Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Wij bieden u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Hilversum.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken kennen een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Hilversum in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Hilversum aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde een vreemde taal leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de klassieke taalcursussen met name in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Hilversum. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar het door u beoogde resultaat.
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen u met grote stappen naar het gewenste taalniveau door vijftien minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Hilversum.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is natuurlijk ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Leeuwarden) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall Talen door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf.
De taaldocenten van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de trainers van Dagnall Talen in Hilversum. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde manier van werken is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Dagnall Talen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Hilversum gegeven worden.
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Hilversum en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons instituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat in korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot pluspunt van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Met name de interactie met de andere lerenden is het grootste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en in de doeltaal communiceren met de groep. De deelnemers kunnen deze afwisseling als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijktijd meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor cursisten groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele cursussen.
Bij een individuele cursus kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaldocent.
Het geleerde kan niet in de groep worden geoefend doordat er geen interactie met andere cursisten is.
Ook is het niet mogelijk om van foutjes van andere deelnemers te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemers.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat eerder worden afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het gebruik ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis zorgen. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList-methode goed werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een nadeel van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert de student onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De Structurele Aanpak staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Bij de leermethode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan lerenden aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate manier leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. Deze werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam meer vraag aan het leren van talen door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden, omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde lerenden ongewoon of lastig, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een andere keerzijde van de leermethode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen de lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te kunnen bereiken. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie taaltrainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de taal nog niet genoeg beheersen. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het slagen van deze methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken wordt door studenten vaak als zinvol ervaren. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Met Community Language Learning worden studenten zich zo een stuk bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team samen te werken. Door het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Een nadeel van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren studenten de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De concepten van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks dat de methode een vrij ongebruikelijke aanpak had. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden sterk ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, een boodschap doen, met een klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (voornamelijk studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de vreemde taal. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs kent tien dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor trainers is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan in een Dogme-les worden besproken. Lerenden blijven zo betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen ze zich echter wel wat minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaltrainer flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt, kan een keerzijde van de methode vormen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is lerenden om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden zodat het leren van de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerenden het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methode eveneens worden toegepast in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en aanvullend nog een andere methode nodig is. De methode is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn, ontstond omstreeks 1900. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de doeltaal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloeden van de oorlogen en crises ebde de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz gewerkt.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Keerzijden heeft deze leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten is de methode ook niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de leermethode van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden gezien als autonoom. De taaltrainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Doorgaans wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. De studenten kunnen gefrustreerd worden door het gebrek aan input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de lerende blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen van de taaltrainer vrij eenvoudig zijn te begrijpen, zijn de studenten ontspannen. Woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Zo kunnen gebruikers hun uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldstem wat minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en wijst op fouten en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel toegepast wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerenden gebruikt worden. De lerende bepaalt zelf welke delen meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Voor scholen kan Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een nadeel kan zijn dat er geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialoog in de doeltaal die door de student worden nagesproken en weer herhaald. De voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de te leren taal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Een minpunt van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de acteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in stapjes en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de talen, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de leermethodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de lerenden zelf zinnen kunnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. Mensen die al wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze. Dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, met grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te trainen, maakt Assimil gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les gaat van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de gebruikers in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het gebruik ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis zorgen. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList-methode goed werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een nadeel van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert de student onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De Structurele Aanpak staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Bij de leermethode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan lerenden aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate manier leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. Deze werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam meer vraag aan het leren van talen door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden, omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde lerenden ongewoon of lastig, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een andere keerzijde van de leermethode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen de lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te kunnen bereiken. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie taaltrainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de taal nog niet genoeg beheersen. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het slagen van deze methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken wordt door studenten vaak als zinvol ervaren. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Met Community Language Learning worden studenten zich zo een stuk bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team samen te werken. Door het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Een nadeel van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren studenten de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De concepten van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks dat de methode een vrij ongebruikelijke aanpak had. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden sterk ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, een boodschap doen, met een klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (voornamelijk studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de vreemde taal. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs kent tien dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor trainers is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan in een Dogme-les worden besproken. Lerenden blijven zo betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen ze zich echter wel wat minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaltrainer flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt, kan een keerzijde van de methode vormen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is lerenden om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden zodat het leren van de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerenden het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methode eveneens worden toegepast in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en aanvullend nog een andere methode nodig is. De methode is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn, ontstond omstreeks 1900. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de doeltaal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloeden van de oorlogen en crises ebde de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz gewerkt.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Keerzijden heeft deze leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten is de methode ook niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de leermethode van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden gezien als autonoom. De taaltrainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Doorgaans wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. De studenten kunnen gefrustreerd worden door het gebrek aan input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de lerende blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen van de taaltrainer vrij eenvoudig zijn te begrijpen, zijn de studenten ontspannen. Woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hilversum.
