Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Zo krijgen organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in Helmond als in de omgeving van Helmond. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak kent zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Helmond aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Helmond aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast algemene taalcursussen zijn organisaties vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies talen te leren in Helmond. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om een vreemde taal te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Helmond.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau bepaald wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met een passende offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na enkele lessen evalueert de docent de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden aangepast. U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten zijn behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Het (individuele) contact met de deelnemers kan Dagnall desgewenst verzorgen Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze moeten worden teruggestuurd vóór de datum van de intake Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall verzorgt uiteraard de logistiek van het lesmateriaal en de cursusbenodigdheden Dagnall Talen berekent geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus alsook het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is flexibel alsook betrokken!
Dagnall Talen is geopend in 1982 en geeft sindsdien taalonderwijs op maat zakelijk aan bedrijven en (overheids)instellingen in Helmond en omstreken. Onze trainers zijn ervaren en kundige vakmensen, die gespecialiseerd zijn in maatwerktrainingen voor bedrijven en overheid.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Helmond. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Helmond
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Een cursus toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is ondertussen bij veel ondernemingen gemeengoed. Medewerkers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en zij willen beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen de aanwijzingen op de werkvloer goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op hun werk realiseren. Dit vereist een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf.
Dagnall Talen biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Wij helpen en leren deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun baan. Wij stemmen de lessen af op de behoefte van de opdrachtgever alsook op het niveau van de deelnemer(s). Naast de taallessen, krijgt de deelnemer gedurende de cursus regelmatig praktijkopdrachten, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let eveneens op de wat minder belichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun poging om de taal onder de knie te krijgen, om de gewoontes en cultuur van het bewuste land en het bedrijf te doorgronden en om de wereld door middel van taal te vergroten. Dat vraagt veel inzet en motivatie. Bovendien hebben deelnemers slechts een aantal vaste contactmomenten met de trainer per week. Dit is niet in iedere situatie afdoende.
Onderscheidend
Wij onderscheiden ons door te focussen op uitbreiden van het draagvlak voor de cursus op de werkvloer. Dagnall Talen stimuleert leidinggevenden en collega’s van de organisatie om voor een doorlopend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze manier te benadrukken, wordt de waarde van een goede beheersing van de taal gezamenlijk ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Helmond
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Helmond die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze kundige docenten zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall behalen onze taaltrainers door een mix van deze bewezen leermethode, gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall biedt individuele cursussen, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie. Onze trainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en de trainers spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Helmond. Onze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Effectief talen leren in Helmond bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de taalcursus met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Helmond worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Helmond
Maatwerkcursussen
Wij bieden individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Helmond en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel privéles of een één-op- één-taalcursus genoemd. De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren. De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen omdat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen. Doordat de taalcursus intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk. Een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook zijn individuele taalcursussen ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste pluspunt van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. Een ander belangrijk pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; het kunnen leren van elkaars fouten en met elkaar in de doeltaal communiceren. De hierdoor geboden afwisseling kunnen lerenden leuker vinden. Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Ook zijn voor de deelnemers groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen worden gedaan en gevoerd met de taaldocent. Doordat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde kennis niet geoefend worden in groepsverband. Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van de fouten van anderen. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemers.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid zijn. Daardoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen). Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd. Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Wij bieden daarom onze taaltrainingen ook incompany of online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een
opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining volgen. Het combineren van deze trainingen is uiteraard mogelijk. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Het beheersen van een taal betekent kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door de aandacht te vestigen op kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Helmond de opgedane kennis beter in de praktijk toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt u meer van de nieuwe taal dan alleen de menukaart. En dat is heel bevredigend. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuur worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel foutloos kunnen spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Er wordt vaak in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed aanvaard dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. De juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van de kennis van de taal kan bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijk een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook relevant en betekenisvol is. Deze methode kan dus alleen functioneren voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangelegd dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal. Om ervoor te zorgen dat de student plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten, doordat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. Lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangedragen aan de studenten. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is behoorlijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen input van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen.
De studenten leren de doeltaal in praktijk te brengen middels de CLT-technieken door de interactie onderling en de taaltrainer. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van leren lastig of afwijkend. CLT draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op vertalen en grammatica gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studenten. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar het land van de vreemde taal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de leermethode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen lerenden en de docent van essentieel belang. Dat studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongepast. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel opgesteld waren en in de klas was ook altijd muziek. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. De lerende werd zo verleid om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. CLL is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote groepen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel lerenden nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Door deze methode worden de lerenden zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren in teamverband te werken. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles leren studenten vaak veel. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door de lerenden bestaat veel mogelijkheid.
De rol van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van de leermethode. Sommige studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de te leren taal leren denken.
Populariteit
De denkwijzen van Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheid wordt sterk ontwikkeld door de Series method van Gouin worden en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en plezierig ervaren .
