Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties en bedrijven die in de taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall is een taalaanbieder die u precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Haarlem en omstreken. (Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Haarlem aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Coachhuis in Haarlem-Centrum Nieuwe Gracht 3 2011 NB HAARLEM
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Haarlem aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taaltaalcursussen zijn organisaties vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om talen te leren in Haarlem. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Haarlem.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt vastgesteld, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
De trainer evalueert na een aantal lessen de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen uiteraard worden aangepast. Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de deelnemers door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit formulier alsook de schrijfopdracht dienen vóór de datum van de intake te teruggestuurd worden Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De cursisten worden per taal en taalniveau ingedeeld Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall Taleninstituut verzorgt uiteraard de logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Ons bedrijf is opgezet in 1982 en geeft sindsdien taalcursussen op maat aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Haarlem en gemeenten in de buurt van Haarlem. Wij maken gebruik van ervaren en kundige trainers die specialisten zijn op het gebied van taal en die in al deze jaren al veel trainingen hebben verzorgd voor diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Kennemerland.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, biedt Dagnall Talen u effectieve en betaalbare taalcursussen in Haarlem. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u belooft.
Betaalbare taalcursussen op maat in Haarlem
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Taalcursussen die gericht zijn op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn ondertussen bij veel organisaties een begrip. Werknemers met beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen de aanwijzingen op de werkvloer goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. De werknemers willen het liefst met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk heel graag hun ambities op hun werkgebied realiseren. Hiervoor is een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van de organisatie noodzakelijk.
Ons taleninstituut verzorgt betaalbare maatwerk taalcursussen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verhogen. Dagnall helpt en leert de deelnemer hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen op hun werk. Ons instituut stemt de lessen af op de behoefte van de opdrachtgever en op het niveau van de cursist(en). Naast de lessen, krijgt de cursist tijdens de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, die de voortgang van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training vergroten.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Wij letten ook op de minder belichte kant van veel taalcursussen: de cursist staat al vaak alleen in zijn poging om de taal machtig te zijn, om de gebruiken en cultuur van het bewuste land en de organisatie te doorgronden en om de wereld via taal uit te breiden. Dat vergt veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de deelnemer maar een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de taaldocent. Dit is niet altijd genoeg.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut onderscheidt zich door in te zetten op vergroting van het draagvlak voor een cursus op de werkvloer. Dagnall Talen stimuleert uitvoerenden en leidinggevenden binnen de werkkring van het bedrijf om te zorgen voor een continu proces van taalverwerving, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door de relevantie van taal op de werkvloer voortdurend op deze manier te benadrukken, wordt het nut van een goede taalbeheersing samen ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Haarlem
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Haarlem die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het ondertussen alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen bereiken wij door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en zij spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall Talen in Haarlem. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief een vreemde taal leren in Haarlem bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Haarlem worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Haarlem
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Haarlem en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles genoemd. De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de cursisten maximaal te ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de leerstijl, het taalniveau, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat veel kennis wordt geleerd in korte tijd. Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Flexibiliteit is een ander belangrijk voordeel van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Daarnaast is een individuele cursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het kunnen leren van de foutjes van anderen en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de deelnemers prettiger vinden. Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer. Omdat er geen interactie is met andere deelnemers, kan het geleerde niet in de groep geoefend worden. Ook is het niet mogelijk om van fouten van een ander te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat sneller worden afgeleid. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan deels worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen). Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele deelnemers.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen onze taaltrainingen ook incompany en online aan. Bij Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Het combineren van deze verschillende trainingen is uiteraard mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Het beheersen van een taal betekent kennen (kennis hebben) alsook nadruk op kunnen (kunnen handelen). Dagnall zorgt met gerichte oefening dat de opgedane kennis beter kan worden toegepast.
