Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Wij bieden u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Eindhoven.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Eindhoven aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Eindhoven aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en ook als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall een vreemde taal leren op precies een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn behalve de klassieke taalcursussen met name geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van klantenen afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen talen te leren in Eindhoven. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall is om vreemde talen te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Eindhoven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Gorinchem) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door een blend van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een ander voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Eindhoven. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Dagnall Talen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Eindhoven worden gegeven.
Wij bieden individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Eindhoven en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Omdat de taalcursus intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is eveneens cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere cursisten is het grootste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen cursisten leuker vinden.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele cursus.
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele cursussen alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
De geleerde taalkennis kan niet geoefend worden in groepsverband doordat er geen interactie is met andere cursisten.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van elkaars foutjes.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat eerder worden afgeleid. Daardoor is het rendement iets lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele cursisten.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen om daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toe te voegen Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Een goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De methode kan ook bij grotere groepen gebruikt worden.
Tegelijk heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen of woorden worden hardop gelezen door de student. Het is niet de bedoeling om al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds herzien; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar veel geheugenwetenschappers betwijfelen dit. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan functioneren voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList Method goed functioneren. Opschrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een minpunt is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaring kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd aan de taallerende. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten de taal op een accurate manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De input van de student zelf is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Fouten maken mag; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al sinds halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in groepen geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de doeltaal. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent. Dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te kunnen bereiken. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die opgesteld waren in een halve cirkel en er was ook altijd muziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Op deze manier werden lerenden overgehaald om te luisteren en de lerenden konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn, dan ontspannend of stimulerend werken. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Als de lerenden de te leren taal nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent legt uit en vertaalt. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Het gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel studenten nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Door deze methode worden studenten zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de vreemde taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. Deze methode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (voornamelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren. Daarom is de methode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de taaltrainer en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich daarentegen wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt tijdens de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken afwijkend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de methode van Shadowing is dat de lerenden het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® voor elke doelgroep bruikbaar, ongeacht achtergrond of leeftijd en de leermethode kan ook worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten uit te drukken zijn, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is daarnaast een andere methodiek (aanvullend) nodig. Ook is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. De studenten brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Minpunten heeft deze leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook relatief weinig aan lezen in de vreemde taal. De methode biedt voor meer gevorderde studenten niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is ook niet erg bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een actieve inzet door de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan als een keerzijde worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor studenten, die immers als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt vaak goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet. Door het gebrek aan inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De limiterende factor van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is TPRS een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een keerzijde.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is ontdekt met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De studenten kunnen zo hun uitspraak van de nieuwe taal met die van een moedertaalspreker (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en wijst op taalfouten, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel eenvoudig in gebruik en kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat er geen docent is die studenten kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. Deze zinnetjes zijn door native speakers (moedertaalsprekers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken.
De keerzijde van de leermethodiek is dat niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in kleine delen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen maken. De methodiek gebruikt ook flashcards om zelf de vocabulaire te toetsen alsook online oefeningen om de eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. De lerenden die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Een minpunt van de methode is dat de taalcursussen geen schrijfvaardigheid bieden. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven voor taalcursussen is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de cursisten ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, alsook uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de student te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen om daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toe te voegen Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Een goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De methode kan ook bij grotere groepen gebruikt worden.
Tegelijk heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen of woorden worden hardop gelezen door de student. Het is niet de bedoeling om al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds herzien; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar veel geheugenwetenschappers betwijfelen dit. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan functioneren voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList Method goed functioneren. Opschrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een minpunt is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaring kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd aan de taallerende. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten de taal op een accurate manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De input van de student zelf is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Fouten maken mag; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al sinds halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in groepen geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de doeltaal. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent. Dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te kunnen bereiken. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die opgesteld waren in een halve cirkel en er was ook altijd muziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Op deze manier werden lerenden overgehaald om te luisteren en de lerenden konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn, dan ontspannend of stimulerend werken. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Als de lerenden de te leren taal nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent legt uit en vertaalt. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Het gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel studenten nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Door deze methode worden studenten zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de vreemde taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. Deze methode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (voornamelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren. Daarom is de methode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de taaltrainer en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich daarentegen wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt tijdens de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken afwijkend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de methode van Shadowing is dat de lerenden het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® voor elke doelgroep bruikbaar, ongeacht achtergrond of leeftijd en de leermethode kan ook worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten uit te drukken zijn, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is daarnaast een andere methodiek (aanvullend) nodig. Ook is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. De studenten brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Minpunten heeft deze leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook relatief weinig aan lezen in de vreemde taal. De methode biedt voor meer gevorderde studenten niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is ook niet erg bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een actieve inzet door de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan als een keerzijde worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor studenten, die immers als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt vaak goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet. Door het gebrek aan inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De limiterende factor van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is TPRS een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een keerzijde.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Eindhoven.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Taleninstituut Dagnall eveneens blended learning in Eindhoven op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een lerende altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook productnamen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook na afloop van de taalcursus in Eindhoven beschikbaar.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Werknemers die meerdere talen spreken, zijn daarom cruciaal in veel organisaties en bedrijven.
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online technische en zakelijke taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Eindhoven, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Eindhoven is de op vier na grootste gemeente van Nederland.
De partnersteden van Eindhoven zijn Białystok in Polen, Gedaref in Soedan, Emfuleni in Zuid-Afrika en Minsk in Wit-Rusland.
Onder de gemeente Eindhoven vallen eveneens Acht en Philipsdorp.
Eindhoven is een universiteitsstad met de Technische Universiteit Eindhoven (TU Eindhoven), gesticht in 1956.
Er zijn diverse hogescholen in Eindhoven, zoals Business School Notenboom, de Design Academy Eindhhoven, Fontys, Luzac, Hogeschool Tio en Schoevers.
Eindhoven staat bekend als de lichtstad van Nederland. Maar wat weinig mensen weten, is dat die naam ‘Lichtstad’ niet is te danken aan de gloeilampen van Philips, maar aan de luciferfabrieken, die al in 1870 in de stad gevestigd waren.
Het netnummer van Eindhoven is 040.
Het postcodegebied van Eindhoven is 5600 - 5658.
Het adres van het gemeentehuis van Eindhoven is Stadhuisplein 10, 5611 EM in Eindhoven.
De website van de gemeente Eindhoven is Eindhoven.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Eindhoven is 14 040.
Voor Eindhovense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Eindhoven aan de John F. Kennedylaan 2, 5612 AB in Eindhoven. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Eindhoven is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Eindhoven is KVK-kantoor Eindhoven.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Eindhoven een bezoek brengen aan het Van Abbemuseum, aan het DAF Museum, aan het MU, aan het Philips Museum, aan het PreHistorisch Dorp of aan Ton Smits Huis.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Eindhovense voetbalclub PSV of FC Eindhoven meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Eindhoven kunt u terecht bij Genneper Parken Tennis, bij TV Bokt, bij ETV-Volley of bij TV Prinsejagt.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Eindhoven of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor ontspanning?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u terecht bij Golfbaan Welschap in Eindhoven. De adresgegevens van Golfbaan Welschap zijn Welschapsedijk 166, 5657 BB in Eindhoven. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 040-251 57 97. De website van deze golfbaan is www.welschapgolf.com.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant ‘On Course’. Golf & Countryclub De Tongelreep en Golfcentrum Eindhoven zijn nog andere golfbanen in de buurt van Eindhoven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Eindhoven van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Wij bieden u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Eindhoven.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Eindhoven aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden onze taalcursussen op maat in Eindhoven aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en ook als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall een vreemde taal leren op precies een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn behalve de klassieke taalcursussen met name geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van klantenen afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen talen te leren in Eindhoven. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om vreemde talen te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Eindhoven.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, sturen wij u een cursusvoorstel op maat met uw offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en uw agenda af.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en uw agenda af.
De taaltrainer evalueert na een aantal lessen de inhoud alsook de voortgang van de taalcursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden aangepast.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau verzorgt taalonderwijs voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Eindhoven en omstreken sinds 1982. Ons bedrijf heeft heeft een team van kundige taaldocenten die door de jaren aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen in Zuidoost-Brabant een groot aantal taalcursussen hebben gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, levert Dagnall Talen u effectieve en betaalbare taalcursussen in Eindhoven. U kunt erop rekenen dat Dagnall het hoogste rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Eindhoven
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak van groot belang! Cursussen die gericht zijn op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn bij veel bedrijven ondertussen bekend.
Werknemers met een beperkte of zonder kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en zij willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Werknemers met een beperkte of zonder kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en zij willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de instructies op de werkplek goed te kunnen begrijpen en hier ook mee om kunnen gaan. De mensen willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities verwezenlijken op hun werkgebied. Dit vereist een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Eindhoven
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Gorinchem) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door een blend van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaldocenten van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Eindhoven. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief een taal leren in Eindhoven bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Talen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Eindhoven worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Eindhoven
Maatwerkcursussen
Wij bieden individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Eindhoven en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Omdat de taalcursus intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is eveneens cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten is het grootste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen cursisten leuker vinden.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele cursussen alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
De geleerde taalkennis kan niet geoefend worden in groepsverband doordat er geen interactie is met andere cursisten.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van elkaars foutjes.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat eerder worden afgeleid. Daardoor is het rendement iets lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een
opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Het combineren van deze trainingen is vanzelfsprekend ook mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Taalbeheersing kent een onderscheid tussen niet alleen kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door de focus te verschuiven op het onderscheid tussen kennen en kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taalcursus in Eindhoven de verworven kennis beter gebruiken in de praktijk.
Voor u het weet, begrijpt en spreekt u de nieuwe taal al een beetje. Een plezierige ervaring! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen om daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toe te voegen Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Een goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De methode kan ook bij grotere groepen gebruikt worden.
Tegelijk heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen of woorden worden hardop gelezen door de student. Het is niet de bedoeling om al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds herzien; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar veel geheugenwetenschappers betwijfelen dit. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan functioneren voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList Method goed functioneren. Opschrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een minpunt is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaring kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd aan de taallerende. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten de taal op een accurate manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De input van de student zelf is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Fouten maken mag; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al sinds halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in groepen geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de doeltaal. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent. Dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te kunnen bereiken. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die opgesteld waren in een halve cirkel en er was ook altijd muziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Op deze manier werden lerenden overgehaald om te luisteren en de lerenden konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn, dan ontspannend of stimulerend werken. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Als de lerenden de te leren taal nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent legt uit en vertaalt. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Het gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel studenten nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Door deze methode worden studenten zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de vreemde taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. Deze methode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (voornamelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren. Daarom is de methode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de taaltrainer en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich daarentegen wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt tijdens de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken afwijkend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de methode van Shadowing is dat de lerenden het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® voor elke doelgroep bruikbaar, ongeacht achtergrond of leeftijd en de leermethode kan ook worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten uit te drukken zijn, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is daarnaast een andere methodiek (aanvullend) nodig. Ook is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. De studenten brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Minpunten heeft deze leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook relatief weinig aan lezen in de vreemde taal. De methode biedt voor meer gevorderde studenten niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is ook niet erg bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een actieve inzet door de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor studenten, die immers als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt vaak goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet. Door het gebrek aan inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De limiterende factor van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is TPRS een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een keerzijde.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is ontdekt met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De studenten kunnen zo hun uitspraak van de nieuwe taal met die van een moedertaalspreker (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en wijst op taalfouten, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel eenvoudig in gebruik en kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat er geen docent is die studenten kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. Deze zinnetjes zijn door native speakers (moedertaalsprekers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken.
De keerzijde van de leermethodiek is dat niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in kleine delen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als die er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen maken. De methodiek gebruikt ook flashcards om zelf de vocabulaire te toetsen alsook online oefeningen om de eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. De lerenden die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Een minpunt van de methode is dat de taalcursussen geen schrijfvaardigheid bieden. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven voor taalcursussen is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de cursisten ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, alsook uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer om de student te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en te leren spreken, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen om daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toe te voegen Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Een goede uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De methode kan ook bij grotere groepen gebruikt worden.
Tegelijk heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen of woorden worden hardop gelezen door de student. Het is niet de bedoeling om al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds herzien; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de zinnen of woorden in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar veel geheugenwetenschappers betwijfelen dit. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan functioneren voor woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList Method goed functioneren. Opschrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een minpunt is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden worden ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaring kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is vaak bewezen. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten, doordat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd aan de taallerende. De mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten de taal op een accurate manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De input van de student zelf is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten leren in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Fouten maken mag; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al sinds halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in groepen geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een heel goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in de doeltaal. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal) te leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de docent. Dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te kunnen bereiken. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die opgesteld waren in een halve cirkel en er was ook altijd muziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Op deze manier werden lerenden overgehaald om te luisteren en de lerenden konden de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen last krijgt van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn, dan ontspannend of stimulerend werken. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Als de lerenden de te leren taal nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent legt uit en vertaalt. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Het gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel studenten nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les. Door deze methode worden studenten zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een natuurlijke wijze te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de vreemde taal denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. Deze methode van Gouin werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden sterk en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme op bij de studenten door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties van de studenten sterk.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (voornamelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met de taal en leren op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich voor het maken van films aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren. Daarom is de methode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de taaltrainer en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen zo nooit; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich daarentegen wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig begeleid worden door de taaltrainer. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt tijdens de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de vreemde taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de tekst in de doeltaal begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal veel effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken afwijkend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de methode van Shadowing is dat de lerenden het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® voor elke doelgroep bruikbaar, ongeacht achtergrond of leeftijd en de leermethode kan ook worden ingezet in klassen die wat groter zijn. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten uit te drukken zijn, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is daarnaast een andere methodiek (aanvullend) nodig. Ook is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de taallessen in de vreemde taal gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de vocabulaire van de vreemde taal aangeleerd. De studenten brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Minpunten heeft deze leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en ook relatief weinig aan lezen in de vreemde taal. De methode biedt voor meer gevorderde studenten niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is ook niet erg bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een actieve inzet door de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die steeds één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor studenten, die immers als autonoom worden beschouwd. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt vaak goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet. Door het gebrek aan inbreng van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De limiterende factor van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De taaltrainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Zo worden woorden en structuren van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de taaldocent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is TPRS een plezierige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te maken.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een keerzijde.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale tools
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren:
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Eindhoven.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Eindhoven
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Taleninstituut Dagnall eveneens blended learning in Eindhoven op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een lerende altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook productnamen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook na afloop van de taalcursus in Eindhoven beschikbaar.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Eindhoven
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners of klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Werknemers die meerdere talen spreken, zijn daarom cruciaal in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online technische en zakelijke taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor individuele trainingen of groepstrainingen
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Eindhoven ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Eindhoven ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Eindhoven
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het ERK (Europees Referentiekader) hanteren wij als model en biedt de cursist een helder beeld van de huidige en opgedane kennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de taalcursus in Eindhoven overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om de verschillende niveaus van taalvaardigheid te kunnen omschrijven.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK kent vijf niveaus van taalvaardigheid, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt eveneens vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De zes niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK kent vijf niveaus van taalvaardigheid, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt eveneens vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De zes niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Taalniveau A van het ERK geldt voor beginners.
Iemand die taalniveau B beheerst, kent alle basisvaardigheden in de bewuste taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het taalniveau van (ver)gevorderden. De taalbeheersing lijkt sterk op dat van moedertaalgebruikers (native speakers).
Iemand die taalniveau B beheerst, kent alle basisvaardigheden in de bewuste taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het taalniveau van (ver)gevorderden. De taalbeheersing lijkt sterk op dat van moedertaalgebruikers (native speakers).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Eindhoven, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging beschermd te worden. Dagnall Talen voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Eindhoven zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
Dat betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Eindhoven aan
Contact taalcursus Eindhoven
Wilt u contact met Dagnall Taleninstituut opnemen voor een taalcursus in Eindhoven? Bent u benieuwd naar onze werkwijze? E-mail naar taalcursus-eindhoven@dagnall.nl of bel ons via telefoonnummer 040-8331704 (geen menu) voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De juiste route naar een taalcursus in Eindhoven!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Eindhoven
U kunt de taalcursus in Eindhoven op uw locatie volgen of in Eindhoven, bijvoorbeeld bij het Business Center “Place for Bizz” aan de Noord Brabantlaan 265 in Eindhoven. Ons instituut kan eveneens taalcursussen in Eindhoven verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Eindhoven aan de Aalsterweg 322, bij Hotel NH Collection Eindhoven Centre aan de Vestdijk 5, bij Tulip Inn Eindhoven Airport aan de Luchthavenweg 27, bij Hotel Novotel Eindhoven aan de Anthony Fokkerweg 101, bij Hotel Campanile Eindhoven aan de Noord Brabantlaan 309 en bij Fletcher Hotel Jagershorst-Eindhoven aan de Valkenswaardseweg 44 in Leende.
U kunt vergaderen in Eindhoven bij bijvoorbeeld bij BCN, Evoluon, bij Beursgebouw Eindhoven, bij Parktheater Eindhoven en in het Philips Stadion.
Eindhoven - geschiedenis
Het gebied dat nu Eindhoven heet, werd waarschijnlijk permanent bewoond in de 8ste eeuw n.Chr. Het was een hoger gelegen gebied tussen de riviertjes de Dommel en de Gender en het werd later een knooppunt van handelswegen. Men gaat ervan uit dat de stad is gesticht door Hertog Hendrik I van Brabant rond het jaar 1232.
Waarschijnlijk dankt Eindhoven zijn naam aan het riviertje de Einde of Ende, dat tegenwoordig de Gender is. Het tweede deel, ‘hoven‘ is een verbastering van het Middelnederlandse hove/hoeve. In moderne taal was Eindhoven dus een ‘hof/hoeve aan de Gender’.
Eindhoven - nu
Eindhoven ligt in Zuidoost-Brabant in de Brabantse Stedenrij het gebied de Brabantse Kempen. Plaatsen in de buurt van de stad Eindhoven zijn Asten, Best, Bladel, Deurne, Eersel, Geldrop, Hapert,
Heeze, Helmond, Mierlo, Nuenen, Oirschot, Sint-Oedenrode, Son & Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Eindhoven ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Eindhoven telt een kleine 232.000 inwoners.
Eindhoven ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Eindhoven telt een kleine 232.000 inwoners.
Vlag gemeente Eindhoven
Wapen gemeente Eindhoven
Inwoners
Woon je in Eindhoven, dan heet je een ‘Eindhovenaar’.
Bekende Eindhovenaren zijn Christijan Albers, Jan de Bont, Hugo Brandt Corstius, Sander van Doorn, Paul Haarhuis, Mike Hezemans, Peter Koelewijn, Lenny Kuhr, Maarten Lafeber, Jan de Rooy, Edwin Smulders, Frits Spits, Ria Valk en Margôt Ros.
Bekende Eindhovenaren zijn Christijan Albers, Jan de Bont, Hugo Brandt Corstius, Sander van Doorn, Paul Haarhuis, Mike Hezemans, Peter Koelewijn, Lenny Kuhr, Maarten Lafeber, Jan de Rooy, Edwin Smulders, Frits Spits, Ria Valk en Margôt Ros.
Iets wat uit Eindhoven komt, noemt men ‘Eindhovens’, zoals het Eindhovens Dagblad. Eindhoven kreeg stadsrechten in 1232.
Eindhoven - internationaal & scholing
Partnersteden
Eindhoven is de op vier na grootste gemeente van Nederland.
De partnersteden van Eindhoven zijn Białystok in Polen, Gedaref in Soedan, Emfuleni in Zuid-Afrika en Minsk in Wit-Rusland.
Onder de gemeente Eindhoven vallen eveneens Acht en Philipsdorp.
Hoger onderwijs
Eindhoven is een universiteitsstad met de Technische Universiteit Eindhoven (TU Eindhoven), gesticht in 1956.
Er zijn diverse hogescholen in Eindhoven, zoals Business School Notenboom, de Design Academy Eindhhoven, Fontys, Luzac, Hogeschool Tio en Schoevers.
Vlag provincie Noord-Brabant
Wapen provincie Noord-Brabant
Typisch Eindhovens
Denk je aan Eindhoven, dan denk je aan Phillips, PSV en DAF. Eindhoven fungeert als het centrum van hoogwaardige technologie in Zuid-Nederland, met de Brainport, een samenwerkingsverband tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden en de High Tech Campus.
In 2011 werd Eindhoven uitgeroepen tot “slimste regio ter wereld” door het Intelligent Community Form.
In 2011 werd Eindhoven uitgeroepen tot “slimste regio ter wereld” door het Intelligent Community Form.
Eindhoven - minder bekend
Eindhoven staat bekend als de lichtstad van Nederland. Maar wat weinig mensen weten, is dat die naam ‘Lichtstad’ niet is te danken aan de gloeilampen van Philips, maar aan de luciferfabrieken, die al in 1870 in de stad gevestigd waren.
Eindhovens dialect en accent
In Eindhoven en omstreken hoor je wè in plaats van ‘wat’ en dè waar ‘dat’ bedoeld wordt.
De ‘o’ wordt als u uitgesproken (durrep in plaats van ‘dorp’) en de ‘ei/ij’ klinkt als è (een ‘ijsje’ wordt een èèske).
Verkleinwoorden eindigen niet op -je maar op -ke (vrouwke in plaats van ‘vrouwtje’).
De ‘o’ wordt als u uitgesproken (durrep in plaats van ‘dorp’) en de ‘ei/ij’ klinkt als è (een ‘ijsje’ wordt een èèske).
Verkleinwoorden eindigen niet op -je maar op -ke (vrouwke in plaats van ‘vrouwtje’).
Het Oost-Brabants kent ook woorden uit het Duits, zoals rad voor ‘wiel’. Houdoe bij het afscheid nemen.
Als je bent aongerejen, is er niets ernstigs aan de hand. Het betekent dat je ‘vertrokken’ bent. Doe mer’s gek, mer hauw ut fijn: “Spring maar eens uit de band, maar houd het netjes”.
Een kopje koffie is in Eindhoven een bak lauwe klats.
Als je bent aongerejen, is er niets ernstigs aan de hand. Het betekent dat je ‘vertrokken’ bent. Doe mer’s gek, mer hauw ut fijn: “Spring maar eens uit de band, maar houd het netjes”.
Een kopje koffie is in Eindhoven een bak lauwe klats.
“Eindhoven - Leading in technology”
Eindhoven - zakelijk
De gemeente Eindhoven
Het netnummer van Eindhoven is 040.
Het postcodegebied van Eindhoven is 5600 - 5658.
Het adres van het gemeentehuis van Eindhoven is Stadhuisplein 10, 5611 EM in Eindhoven.
De website van de gemeente Eindhoven is Eindhoven.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Eindhoven is 14 040.
Zakendoen in Eindhoven
Voor Eindhovense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Eindhoven aan de John F. Kennedylaan 2, 5612 AB in Eindhoven. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Eindhoven is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Eindhoven is KVK-kantoor Eindhoven.
Eindhoven - internationale bedrijvigheid
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Eindhoven vindt u op bedrijventerrein Achtste Barrier, Driehoeksbos, Brainport Eindhoven, Eindhoven Airport (Welschap), bedrijvenpark Esp, het Flight Forum, GDC Eindhoven Acht, bedrijventerrein Herzenbroeken, High Tech Campus Eindhoven, bedrijventerrein De Hurk, De Kade, Kapelbeemd, Park Forum West, bedrijventerrein Rapenland, bedrijventerrein De Tempel/Vlokhoven, Strijp S, Strijp T en bedrijventerrein Woenselse Heide.
In Eindhoven bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Altran, BDO, BenQ Benelux, Beterbaan, Bonduelle Benelux, Continu, Copaco, DAF Trucks, DELA, Denon & Marantz Europe, DLL, Dunlop Slazenger Benelux, Dutch Bakery, E.On, Edco, FEI Electron Optics, Fit2Work Uitzendbureau, Gigabyte Technology, Hago, HSU Facility, Hurks, ICS Group, IFS, Illumina Netherlands, Interfood Group, Itility, Van Kaathoven Groep, Kenneth Smit trainingen, KMWE Precisie, Lotec, Makita Nederland (Dolmar, Makita), Medtronic Nederland, Mouser Nederland
In Eindhoven bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Altran, BDO, BenQ Benelux, Beterbaan, Bonduelle Benelux, Continu, Copaco, DAF Trucks, DELA, Denon & Marantz Europe, DLL, Dunlop Slazenger Benelux, Dutch Bakery, E.On, Edco, FEI Electron Optics, Fit2Work Uitzendbureau, Gigabyte Technology, Hago, HSU Facility, Hurks, ICS Group, IFS, Illumina Netherlands, Interfood Group, Itility, Van Kaathoven Groep, Kenneth Smit trainingen, KMWE Precisie, Lotec, Makita Nederland (Dolmar, Makita), Medtronic Nederland, Mouser Nederland
(Intel, Neutrik), MSI Computer Europe, Neways Electronics International, NTS Group, NXP Semiconductors, Olivetti Nederland, Ortessa, PAPI (Spiegelau, Nachtman etc.), Paradigit, Philips Benelux (Philips, Saeco), Prodrive Technologies, Renewi, Rescop, Distributiecentrum Rhenus, Rolls-Royce Motor Cars, RPI Europe, Shimano Europe, Signify, Sims Recycling Netherlands, Smurfit Kappa Recycling Nederland, Sound United (Boston Acoustics, Classé, Denon, Heos, Marantz, Polk etc.), Spectrum Design, The Swatch Group, TMC Group, Triumph International (Triumph, Sloggi), Vacansoleil Nederland, Van Gansewinkel, Van Rooijen Logistics, VDL Nedcar, Vogels Products, Westmore, Xelvin, XPO Logistics, Yask Facility Management, ZND, Raps Benelux in Best, Schoonmaak Herbert Meier en Zoon in Best, Vion in Boxtel, Pali in Geldrop, Koffie F. Rombouts Nederland in Hapert, Van Loon Group in Son en Breugel, Sonac in Son en Breugel, Vion in Valkenswaard en Baetsen-Groep in Veldhoven.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Eindhovens nieuws
De Eindhovense nieuwsportalen zijn Studio 040 en Middenlimburgactueel.nl - Eindhoven en Eindhovense ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Brabant - Nieuws.
Ondernemers in Eindhoven kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Ondernemers in Eindhoven kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Eindhovenaren en ondernemingen in Eindhoven kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Eindhovens Dagblad en het Algemeen Dagblad - Eindhoven.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Eindhoven
Cultuur
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Eindhoven een bezoek brengen aan het Van Abbemuseum, aan het DAF Museum, aan het MU, aan het Philips Museum, aan het PreHistorisch Dorp of aan Ton Smits Huis.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Eindhovense voetbalclub PSV of FC Eindhoven meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Eindhoven kunt u terecht bij Genneper Parken Tennis, bij TV Bokt, bij ETV-Volley of bij TV Prinsejagt.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Eindhoven of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor ontspanning?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u terecht bij Golfbaan Welschap in Eindhoven. De adresgegevens van Golfbaan Welschap zijn Welschapsedijk 166, 5657 BB in Eindhoven. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 040-251 57 97. De website van deze golfbaan is www.welschapgolf.com.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant ‘On Course’. Golf & Countryclub De Tongelreep en Golfcentrum Eindhoven zijn nog andere golfbanen in de buurt van Eindhoven.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Eindhoven die tevens op Youtube staan.
Klik direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen.
Onder de filmpjes vindt u de locaties van Noord-Brabant en Eindhoven op Google Maps.
Klik direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen.
Onder de filmpjes vindt u de locaties van Noord-Brabant en Eindhoven op Google Maps.
Door linksboven te klikken, wordt het kaartje in een nieuw venster groot weergeven.
Promovideo Eindhoven
Dronebeelden Eindhoven
Google Maps Noord-Brabant
Google Maps Eindhoven
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Eindhoven
Eindhovens nieuws
Hieronder kunt u het actuele nieuws uit Eindhoven lezen uit verschillende nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Eindhoven
- Ravage op weg na ernstig ongeval in Eindhoven: auto op de kop, bestuurder gewond - BD.nl
- Blikjes bier gevonden in auto na klap tegen lichtmast en verkeerslicht - Omroep Brabant
- Ernstig ongeluk in Eindhoven: auto op zijn kop en gigantische ravage - Eindhovens Dagblad
- Ongeval met letsel op Eindhovenseweg in Eindhoven - AD
- Ongeval met letsel op PSV-laan in Eindhoven - Eindhovens Dagblad
- Ongeval met letsel op Kloosterdreef in Eindhoven - De Gelderlander
- Vijf aanhoudingen bij inval op woonwagenkamp Eindhoven uit tv-serie - NOS
- Arrestatieteam doet inval op woonwagencentrum uit tv-serie ‘Bij ons op het kamp’: onderzoek naar harddrugs - Eindhovens Dagblad
- Inval op woonwagenkamp bekend van tv-serie, vijf mannen opgepakt - Omroep Brabant
Nieuws uit de provincie Noord-Brabant
- Ontzettend drukke ochtendspits door regen en ongelukken - Omroep Brabant
- Krijgt Noord-Brabant er een grote nieuwe popzaal bij? - Festileaks
- Dit is de reden waarom Brabantse gebouwen rood kleurden - Omroep Brabant
- Flinke vertragingen op Brabantse wegen door drukste ochtendspits van het jaar | Eindhoven - Eindhovens Dagblad
- Flinke vertragingen op Brabantse wegen door drukste ochtendspits van het jaar: hier sta je stil - BD.nl
- Flinke vertragingen op Brabantse wegen door drukste ochtendspits van het jaar: hier sta je stil - BN DeStem
- Pilot | PSV verbetert doorloopsnelheid catering met aangepast assortiment - PSV.nl
- Riante 4-1 zege voor dominante NAC Vrouwen - NAC Breda
- Udoka`s van Bliemer Arashi Sport schitteren in Dordrecht met drie keer goud - Drimble.nl
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Eindhoven
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Eindhoven en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Eindhoven
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten