
Taalcursussen in Hengelo van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionele vlak. Daarom hebben organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van de werknemers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall is een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat biedt: Effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Hengelo en omgeving.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen in Hengelo aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.

Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Hengelo aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij ons vreemde een vreemde taal leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Behalve de algemene taaltrainingen zijn organisaties vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. De taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de scholingszoekers afgestemd. Wij zijn een taalaanbieder die door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om onbegrensd talen te leren in Hengelo. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de beoogde resultaten.
Filosofie
Het is onze filosofie om vreemde talen te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt cursisten met grote stappen naar het gewenste niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Hengelo.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!





taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever inventariseert Dagnall Talen de wensen en leerdoelen. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau van de deelnemers wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en uw situatie.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en uw situatie.
De trainer evalueert na een aantal lessen de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien noodzakelijk, kunnen de doelstellingen worden bijgesteld.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Dagnall Taleninstituut is geopend in 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taaltraining voor bedrijven en (overheids)instellingen in Hengelo en omstreken. Dagnall maakt gebruik van ervaren en kundige docenten die experts zijn in taal en die talrijke zakelijke taaltrainingen hebben verzorgd voor bedrijven en (overheids)organisaties in Hengelo.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, levert Dagnall zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Hengelo. U kunt erop rekenen dat wij voor het hoogste rendement zorgen; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Hengelo
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Taalcursussen die toegespitst zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn inmiddels bij veel organisaties een begrip.
Mensen met beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Mensen met beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen graag de aanwijzingen op de werkplek goed kunnen begrijpen en deze op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur hun werk kunnen uitvoeren zelfverzekerder en natuurlijk heel graag hun ambitie op het werkgebied waarmaken. Dit vereist een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Hengelo
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een taalcursus in Hengelo die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het snel en plezierig aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement bereikt Dagnall met een mix van deze bewezen leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen, duocursussen (met 2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
Onze docenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Hengelo. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.


Een vreemde taal effectief leren in Hengelo bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut biedt cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons.
Dagnall biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Hengelo worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Hengelo
Maatwerkcursussen
Ons instituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Hengelo en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groepen houden wij bij voorkeur zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus omdat in een korte periode behoorlijk veel kennis wordt geleerd.
Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele cursussen goed af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste pluspunt van groepscursussen is vooral de interactie met de andere deelnemers; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; van elkaars foutjes kunnen leren en communiceren in de doeltaal met de groep. Cursisten kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele cursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de taaltrainer.
De geleerde taalkennis kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie is met andere lerenden.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van fouten van een andere deelnemer te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten wat eerder zijn afgeleid. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen worden afgestemd.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag




Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag


Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag




Minpunten
Groepscursus in één oogopslag


Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Tevens is een combinatie van deze verschillende trainingen mogelijk. Vaak wordt voor een combinatie gekozen.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!


Kennen en kunnen
Het beheersen van een taal betekent kennen (geleerde kennis) maar daarnaast kunnen (het toepassen van deze geleerde kennis). Door het accent te leggen op kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Hengelo de opgedane kennis actief en snel toe te passen in de praktijk.
Voor u het weet, staat u uw anderstalige zakenpartner te woord in zijn eigen taal. Wat een verrassing! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodes
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is foutloos leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocenten kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een efficiënte en snelle overdracht van kennis zorgen. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tegelijk is dit docentgestuurde aspect een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. De lijst wordt telkens veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de zinnen of woorden spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is. Voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de student, kan deze GoldList-methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze methode. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de student in de te leren taal wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in de te leren taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica. De lerenden zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden gepresenteerd aan de lerenden in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethodiek worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
Middels de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij lerenden. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode vrij intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de studenten moeten wel gaan communiceren in de doeltaal omdat zij erdoor worden omgeven. De student is in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de taaldocent en studenten. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om deze situatie te creëren. Lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten bestonden bestonden lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de te leren taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last heeft van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Het gesprek wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
De kunde van de docent-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerende uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt lerenden veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden de lerenden zich een stuk meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en ze leren als team samen te werken. Van het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de taal door de student is veel mogelijkheid.
Het is de taak van de taaldocent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de vergaande omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was gedurende een bepaalde periode succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. Deze methode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerende en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt studenten nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan reeksen dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de vreemde taal vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van e-mails, een boodschap doen, iets te drinken bestellen, met de klantenservice bellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken moeten iets boven het taalniveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Hierbij draait het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen de docent en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent. Het kan erg motiverend werken dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. De lessen in de vreemde taal zijn niet voorspelbaar op deze wijze; dat zorgt ervoor dat de communicatie spontaan is en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is vrijwel alles bespreekbaar. Zo blijven lerenden betrokken en alert.
Als ze zo weinig begeleid worden door de trainer kunnen de studenten zich echter wel iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor in de taalles wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het werkt een relatief eenvoudige methode: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze leermethode. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
De techniek van Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen worden gebruikt. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Ook is de methode niet echt creatief. Studenten leren niet om gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar bevrijding van keurslijven en natuurlijke leefwijzen. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief onderwezen, in voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd om de studenten veel te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de les in de doeltaal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Aan deze leermethode kleven echter eveneens nadelen. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aan lezen. De methode biedt voor de meer gevorderde student niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode een dynamische inzet van de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De docent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt gezien, is het voordeel van de methode van Caleb Gattegno. In principe is de trainer dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt, kan een nadeel van de methode zijn. Studenten raken mogelijk gefrustreerd door de afwezigheid van inbreng van de taaltrainer. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Doordat de verhalen van de docent eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal creëren, is een variant hierop. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een nadeel.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak te vergelijken met die van een moedertaalspreker (native speaker). Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
De methode biedt dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland gebruikt door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en de methode kan op ieder moment door de studenten worden gebruikt. Welke delen van de leermethode meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan Rosetta Stone een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een keerzijde van de methode.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnen en dialogen die door studenten worden nagesproken en herhaald. Deze zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder meer Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze praten in een normaal tempo.
Dat er niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met reeds bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Studenten die wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat de cursus geen schrijfvaardigheid biedt. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De gebruiker besteedt ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, alsook toelichting van de grammatica. Om de uitspraak te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de student te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is foutloos leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaldocenten kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een efficiënte en snelle overdracht van kennis zorgen. Ook bij grotere groepen kan deze methode worden gebruikt.
Tegelijk is dit docentgestuurde aspect een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. De lijst wordt telkens veranderd; woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de zinnen of woorden spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is. Voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de student, kan deze GoldList-methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze methode. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de student in de te leren taal wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in de te leren taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de grammatica. De lerenden zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden gepresenteerd aan de lerenden in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethodiek worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De inbreng van de studenten zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal.
Middels de CLT-technieken leren de studenten de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij lerenden. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar het land van de te leren taal reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode vrij intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de studenten moeten wel gaan communiceren in de doeltaal omdat zij erdoor worden omgeven. De student is in principe 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de taaldocent en studenten. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om deze situatie te creëren. Lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten bestonden bestonden lijsten met woorden alsook opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de te leren taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last heeft van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. Community Language Learning is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Het gesprek wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen leerboek dat wordt gevolgd; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
De kunde van de docent-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerende uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt lerenden veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden de lerenden zich een stuk meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en ze leren als team samen te werken. Van het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de taal door de student is veel mogelijkheid.
Het is de taak van de taaldocent om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de vergaande omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was gedurende een bepaalde periode succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. Deze methode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerende en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt studenten nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring te vangen is. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan reeksen dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de te leren taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de vreemde taal vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van e-mails, een boodschap doen, iets te drinken bestellen, met de klantenservice bellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken moeten iets boven het taalniveau van de student liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Hierbij draait het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen de docent en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent. Het kan erg motiverend werken dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. De lessen in de vreemde taal zijn niet voorspelbaar op deze wijze; dat zorgt ervoor dat de communicatie spontaan is en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is vrijwel alles bespreekbaar. Zo blijven lerenden betrokken en alert.
Als ze zo weinig begeleid worden door de trainer kunnen de studenten zich echter wel iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten flexibel genoeg. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor in de taalles wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het werkt een relatief eenvoudige methode: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal ook begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname kunnen spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze leermethode. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
De techniek van Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen worden gebruikt. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Ook is de methode niet echt creatief. Studenten leren niet om gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar bevrijding van keurslijven en natuurlijke leefwijzen. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief onderwezen, in voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd om de studenten veel te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de les in de doeltaal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Aan deze leermethode kleven echter eveneens nadelen. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aan lezen. De methode biedt voor de meer gevorderde student niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode een dynamische inzet van de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De docent gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt gezien, is het voordeel van de methode van Caleb Gattegno. In principe is de trainer dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt, kan een nadeel van de methode zijn. Studenten raken mogelijk gefrustreerd door de afwezigheid van inbreng van de taaltrainer. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Doordat de verhalen van de docent eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Zo worden structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal creëren, is een variant hierop. De trainer schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!





taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hengelo.
Online een taal leren (e-learning) Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Hengelo Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, cursisten met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en biedt gevarieerde en interactieve content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Naast het online leerplatform bieden wij ook een eigen App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang tot de App op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. De cursisten kunnen zo leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in de App integreren. De Dagnall App kan heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft beschikbaar nadat de taalcursus in Hengelo is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Dagnall App Naast het online leerplatform bieden wij ook een eigen App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang tot de App op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. De cursisten kunnen zo leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in de App integreren. De Dagnall App kan heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft beschikbaar nadat de taalcursus in Hengelo is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.

Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Hengelo
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven derhalve vaak cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het onderstaande is nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]



Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Hengelo ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Hengelo ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Hengelo


Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als uitgangspunt en bieden de cursist een helder beeld van de aanwezige en opgedane kennis van de taal. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na afloop van uw taalcursus in Hengelo.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om de verschillende niveaus van taalvaardigheid te kunnen omschrijven.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK betitelt vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term wordt ook veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK deelt die vaardigheden in op zes niveaus; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze zes beheersingsniveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK betitelt vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term wordt ook veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK deelt die vaardigheden in op zes niveaus; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze zes beheersingsniveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners.
Iemand die taalniveau B beheerst, kent alle basisvaardigheden in deze taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde taalgebruikers, die de taal beheersen als (bijna) moedertaalgebruikers (near-native).
Iemand die taalniveau B beheerst, kent alle basisvaardigheden in deze taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde taalgebruikers, die de taal beheersen als (bijna) moedertaalgebruikers (near-native).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!





taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten


ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk


Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Hengelo, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]


AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. Deze verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies te worden beschermd. Dagnall Talen voldoet natuurlijk aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Dagnall Talen verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.


Dagnall taalcursussen in Hengelo zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Hengelo aan


De juiste weg naar een taalcursus in Hengelo!
Daarom Dagnall!





taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Hengelo
U kunt de taalcursus in Hengelo op uw eigen locatie volgen of in Hengelo, bijvoorbeeld in het H10 pand van het Ondernemershuis aan de Hamerstraat 10 in Hengelo. Ons taleninstituut kan ook taalcursussen in Hengelo verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Hengelo aan de Bornsestraat 400, bij Fletcher Hotel De Broeierd-Enschede aan de Hengelosestraat 725 in Enschede en bij Landhuishotel De Bloemenbeek aan de Beuningerstraat 6 in De Lutte.
U kunt vergaderen in Hengelo bij bijvoorbeeld bij Hazemijer aan de Hazemeijerstraat 400.
Hengelo - geschiedenis
Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat het gebied waar nu Hengelo ligt, al een paar duizend jaar geleden bewoond gebied was. De bouw van het Huis Hengelo; een havezate uit ongeveer 1530, wordt nu beschouwd als het begin van het dorp Hengelo.
De naam ‘Hengelo’ is een samenstelling van eng en loo. Een eng of es was een wat hoger gelegen akker en loo is een Oudsaksisch woord voor ‘bos’. In moderne taal is Hengelo dus een ‘hoog gelegen akker in het bos’.
Hengelo - nu
Hengelo ligt in de regio Twente. Plaatsen in de omgeving van Hengelo zijn Almelo, Boekelo, Borne, Delden, Denekamp, Eibergen, Enschede, Goor, Haaksbergen, Losser, De Lutte, Oldenzaal en Rijssen.
Hengelo ligt in de provincie Overijssel. De gemeente Hengelo heeft ruim 80.000 inwoners.

Vlag gemeente Hengelo

Wapen gemeente Hengelo
Inwoners
Een inwoner van Hengelo is een ‘Hengeloër’, maar in de volksmond ook wel windbuul omdat de Hengelose metaal- en elektrotechnische-industrie een hoger opleidingsniveau vroeg dan de textielindustrie van de omringende plaatsen.
Bekende Hengeloërs zijn Heleen Mees, Edward Reekers en Margot Ribberink.
Iets wat uit Hengelo komt, wordt ‘Hengeloos’ genoemd. Hengelo is zowel een plaats als een gemeente.
Iets wat uit Hengelo komt, wordt ‘Hengeloos’ genoemd. Hengelo is zowel een plaats als een gemeente.
Hengelo - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Hengelo is Ogre in Letland en Plzen in Tsjechië.
Hengelo en Beckum
De gemeente Hengelo omvat eveneens Beckum.
Hoger onderwijs
Er is één hogeschool in Hengelo: Hogeschool Tio.
In Hengelo zijn geen universiteiten gevestigd.

Vlag provincie Overijssel

Wapen provincie Overijssel
Typisch Hengeloos
Hengelo is bekend als metaalstad en van het Fanny Blankers-Koen Stadion.
Hengelo fungeert als (voormalige) industriestad. De stad bood in het verleden veel werk aan metaalindustrie en er zijn grote elektrotechnische en chemische bedrijven gevestigd.
Hengelo fungeert als (voormalige) industriestad. De stad bood in het verleden veel werk aan metaalindustrie en er zijn grote elektrotechnische en chemische bedrijven gevestigd.
Hengelo - minder bekend
Minder bekend is dat het trainingscentrum van FC Twente in Hengelo ligt, namelijk in de wijk Berflo Es.
Twents dialect en accent
Dit dialect wordt door een meerderheid van de bevolking dagelijks gesproken, meer in de dorpen dan in de steden.
Het Twents is op zijn beurt weer een Westfaals dialect van het Nedersaksisch; één van de officieel erkende streektalen.
Kenmerkend voor het Twents is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud.
Zo wordt ‘wij werken’ in het Twents wiej waarket.
Het Twents is op zijn beurt weer een Westfaals dialect van het Nedersaksisch; één van de officieel erkende streektalen.
Kenmerkend voor het Twents is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud.
Zo wordt ‘wij werken’ in het Twents wiej waarket.
Bij de voltooid deelwoorden wordt ge- weggelaten: ‘gezien’ is zeen.
Klinkers worden in het Twents vaak langgerekt. ‘Hengelo’ heet Hengel en proatn is ‘praten’. Veraltereerd betekent ‘verbaasd’. Goa zit’n en nem de tied, veurdat de tied oe hef nöm’n. Oftewel: “Ga zitten en neem de tijd, voordat de tijd jou heeft genomen”.
Klinkers worden in het Twents vaak langgerekt. ‘Hengelo’ heet Hengel en proatn is ‘praten’. Veraltereerd betekent ‘verbaasd’. Goa zit’n en nem de tied, veurdat de tied oe hef nöm’n. Oftewel: “Ga zitten en neem de tijd, voordat de tijd jou heeft genomen”.
“Helemaal Hengelo”
Hengelo - zakelijk
De gemeente Hengelo
Het netnummer van Hengelo is 074.
Het postcodegebied van Hengelo is 7550 - 7559.
Het adres van het gemeentehuis van Hengelo is Burgemeester van der Dussenplein 1, 7551 EB in Hengelo.
De website van de gemeente Hengelo is Hengelo.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Hengelo is 14 074.
Zakendoen in Hengelo
Voor Hengelose ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Enschede aan de Hengelosestraat 585, 7521 AG in Enschede. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hengelo is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hengelo is KVK-kantoor Enschede.
Hengelo - internationale bedrijvigheid
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Hengelo gevestigd op bedrijventerrein Gezondheidspark, op het High Tech Systems Park (HTSP), op bedrijventerrein Molenenk, Oosterveld, Oosterveld Weijinkshoek, Strootbeekpark, Twentekanaal Noord of Zuid I of II, Timmersveld, De Veldkamp, Westermaat Zuid-Oost en Zuid-West, op Businesspark De Westermaat Campus, op bedrijventerrein Westermaat de Veldkamp, Winkelskamp, Winkelskamp Oost in Hengelo of op XL Businesspark in Almelo.
In Hengelo bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Agar Holding (betoncentrales), Delkeskamp Esman Verpakkingen, Eaton Industries (Netherlands), Eijsink, Enerpac Heavy Lifting Technology, Förch Nederland, Heso Vloerenbedrijf,
In Hengelo bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Agar Holding (betoncentrales), Delkeskamp Esman Verpakkingen, Eaton Industries (Netherlands), Eijsink, Enerpac Heavy Lifting Technology, Förch Nederland, Heso Vloerenbedrijf,
Howden Netherlands, Kaltenbach, KCA Deutag Drilling GmbH, NTS Norma, Opra Turbines, Pak Food, Plasticon Composites, Plasticon, Prescan, RGN brand identity services, Roerink Food Family, Selo, Sensata Technologies Holland, Stahl Electromach, Stork Plastics Machinery, TenCate Geosynthetics, Thales Nederland, Trumpf Nederland, Visschedijk Facilitair, Xpert Data (ACTi, DINTEK, Draytek), Zuivelhoeve (Roerink Food), Aviko in Steenderen, Oortgiese Campers (Thor) in Baak, Bakkerij Wiltink in Doetinchem, De IJsfabriek in Doetinchem, Intersnack Nederland (Chio, Jack Klijn, POM-BÄR etc.) in Doetinchem, Janssen Interim Services in Doetinchem, Seesing Flex in Doetinchem, GMB BioEnergie in Zutphen en J. Rettenmaier Benelux in Zutphen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Hengelo’s nieuws
De Hengelose nieuwsportalen zijn Hart van Hengelo en Contact Bronckhorst Midden en Hengelose ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws.
Ondernemers in Hengelo kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Ondernemers in Hengelo kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Hengeloërs en ondernemingen in Hengelo kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Hengelo’s Weekblad, Tubantia - Hengelo en omstreken en het Algemeen Dagblad - Hengelo.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Hengelo
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Hengelo een bezoek brengen aan Museum Hengelo of aan het Oyfo Techniekmuseum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Hengelose voetbalclub HVV Hengelo, Achilles ’12 of ATC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hengelo kunt u terecht bij Tennisclub TC ’t Weusthag, bij Tennisvereniging Hercules, bij Tennisvereniging Tie-Break of bij TC Park Veldwijk.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de taalcursus in Hengelo of met uw internationale (zaken)relatie bij Hengelo een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Hengelo gevonden voor een compleet dagje/middagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Hengelo is Golfbaan De Lage Mors in Delden. Het adres van Golfbaan De Lage Mors is Sportlaan 7, 7491 DG in Delden. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 074-377 76 00. De website van de golfbaan is www.golfbaandelagemors.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het stijlvolle Aparthotel Delden, telefoonnummer 074-377 76 66. PW Golf en Golfbaan Spielehof zijn andere golfbanen in de omgeving van Hengelo.
De nabijgelegen golfbaan voor Hengelo is Golfbaan De Lage Mors in Delden. Het adres van Golfbaan De Lage Mors is Sportlaan 7, 7491 DG in Delden. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 074-377 76 00. De website van de golfbaan is www.golfbaandelagemors.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het stijlvolle Aparthotel Delden, telefoonnummer 074-377 76 66. PW Golf en Golfbaan Spielehof zijn andere golfbanen in de omgeving van Hengelo.


Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Hengelo die ook op Youtube kunnen worden bekeken.
Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Overijssel en Hengelo op Google Maps weergegeven.
Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Overijssel en Hengelo op Google Maps weergegeven.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Hengelo
Dronebeelden Hengelo
Google Maps Overijssel
Google Maps Hengelo
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Hengelo
Hengelo’s nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Hengelo van verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Nieuws uit Hengelo
- Van fabriek tot fiasco; ken jij deze Hengelose bedrijven nog? - Tubantia
- Tragisch fietsongeval van Gerhard in Oldenzaal maakt abrupt einde aan gelukkig gezinsleven met Marie - De Stentor
- Bewolkt en enige tijd regen in Hengelo in de avond - AD
- Parfumpiraat slaat toe en rent de Douglas in Hengelo uit - Oost
- Inwoner van Hengelo baalt: ‘Van die 95 nieuwe buren kunnen er zeker 40 bij mij naar binnen kijken’ - De Gelderlander
- Nieuw in de verkoop: deze huizen in Hengelo hebben het bord nét in de tuin - indebuurt
- Vrijdag twee woninginbraken in Hengelo of poging daartoe - Tubantia
- Bewolkt en gestage regenval in Hengelo in de middag - AD
- Hengeloërs verdeeld over aanpak van snelle fietsers in hun binnenstad - Tubantia
Nieuws uit de provincie Overijssel
- Koos (63) uit Zwolle krijgt boete voor zakken met kattendrek, maar heeft geen katten - De Stentor
- Bouwvakker valt zes meter naar beneden van steiger, eist bijna een ton van Zuivelhoeve-familie - AD
- Onderzoek en ontruiming van woning na aangehouden bewoner in Vriezenveense buurt - Tubantia
- Elektrische rijders haken af door afbouw belastingvoordelen - Tubantia
- Maarkelsnieuws - de nieuwssite voor Markelo - Maarkelsnieuws.nl Maarkelsnieuws.nl - Maarkelsnieuws
- Nazaat van bouwer bewondert gerestaureerd Zwols orgel: ‘Schitterend, hiervoor ben ik gekomen’ - De Stentor
- Van Twentse tentfeesten naar werken voor Afrojack: Heleen (25) floreert als festivalfotograaf - AD
- Een mens met een draadje los breng je niet naar Usselo - Tubantia
- Ik merkte meteen tijdens het uitstappen dat er iets niet klopte aan mijn broek - De Gelderlander
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Hengelo
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Hengelo en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Hengelo
Daarom Dagnall!





taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Onze opdrachtgevers