Voor u het weet, spreekt u zomaar en aardig woordje in de nieuwe taal! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen alsook structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaldocent kan bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Er wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel grote bezwaren. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een vlotte en efficiënte overdracht van kennis bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen en woorden worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, maar geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan goed werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan functioneren voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de vreemde taal te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De SA staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Bij de Structurele Aanpak draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aangeboden aan de studenten in realistische situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate manier kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook nadelen. De methodiek is behoorlijk tijdrovend en zorgt niet onmiddellijk voor succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een taal.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaltrainer. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de lerenden helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Binnen het verenigde Europa ontstond meer behoefte om vreemde talen te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren ongebruikelijk of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica. Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij lerenden zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de lerende. De student is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar het land van de doeltaal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de leermethode zo intensief is. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet daadwerkelijk gaan communiceren in de nieuwe taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een keerzijde. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat lerenden ontspannen zijn en zich veilig voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden gezet en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De leermethode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werd de lerende overgehaald om te luisteren en de lerende kon de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder last zal krijgen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In het jaar 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn zij de doeltaal nog niet machtig genoeg, dan spreken zij in de moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Er is geen leerboek dat gevolgd wordt.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt lerenden veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden de studenten vaak nuttig. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen. Door deze methode worden studenten zich veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om als een team te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes lastig te meten. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de taal door de student bestaat veel ruimte.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de vergaande verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden snel in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
De principes van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was gedurende een bepaalde periode een succes, ondanks dat de methode een ongebruikelijke aanpak had. Deze methode van Gouin werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de leermethode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten met de methode goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, de krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de student liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken, waarbij het om communicatie draait als de stuwende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen de lerenden en de docent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan aan bod komen in een les volgens de Dogme-benadering. De studenten blijven zo betrokken en alert.
Als lerenden zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer, kunnen ze zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de lessen aan bod komt, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het werken aan de taal veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat de lerenden het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond of leeftijd en de leermethode kan ook in iets grotere klassen ingezet worden. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Daardoor werkt de methode tot op een zeker niveau en is daarnaast een andere methode (ter aanvulling) nodig. De methode is bovendien niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. De studenten werden gestimuleerd vaak te spreken. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in de vreemde taal gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat werd aangeleerd aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen ontwikkelen. Aan deze leermethode kleven echter eveneens keerzijden. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en eveneens relatief veel minder aan lezen in de doeltaal. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor een langzaam lerende student, doordat deze leermethode een actieve inzet door de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. Deze herhalingen helpen de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten gebruikt om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt. De taaltrainer is bij deze methode in feite aan de studenten dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docent vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met een tweetalige tekst, met behulp waarvan de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze leermethode is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De student kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen.
Voor de schrijfvaardigheden van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft taalfoutjes aan en biedt de optie om de taalfoutjes van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen ingezet en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende gebruikt worden. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt van de methode is dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten daarna worden nagesproken en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer door Amerikanen gevolgd en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
Een keerzijde van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat niets uitgelegd wordt. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke stemacteur en een vrouwelijke stemacteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het idee dat de lerenden op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt eveneens grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande begrepen en verworven hebben. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes bouwen. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De studenten die met de taal wat verder zijn, vinden de cursussen soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op een efficiënte wijze. Dat de cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Een echte interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen streven is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De cursisten werken bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen alsook structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaldocent kan bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Er wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel grote bezwaren. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Vanaf het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een vlotte en efficiënte overdracht van kennis bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen en woorden worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, maar geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan goed werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan functioneren voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de vreemde taal te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in de vreemde taal worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De SA staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Bij de Structurele Aanpak draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aangeboden aan de studenten in realistische situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het vaakst in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een accurate manier kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook nadelen. De methodiek is behoorlijk tijdrovend en zorgt niet onmiddellijk voor succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een taal.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaltrainer. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de lerenden helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Binnen het verenigde Europa ontstond meer behoefte om vreemde talen te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren ongebruikelijk of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond omstreeks 1783. Meidinger wordt gezien als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica. Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij lerenden zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de lerende. De student is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar het land van de doeltaal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de leermethode zo intensief is. De methode is ‘sink or swim’, de lerende moet daadwerkelijk gaan communiceren in de nieuwe taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een keerzijde. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke training nogal intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat lerenden ontspannen zijn en zich veilig voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden gezet en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De leermethode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werd de lerende overgehaald om te luisteren en de lerende kon de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder last zal krijgen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In het jaar 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn zij de doeltaal nog niet machtig genoeg, dan spreken zij in de moedertaal. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Er is geen leerboek dat gevolgd wordt.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt lerenden veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden de studenten vaak nuttig. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen. Door deze methode worden studenten zich veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om als een team te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen leren studenten vaak veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen gehouden. Hierdoor is het succes lastig te meten. Een aantal lerenden wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de taal door de student bestaat veel ruimte.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de vergaande verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden snel in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
De principes van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was gedurende een bepaalde periode een succes, ondanks dat de methode een ongebruikelijke aanpak had. Deze methode van Gouin werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en de leermethode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten met de methode goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, de krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de student liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Bovendien leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken, waarbij het om communicatie draait als de stuwende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen de lerenden en de docent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan aan bod komen in een les volgens de Dogme-benadering. De studenten blijven zo betrokken en alert.