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Hilversum op maat.
Online leerplatform Dagnall beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform tevens een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat een cursist overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, juridische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Hilversum.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Hilversum, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnerstad van Hilversum is Ségou in Mali.
Onder de gemeente Hilversum vallen eveneens de buurtschappen Rading en Egelshoek.
Er zijn diverse hogescholen in Hilversum, zoals Business School Noteboom, Hogeschool ISBW
, Markus Verbeek Praehep, het NCOI, Hogeschool Scheidegger.
In Hilversum zijn geen universiteiten gevestigd.
Het netnummer van Hilversum is 035.
Het postcodegebied van Hilversum is 1200 - 1223.
Het adres van het gemeentehuis van Hilversum is Willem Dudokpark 1, 1217 JE in Hilversum.
De website van de gemeente Hilversum is Hilversum.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Hilversum is 14 035.
Voor Hilversumse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Utrecht aan de St. Jacobsstraat 300, 3511 BT in Utrecht. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hilversum is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hilversum is KVK-kantoor Utrecht.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Hilversum en omgeving laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Hilversum een bezoek brengen aan Beeld en Geluid Experience, aan Museum Hilversum, aan Pinetum Blijdenstein of aan Het Nederlands Vestingmuseum in Naarden.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Hilversumse voetbalclub FC Hilversum, Altius, SV Olympia ’25 of SC ’t Gooi te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hilversum kunt u terecht bij Tulip Tennisvereniging, bij HLTC Gooiland, bij H.L.T.C. ’t Melkhuisje of bij Tennisvereniging De Gooische Vallei.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Hilversum of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen?
Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te drinken of te eten, kunt u naar Golfpark Spandersbosch in Hilversum gaan. Deze golfbaan is gelegen aan Sportpark Crailoo 26 in Hilversum. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 035-685 73 28. De website van Golfpark Spandersbosch is www.golfparkspandersbosch.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij de brasserie van de golfbaan. de Hilversumsche Golf Club en Goyer Golf & Country Club zijn nog andere golfbanen in de buurt van Hilversum.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taalcursussen in Hilversum van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Wij bieden u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Hilversum.
Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken kennen een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Hilversum in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
“Dierdorp Registeraccountants & Belastingadviseurs” pand
Burgemeester Lambooylaan 18
1217 LD HILVERSUM
Burgemeester Lambooylaan 18
1217 LD HILVERSUM
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Hilversum aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde een vreemde taal leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de klassieke taalcursussen met name in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Hilversum. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen u met grote stappen naar het gewenste taalniveau door vijftien minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Hilversum.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever inventariseert Dagnall de leerdoelen en wensen. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Na een aantal lessen evalueert de trainer de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien noodzakelijk, worden aangepast.
Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten zijn behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten zijn behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Ons bedrijf is gestart in 1982 en geeft sindsdien taalcursussen op maat aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Hilversum en omstreken. Onze kundige docenten zijn specialisten op het gebied van taal en hebben in al deze jaren al een aanmerkelijk aantal trainingen verzorgd in het Gooi en de Vechtstreken.