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor docenten is dat er zo goed als geen voorbereiding voor is vereist. Het kan zeer motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dat levert spontane communicatie op en de verveling krijgt geen kans. In een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk item bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Als studenten zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen ze zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle docenten in voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor aan bod komt tijdens de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. De zes fasen bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De studenten gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel lesboeken geschikt voor deze methode. De audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van de taal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe is gebaseerd dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elke doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethodiek ook in grotere klassen ingezet worden. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt de methode tot op een bepaald niveau en is daarnaast een andere methode (als aanvulling) nodig. Daarnaast is de methodiek niet heel creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar bevrijding van keurslijven en natuurlijke leefwijzen. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht waren er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de studenten veel te laten praten. Nieuw was eveneens dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de vreemde taal werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Minpunten kent deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief ook veel minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdaging. Omdat de Directe Methode van een actieve inzet vanuit de student uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Zijn werk is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan door lerenden als een keerzijde worden gezien dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de trainers om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de hoeveelheid energie van zijn studenten was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom gezien worden. De trainer is in feite aan de studenten dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis doorgaans goed verwerkt en onthouden. De studenten ‘mogen’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Het kan een minpunt zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat deze verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, voelen studenten zich ontspannen. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens hier een verhaal van te maken met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldstem iets langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen en eveneens door een aantal internationale organisaties toegepast.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg makkelijk in het gebruik en kan door de lerende worden ingezet op elk moment. De student bepaalt zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Velen vinden het plezierig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Het feit dat geen docent is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en worden herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur taalcursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De lerenden zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Een keerzijde van de leermethodiek is dat er niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode wordt de les in kleine delen opgebouwd en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de lerenden het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes bouwen. Ook gebruikt de leermethode van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. Gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen uitspraak alsook luistervaardigheid uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze en zijn heel toegankelijk. Het feit dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Ook is er geen echte interactie doordat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, samen met de grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent om studenten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuur worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel foutloos kunnen spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan een zin bijvoorbeeld 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Er wordt vaak in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed aanvaard dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. De juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van de kennis van de taal kan bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijk een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook relevant en betekenisvol is. Deze methode kan dus alleen functioneren voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangelegd dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal. Om ervoor te zorgen dat de student plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten, doordat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. Lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangedragen aan de studenten. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is behoorlijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen input van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen.
De studenten leren de doeltaal in praktijk te brengen middels de CLT-technieken door de interactie onderling en de taaltrainer. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van leren lastig of afwijkend. CLT draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op vertalen en grammatica gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen taalkennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studenten. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar het land van de vreemde taal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de leermethode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de te leren taal gaan communiceren. De lerende is in principe 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen lerenden en de docent van essentieel belang. Dat studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongepast. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel opgesteld waren en in de klas was ook altijd muziek. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. De lerende werd zo verleid om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de kant van de docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. CLL is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. De gesprekken worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze correct wordt toegepast. Voor grote groepen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel lerenden nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Door deze methode worden de lerenden zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren in teamverband te werken. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles leren studenten vaak veel. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door de lerenden bestaat veel mogelijkheid.
De rol van de docent is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van de leermethode. Sommige studenten hebben meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de te leren taal leren denken.
Populariteit
De denkwijzen van Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheid wordt sterk ontwikkeld door de Series method van Gouin worden en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en plezierig ervaren .
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen behelzen deze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor docenten is dat er zo goed als geen voorbereiding voor is vereist. Het kan zeer motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dat levert spontane communicatie op en de verveling krijgt geen kans. In een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk item bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Als studenten zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen ze zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle docenten in voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor aan bod komt tijdens de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. De zes fasen bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De studenten gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel lesboeken geschikt voor deze methode. De audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van de taal veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe is gebaseerd dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elke doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethodiek ook in grotere klassen ingezet worden. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt de methode tot op een bepaald niveau en is daarnaast een andere methode (als aanvulling) nodig. Daarnaast is de methodiek niet heel creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar bevrijding van keurslijven en natuurlijke leefwijzen. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht waren er voor de uitspraak. Het werd aangemoedigd om de studenten veel te laten praten. Nieuw was eveneens dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire van de vreemde taal werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Minpunten kent deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief ook veel minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode niet genoeg uitdaging. Omdat de Directe Methode van een actieve inzet vanuit de student uitgaat, is de leermethode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Zijn werk is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan door lerenden als een keerzijde worden gezien dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de trainers om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de hoeveelheid energie van zijn studenten was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom gezien worden. De trainer is in feite aan de studenten dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis doorgaans goed verwerkt en onthouden. De studenten ‘mogen’ fouten maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Het kan een minpunt zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat deze verhalen eenvoudig zijn te begrijpen, voelen studenten zich ontspannen. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens hier een verhaal van te maken met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldstem iets langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen en eveneens door een aantal internationale organisaties toegepast.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg makkelijk in het gebruik en kan door de lerende worden ingezet op elk moment. De student bepaalt zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Velen vinden het plezierig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Het feit dat geen docent is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en worden herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur taalcursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De lerenden zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Een keerzijde van de leermethodiek is dat er niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode wordt de les in kleine delen opgebouwd en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de lerenden het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes bouwen. Ook gebruikt de leermethode van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal. Gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen uitspraak alsook luistervaardigheid uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze en zijn heel toegankelijk. Het feit dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Ook is er geen echte interactie doordat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, samen met de grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent om studenten te motiveren of te begeleiden.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier om talen te leren om vreemde talen te leren: De Dagnall Methode.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw bedrijf of organisatie.
