Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van hun medewerkers, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Heerlen en omstreken. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Heerlen aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Coachhuis Brunssum Brin Ederostraat 19 6445 AN BRUNSSUM
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Heerlen aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen talen leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast klassieke taaltrainingen vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede recensies en beoordelingen de mogelijkheid biedt om in Heerlen onbegrensd talen te leren. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om vreemde talen te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Heerlen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut stelt de wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemers met de contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met uw offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen evalueert de taaldocent de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kunnen de doelstellingen uiteraard bijgesteld worden. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers kan Dagnall desgewenst verzorgen Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit formulier alsook de schrijfopdracht dienen voorafgaand aan de intakedatum te teruggestuurd worden Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall Talen verzorgt de logistiek van het materiaal en cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall garandeert en bewaakt de continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Ons bedrijf is geopend in 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taalcursussen voor bedrijven en (overheids)instellingen in Heerlen en omgeving. Onze kundige taaltrainers zijn echte experts op taalgebied en hebben in deze jaren een groot aantal zakelijke cursussen verzorgd voor diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Zuid-Limburg.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt Dagnall Talen u betaalbare en effectieve taalcursussen in Heerlen. U kunt ervan op aan dat Dagnall uitstekend rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Heerlen
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Taalcursussen die gericht zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven een begrip. Medewerkers zonder of met weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de werkinstructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en deze op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en uiteraard graag hun ambities op het werkgebied verwezenlijken. Dit vergt een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
Dagnall Talen biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen voor het verhogen van de spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer. Wij leren en helpen cursisten hoe zij de lesstof op hun werk in praktijk kunnen brengen. Wij stemmen de lessen af op de behoeften van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgen de cursisten gedurende de taalcursus frequent praktijkopdrachten, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Dagnall Talen let tevens op de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun poging om de taal te beheersen, om de cultuur en gebruiken van het betreffende land en het bedrijf te begrijpen en om hun wereld via taal te vergroten. Hiervoor is inzet en motivatie nodig. Bovendien heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de taaltrainer per week. Dat is niet in elk geval genoeg.
Onderscheidend
Ons taleninstituut onderscheidt zich door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor een cursus op de werkvloer. Dagnall stimuleert leidinggevenden en collega’s binnen de werkkring van het bedrijf om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze wijze, wordt de waarde van goede talenkennis gemeenschappelijk ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Heerlen
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Heerlen die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan toepassen. Dat werkt wel zo plezierig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen bereiken wij door een blend van deze bewezen leermethode met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen, duocursussen (met 2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 deelnemers, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie. De taaltrainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de trainers van Dagnall Talen in Heerlen. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Effectief vreemde talen leren in Heerlen bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Wij verzorgen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus aan ons kunt overlaten. Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Heerlen worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Heerlen
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Heerlen en omgeving. Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd. De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De leergroepen houden we zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd in korte tijd. Omdat de taalcursus intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Een ander groot voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook is een individuele cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies. Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; het leren van de foutjes van anderen en met de groep communiceren in de doeltaal. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de taaltrainer. Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet worden geoefend in de groep. Ook is het niet mogelijk om te leren van elkaars foutjes omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden wat sneller worden afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen. Groepscursussen kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele deelnemers.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan. Dagnall Talen biedt daarom onze taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een
opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining kiezen. Een combinatie van deze verschillende trainingen is uiteraard mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen gaan hand in hand bij het leren van een nieuwe taal. Het gaat niet alleen om kennis maar ook om vaardigheid. Door de aandacht te vestigen op kunnen, is de cursist in staat na afronding van de taalcursus in Heerlen de opgedane kennis actief en snel in de praktijk toe te passen.