Door de aanpak die zowel werkplekgericht als functiegericht is, levert Dagnall zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Hilversum. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u belooft.
Betaalbare taalcursussen op maat in Hilversum
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak belangrijk! Een cursus toegespitst op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer is inmiddels bij veel organisaties bekend.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de instructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en opvolgen. De medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en natuurlijk hun ambitie op hun werkterrein verwezenlijken. Dit vergt een investering in medewerkers en in de (continue) ontwikkeling van de organisatie is derhalve nodig.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Hilversum
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is natuurlijk ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Leeuwarden) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall Talen door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf.
De taaldocenten van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de trainers van Dagnall Talen in Hilversum. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde manier van werken is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief een vreemde taal leren in Hilversum bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Talen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Hilversum gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Hilversum
Maatwerkcursussen
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Hilversum en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons instituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat in korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot pluspunt van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere lerenden is het grootste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en in de doeltaal communiceren met de groep. De deelnemers kunnen deze afwisseling als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijktijd meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor cursisten groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaldocent.
Het geleerde kan niet in de groep worden geoefend doordat er geen interactie met andere cursisten is.
Ook is het niet mogelijk om van foutjes van andere deelnemers te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemers.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat eerder worden afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom onze taalcursussen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom onze taalcursussen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Eveneens is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Veel cursisten kiezen hiervoor.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Het beheersen van een taal betekent kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Door het accent te leggen op kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Hilversum de opgedane kennis beter in de praktijk toe te passen.
Voor u het weet, doet u uw inkopen in de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het gebruik ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis zorgen. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList-methode goed werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een nadeel van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert de student onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De Structurele Aanpak staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Bij de leermethode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan lerenden aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate manier leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. Deze werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam meer vraag aan het leren van talen door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden, omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde lerenden ongewoon of lastig, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een andere keerzijde van de leermethode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen de lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te kunnen bereiken. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie taaltrainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de taal nog niet genoeg beheersen. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het slagen van deze methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken wordt door studenten vaak als zinvol ervaren. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Met Community Language Learning worden studenten zich zo een stuk bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team samen te werken. Door het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Een nadeel van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren studenten de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De concepten van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks dat de methode een vrij ongebruikelijke aanpak had. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden sterk ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, een boodschap doen, met een klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (voornamelijk studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de vreemde taal. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs kent tien dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor trainers is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan in een Dogme-les worden besproken. Lerenden blijven zo betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen ze zich echter wel wat minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaltrainer flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt, kan een keerzijde van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is lerenden om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden zodat het leren van de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerenden het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methode eveneens worden toegepast in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en aanvullend nog een andere methode nodig is. De methode is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn, ontstond omstreeks 1900. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de doeltaal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloeden van de oorlogen en crises ebde de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz gewerkt.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Keerzijden heeft deze leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten is de methode ook niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de leermethode van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden gezien als autonoom. De taaltrainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Doorgaans wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. De studenten kunnen gefrustreerd worden door het gebrek aan input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de lerende blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen van de taaltrainer vrij eenvoudig zijn te begrijpen, zijn de studenten ontspannen. Woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. Zo kunnen gebruikers hun uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldstem wat minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en wijst op fouten en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel toegepast wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerenden gebruikt worden. De lerende bepaalt zelf welke delen meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Voor scholen kan Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een nadeel kan zijn dat er geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialoog in de doeltaal die door de student worden nagesproken en weer herhaald. De voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de te leren taal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Een minpunt van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de acteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in stapjes en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de talen, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de leermethodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de lerenden zelf zinnen kunnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. Mensen die al wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze. Dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, met grammaticale uitleg. Om de uitspraak van de vreemde taal te trainen, maakt Assimil gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les gaat van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de gebruikers in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiertoe; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het gebruik ervan. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct van het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een efficiënte en vlotte overdracht van taalkennis zorgen. De audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst gehaald. De woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList-methode goed werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een nadeel van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert de student onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De Structurele Aanpak staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Bij de leermethode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan lerenden aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate manier leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. Deze werkwijze is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de te leren taal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam meer vraag aan het leren van talen door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden, omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde lerenden ongewoon of lastig, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode zo intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de nieuwe taal gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een andere keerzijde van de leermethode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen de lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te kunnen bereiken. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De studenten werden op deze manier verleid om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie taaltrainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de taaltrainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de taal nog niet genoeg beheersen. De docent vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het slagen van deze methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt lerenden veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken wordt door studenten vaak als zinvol ervaren. Niet alleen tijdens de les, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Met Community Language Learning worden studenten zich zo een stuk bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team samen te werken. Door het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten vaak veel. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Een nadeel van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren studenten de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de doeltaal leren denken.