Tot slot beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursisten interessant zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden toegepast.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar deze werkwijze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd. Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Helmond.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Helmond
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met het online leren dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Helmond op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen en juridische termen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft na afloop van de taalcursus in Helmond beschikbaar. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal. Diegenen die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Laptop, pc of tablet met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze online en blended taalcursussen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall Talen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten verzorgd
Onze taaldocenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de lerende worden afgestemd
De inhoud van de cursussen wordt op het leerplan afgestemd om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen op een snelle en zelfverzekerde manier te behalen
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat en de structuren die in de voorbereiding en voortzetting van de lessen zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie komt het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de taaltrainer en de cursist en zijn van groot belang voor het succes van de taaltraining .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Helmond ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Helmond ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als model en bieden u een duidelijk inzicht in uw aanwezige en opgedane kennis. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ aan het einde van uw taalcursus in Helmond.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese richtlijn om verschillende taalniveaus te kunnen beoordelen. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het ERK bestempelt vijf niveaus van taalvaardigheid, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term en afkorting wordt eveneens vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Alle taalvaardigheden krijgen in het ERK een matrix met zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). De zes verschillende niveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Taalniveau A betekent dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst. Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C geeft weer dat mensen de taal erg goed kunnen gebruiken in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd binnen de deadline en volgens afspraak.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor betrouwbaarheid en kwaliteit staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, bijvoorbeeld een taalcursus in Helmond, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken klantgericht en resultaatgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Helmond sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu innoveren is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse besturen, adviesraden en commissies vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Dagnall Talen voldoet uiteraard aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in zeer beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Helmond zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een vereiste voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Helmond aan
Wilt u contact opnemen met ons instituut voor een taalcursus in Helmond? Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. Bel ons gerust op 040-8331704 (geen belmenu) of stuur ons een e-mail via taalcursus-helmond@dagnall.nl.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook gelijk ons gratis informatiepakket aanvragen.
De efficiënte route naar een taalcursus in Helmond!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Helmond op uw locatie volgen of in Helmond, bijvoorbeeld bij Coachhuis Helmond aan de Mierloseweg 200 in Helmond. Dagnall Talen verzorgt eveneens taalcursussen in Helmond bij bijvoorbeeld Fletcher Wellness-Hotel Helmond aan de Scheepsboulevard 2, bij Golden Tulip West-Ende aan de Steenweg 1 en bij Best Western Hotel Nobis Asten aan de Nobisweg 1 in Asten.
Besprekingen houden, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Helmond kan bijvoorbeeld bij De Traverse aan de Steenweg 19 en bij De Koning aan de Mierloseweg 301.
Helmond was waarschijnlijk al bewoond in de Frankische tijd, vanaf ongeveer de5de eeuw. In jaar 1179 wordt ‘Helmond’ voor het eerst genoemd in een document van Paus Alexander III, waarin ‘Hof van Helmond’ aan de abdij van Floreffe (Namur, België) werd geschonken. De naam van de stad Helmond is een samenstelling van de woorddelen hel en mond.
Het eerste deel hel kan de betekenis hebben gehad van ‘laaggelegen’ maar ook ‘beschut’ en zelfs ‘hooggelegen’. Het tweede deel; mond is een verbastering van het Romeinse munte (berg, vluchtheuvel). Helmond zou dus in moderne taal ‘een lager/hoger gelegen veilige plaats’ betekenen.
Helmond is gelegen in de Brabantse Stedenrij in de regio Oost-Brabant. Plaatsen in de buurt van Helmond zijn Aarle-Rixtel, Asten, Bakel, Beek en Donk, Boekel, Deurne, Eindhoven, Geldrop, Gemert, Nuenen, Ommel, Veghel, Venray en Vlierden.
Helmond ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Helmond heeft meer dan 91.000 inwoners.
Een inwoner van Helmond heet een ‘Helmondenaar’, een ‘Helmonder’ of een ‘Helmonter’, in de volksmond ook wel kattenmepper. Bekende Helmonders zijn Nieky Holzken, Evert Santegoeds, Joost Swinkels en Leon van der Zanden.
Iets wat uit Helmond komt, noemt men ‘Helmonds’, zoals bijvoorbeeld het Helmonds Woordenboek. Helmond kreeg stadsrechten in 1332.
Helmond - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Helmond zijn Mechelen in België, San Marcos in Nicaragua en Zielona Góra in Polen. Helmond maakt deel uit van BrabantStad. Onder de gemeente Helmond vallen eveneens Brouwhuis, Mierlo-Hout en Stiphout.
Hoger onderwijs
Er is één hogeschool in Helmond gevestigd: Hogeschool De Kempel. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Helmond.
Denk je aan Helmond, dan denk je aan de EDAH (het EDAH-museum), het Kasteel, de kubuswoningen en aan het draaiorgelmuseum. Helmond fungeert als werkstad. De stad had eeuwenlang een bloeiende textielindustrie en nog is Vlisco er gevestigd; de producent van fel bedrukte stoffen die in West-Afrika zo populair zijn.
Ook de auto-industrie is belangrijk met NedCar alsook de High Tech Automotive Campus.
Helmond - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat schrijver Wim Daniëls Helmonder van het jaar is geweest, hoewel hij nooit in Helmond heeft gewoond.
Er wordt nog veel dialect gesproken in Helmond, vooral door de ouderen. Helmonds klinkt afwijkend van de standaardtaal omdat woorden aan elkaar worden geplakt en omdat bijna alle klinkers anders worden uitgesproken. Zo wordt de ‘oo’ een aau (graaut voor ‘groot’), de ‘aa’ een è (èreepel voor ‘aardappel’) en de ‘ee’ een eu.
Klinkers worden lang gerekt. Verkleinwoorden krijgen net als in Brabant -ke in plaats van -je en sch- wordt -sk. ‘Hun’ is hullie. Een vrekte zuute is bedoeld als ‘compliment’; dat is een leuk iemand. Een pilske is een ‘biertje’. Bekant is Brabants voor ‘bijna’. Een Helmonds gezegde is: Die is vast gebiecht. Het betekent: “Hij is al op de hoogte”. Zau zwart as unne klot: “Zo smerig als wat”.
“Helmond: een glimlach in Brabant”
Helmond - zakelijk
De gemeente Helmond
Het netnummer van Helmond is 0492. Het postcodegebied van Helmond is 5700 - 5709. Het adres van het gemeentehuis van Helmond is Frans Joseph van Thielpark 1, 5707 BX in Helmond. De website van de gemeente Helmond is Helmond.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Helmond is 14 0492.
Zakendoen in Helmond
Voor Helmondse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Eindhoven aan de John F. Kennedylaan 2, 5612 AB in Eindhoven. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Helmond is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Helmond is KVK-kantoor Eindhoven.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Helmond vaak op bedrijventerrein Businesspark Brandevoort, BZOB-Bedrijventerrein Zuidoost-Brabant, Groot Schooten, Helmond West, Hoogeind, Kanaalzone Noord en bedrijventerrein De Weijer Oost en West. In Helmond bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AAE, Afa Dispensing, Alltech Coppens Aqua Centre, Amada Miyachi Europe, Driessen HRM, G & G Sales International (Caresse), Dorel Juvenile (Maxi-Cosi), Driessen HRM, Fokker Landing Gear, Franke Nederland, Huijbregts Groep,
Loma Systems, Mainetti, Mannesmann Precision Tubes Netherlands, Nedschroef, Pascal Processing, Plato Group, Koninklijke Raymakers, Remat Chemie, Van Rooi Meat, Roval Aluminium, Smurfit Kappa, SNA Europe Benelux (Bahco), Spirotech, Stappert Noxon, Swinkels Food, vanRijsingen Source, VDL, Vlisco Netherlands, Vos Logistics, Heineken in Lieshout, Swinkels Family Brewers (onder andere Bavaria en Palm) in Lieshout, Distributiecentrum Jumbo in Veghel en Mars Nederland in Veghel. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Helmondse voetbalclub Helmond Sport, HVV, Rood-Wit ’62 of SC Helmondia meespeelt. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Helmond kunt u terecht bij HTV, bij T.V. Carolus Helmond of bij Tennisvereniging Shaile.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Helmond of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning? Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te eten of te drinken, kunt u terecht bij Helmondse Golfclub Overbrug in Helmond. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Verliefd Laantje 3A, 5707 LG in Helmond. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 06-45 59 81 26. De website van de golfbaan is www.hgc-overbrug.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij het golfclubhuis TIEN, telefoonnummer 06-15 22 03 87. Landgoed d’n Heikant is een andere golfbaan in de buurt van Helmond.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Helmond die ook op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder de filmpjes ziet u de locaties van Noord-Brabant en Helmond op Google Maps.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.