Voor u het weet, kunt u communiceren in de andere taal. Wat een verrijking! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Men maakte al gauw bezwaar tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was breed aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Van het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. Ook voor grotere groepen is deze audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen of woorden worden door de studenten hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gebeurt vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze methode goed werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden, probeert de methode de taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student ook onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de vreemde taal, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de Natural Method ook. De methode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica van de vreemde taal. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat. Bij de Structurele Aanpak draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; hieruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct een ervaring van succes. De eigen inbreng van studenten is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van de CLT-technieken de doeltaal in de praktijk te brengen door de interactie met de docent alsook met elkaar. Teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie en/of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent draagt onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de lerende helpt om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa kwam meer behoefte om talen te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. De methode werkt voor de studenten stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongebruikelijk. De methode Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan op deze manier uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt gaan communiceren in de nieuwe taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. De voorwaarde is dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren ongeschikt om dit te bewerkstelligen. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. De lerenden werden zo overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de lerenden, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend voordeel van de methodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend zijn in plaats van stimulerend en ontspannend werken. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd, is in 1976 ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De lerenden starten een gesprek. Als zij de taal nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De docent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren wanneer deze correct toegepast wordt. Voor grote klassen is de methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Van het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Een nadeel van Community Language Learning kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis lesboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de vergaande verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van de grammatica. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerenden sterk ontwikkeld en het zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, wat lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van de Dogme-methode is het aangaan van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve benadering voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen taaltrainer en studenten. Net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van vreemde talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de docent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet. Dit creëert spontane communicatie en dat de verveling niet toeslaat. Vrijwel elk onderwerp kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich daarentegen wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand worden genomen. Ook zijn niet alle trainers voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taallessen aan bod komt, kan een bijkomend minpunt vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemers beginnen nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klank; de tekst in de vreemde taal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is lerenden om tijdens het spreken te lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat beweging de opname versterkt van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief aan het leren is. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerende het soms ietwat saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engelse les. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een vlotte succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en de leermethode kan ook toegepast worden in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald niveau en is nog een andere methodiek nodig als aanvulling. Ook is de leermethodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te spreken. Dat de taalles in de vreemde taal gegeven werd, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De leermethode kent eveneens minpunten. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook weinig aandacht aan lezen in de doeltaal. De methode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. Deze herhalingen helpen de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele versie niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën van belang geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom wordt beschouwd, is de sterke kant van de methode van Gattegno. In principe is de docent dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Over het algemeen wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan input van de taaltrainer zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn relatief gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de studenten ontspannen. Op deze manier worden woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De docent wijst de lerenden op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. Daarna volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen gebruikers hun uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en wijst op fouten en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer eenvoudig in het gebruik en kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen van de methode wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel studenten ervaren het als prettig om de methode van Rosetta Stone te gebruiken. Voor scholen kan de methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een nadeel van de methode kan zijn dat er geen trainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en weer herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed, omdat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke wijze spreken in een normaal tempo.
Een nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. Een gebruiker leert geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het idee dat de lerenden op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden bestaan. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten de makkelijke lesstof begrepen en verworven hebben. Naast woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen maken. De methodiek maakt eveneens gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de taal en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die met de taal wat verder zijn, ervaren de cursussen soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op efficiënte wijze. Dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet doordat het een audiocursus is.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door Alphonse Chérel is opgericht in het jaar 1929. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De gebruikers werken bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist in zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past, is het pluspunt van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Men maakte al gauw bezwaar tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was breed aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Van het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. Ook voor grotere groepen is deze audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal te leren op een zodanige manier dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen of woorden worden door de studenten hardop gelezen. Het is niet het idee om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gebeurt vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af, woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze methode goed werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden, probeert de methode de taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student ook onbewust op deze manier. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de vreemde taal, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Kritiek kent de Natural Method ook. De methode is vooral gericht op het impliciet leren van de grammatica van de vreemde taal. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat. Bij de Structurele Aanpak draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; hieruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een nauwkeurige wijze kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct een ervaring van succes. De eigen inbreng van studenten is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van de CLT-technieken de doeltaal in de praktijk te brengen door de interactie met de docent alsook met elkaar. Teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie en/of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent draagt onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de lerende helpt om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa kwam meer behoefte om talen te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. De methode werkt voor de studenten stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of ongebruikelijk. De methode Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica. Dat werd gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan op deze manier uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt gaan communiceren in de nieuwe taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerenden zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. De voorwaarde is dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren ongeschikt om dit te bewerkstelligen. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. De lerenden werden zo overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de lerenden, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend voordeel van de methodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend zijn in plaats van stimulerend en ontspannend werken. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd, is in 1976 ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De lerenden starten een gesprek. Als zij de taal nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De docent dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren wanneer deze correct toegepast wordt. Voor grote klassen is de methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Van het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Een nadeel van Community Language Learning kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en eveneens geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de taak van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis lesboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de vergaande verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van de grammatica. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan snel in de doeltaal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd een succes, ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid van de lerenden sterk ontwikkeld en het zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de seriemethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, wat lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de doeltaal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van de Dogme-methode is het aangaan van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve benadering voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen taaltrainer en studenten. Net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van vreemde talen erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de docent is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen zo niet. Dit creëert spontane communicatie en dat de verveling niet toeslaat. Vrijwel elk onderwerp kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich daarentegen wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand worden genomen. Ook zijn niet alle trainers voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taallessen aan bod komt, kan een bijkomend minpunt vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemers beginnen nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige methode: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klank; de tekst in de vreemde taal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is lerenden om tijdens het spreken te lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat beweging de opname versterkt van de vreemde taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief aan het leren is. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerende het soms ietwat saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engelse les. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een vlotte succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Dit zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en de leermethode kan ook toegepast worden in grotere klassen. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald niveau en is nog een andere methodiek nodig als aanvulling. Ook is de leermethodiek niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden aangemoedigd veel te spreken. Dat de taalles in de vreemde taal gegeven werd, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De leermethode kent eveneens minpunten. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook weinig aandacht aan lezen in de doeltaal. De methode biedt voor de meer gevorderde student onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer gebaseerd, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. Deze herhalingen helpen de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaltrainers gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele versie niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën van belang geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom wordt beschouwd, is de sterke kant van de methode van Gattegno. In principe is de docent dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Over het algemeen wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan input van de taaltrainer zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De docent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn relatief gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de studenten ontspannen. Op deze manier worden woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De docent wijst de lerenden op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. Daarna volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is TPRS een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen gebruikers hun uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en wijst op fouten en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt veel gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer eenvoudig in het gebruik en kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen van de methode wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel studenten ervaren het als prettig om de methode van Rosetta Stone te gebruiken. Voor scholen kan de methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een nadeel van de methode kan zijn dat er geen trainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en weer herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed, omdat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke wijze spreken in een normaal tempo.