Populariteit
De concepten van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks dat de methode een vrij ongebruikelijke aanpak had. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden sterk ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de studenten sterk.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, een boodschap doen, met een klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (voornamelijk studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de vreemde taal. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs kent tien dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor trainers is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan in een Dogme-les worden besproken. Lerenden blijven zo betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen ze zich echter wel wat minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaltrainer flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt, kan een keerzijde van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het soepel gaat en de student simultaan kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is lerenden om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden zodat het leren van de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerenden het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methode eveneens worden toegepast in grotere klassen. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en aanvullend nog een andere methode nodig is. De methode is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn, ontstond omstreeks 1900. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de taalles in de doeltaal werd gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de doeltaal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloeden van de oorlogen en crises ebde de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz gewerkt.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Keerzijden heeft deze leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdaging. Doordat de Directe Methode is gebaseerd op actief meedoen van de studenten is de methode ook niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van belang geweest, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de leermethode van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden gezien als autonoom. De taaltrainer is in feite aan de lerende dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Doorgaans wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. De studenten kunnen gefrustreerd worden door het gebrek aan input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de lerende blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen van de taaltrainer vrij eenvoudig zijn te begrijpen, zijn de studenten ontspannen. Woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de lerenden hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om een vreemde taal te leren
Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren:
Het inmiddels bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hilversum.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Hilversum
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Hilversum op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform tevens een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat een cursist overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, juridische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Hilversum.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Hilversum
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele als groepstrainingen
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Hilversum ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Hilversum ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Hilversum
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als leidraad. Zo geven wij u als cursist een duidelijk inzicht in uw aanwezige en opgedane kennis. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
De cursist ontvangt het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ aan het einde van een taalcursus in Hilversum.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om taalniveaus te beschrijven.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
In het ERK is vastgelegd wat precies de niveaus betekenen van de vijf verschillende vaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native).
Deze zes niveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
In het ERK is vastgelegd wat precies de niveaus betekenen van de vijf verschillende vaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native).
Deze zes niveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A omschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst.
Niveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘onafhankelijke gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting moedertaalgebruiker (natives). Deze mensen kunnen de vreemde taal probleemloos gebruiken in verschillende situaties.
Niveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘onafhankelijke gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting moedertaalgebruiker (natives). Deze mensen kunnen de vreemde taal probleemloos gebruiken in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Hilversum, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging te worden beschermd. Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Hilversum zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Hilversum aan
Contact taalcursus Hilversum
Wilt u contact voor een taalcursus in Hilversum? Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Vul het contactformulier in of bel 085-2737302 (geen menu).
U kunt uiteraard ook een e-mail sturen via taalcursus-hilversum@dagnall.nl. Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket bestellen.