Als lerenden zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer, kunnen ze zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de lessen aan bod komt, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. Deze zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het werken aan de taal veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat de lerenden het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond of leeftijd en de leermethode kan ook in iets grotere klassen ingezet worden. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Daardoor werkt de methode tot op een zeker niveau en is daarnaast een andere methode (ter aanvulling) nodig. De methode is bovendien niet echt creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. De studenten werden gestimuleerd vaak te spreken. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de lessen in de vreemde taal gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat werd aangeleerd aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen ontwikkelen. Aan deze leermethode kleven echter eveneens keerzijden. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en eveneens relatief veel minder aan lezen in de doeltaal. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor een langzaam lerende student, doordat deze leermethode een actieve inzet door de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. Deze herhalingen helpen de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten gebruikt om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt. De taaltrainer is bij deze methode in feite aan de studenten dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van de doeltaal, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling, om vervolgens met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de docent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met een tweetalige tekst, met behulp waarvan de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze leermethode is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De student kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen.
Voor de schrijfvaardigheden van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft taalfoutjes aan en biedt de optie om de taalfoutjes van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen ingezet en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende gebruikt worden. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt van de methode is dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten daarna worden nagesproken en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer door Amerikanen gevolgd en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
Een keerzijde van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat niets uitgelegd wordt. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke stemacteur en een vrouwelijke stemacteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het idee dat de lerenden op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt eveneens grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande begrepen en verworven hebben. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes bouwen. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. De studenten die met de taal wat verder zijn, vinden de cursussen soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op een efficiënte wijze. Dat de cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Een echte interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen streven is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De cursisten werken bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier om talen te leren: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu op actuele thema’s en ontwikkelingen in die voor de cursisten interessant kunnen zijn. Onze taaltrainers zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verder verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall, maar deze werkwijze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Haarlem.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Haarlem
Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall ook blended learning in Haarlem op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige App, geschikt voor zowel Android als Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren waar en wanneer het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar na afloop van de taalcursus in Haarlem. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taal veelal een uitdaging zijn. Mensen die meerdere talen spreken, zijn daarom cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining
Het volgende is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Talen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde moedertaal (native) trainers gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO dan wel universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden speciaal op de behoeften en wensen van de cursist afgestemd
De inhoud van de cursus wordt aangepast aan het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt cursisten de taaldoelen zelfverzekerd en snel te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Door de combinatie van zelfstudie en videosessies komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
De lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat u thuis alles kunt herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaldocenten geven naast de taalcursus ook tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Haarlem ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Haarlem ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als model en bieden u een duidelijk beeld van uw aanwezige en verworven kennis van de taal. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen het ‘Dagnall Talen-certificaat’ aan het einde van de taalcursus in Haarlem.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om niveaus van taalvaardigheid in te delen. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het ERK definieert vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige naam wordt ook vaak gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze zes niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Taalniveau A omschrijft de basisvaardigheden die de gebruiker beheerst. Taalniveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘onafhankelijke gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren. Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden van een (ver)gevorderde taalgebruiker aan, die de taal kent als een (bijna) moedertaalgebruiker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden aangeleverd binnen de deadline en volgens afspraak.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons instituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor betrouwbaarheid en kwaliteit staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Haarlem, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Haarlem sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu innoveren is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde nodig zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies te worden beschermd. Uiteraard voldoet Dagnall Talen aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Haarlem zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut is in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een vereiste voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Haarlem aan
U kunt contact opnemen met Dagnall Taleninstituut voor een taalcursus in Haarlem. Bel naar 085-2737302 (geen menu) of stuur een e-mail naar taalcursus-haarlem@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook ons gratis informatiepakket bestellen.
De vlotste route naar een taalcursus in Haarlem!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Haarlem op uw eigen locatie volgen of in Haarlem, bijvoorbeeld bij Coachhuis in Haarlem-Centrum aan de Nieuwe Gracht 3 in Haarlem of bij het Brick Business Center aan de Diakenhuisweg 39 in Haarlem. Ons taleninstituut kan ook taalcursussen in Haarlem verzorgen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Haarlem aan de Toekanweg 2, in Stayokay Haarlem aan het Jan Gijzenpad 3, in Amrâth Grand Hotel Frans Hals aan de Damstraat 10, in Fletcher Hotel Spaarnwoude aan de Oostbroekerweg 17 in Velsen-Zuid en in Claus Park Collection aan de Bosweg 15 in Hoofddorp.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Haarlem kan bij de Stadsschouwburg aan het Wilsonsplein 23 en Philharmonie Haarlem aan de Lange Begijnestraat 11.
Zeker is dat er in de late steentijd en de bronstijd al mensen in het gebied leefden dat nu Haarlem is. De eerste vermeldingen van ‘Haarlem’ dateren uit het jaar 948, toen Haarlem de zetel was van de graaf van Holland. Dankzij de ligging aan het water en aan de weg van Alkmaar naar Den Haag kon Haarlem zich ontwikkelen als handels- en ambachtsstad. Het duinwater was geschikt voor het brouwen van bier
en tot in de late Middeleeuwen waren er honderden bierbrouwerijen gevestigd. Haarlem werd in het jaar 948 geschreven als Haralem, wat een verbastering is van ‘heem’/‘heim’, woonplaats, op een kleine zandrug; een harula. De naam betekent als geheel in moderne taal “woonplaats gelegen op een hoge zandgrond (‘haar’) in het bos (lo)”.
Haarlem is gelegen in de streek Kennemerland en grenst aan de Bollenstreek. Plaatsen in de omgeving van de stad Haarlem zijn Aerdenhout, Bennebroek, Bloemendaal, Heemstede, Hillegom, Hoofddorp, IJmuiden, Nieuw-Vennep, Leimuiden, Lijnden, Lisse, Spaarndam,
Spaarnwoude, Velsen, Vijfhuizen, Zandvoort en Zwanenburg. Haarlem ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Haarlem heeft ruwweg 161.000 inwoners.
Een inwoner van Haarlem heet een Haarlemmer, maar wordt in de volksmond ook wel mug genoemd. Bekende Haarlemmers zijn Giel Beelen, Willem Duyn, Beau van Erven Dorens, Yvonne van Gennip, Bart de Graaff, Jan de Hartog, Tim Immers, Arthur Japin, Brigitte Kaandorp, Rick de Leeuw, Harry Mulisch, taalkundige Marlies Philippa, Willem Ruis, Paul Tang, Annette van Trigt, Rob Trip, Remco Veldhuis, Gallyon van Vessem, Erik de Vogel, Leopold Witte en Joop van Zijl.
Iets wat uit Haarlem komt, heet ‘Haarlems’ of ‘Haarlemmer’, zoals het Haarlems Dagblad. Haarlem kreeg in 1245 stadsrechten.
Haarlem - internationaal & scholing
Provinciehoofdstad & partnersteden
Haarlem is de provinciehoofdstad van Noord-Holland. Onder de gemeente Haarlem valt eveneens westelijke deel van Spaarndam. De partnersteden van Haarlem is Angers in Frankrijk en Osnabrück in Duitsland.
Hoger onderwijs
Er is één hogeschool in Haarlem: Hogeschool InHolland. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Haarlem.
Haarlem is bekend van het Teylers Museum en het Frans Halsmuseum, de Sint-Bavokerk, de vele historische monumenten en de gezellige binnenstad met de vele pleinen en hofjes. Bij Haarlem denk je ook aan Haarlemmerolie: het middel tegen alle kwalen. Ook de Nederlandse spoorgeschiedenis begon hier: de eerste trein reed in 1839 tussen Amsterdam en Haarlem.
Haarlem fungeert als regiocentrum voor de omliggende gemeenten op het gebied van werk, onderwijs en cultuur.
Haarlem - minder bekend
Dat de wijk Harlem in New York vernoemd is naar Haarlem, is algemeen bekend. Minder algemeen bekend is dat Haarlem ook de naam is van een plaats in Suriname alsook in Zuid-Afrika.
Het Haarlemse dialect, zo het er is, is een Zuid-Hollands dialect dat ook overeenkomsten heeft met het Kennemerlands en in mindere mate met het Amsterdams. Typisch zijn de stemloze uitspraak van de stemhebbende ‘v’, ‘z’ en ‘g’ (ferder in plaats van ‘verder’).
Kenne wordt gezegd in plaats van ‘kunnen’ en as in plaats van ‘dan’ (groter as voor ‘groter dan’). Haarlem is Lemsko, Amsterdam is Damsko. Een Haarlemmer is een mug. Als versterkend woord hoor je vaak niet te nare (erg, ontzettend). Als iemand ergens genoeg van heeft; er klaar mee is: Ik vind het gesneden.
“Haarlem neemt je mee”
Haarlem - zakelijk
De gemeente Haarlem
Het netnummer van Haarlem is 023. Het postcodegebied van Haarlem is 2000 - 2037. Het adres van het gemeentehuis van Haarlem is Zijlvest 39, 2011 VB in Haarlem. De website van de gemeente Haarlem is Haarlem.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Haarlem is 14 023.
Zakendoen in Haarlem
Voor Haarlemse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Haarlem is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Haarlem is KVK-kantoor Alkmaar.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Haarlem vaak op bedrijventerrein Waarderpolder, op bedrijventerrein Veerpolder en op het Haarlem Business Park. In Haarlem bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Abi, Brammer, brouwerij Jopen, Cavallaro Napoli, Cavex Holland, De Voogt Naval Architects, DNP Imagingcomm Europe, edilon)(sedra, Feadship Royal Dutch Shipyards, GLI Europe, Imbema (Kranzle, Mirka tools), Joh. Enschedé
Banknotes, K-Swiss Europe, Lohmann & Rauscher Varitext, Loods 5, Meewind, Merck Sharp & Dohme MSD Nederland, Meuwissen Gerritsen (Alkreflex, Miofol, Polytex, Tyvek), MYLAPS, Otelli, Pepe Jeans Europe, Record Industry, Sensys Gatso, SII Netherlands, Simon Lévelt, Teva Pharmaceuticals, VNU, Myler in Hoofddorp en YoungCapital in Hoofddorp. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een goed idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Haarlemse voetbalclub Koninklijke HFC, SV Alliance, Haarlem Kennemerland of Geel Wit te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Haarlem kunt u terecht bij HLTC, bij Tennisvereniging Pim Mulier, bij T.V. Kontakt of bij Tennisvereniging Duinvliet.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de taalcursus in Haarlem of met uw internationale (zaken)relatie bij Haarlem een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Haarlem ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De golfbaan in de omgeving van Haarlem is de Haarlemmermeersche Golfclub in Cruquius. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Spieringweg 745, 2142 ED in Cruquius. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 023-558 90 00. De website van de golfbaan is www.hgcgolf.nl. Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij het sfeervolle restaurant de Drie Gemalen, telefoonnummer 023-558 90 04. Golfclub Mariënweide, Golfclub Houtrak en Golfbaan Spaarnwoude zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Haarlem.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Haarlem die ook op Youtube staan. U kunt direct op het Youtube logo in het midden klikken om een filmpje te bekijken. Onder de filmpjes ziet u de locaties van Noord-Holland en Haarlem op Google Maps.
Door linksboven te klikken, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.