Een nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. Een gebruiker leert geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het idee dat de lerenden op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden bestaan. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten de makkelijke lesstof begrepen en verworven hebben. Naast woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen maken. De methodiek maakt eveneens gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de taal en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die met de taal wat verder zijn, ervaren de cursussen soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op efficiënte wijze. Dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet doordat het een audiocursus is.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door Alphonse Chérel is opgericht in het jaar 1929. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De gebruikers werken bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast deze dialoog, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist in zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past, is het pluspunt van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.
Er bestaat ook een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om talen te leren: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu op actuele thema’s en ontwikkelingen in die interessant zijn voor de cursist. Onze trainers zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Heerlen.
Online een taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Heerlen
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de cursisten bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall eveneens blended learning in Heerlen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het platform vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op alle beschikbare (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus leren waar en wanneer ze maar willen. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, juridische termen, technische termen en productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Heerlen. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging. Mensen die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven derhalve vaak cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Laptop, pc of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze onlinecursussen en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) trainers gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair dan wel HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
De blended en online taalcursussen van Dagnall zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud van de taalcursus wordt afgestemd op het leerplan zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt cursisten de taaldoelen op een vlotte en zelfverzekerde manier te bereiken
De online (of blended) taalcursussen bestaan uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursussen ook tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Structuur en vakbekwaamheid leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Heerlen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Heerlen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als hulpmiddel. Zo geven wij u als cursist een helder beeld van uw aanwezige en opgedane kennis. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na afloop van uw taalcursus in Heerlen.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die specifiek voor de talen in Europa is ontwikkeld. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het ERK kenschetst vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Deze vijf taalvaardigheden krijgen in het ERK zes niveaus; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze niveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners. Mensen die taalniveau B beheersen, bezitten alle basisvaardigheden in deze taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van (ver)gevorderden. Het beheersen van de taal lijkt sterk op dat van moedertaalgebruikers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche die onder andere eisen stelt aan mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Heerlen, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met diverse andere organisaties samen, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken resultaat- en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Heerlen sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue innovatie onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse besturen, adviesraden en commissies vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging. Uiteraard voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Heerlen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Heerlen aan
Neemt u gerust contact op met Dagnall Taleninstituut voor een taalcursus in Heerlen. Bent u nieuwsgierig geworden naar de werkwijze? Voor meer informatie belt u ons direct op 085-2737302 (geen belmenu) of stuurt u een e-mail naar taalcursus-heerlen@dagnall.nl.
Of ga naar ons contactformulier. Natuurlijk kunt u ook ons informatiepakket bestellen. Dit is geheel gratis.
De beste route naar een taalcursus in Heerlen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Heerlen op uw locatie volgen of in Brunssum, bijvoorbeeld bij Coachhuis Brunssum aan de Brederostraat 19 in Brunssum. Dagnall Talen verzorgt ook taalcursussen in Heerlen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Heerlen aan de Terworm 10, in Amrâth Grand Hotel Heerlen aan de Groene Boord 23, in Tulip Inn Heerlen City Centre aan het Wilhelminaplein 17, in Fletcher Hotel Parkstad-Zuid Limburg aan de Roda J.C. Ring 59 in Kerkrade en in de WinselerHof aan de Tunnelweg 99 in Landgraaf.
U kunt vergaderen in Heerlen bij bijvoorbeeld bij Beitel 90.
Heerlen heeft een lange geschiedenis. Er zijn sporen van bewoning in de Romeinse tijd gevonden. De Romeinen hadden er een militaire nederzetting: Cortovallum of Coriovallum. In 1065 is er voor het eerst sprake van ‘Heerlen’ (Herle) in de akte van de hand van de bisschop van Toul.
De naam van de plaats ‘Heerlen’ is waarschijnlijk een verbastering van het Romeinse Chorio/Chari/Heri, wat ‘droog’ betekent. Het tweede deel, len zou een verbastering zijn van het Oudsaksisch woord voor bos: loo. In moderne taal betekent Heerlen dan ‘droog bos’.
Heerlen ligt in de Oostelijke Mijnstreek in de regio Zuid-Limburg. Plaatsen in de buurt van de stad Heerlen zijn Brunssum, Geleen, Gulpen, Hoensbroek, Kerkrade, Maastricht, Sittard en Valkenburg.
Heerlen ligt in de provincie Limburg. De gemeente Heerlen telt ruim 86.000 inwoners.
Heerlen staat bekend als van de voormalige mijnen, het Thermenmuseum, het Glaspaleis en de Pancratiuskerk. De taal van Heerlen is ook beroemd; het Heerlens Nederlands, het zogenaamde Huillands (”Hollands om van te huilen”). Heerlen fungeert als industrie- en dienstenstad met
(hoofd)vestigingen van DSM, het ABP maar ook de Belastingdienst en het CBS.
Heerlen - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat in Heerlen de eerste kerstmarkt in Nederland plaatsvond. Dit was in 1980.
Het is zowel verwant aan het Limburgs als aan het Standaardnederlands. Kenmerkend voor het Heerlens is het gebruik van het woord ‘zich’ dat eerder Duits dan Nederlands aandoet. Hij neemp zich nog ene voor ‘hij neemt er nog één’. Van het Limburgs zijn de intonatie en de sj- voor de s-klank overgenomen.
Ook zj- in plaats van ‘z’ wordt gezegd. De Duitse invloed kan gehoord worden in veel Heerlense woorden: richtig voor ‘juist’, heem voor ‘thuis’, dich voor ‘je’/‘jou’. Lot dich mar nieks d’r hin make: “laat je niet voor gek uitmaken”.
“Wij zijn Heerlen”
Heerlen - zakelijk
De gemeente Heerlen
Het netnummer van Heerlen is 045. Het postcodegebied van Heerlen is 6400 - 6422. Het adres van het gemeentehuis van Heerlen is Geleenstraat 27, 6411 HP in Heerlen. De website van de gemeente Heerlen is Heerenveen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Heerlen is 14 045.
Zakendoen in Heerlen
Voor Heerlense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Roermond aan de Steegstraat 5, 6041 EA in Roermond. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Heerlen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Heerlen is KVK-kantoor Roermond.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Heerlen vaak op bedrijventerrein Avantis, Baaks-Soureth, Beitel, Brightlands Smart Services Campus, Coriopolis, Emma, De Koumen, Litscherveld, Smitzerveld, Trilandis en bedrijventerrein Weggebekker. In Heerlen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: ABP, Acist Europe, APG, Argus Imaging, Cadac Group, Comus Technology, DocMorris, Koninklijke DSM, Everris International, FP International, Hago
Nederland (Vebego), Hoerbiger Benelux, Innolux Europe, Inter-Strap, Kobelco Welding, Medtronic, Mondi, Pegas, Ranpak, Simac Masic & TSS, Tadinox, TCK Sports Group (Uvex), Patisserie Jack Heesen in Brunssum, Vandemoortele in Brunssum, Fortron (Vebego) in Hoensbroek, Transcarbo in Hoensbroek, Mexma Food in Kerkrade, Wiertz Company House in Kerkrade, SoFine Foods in Landgraaf en Brand Bierbrouwerij in Wijlre. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Heerlense voetbalclub RKHBS, NEC ’92 of Sporting Heerlen meespeelt. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Heerlen kunt u terecht bij Tennisvereniging Oranje Nassaus of bij TC Break.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Heerlen of met uw internationale (zaken)relatie bij Heerlen een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Heerlen ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Heerlen is Golf & Country Club Hoenshuis in Voerendaal. Het adres van deze golfbaan is Hoensweg 17, 6367 GN in Voerendaal. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 045-575 33 00. De website van deze golfbaan is www.hoenshuis.nl. Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij het restaurant van Golf & Country Club Hoenshuis. Golfclub Brunssummerheide is nog een golfbaan in de omgeving van Heerlen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Heerlen die eveneens op Youtube zijn te zien. Door direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder de filmpjes ziet u de locaties van Limburg alsook Heerlen op Google Maps.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.