De juiste route naar een taalcursus in Hilversum!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Hilversum
U kunt de taalcursus in Hilversum op uw locatie volgen of in Hilversum, bijvoorbeeld in het pand van Dierdorp Registeraccountants & Belastingadviseurs aan de Burgemeester Lambooylaan 18 in Hilversum. Dagnall verzorgt eveneens taalcursussen in Hilversum bij bijvoorbeeld Amrâth Hotel Media Park Hilversum aan de Koninginneweg 30, bij Hotel Gooiland aan de Emmastraat 2, bij Amrâth Hotel Lapershoek Arenapark aan de Utrechtseweg 16, bij Van der Valk Hilversum-De Witte Bergen aan de Rijksweg 2 in Eemnes (Laren) en bij Fletcher Hotel Loosdrecht-Amsterdam aan de Oud-Loosdrechtsedijk 253 in Loosdrecht.
Besprekingen houden in Hilversum kan bij Gooiland, bij Studio21, bij Studio Large, bij het Muziekcentrum van de Omroep en bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
Hilversum - geschiedenis
Het gebied waar nu Hilversum ligt, is één van de oudst bewoonde streken van Nederland. Er zijn sporen van bewoning gevonden uit de vroege en midden bronstijd. Toen heette het nog geen Hilversum, dat gebeurde pas in 1424, toen de plaats een zelfstandige status kreeg van Jan van Beieren.
De naam ‘Hilversum’ is een verbastering van Hildifridishaim. Het eerste deel Hildifridis duidt op een persoon en haim (‘heim’, ‘heem’) betekent ‘plaats’. In taal van nu is Hilversum dus een ‘dorp van Hilvert’.
Hilversum - nu
Hilversum is gelegen in het gebied het Gooi in de regio Gooi en Vechtstreek. Plaatsen in de buurt van Hilversum zijn Baarn, Bilthoven, Blaricum, Bussum, Eemnes, ’s-Graveland, Huizen, Laren, Loosdrecht, Maartensdijk en Naarden.
Hilversum ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Hilversum telt bijna 90.000 inwoners.
Vlag gemeente Hilversum
Wapen gemeente Hilversum
Inwoners
Een inwoner van Hilversum heet een ‘Hilversummer’.
Bekende Hilversummers zijn Arjan Ederveen, Myrna Goossen, Paul Groot, Nicolette Kluijver, Linda de Mol, Jeroen Pauw, Ton Scherpenzeel, Hans Schiffers, Owen Schumacher, Ferri Somogyi, Bull Verweij en Ruud de Wild.
Bekende Hilversummers zijn Arjan Ederveen, Myrna Goossen, Paul Groot, Nicolette Kluijver, Linda de Mol, Jeroen Pauw, Ton Scherpenzeel, Hans Schiffers, Owen Schumacher, Ferri Somogyi, Bull Verweij en Ruud de Wild.
Iets wat uit Hilversum komt, noemt men ‘Hilversums’ of ‘Hilversummer’, bijvoorbeeld het smakelijke Hilversummer Dudokje. Hilversum is zowel een plaats als een gemeente.
Hilversum - internationaal & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Hilversum is Ségou in Mali.
Onder de gemeente Hilversum vallen eveneens de buurtschappen Rading en Egelshoek.
Hoger onderwijs
Er zijn diverse hogescholen in Hilversum, zoals Business School Noteboom, Hogeschool ISBW
, Markus Verbeek Praehep, het NCOI, Hogeschool Scheidegger.
In Hilversum zijn geen universiteiten gevestigd.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Hilversums
Denk je aan Hilversum, dan denk je aan televisie, het Mediapark, het raadhuis van Dudok en villa’s in de stijl van de Amsterdamse school.
Hilversum staat ook als groene stad bekend met parken, bos- en heidegebied en een arboretum/pinetum.
Hilversum fungeert bovenal als mediastad; de meeste radio- en televisieomroepen hebben er hun
Hilversum staat ook als groene stad bekend met parken, bos- en heidegebied en een arboretum/pinetum.
Hilversum fungeert bovenal als mediastad; de meeste radio- en televisieomroepen hebben er hun
studio’s gevestigd en ook het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid is er gevestigd.
Bijna niemand weet dat de wybertjes uit Hilversum komen. In Hilversum was van 1918 tot 1981 de wybertjesfabriek gevestigd.
Hilversum - minder bekend
Bijna niemand weet dat de wybertjes uit Hilversum komen. In Hilversum was van 1918 tot 1981 de wybertjesfabriek gevestigd.
Hilversums dialect en accent
Echt dialect wordt weinig meer gesproken.
Een Goois accent is wel hoorbaar.
De ‘a‘ in het Hilversums klinkt als een o en de ‘ee’ wordt eu of u.
De ‘s’ klinkt wat slissend, als in het Amsterdams.
Hullie en zullie komt ook voor in plaats van ‘zij’ en hem ze vader in plaats van ‘zijn vader’.
Een Goois accent is wel hoorbaar.
De ‘a‘ in het Hilversums klinkt als een o en de ‘ee’ wordt eu of u.
De ‘s’ klinkt wat slissend, als in het Amsterdams.
Hullie en zullie komt ook voor in plaats van ‘zij’ en hem ze vader in plaats van ‘zijn vader’.
De ‘Gooise r’ wordt ook in Hilversum gebezigd. De Bloemenbuurt heet Blommebuurt en de ‘binnenstad’ is het dorp.
Loop veur de werreld wordt gezegd in plaats van “Loop naar de maan”.
Loop veur de werreld wordt gezegd in plaats van “Loop naar de maan”.
Hilversum - “Mediastad”
Hilversum - zakelijk
De gemeente Hilversum
Het netnummer van Hilversum is 035.
Het postcodegebied van Hilversum is 1200 - 1223.
Het adres van het gemeentehuis van Hilversum is Willem Dudokpark 1, 1217 JE in Hilversum.
De website van de gemeente Hilversum is Hilversum.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Hilversum is 14 035.
Zakendoen in Hilversum
Voor Hilversumse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Utrecht aan de St. Jacobsstraat 300, 3511 BT in Utrecht. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hilversum is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hilversum is KVK-kantoor Utrecht.
Hilversum - internationale bedrijvigheid
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Hilversum gevestigd op bedrijventerrein A1/Crailo, Havenkwartier, Kerkelanden, op bedrijventerrein Korte Noorderweg en op het Mediapark.
In Hilversum bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Bang & Olufsen Nederland, Canal Digitaal, Citadel Enterprises, Connexxion, Converse Netherlands, De Alliantie, Getinge Netherlands, Hunkemöller, IFF (International Flavors & Fragrances), Keep It Clean, Kroymans (Aston Martin, Ferrari, Jaguar, Range Rover, Land Rover), La Place, MediaMonks, NCOI Groep, NEC Netherlands, Nike, Royal Dutch Printing Ink Factories Van Son,
In Hilversum bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Bang & Olufsen Nederland, Canal Digitaal, Citadel Enterprises, Connexxion, Converse Netherlands, De Alliantie, Getinge Netherlands, Hunkemöller, IFF (International Flavors & Fragrances), Keep It Clean, Kroymans (Aston Martin, Ferrari, Jaguar, Range Rover, Land Rover), La Place, MediaMonks, NCOI Groep, NEC Netherlands, Nike, Royal Dutch Printing Ink Factories Van Son,
RTL Nederland, Schoevers Opleidingen, Sonos Europe, Stichting Nederlandse Publieke Omroep, Talpa Network, Tesa, Videoland by RTL, Voestalpine, VSH, Warner Music Benelux, Schoonmaakbedrijf Westerveld (Vebego), Xebia Nederland, Frutoria in Huizen, Westland Kaasspecialiteiten in Huizen, Pouw Automotive Group in Laren, Givaudan Nederland in Naarden, Sensient Dehydrated Flavors in Naarden, Bakels Senior in Weesp en Petrovitch in Weesp.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Hilversums nieuws
De Hilversumse nieuwsportalen zijn Gooi Nieuws en NH Nieuws- Gooi en Hilversumse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Hilversum kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Ondernemers in Hilversum kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Hilversummers en ondernemingen in Hilversum kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Gooi en Eemlander, de Gooi en Eembode en het Noordhollands Dagblad - Regio Gooi.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Hilversum
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Hilversum en omgeving laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Hilversum een bezoek brengen aan Beeld en Geluid Experience, aan Museum Hilversum, aan Pinetum Blijdenstein of aan Het Nederlands Vestingmuseum in Naarden.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Hilversumse voetbalclub FC Hilversum, Altius, SV Olympia ’25 of SC ’t Gooi te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hilversum kunt u terecht bij Tulip Tennisvereniging, bij HLTC Gooiland, bij H.L.T.C. ’t Melkhuisje of bij Tennisvereniging De Gooische Vallei.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Hilversum of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen?
Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te drinken of te eten, kunt u naar Golfpark Spandersbosch in Hilversum gaan. Deze golfbaan is gelegen aan Sportpark Crailoo 26 in Hilversum. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 035-685 73 28. De website van Golfpark Spandersbosch is www.golfparkspandersbosch.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij de brasserie van de golfbaan. de Hilversumsche Golf Club en Goyer Golf & Country Club zijn nog andere golfbanen in de buurt van Hilversum.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Hilversum die tevens op Youtube te zien zijn.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding om een filmpje te bekijken.
Onder deze filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland alsook Hilversum op Google Maps weergegeven.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding om een filmpje te bekijken.
Onder deze filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland alsook Hilversum op Google Maps weergegeven.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Hilversum
Dronebeelden Hilversum
Google Maps Noord-Holland
Google Maps Hilversum
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Hilversum
Hilversums nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Hilversum van verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Hilversum
- Jubileum CDA: christendemocraten vijftig jaar in gemeenteraad Hilversum - HilversumsNieuws
- Hilversum doet onderzoek naar oorlogsverleden van voormalig AVRO-directeur - NH Nieuws
- Hilversum onderzoekt oorlogsverleden AVRO-directeur Willem Vogt - NOS
- EenVandaag zoekt een trainee onderzoeksjournalistiek - EenVandaag, Hilversum - Villamedia
- Auto volledig uitgebrand in Hilversum - AD
- ‘The Future is Under Construction’ in Museum Hilversum: vrijheid van digitale wereld bij zoektocht naar genderidentiteit - HilversumsNieuws
- Woningbrand in Hilversum op J.P. Coenstraat - AD
- Het verhaal van Hilversum: zo groeide het dorp naar de 'stad' van nu - NH Nieuws
- Willem Vogt uit Gulden Boek Hilversum? Onderzoek naar oorlogsverleden oud-directeur Avro - HilversumsNieuws
Nieuws uit de provincie Noord-Holland
- Noord-Holland betreurt einde zonnepanelenproject op IJsselmeer - Ermelo Weekblad
- OVNH 2025: Inschrijving Beste Onderneming van Noord-Holland weer van start - Rodi.nl
- Noord-Hollandse boeren gaan 'verregaande samenwerking' aan met Staatsbosbeheer - NieuweOogst.nu
- Nationale ombudsman in Noord-Holland - Nationale ombudsman
- Samenwerking BAM en Work Secure - Kijk op Noord Holland
- Nieuws - Flevoland zit Noord-Holland op de hielen als bollenprovincie van Nederland - Omroep Flevoland
- Paddenstoelenwalhalla Noord-Holland lijdt onder stikstofoverschot - NH Nieuws
- Citroën 100 jaar in Nederland - Blik op nieuws
- NH Nieuws: Laren in Noord-Holland, maar ook landelijk waar (gecorrigeerd voor het aantal huishoudens) het vaakst wordt ingebroken. - Bol-An!
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Hilversum
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Hilversum en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Hilversum
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten