
Taaltrainingen in Deventer van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionele vlak. Daarom hebben organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut is een een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat levert: Effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in, en in de buurt van Deventer.
Taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen in Deventer aan in een brede waaier van vakgebieden.

Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taalcursussen op maat in Deventer aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taaltrainingen vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van scholingszoekers afgestemd. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd talen te leren in Deventer. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar de beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om vreemde talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leerproces voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt cursisten met grote stappen naar het gewenste niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Deventer.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!









































































































taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau van de deelnemers wordt bepaald, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met uw offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en uw situatie.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en uw situatie.
De taaltrainer evalueert na een aantal lessen de voortgang en de inhoud van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling aangepast worden.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Dagnall Talen verzorgt sinds 1982 maatwerk taalcursussen zakelijk voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Deventer en gemeenten in de buurt van Deventer. Dagnall Taleninstituut werkt met ervaren en kundige trainers die echte experts op taalgebied zijn en veel cursussen zakelijk aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen in de Stedendriehoek hebben gegeven.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, levert Dagnall Talen u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Deventer. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall biedt. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Deventer
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Cursussen die toegespitst zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn ondertussen bij veel ondernemingen een begrip.
Medewerkers met een beperkte of zonder beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Medewerkers met een beperkte of zonder beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen de instructies op het werk goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard heel graag hun ambities op het werkterrein waarmaken. Dit vergt een investering in medewerkers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Deventer
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen aangepast aan de vraag van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een taalcursus in Deventer die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaldocenten zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken onze taaltrainers door een blend van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u voor cursussen terecht die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Wij bieden individuele taalcursussen, zogenaamde duocursussen (2 personen), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 personen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaltrainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en de taaltrainers spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Deventer. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.


Effectief talen leren in Deventer bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Talen verzorgt cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talen verzorgt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Deventer worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Deventer
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Deventer en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De leergroepen houden wij bij voorkeur zo klein mogelijk de lerenden maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement doordat in een korte periode behoorlijk veel kennis wordt geleerd.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Een ander belangrijk voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook is een individuele taalcursus goed op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; in de doeltaal communiceren met elkaar en van elkaars foutjes. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen deelnemers leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele cursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de docent.
De geleerde kennis kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie is met andere deelnemers.
Ook is het niet mogelijk om van foutjes van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat sneller zijn afgeleid. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van individuele deelnemers kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag





























Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag



































Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag



























































Minpunten
Groepscursus in één oogopslag



































Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Dagnall Talen biedt daarom onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Dagnall Talen biedt daarom onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een
opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining kiezen. Het combineren van deze verschillende trainingen is uiteraard ook mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!


Kennen en kunnen
Taalbeheersing kent een onderscheid tussen kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door te richten op het verschil tussen kennen en kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taalcursus in Deventer de verworven kennis beter gebruiken in de praktijk.
Voor u het weet, kunt u al een gesprekje voeren in de andere taal. Dat geeft veel voldoening! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodes
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel foutloos kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer kan bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogeheten talenpractica, waar studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen de saaie drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die een taal beginnen te leren. Direct van het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor een efficiënte en snelle kennisoverdracht bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen en woorden worden door de student hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen wanneer de kennis ook van betekenis en relevant is. Voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de student, kan deze GoldList-methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou de methode goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een nadeel. Talen zijn veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op deze wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de leeractiviteiten in de vreemde taal stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode is. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de grammatica. Lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de leermethode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de lerenden gepresenteerd in reële situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethode in de doeltaal worden de structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren eveneens in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De manier van werken is behoorlijk tijdverslindend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de vreemde taal in de praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de taaldocent alsook met elkaar. Teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaldocent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. De methode is voor de lerenden stimulerend omdat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van leren moeilijk of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, cultuur en wetenschap was. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden. Deze leermethode biedt geen mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie voor studenten voor het werken in een groep. De lerende fungeert alleen als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt de leeromgeving veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de methode vrij intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in de te leren taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de student essentieel. Hiervoor dient de student zich ontspannen en veilig te voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten studenten in comfortabele stoelen die gezet waren in een halve cirkel en er was ook altijd muziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden opmerkingen over de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedie was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de leermethodiek wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd, is in 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken als deze op de juiste wijze toegepast wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de student.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de taaltrainer is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode van François Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerenden en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de leermethode van François Gouin is dat taal die iets meer subjectief of abstract is, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze methode is dat de verwerving van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten net boven het niveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als minpunt van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een groep Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet belast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doel van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de student en de taaltrainer richt. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan zeer motiverend werken. De lessen zijn nooit voorspelbaar op deze wijze. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. De lerenden blijven zo alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaltrainer. Ook is niet elke trainer voldoende flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor in de lessen aan bod komt, kan een ander minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere reden waardoor het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat de lerenden het soms ietwat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerende doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden gebruikt in klassen die iets groter zijn. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarnaast nog een andere leermethodiek (ter aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet heel creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen leren, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden gestimuleerd vaak te spreken. Nieuw was ook dat de taalles in de vreemde taal gegeven werd. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire van de vreemde taal gebeurde aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloed van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan deze methode kleven echter ook keerzijden. Deze methode schenkt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid en relatief minder aan lezen in de vreemde taal. De methode biedt onvoldoende uitdagingen voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn. De Directe Methode is ook niet zeer geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode is gestoeld op een dynamische inzet van de kant van de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, alhoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt beschouwd als autonoom, is de sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno. De trainer is in principe dienstbaar aan de studenten en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leren.
Dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. De studenten kunnen gefrustreerd raken door de afwezigheid van input van de docent. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, wordt de student aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De trainer wijst de student op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is TPRS een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tekst in twee talen, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is in 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker). De uitspraak kan worden verbeterd door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast en ook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door de studenten worden toegepast. Welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Voor scholen kan het een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een minpunt kan zijn dat geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursus bestaat uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. De zinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in de doeltaal. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes aangeboden.
Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode variëren. In het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier spreken op een normaal tempo.
Het minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de lerende op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in kleine delen opgebouwd en nieuwe lesstof wordt met bekende lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als die verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Bij de methodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen construeren. Ook maakt de leermethodiek gebruik van flashcards zodat de lerenden zelf hun vocabulaire kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Een keerzijde is dat de cursussen niet voorzien in schrijfvaardigheid. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door Alphonse Chérel is opgericht in het jaar 1929. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven voor een taalcursus is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteedt de gebruiker ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de vertaling, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De cursussen zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de student te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de les volledig in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel foutloos kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om zinnen alsook structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer kan bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogeheten talenpractica, waar studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen de saaie drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die een taal beginnen te leren. Direct van het begin wordt de juiste uitspraak aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor een efficiënte en snelle kennisoverdracht bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven zinnen en woorden worden door de student hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden of zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen wanneer de kennis ook van betekenis en relevant is. Voor woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de student, kan deze GoldList-methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou de methode goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een nadeel. Talen zijn veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op deze wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de leeractiviteiten in de vreemde taal stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode is. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de grammatica. Lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De beheersing van deze structuren levert volgens de leermethode meer op dan het leren van woordenschat. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de lerenden gepresenteerd in reële situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethode in de doeltaal worden de structuren die in de praktijk het meest in de doeltaal gebruikt worden, eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren eveneens in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De manier van werken is behoorlijk tijdverslindend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de vreemde taal in de praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de taaldocent alsook met elkaar. Teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaldocent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. De methode is voor de lerenden stimulerend omdat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van leren moeilijk of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, cultuur en wetenschap was. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid bij de methode ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden. Deze leermethode biedt geen mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie voor studenten voor het werken in een groep. De lerende fungeert alleen als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt de leeromgeving veelal in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de doeltaal te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de methode vrij intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in de te leren taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en de student essentieel. Hiervoor dient de student zich ontspannen en veilig te voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten studenten in comfortabele stoelen die gezet waren in een halve cirkel en er was ook altijd muziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden opmerkingen over de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedie was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de leermethodiek wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd, is in 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken als deze op de juiste wijze toegepast wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren als team samen te werken. Het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de student.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de taaltrainer is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode van François Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerenden en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De studenten worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de leermethode van François Gouin is dat taal die iets meer subjectief of abstract is, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze methode is dat de verwerving van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten net boven het niveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met de taal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als minpunt van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een groep Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet belast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doel van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de student en de taaltrainer richt. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan zeer motiverend werken. De lessen zijn nooit voorspelbaar op deze wijze. Dat garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. De lerenden blijven zo alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaltrainer. Ook is niet elke trainer voldoende flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor in de lessen aan bod komt, kan een ander minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk om een vreemde taal te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klank van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere reden waardoor het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is simultaan spreken ook anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat de lerenden het soms ietwat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een nieuwe taal versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerende doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden gebruikt in klassen die iets groter zijn. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarnaast nog een andere leermethodiek (ter aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet heel creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen leren, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. De lerenden werden gestimuleerd vaak te spreken. Nieuw was ook dat de taalles in de vreemde taal gegeven werd. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de vocabulaire van de vreemde taal gebeurde aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloed van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. Aan deze methode kleven echter ook keerzijden. Deze methode schenkt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid en relatief minder aan lezen in de vreemde taal. De methode biedt onvoldoende uitdagingen voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn. De Directe Methode is ook niet zeer geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode is gestoeld op een dynamische inzet van de kant van de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. De spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal, alhoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt beschouwd als autonoom, is de sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno. De trainer is in principe dienstbaar aan de studenten en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leren.
Dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. De studenten kunnen gefrustreerd raken door de afwezigheid van input van de docent. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, wordt de student aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De trainer vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De trainer wijst de student op grammaticale fenomenen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is TPRS een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools
Er bestaat ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Het hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om een vreemde taal te leren: De Methode van Dagnall.
Het hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!


































































































































taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde vorm van taaltraining van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Deventer.
Online een taal leren (e-learning) Voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Deventer Blended learning heeft als voordeel vergeleken met het online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang tot de App heeft op alle (mobiele) apparaten. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals in het buitenland. Zo kunnen cursisten zo leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Deventer.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Dagnall App Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang tot de App heeft op alle (mobiele) apparaten. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals in het buitenland. Zo kunnen cursisten zo leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Deventer.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.

Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Deventer
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn.
Mensen die meerdere talen beheersen, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus is even effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc/iMac of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]



Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Deventer ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Deventer ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Deventer


Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als model en biedt u een helder beeld van de huidige en opgedane kennis. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de taalcursus in Deventer overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf en is specifiek ontwikkeld voor de talen in Europa.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) duidt vijf niveaus van taalvaardigheid aan, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam en afkorting wordt eveneens veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De zes beheersingsniveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) duidt vijf niveaus van taalvaardigheid aan, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam en afkorting wordt eveneens veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De zes beheersingsniveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners.
De persoon die taalniveau B beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in deze taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft aan dat iemand de vreemde taal heel goed in allerlei situaties kan gebruiken.
De persoon die taalniveau B beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in deze taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft aan dat iemand de vreemde taal heel goed in allerlei situaties kan gebruiken.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!


































































































































taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten


ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk


Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, bijvoorbeeld een taalcursus in Deventer, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]


AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies te worden beschermd. Dagnall voldoet natuurlijk aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.


Dagnall taalcursussen in Deventer zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Deventer aan


De beste route naar een taalcursus in Deventer!
Daarom Dagnall!


































































































































taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Deventer
U kunt de taalcursus in Deventer op uw eigen locatie volgen of in Deventer, bijvoorbeeld in het pand van Beutener/Staal Advocaten aan de Bruijnssteeg 28 in Deventer. Ons instituut kan ook taalcursussen in Deventer verzorgen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Deventer aan de Birnieweg 7418, in Postillion Hotel Deventer aan de Deventerweg 121 en in Fletcher Hotel Gilde aan de Nieuwstraat 41.
U kunt vergaderen in Deventer bij bijvoorbeeld bij DOK H20 aan de Scheepvaartstraat 13 en bij Pakhuis met Pit aan de Raamstraat 59.
Deventer - geschiedenis
Deventer was al in de Romeinse tijd bewoond gebied. Dit is aan opgravingen te zien. In het stadsdeel Colmschate zijn resten van een Germaanse nederzetting gevonden. De IJssel maakte de plaats aantrekkelijk voor vissers en boeren en het gebied doorlopend bewoond was vanaf de 8ste eeuw. De stad is waarschijnlijk gesticht rond 768 door Lebuïnus; een missionaris die een houten kerkje bouwde waar nu de Lebuïnuskerk staat.
Het oudste stenen woonhuis van Nederland is De Proosdij uit 1130.
Het is niet helemaal zeker hoe de stad Deventer aan zijn naam komt. Waarschijnlijk is het een verbastering van twee Oudsaksische woorden uit ongeveer de 8ste eeuw: deve en treo. Dit betekent zoiets als “aan een waterloop gelegen geboomte”. Deve betekent ‘gestorven’ in de Gotische taal; treo was Oudsaksisch voor ‘boom’.
Het is niet helemaal zeker hoe de stad Deventer aan zijn naam komt. Waarschijnlijk is het een verbastering van twee Oudsaksische woorden uit ongeveer de 8ste eeuw: deve en treo. Dit betekent zoiets als “aan een waterloop gelegen geboomte”. Deve betekent ‘gestorven’ in de Gotische taal; treo was Oudsaksisch voor ‘boom’.
Deventer - nu
Deventer ligt in de landstreek Salland en in de regio Stedendriehoek. Plaatsen in de buurt van de stad Deventer zijn Apeldoorn, Diepenveen, Dieren, Holten, Lochem, Markelo, Terwolde, Twello, Vorden en Zutphen.
Deventer ligt in de provincie Overijssel. In de gemeente Deventer wonen ongeveer 100.000 mensen.

Vlag gemeente Deventer

Wapen gemeente Deventer
Inwoners
Woon je in Deventer, dan ben je een ‘Deventenaar’.
Bekende Deventenaren zijn Viktor Brand, Michel van der Horst en Paulien Huizinga.
Bekende Deventenaren zijn Viktor Brand, Michel van der Horst en Paulien Huizinga.
Iets wat uit Deventer komt, heet ‘Deventers’ of ‘Deventer’, bijvoorbeeld de bekende Deventer koek.
Deventer kreeg stadsrechten in het jaar 1123.
Deventer kreeg stadsrechten in het jaar 1123.
Deventer - internationaal & scholing
Hanzestad
De plaats Deventer is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Bathmen, Diepenveen, Lettele, Schalkhaar en Okkenbroek deel van uitmaken.
Deventer is de oudste Nederlandse Hanzestad. Tussen 1000 en 1500 was Deventer een bloeiende handelsplaats en maakte het deel uit van het Hanzeverbond.
Partnersteden
De partnersteden van Deventer zijn Sibiu in Roemenië en Tartu in Estland.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen gevestigd in Deventer: Saxion en Saxion Next. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Deventer.

Vlag provincie Overijssel

Wapen provincie Overijssel
Typisch Deventers
Denk je aan Deventer, dan denk je aan een middeleeuwse binnenstad met gezellige winkelstraten en terrassen, maar ook aan de IJssel, de Deventer Boekenmarkt en het Dickens Festijn.
Deventer fungeert als winkelstad met goede horeca voor de regio, voor Nederlanders en toeristen.
Deventer fungeert als winkelstad met goede horeca voor de regio, voor Nederlanders en toeristen.
Deventer - minder bekend
Weinig mensen weten dat Deventer de oudste wetenschappelijke bibliotheek van Nederland heeft: de Athenaeumbibliotheek uit 1560.
Deventers dialect en accent
Typerend voor het Dèmpters is een brouwende ‘r’. De ‘o’ wordt ao en de ‘ee’ en ‘eu’ krijgen een j toegevoegd: eej, ooj, euj.
‘Kaas’ klinkt als keejze en ‘boter’ wordt baoter.
In Deventer is een piepert geen aardappel maar een ‘aansteller’.
‘Kaas’ klinkt als keejze en ‘boter’ wordt baoter.
In Deventer is een piepert geen aardappel maar een ‘aansteller’.
‘Boos‘ is hellig en ‘helemaal’ is kats. Van iemand die is begraven, zegt men: Hè hef ’n zandwinkeltjen.
Als iemand zich voelt opgejaagd, kan hij of zij in Deventer zeggen: Jaogen dôôj maor int bos en driev’n dôôj maor in de Iesel. Ofwel: “jagen doe je maar in het bos en drijven doe je maar in de IJssel”.
Als iemand zich voelt opgejaagd, kan hij of zij in Deventer zeggen: Jaogen dôôj maor int bos en driev’n dôôj maor in de Iesel. Ofwel: “jagen doe je maar in het bos en drijven doe je maar in de IJssel”.
Deventer - “Gastvrije Hanzestad”
Deventer - zakelijk
De gemeente Deventer
Het netnummer van Deventer is 0570.
Het postcodegebied van Deventer is 7400 - 7428.
Het adres van het gemeentehuis van Deventer is Grote Kerkhof 1, 7411 KT in Deventer.
De website van de gemeente Deventer is Deventer.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Deventer is 14 0570.
Zakendoen in Deventer
Voor Deventer ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Apeldoorn aan Het Rietveld 55A, 7321 CT in Apeldoorn. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Deventer is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Deventer is KVK-kantoor Apeldoorn.
Deventer - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Deventer op bedrijventerrein Bergweide 3, 4 en 5, A1 Bedrijvenpark Deventer, Havenkwartier, Kloosterlanden en Handelspark De Wetering.
In Deventer bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Koninklijke Auping, ASVB, Artistique, Bender, BYK, Euromaster, GEA, Geurtsen, Guide ID, Ten Have Koffie, Kamado Grills, Keolis, Krehalon, Metos, Nefit (CentroSolar, Nefit), Payroll Select,
In Deventer bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Koninklijke Auping, ASVB, Artistique, Bender, BYK, Euromaster, GEA, Geurtsen, Guide ID, Ten Have Koffie, Kamado Grills, Keolis, Krehalon, Metos, Nefit (CentroSolar, Nefit), Payroll Select,
Primagaz (Campingaz), Roto Smeets, Koninklijke Senzora, Smurfit Kappa, Stegeman, Tauw, Techlife Engineering, Vos Transport, Westfalen Gassen, Witteveen+Bos, Wolters Kluwer, Distributiecentrum Jumbo in Raalte, Vakpersoneel Bouw in Raalte, Euro Patisserie in Twello, Profish in Twello, Ruitenberg Ingredients in Twello.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Deventers nieuws
De Deventer nieuwsportalen zijn Het Deventer Nieuws en Deventer radio & televisie en Deventer ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws.
Ondernemers in Deventer kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Ondernemers in Deventer kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Deventenaren en ondernemingen in Deventer kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant Deventer Post, Nieuwsblad Stedendriehoek - Deventer, De Stentor en het Algemeen Dagblad - Deventer.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Deventer
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Deventer laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Deventer een bezoek brengen aan Museum Bolwerksmolen, aan Museum De Waag, aan het Etty Hillesum Centrum, aan Museum Geert Groote Huis, aan KunstaanZ, aan het Kunstenlab of aan het Speelgoedmuseum Deventer.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Deventer voetbalclub Go Ahead Eagles, FC RDC of DAVO te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Deventer kunt u terecht bij DLTC Deventer, bij Drijver’s TC of bij TC De Schapekolk.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Deventer of met uw internationale (zaken)relatie bij Deventer een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Deventer gevonden voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de omgeving van Deventer is de Sallandsche Golfclub De Hoek in Diepenveen. Het adres van deze golfbaan is Golfweg 2, 7431 PR in Diepenveen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0570-59 39 27. De website van de Sallandsche Golfclub De Hoek is www.sallandsche.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het restaurant van de golfclub, telefoonnummer 0570-59 12 14.


Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Deventer die tevens op Youtube te zien zijn.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Onder deze filmpjes staan de locaties van Overijssel en Deventer op Google Maps.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Onder deze filmpjes staan de locaties van Overijssel en Deventer op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Deventer
Dronebeelden Deventer
Google Maps Overijssel
Google Maps Deventer
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Deventer
Deventer nieuws
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Deventer uit verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Deventer
- Lunchzaak Proefiz opent in Deventer: ‘Groot terras en veel soorten taart’ - indebuurt
- Deventer baalt - PSV Inside
- Kater tiental FC Twente: goudhaantje Eser Gürbüz bezorgt Heerenveen punt in extremis - De Stentor
- Vrouw (92) slachtoffer van nepagenten, politie maakt zich kwaad na meerdere acties: ‘Dit is enorm triest’ - De Stentor
- Vrouw (92) slachtoffer van nepagenten, politie maakt zich kwaad na meerdere acties: ‘Dit is enorm triest’ - Tubantia
- Deze amateurvoetballer uit Deventer ruilde afgelopen week ineens van club: ‘Dat ging heel snel allemaal’ - De Stentor
- Feyenoord verdedigt voorsprong tegen Sparta • Lang kritisch op PSV-supporters - NOS
- Heracles wint ook doelpuntrijk duel met Go Ahead en beleeft mooie week - NU.nl
- Gemeenten op Veluwe waarschuwen Defensie: ‘Soms kunnen activiteiten niet’ - De Stentor
Nieuws uit de provincie Overijssel
- Gewonde bij steekincident in Almelose woning, vrouw aangehouden - Oost
- Arno wordt ontslagen: ‘Ik schuif een beetje dossiers van de ene naar de andere stapel’ - Tubantia
- Vrouw (92) slachtoffer van nepagenten, politie maakt zich kwaad na meerdere acties: ‘Dit is enorm triest’ - De Stentor
- Schokker en matchwinnaar Kruiper eisen tijdens hun afscheidstournee bij Heino weer de hoofdrol op - De Stentor
- Na 0-1 en 1-2 wint Hoogeveen alsnog van concurrent DETO - RTV Drenthe
- Heracles Almelo wint in spektakelstuk van Go Ahead Eagles - Heracles
- Rijssen-Holten verliest (megasnel) kortgeding tegen COA: asielzoekers maandag al welkom - De Stentor
- Rijssen-Holten wil COA aan afspraak houden over azc, maar of dat gaat lukken? ‘Tijd van overleg is voorbij’ - Tubantia
- Ambtenaren: Afvaldumping in Zwolle neemt helemaal niet af - ZwolleNu
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Deventer
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Deventer en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Deventer
Daarom Dagnall!


































































































































taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Onze opdrachtgevers



