen met de verkoop van landbouwgereedschappen. Hij legde zo de basis voor het Blokkerconcern met 450 winkels in Nederland.
Het netnummer van Hoorn is 0229.
Het postcodegebied van Hoorn is 1620 - 1628.
Het adres van het gemeentehuis van Hoorn is Nieuwe Steen 1, 1625 HV in Hoorn.
De website van de gemeente Hoorn is Hoorn.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Hoorn is 0229 252200.
Voor Hoornse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hoorn is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hoorn is KVK-kantoor Alkmaar.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Hoorn laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Hoorn een bezoek brengen aan Museumschip de Halve Maen, aan Oudheidkamer Nederlandse Kaap-Hoornvaarders, aan Museum Stoomtram Hoorn-Medemblik, aan het Museum van de 20ste eeuw of aan het Westfries Museum.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Hoornse voetbalclub HVV Hollandia, Always Forward of Zwaluwen ’30 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hoorn kunt u terecht bij Tennis Vereniging Hoorn, bij Tennisvereniging HLTV Juliana of bij TV de Hulk.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Hoorn of met uw internationale (zaken)relatie bij Hoorn een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Hoorn ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Hoorn is Golfbaan Westwoud in Westwoud. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Zittend 19, 1617 KS in Westwoud. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0228-56 27 02. De website van de golfbaan is www.golfbaanwestwoud.nl.
Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij brasserie Westwoud, telefoonnummer 0228-56 34 24.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Hoorn van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name op het professionale vlak. Zo krijgen organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Hoorn.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taalgebruik en hanteren eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Hoorn aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Hoorn aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen talen leren op de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de algemene taaltaalcursussen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Hoorn. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel het door u beoogde resultaat.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Hoorn.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Taleninstituut stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) met de contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt vastgesteld, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met een passende offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw situatie en uw agenda af.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw situatie en uw agenda af.
Na enkele lessen evalueert de docent de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen uiteraard bijgesteld worden.
Wij sturen u een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten zijn behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Wij sturen u een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten zijn behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Dagnall Taleninstituut is gestart in 1982 en geeft sindsdien maatwerk taaltraining aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Hoorn en omringende plaatsen. Dagnall heeft een team van ervaren en kundige docenten die experts zijn op taalgebied en in deze jaren en een aanzienlijk aantal trainingen hebben verzorgd voor diverse bedrijven en (overheids)organisaties in West-Friesland.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall u effectieve en betaalbare taalcursussen in Hoorn. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Hoorn
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Een cursus die zich richt op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is ondertussen bij veel bedrijven bekend.
Werknemers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op de werkvloer en zij willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Werknemers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op de werkvloer en zij willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen graag in staat zijn om de werkinstructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze mensen willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities op hun werkgebied realiseren. Dit vergt een investering in werknemers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Hoorn
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Leidschendam) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze kundige docenten zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het bekende hoge rendement van Dagnall behalen wij met een combinatie van deze bewezen leermethode met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 lerenden, zogenaamde duocursussen (2 lerenden), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf.
Onze taaltrainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Hoorn. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. Onze cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief een vreemde taal leren in Hoorn bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Hoorn worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Hoorn
Maatwerkcursussen
Wij bieden individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Hoorn en omgeving.
Een individuele taalcursus wordt ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles genoemd.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook is een individuele cursus ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; met de groep in de doeltaal communiceren en van elkaars fouten. De deelnemers kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
De geleerde kennis kan niet in groepsverband worden geoefend omdat er geen interactie is met andere deelnemers.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid zijn. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een ander minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom bieden wij onze taalcursussen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kiezen cursisten bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom bieden wij onze taalcursussen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kiezen cursisten bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Eveneens is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Vaak wordt voor een combinatie gekozen.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Het beheersen van een taal betekent niet alleen kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door het accent te verschuiven van kennen naar kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Hoorn de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, kunt u al een gesprekje voeren in de andere taal. Dat geeft veel voldoening! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken; het begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocenten kunnen een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om het gebruik ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen input verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze kennis ook relevant en van betekenis is voor de student. De GoldList-methode kan functioneren voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels leert de student eveneens onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode werkt het meest effectief als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaring kan genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Het beheersen van deze structuren is volgens de SA effectiever dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerende aangedragen in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, het eerst geleerd. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de te leren taal in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent. Teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode is voor de lerende stimulerend omdat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor sommige studenten kan deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongebruikelijk zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; het gaat daarbij om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de vreemde taal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent zijn hiervoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd altijd muziek in de klas gespeeld. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden studenten verleid om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden geen hinder van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Als de lerenden de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de taaldocent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Door deze methode worden lerenden zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren samen te werken als een team. Van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerende.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de trainer is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben moeite om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen en hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De leermethode werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de lerenden sterk.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen docent en lerenden. Net zoals de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als alles kan worden besproken in een les volgens de Dogme-methode. Dit zorgt dat de studenten alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof wordt behandeld in de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waarin is aangetoond dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethode ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak. De lerenden werden gestimuleerd veel te praten. Dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Keerzijden heeft deze Direct Methode echter ook. Aan de schrijfvaardigheid schenkt deze methode nauwelijks aandacht en aan lezen in de vreemde taal relatief minder. Deze leermethode biedt voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de student is de methode eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhaling helpt de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten gebruikt om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte worden gezien als autonoom. In feite is de taaltrainer aan de student dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een nadeel van de leermethode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet. Studenten zouden gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaltrainer wijst lerenden op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groepje van studenten een verhaal op te bouwen. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor de student.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een nadeel.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd ontdekt met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak te vergelijken met die van een moedertaalspreker (native speaker). Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid van de student te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan met de mogelijkheid om de taalfouten van de lerende te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op elk moment door de student worden toegepast. Welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de student zelf bepalen. Veel lerenden vinden het plezierig om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Het feit dat er geen docent is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. De zinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren worden niet apart uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur zeer goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren.
Dat niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruiker op de pauzeknop klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnen construeren. Ook gebruikt de leermethodiek van flashcards zodat lerenden zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. Studenten die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak op een efficiënte manier. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat voor een taalcursus wel wat hooggegrepen is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteden de cursisten ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken; het begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocenten kunnen een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om het gebruik ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen input verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien worden herhaald. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds herzien; woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze kennis ook relevant en van betekenis is voor de student. De GoldList-methode kan functioneren voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels leert de student eveneens onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode werkt het meest effectief als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaring kan genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. Het beheersen van deze structuren is volgens de SA effectiever dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerende aangedragen in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, het eerst geleerd. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de te leren taal in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent. Teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode is voor de lerende stimulerend omdat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor sommige studenten kan deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongebruikelijk zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; het gaat daarbij om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Onderwijs in Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal leren, vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Naar het land van de vreemde taal reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent zijn hiervoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd altijd muziek in de klas gespeeld. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij deze teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden studenten verleid om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden geen hinder van faalangst of frustratie hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Als de lerenden de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de taaldocent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaldocent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Door deze methode worden lerenden zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren samen te werken als een team. Van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerende.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat is in deze benadering belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelf ontdekken van de taal.
De rol van de trainer is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben moeite om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen en hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal denken.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De leermethode werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de lerenden sterk.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de doeltaal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen docent en lerenden. Net zoals de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als alles kan worden besproken in een les volgens de Dogme-methode. Dit zorgt dat de studenten alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof wordt behandeld in de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het leren van de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waarin is aangetoond dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethode ook in iets grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de methodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak. De lerenden werden gestimuleerd veel te praten. Dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven, was ook een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Keerzijden heeft deze Direct Methode echter ook. Aan de schrijfvaardigheid schenkt deze methode nauwelijks aandacht en aan lezen in de vreemde taal relatief minder. Deze leermethode biedt voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de student is de methode eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhaling helpt de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten gebruikt om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De leermethodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, alhoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte worden gezien als autonoom. In feite is de taaltrainer aan de student dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een nadeel van de leermethode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet. Studenten zouden gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaltrainer wijst lerenden op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groepje van studenten een verhaal op te bouwen. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor de student.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Ook bestaat er een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om vreemde talen te leren:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om vreemde talen te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hoorn.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Hoorn
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Hoorn op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op alle beschikbare (mobiele) apparaten. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar nadat de taalcursus in Hoorn is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Hoorn
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging.
Diegenen die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het volgende is nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Hoorn ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Hoorn ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Hoorn
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als model en bieden de cursist een duidelijk inzicht in de aanwezige en opgedane kennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ aan het einde van de taalcursus in Hoorn.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een instrument dat de niveaus van taalvaardigheid definieert op een uniforme wijze.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK wijst vijf niveaus van taalvaardigheid aan, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term en afkorting wordt eveneens veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Daarnaast onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot bijna moedertaalsprekers.
De zes verschillende beheersingsniveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK wijst vijf niveaus van taalvaardigheid aan, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term en afkorting wordt eveneens veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Daarnaast onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot bijna moedertaalsprekers.
De zes verschillende beheersingsniveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A beschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst.
Niveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. De beheersing van de geleerde taal lijkt op dat van een moedertaalgebruiker.
Niveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. De beheersing van de geleerde taal lijkt op dat van een moedertaalgebruiker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Hoorn, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Hoorn zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
Dat betekent dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Hoorn aan
Contact taalcursus Hoorn
Wilt u contact opnemen met Dagnall Talen voor een taalcursus in Hoorn? Bent u benieuwd naar onze werkwijze? Voor meer informatie vult u het contactformulier in of belt u naar 085-2737302 (geen belmenu).
U kunt uiteraard ook een e-mail sturen via taalcursus-hoorn@dagnall.nl. Vanzelfsprekend kunt u ook ons informatiepakket bestellen. Dit is geheel gratis.
De beste weg naar een taalcursus in Hoorn!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Hoorn
U kunt de taalcursus in Hoorn op uw locatie volgen of in Alkmaar, bijvoorbeeld in het pand van Easy Offices in Alkmaar Centrum aan de Van der Kaaijstraat 64 in Alkmaar. Ons instituut verzorgt eveneens taalcursussen in Hoorn bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Hoorn aan de Westfriese Parkweg 1, bij Fort Resort Beemster aan de Nekkerweg 24 in Zuidoostbeemster en bij art hotel Spaander aan de Haven 15-19 in Volendam.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Hoorn kan bijvoorbeeld bij Turf aan de Gedempte Turfhaven 19.
Hoorn - geschiedenis
De oudste tekenen van bewoning in Hoorn die bij archeologische opgravingen gevonden zijn, stammen uit ongeveer 1200. In het Stadsboek van Wismar (1250-1272) wordt Hoorn voor het eerst genoemd als ‘Horne’. Hoorn ontstond als nederzetting van boeren en vissers, maar kon tot een belangrijke handels- en zeevaartstad uitgroeien dankzij de gunstige ligging.
De naam van de stad ‘Hoorn’ stamt waarschijnlijk af van Horne, als verbastering hornicwed. Het middeleeuwse hornic betekent ‘hoek’. Een wedor of 'wed is een middeleeuwse woord voor ‘water’. In moderne taal betekent Hoorn (Hornicwed) dan ‘een hoek in de kustlijn’.
Hoorn - nu
Hoorn ligt in de regio West-Friesland. Plaatsen in de omgeving van de stad Hoorn zijn Andijk, Berkhout, Bovenkarspel, Enkhuizen, Hoogkarspel, Medemblik, Wognum en Zwaag.
Hoorn ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Hoorn telt ruim 73.000 inwoners.
Vlag gemeente Hoorn
Wapen gemeente Hoorn
Inwoners
Een inwoner van Hoorn heet een ‘Horinees’.
Bekende Horinezen zijn George Baker, Jacob Blokker (Blokker winkels), Hans Bouwens (George Baker), Frank de Boer, Ronald de Boer, Martin Brozius en Tim Knol.
Bekende Horinezen zijn George Baker, Jacob Blokker (Blokker winkels), Hans Bouwens (George Baker), Frank de Boer, Ronald de Boer, Martin Brozius en Tim Knol.
Iets wat uit Hoorn komt, heet ‘Hoorns’, zoals de lekkere Hoorne broeder.
Hoorn kreeg stadsrechten in 1357.
Hoorn kreeg stadsrechten in 1357.
Hoorn - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Hoorn zijn Beersel in België, Malacca in Maleisië en Příbram in Tsjechië.
Kernen
Onder de gemeente Hoorn vallen eveneens Blokker en Zwaag.
Hoger onderwijs
In Hoorn bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Hoorns
Hoorn is bekend van het Westfries Museum, de monumentale binnenstad met talloze gevelstenen, de Waag en de Oosterpoort.
Hoorn fungeert als forenzenstadje voor Alkmaar en Amsterdam, maar eveneens als officieuze hoofdstad van West-Friesland.
Hoorn fungeert als forenzenstadje voor Alkmaar en Amsterdam, maar eveneens als officieuze hoofdstad van West-Friesland.
Hoorn - minder bekend
Niet veel mensen weten dat op 25 april 1896 Jacob Blokker in Hoorn is begonnen met de verkoop van landbouwgereedschappen. Hij legde zo de basis voor het Blokkerconcern met 450 winkels in Nederland.
Hoorns dialect en accent
Dit is een dialect met Friese kenmerken dat in het noorden van Noord-Holland wordt gesproken.
Het West-Fries is geen homogeen dialect: er is oostelijk West-Fries en westelijk West-Fries; land-West-Fries en eiland-West-Fries.
Hoorns behoort bij het land-West-Fries. Kenmerkend voor de West-Friese dialecten is dat voltooid deelwoorden geen ge- krijgen.
Sommige klinkers wijken af van het
Het West-Fries is geen homogeen dialect: er is oostelijk West-Fries en westelijk West-Fries; land-West-Fries en eiland-West-Fries.
Hoorns behoort bij het land-West-Fries. Kenmerkend voor de West-Friese dialecten is dat voltooid deelwoorden geen ge- krijgen.
Sommige klinkers wijken af van het
Standaardnederlands: ‘a’ wordt e (karmis), ‘aa’ wordt ee of ei (skeip voor ‘schaap’) en ‘ij’ klinkt als ai of oi; de sch- wordt sk-.
‘Gezellig’ heeft veel synoniemen in Hoorn, onder andere: anhoud, houwelijk, noffelijk, smoek of klassinère. As water brandt, brandt alles betekent: “Daar is niets tegen te doen“.
Kerel in de mast is een uitroep van verbazing.
’N mooi sjouwtje betekent “Een flinke klus”.
‘Gezellig’ heeft veel synoniemen in Hoorn, onder andere: anhoud, houwelijk, noffelijk, smoek of klassinère. As water brandt, brandt alles betekent: “Daar is niets tegen te doen“.
Kerel in de mast is een uitroep van verbazing.
’N mooi sjouwtje betekent “Een flinke klus”.
“Hoorn moet je voelen”
Hoorn - zakelijk
De gemeente Hoorn
Het netnummer van Hoorn is 0229.
Het postcodegebied van Hoorn is 1620 - 1628.
Het adres van het gemeentehuis van Hoorn is Nieuwe Steen 1, 1625 HV in Hoorn.
De website van de gemeente Hoorn is Hoorn.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Hoorn is 0229 252200.
Zakendoen in Hoorn
Voor Hoornse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hoorn is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hoorn is KVK-kantoor Alkmaar.
Hoorn - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Hoorn op bedrijventerrein Hoorn ’80, De Oude Veiling, Westfrisia en bedrijventerrein Zevenhuis.
In Hoorn bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AmbaFlex, Beerepoot Automatisering, Bercomex, Bo-Rent, Crown Brand-Building Packaging, Deen supermarkten, Esbaco
In Hoorn bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AmbaFlex, Beerepoot Automatisering, Bercomex, Bo-Rent, Crown Brand-Building Packaging, Deen supermarkten, Esbaco
Bakkerijgrondstoffen, Excellent Products spanbanden, ICTZ, Internationaal Transportbedrijf Moeijes, Segezha Packaging, Sodexo Remote Sites, Winder Limmen, Amarantgroep in Avenhorn, Felko Suikerwerken in Hem, Action in Zwaagdijk, Karsten tenten in Zwaag, Oliehoorn in Zwaag en AB Vakwerk in Zwaagdijk.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Hoorns nieuws
Het Hoornse nieuwsportaal is Hoornnieuws.nl en Hoornse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Hoorn kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Ondernemers in Hoorn kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Horenaren en ondernemingen in Hoorn kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Hoorns Dagblad en het Noordhollands Dagblad - West-Friesland.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Hoorn
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Hoorn laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Hoorn een bezoek brengen aan Museumschip de Halve Maen, aan Oudheidkamer Nederlandse Kaap-Hoornvaarders, aan Museum Stoomtram Hoorn-Medemblik, aan het Museum van de 20ste eeuw of aan het Westfries Museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Hoornse voetbalclub HVV Hollandia, Always Forward of Zwaluwen ’30 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hoorn kunt u terecht bij Tennis Vereniging Hoorn, bij Tennisvereniging HLTV Juliana of bij TV de Hulk.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Hoorn of met uw internationale (zaken)relatie bij Hoorn een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Hoorn ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Hoorn is Golfbaan Westwoud in Westwoud. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Zittend 19, 1617 KS in Westwoud. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0228-56 27 02. De website van de golfbaan is www.golfbaanwestwoud.nl.
Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij brasserie Westwoud, telefoonnummer 0228-56 34 24.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Hoorn die ook op Youtube zijn te zien.
Door direct op het Youtube logo in het midden te klikken, wordt een filmpje afgespeeld.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland en Hoorn op Google Maps te zien.
Door direct op het Youtube logo in het midden te klikken, wordt een filmpje afgespeeld.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland en Hoorn op Google Maps te zien.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Hoorn
Dronebeelden Hoorn
Google Maps Noord-Holland
Google Maps Hoorn
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Hoorn
Hoorns nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Hoorn van verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Hoorn
- Lees terug: zo verliep de demonstratie tegen het J.P. Coen-beeld in Hoorn - NH Nieuws
- Betogers zijn zeker van hun zaak in centrum van Hoorn: ’Dat standbeeld van JP Coen gaat omver!’ - Telegraaf.nl
- Demonstratie ‘Weg met JP Coen’ in Hoorn (foto’s) - OnsWestfriesland.nl
- Marktkraam dient als galerie op 20e Kunst- en Cultuurmarkt in Hoorn - Noordhollands Dagblad
- Pijnlijke exercitie Purmersteijn in Hoorn - Het Amsterdamsche Voetbal
- "Als je ziet wat Van der Hoorn en Viergever tegenhouden..." - UtrechtFans.nl
- Hollandia laat Purmersteijn kansloos - Hoornsdagblad.nl
- Demonstranten willen dat Hoorn standbeeld genocidepleger J.P. Coen verplaatst naar museum - BNNVARA
- Hoorn verdient een groter poppodium - Noordhollands Dagblad
Nieuws uit de provincie Noord-Holland
- NPLG van tafel geveegd, wat gaat provincie Noord-Holland doen? - Rodi.nl
- Impuls voor 12 Noord-Hollandse gemeenten: subsidie Klimaat Actief Noorderkwartier uitgereikt - Rodi.nl
- ‘Voor je het weet zit half Noord-Holland zonder stroom’ - BNR Nieuws
- Public Search en Kasparov Finance & BI fuseren - Kijk op Noord Holland
- tado° en Panasonic zorgen dit najaar voor efficiënter warmtepompgebruik en energiebesparingen voor Europese huizen - Kijk op Noord Holland
- Ook Noord-Holland staat bol van activiteiten tijdens Open Monumentendag - Rodi.nl
- Creatief programma door GGZ Noord-Holland-Noord - De Castricummer
- Bijna helft inwoners Noord-Holland Noord is te zwaar - NH Nieuws
- KNMI geeft waarschuwing af in Noord-Holland en Utrecht: onweer, mogelijk hagel - Telegraaf.nl
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Hoorn
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Hoorn alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Hoorn
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten