Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Den Helder.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Den Helder aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen op maat in Den Helder aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de algemene taalcursussen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Onze taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgevers afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Den Helder. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Onze filosofie is om vreemde talen te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist prettiger en gemakkelijker maakt.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengen we de cursist met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Den Helder.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Ede) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall bereiken wij door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor taalcursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, duocursussen (2 lerenden), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Den Helder. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursisten.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Den Helder worden gegeven.
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Den Helder en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te bieden en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus omdat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd.
Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook taalcursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het belangrijkste voordeel van een groepscursus is vooral de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de cursisten fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer.
Doordat er geen interactie met andere lerenden is, kan het geleerde niet geoefend worden in een groep.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van fouten van andere cursisten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van individuele cursisten, is een ander nadeel van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. De methode werkt veel in zogeheten talenpractica, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel grote bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Direct vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte kennisoverdracht zorgen. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. Deze zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de lerende worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is. Voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan deze methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Een nadeel is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert men ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten plezier van de ervaringen hebben.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. Studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De methode staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aangedragen aan de lerenden. Bij de methodiek worden de taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een accurate wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een taal.
De met leren middels CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal te gebruiken, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. De methode werkt voor de studenten stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en van studenten vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een vreemde taal leren lastig of afwijkend. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij de lerenden. De lerende fungeert alleen als toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de te leren taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de nieuwe taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die werden geplaatst in een halve cirkel en in de klas was altijd achtergrondmuziek. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de lerenden worden gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Voor bepaalde studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de zijde van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de doeltaal nog niet machtig genoeg zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om te leren. Een lesboek wordt niet gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Community Language Learning is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Met Community Language Learning worden de lerenden zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om te werken als team. Door het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten veel. Vaak blijven zulke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen gehouden. Daardoor is het succes moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door de studenten is veel mogelijkheid.
De taak van de taaldocent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische omwenteling in de wijze waarop taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s principes over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De leermethode van Gouin werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het creëert een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen net boven het kennisniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en prettig ervaren .
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet is belast door voorgedrukt materiaal. Het houden van echte conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de taaldocent en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor de taaldocent. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Zo goed als elk item kan worden besproken in een taalles volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt vormen van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eigenlijk eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en deze methode kan eveneens in grotere klassen gebruikt worden. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (aanvullend) nodig. De methodiek is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer). De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn, ontstond omstreeks het jaar 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Studenten werden gestimuleerd veel te praten. Dat de les in de vreemde taal werd gegeven, was eveneens een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de vreemde taal werd gedaan door middel van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De methode kent echter eveneens keerzijden. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en relatief ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is ook niet heel geschikt voor een langzaam lerende student, omdat de leermethode van actief meedoen van de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de lerenden deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom gezien worden. De docent is bij deze methode in feite aan de studenten dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leren.
Een nadeel kan zijn dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. Een lerende zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te maken.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers alsook foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en zeker niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en eveneens door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig in het gebruik en kan door de lerende worden ingezet op ieder moment. Welke delen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor onderwijsinstellingen. Dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in de Verenigde Staten gevolgd en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De lerenden zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur erg goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode wordt de les in delen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in de Engelse taal. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten de makkelijke stof hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnetjes kan maken. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op een efficiënte wijze en is ook zeer toegankelijk. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat de cursussen geen schrijfvaardigheid bieden. Ook is er geen echte interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, met toelichting van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerenden in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaltrainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. De methode werkt veel in zogeheten talenpractica, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel grote bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Direct vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte kennisoverdracht zorgen. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. Deze zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de lerende worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is. Voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan deze methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Een nadeel is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert men ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten plezier van de ervaringen hebben.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. Studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De methode staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aangedragen aan de lerenden. Bij de methodiek worden de taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een accurate wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een taal.
De met leren middels CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal te gebruiken, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. De methode werkt voor de studenten stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en van studenten vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een vreemde taal leren lastig of afwijkend. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij de lerenden. De lerende fungeert alleen als toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de te leren taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de nieuwe taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die werden geplaatst in een halve cirkel en in de klas was altijd achtergrondmuziek. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de lerenden worden gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Voor bepaalde studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de zijde van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de doeltaal nog niet machtig genoeg zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om te leren. Een lesboek wordt niet gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Community Language Learning is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Met Community Language Learning worden de lerenden zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om te werken als team. Door het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten veel. Vaak blijven zulke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen gehouden. Daardoor is het succes moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door de studenten is veel mogelijkheid.
De taak van de taaldocent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische omwenteling in de wijze waarop taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s principes over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De leermethode van Gouin werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het creëert een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen net boven het kennisniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en prettig ervaren .
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet is belast door voorgedrukt materiaal. Het houden van echte conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de taaldocent en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor de taaldocent. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Zo goed als elk item kan worden besproken in een taalles volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt vormen van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eigenlijk eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en deze methode kan eveneens in grotere klassen gebruikt worden. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (aanvullend) nodig. De methodiek is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer). De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn, ontstond omstreeks het jaar 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Studenten werden gestimuleerd veel te praten. Dat de les in de vreemde taal werd gegeven, was eveneens een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de vreemde taal werd gedaan door middel van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De methode kent echter eveneens keerzijden. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en relatief ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is ook niet heel geschikt voor een langzaam lerende student, omdat de leermethode van actief meedoen van de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de lerenden deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom gezien worden. De docent is bij deze methode in feite aan de studenten dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leren.
Een nadeel kan zijn dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. Een lerende zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te maken.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Den Helder.
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Den Helder op maat.
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform tevens een handige eigen App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang op elk (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft beschikbaar nadat de taalcursus in Den Helder is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom cruciaal.
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is even effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt zowel interactie als variatie.
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Dagnall wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Den Helder, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnerstad van Den Helder is Lüdenscheid in Duitsland.
Onder de gemeente Den Helder vallen eveneens Huisduinen, Julianadorp en Julianadorp aan Zee.
Het netnummer van Den Helder is 0223.
Het postcodegebied van Den Helder is 1780 - 1788.
Het adres van het gemeentehuis van Den Helder is Doctorandus F.
Bijlweg 20, 1784 MC in Den Helder.
De website van de gemeente Den Helder is Denhelder.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Den Helder is 14 0223.
Voor Helderse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is KVK-kantoor Alkmaar.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Den Helder laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Den Helder een bezoek brengen aan Bunkermuseum Den Helder, aan Fort Kijkduin, aan Het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers of aan Het Nollenproject.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Helderse voetbalclub FC Den-Helder of HCSC te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Den Helder kunt u terecht bij HTC Den Helder of bij Topspin MBSOV.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Den Helder van topniveau
Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Den Helder.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Den Helder aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taaltrainingen op maat in Den Helder aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de algemene taalcursussen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Onze taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgevers afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Den Helder. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om vreemde talen te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist prettiger en gemakkelijker maakt.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengen we de cursist met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Den Helder.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat met de offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw situatie en uw agenda af.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw situatie en uw agenda af.
De trainer evalueert na enkele lessen de voortgang alsook de inhoud van de taalcursus. De doelstellingen kunnen, indien noodzakelijk, worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Ons bedrijf geeft taalcursussen zakelijk aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen in Den Helder en plaatsen in de buurt van Den Helder sinds 1982. Wij werken met kundige trainers die door de jaren veel trainingen aan diverse bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen in de Kop van Noord-Holland taalcursussen zakelijk hebben gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, levert Dagnall Talen u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Den Helder. U kunt ervan op aan dat Dagnall Taleninstituut voor maximaal rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Den Helder
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Een cursus gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is intussen bij veel bedrijven een begrip.
Medewerkers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Medewerkers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Zij willen de instructies op de werkplek goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk graag hun ambities op hun werkgebied realiseren. Dit vereist een investering in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Den Helder
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Ede) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall bereiken wij door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor taalcursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, duocursussen (2 lerenden), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Den Helder. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursisten.
Effectief vreemde talen leren in Den Helder bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Den Helder worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Den Helder
Maatwerkcursussen
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Den Helder en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te bieden en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus omdat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd.
Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook taalcursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste voordeel van een groepscursus is vooral de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de cursisten fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer.
Doordat er geen interactie met andere lerenden is, kan het geleerde niet geoefend worden in een groep.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van fouten van andere cursisten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van individuele cursisten, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Het combineren van deze trainingen is uiteraard ook mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Bij taalbeheersing wordt een onderscheid gemaakt tussen kennen maar bovendien kunnen (vaardigheid in het toepassen). Door te richten op het verschil tussen kennen en kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taalcursus in Den Helder de verworven kennis sneller functioneel gebruiken.
Voor u het weet, begrijpt u opeens wat die collega steeds tegen u zegt. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. De methode werkt veel in zogeheten talenpractica, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel grote bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Direct vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte kennisoverdracht zorgen. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. Deze zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de lerende worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is. Voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan deze methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Een nadeel is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert men ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten plezier van de ervaringen hebben.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. Studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De methode staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aangedragen aan de lerenden. Bij de methodiek worden de taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een accurate wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een taal.
De met leren middels CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal te gebruiken, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. De methode werkt voor de studenten stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en van studenten vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een vreemde taal leren lastig of afwijkend. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij de lerenden. De lerende fungeert alleen als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de te leren taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de nieuwe taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die werden geplaatst in een halve cirkel en in de klas was altijd achtergrondmuziek. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de lerenden worden gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Voor bepaalde studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de zijde van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de doeltaal nog niet machtig genoeg zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om te leren. Een lesboek wordt niet gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Community Language Learning is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Met Community Language Learning worden de lerenden zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om te werken als team. Door het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten veel. Vaak blijven zulke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen gehouden. Daardoor is het succes moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door de studenten is veel mogelijkheid.
De taak van de taaldocent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische omwenteling in de wijze waarop taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s principes over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De leermethode van Gouin werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het creëert een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen net boven het kennisniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en prettig ervaren .
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet is belast door voorgedrukt materiaal. Het houden van echte conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de taaldocent en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor de taaldocent. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Zo goed als elk item kan worden besproken in een taalles volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eigenlijk eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en deze methode kan eveneens in grotere klassen gebruikt worden. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (aanvullend) nodig. De methodiek is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer). De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn, ontstond omstreeks het jaar 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Studenten werden gestimuleerd veel te praten. Dat de les in de vreemde taal werd gegeven, was eveneens een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de vreemde taal werd gedaan door middel van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De methode kent echter eveneens keerzijden. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en relatief ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is ook niet heel geschikt voor een langzaam lerende student, omdat de leermethode van actief meedoen van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de lerenden deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom gezien worden. De docent is bij deze methode in feite aan de studenten dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leren.
Een nadeel kan zijn dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. Een lerende zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te maken.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers alsook foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en zeker niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en eveneens door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig in het gebruik en kan door de lerende worden ingezet op ieder moment. Welke delen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor onderwijsinstellingen. Dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de doeltaal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in de Verenigde Staten gevolgd en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De lerenden zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur erg goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode wordt de les in delen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in de Engelse taal. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten de makkelijke stof hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnetjes kan maken. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal. Studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op een efficiënte wijze en is ook zeer toegankelijk. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat de cursussen geen schrijfvaardigheid bieden. Ook is er geen echte interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, met toelichting van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerenden in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaltrainer om de lerende te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig werden gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten te leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Het middel hiertoe is herhaling; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan zo bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw woord toevoegen. De methode werkt veel in zogeheten talenpractica, waarbij studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel grote bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Direct vanaf het begin wordt een goede uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte kennisoverdracht zorgen. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. Deze zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. De woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de lerende worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is. Voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student, kan deze methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Een nadeel is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert men ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in de te leren taal worden ondergedompeld. De leeractiviteiten in de te leren taal moeten stimulerend zijn zodat de studenten plezier van de ervaringen hebben.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. Studenten zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De methode staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het verwerven van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen aangedragen aan de lerenden. Bij de methodiek worden de taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten de taal op een accurate wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert eveneens in welke situatie woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een taal.
De met leren middels CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student helpt communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal te gebruiken, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. De methode werkt voor de studenten stimulerend doordat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en van studenten vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een vreemde taal leren lastig of afwijkend. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een methode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij de lerenden. De lerende fungeert alleen als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het begin door de te leren taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar het land van de vreemde taal te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in de nieuwe taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. Studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die werden geplaatst in een halve cirkel en in de klas was altijd achtergrondmuziek. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten uitgenodigd om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de lerenden worden gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Voor bepaalde studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de zijde van de taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de doeltaal nog niet machtig genoeg zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om te leren. Een lesboek wordt niet gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Community Language Learning is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de les, maar eveneens daarbuiten wordt de groep vaak heel hecht. Met Community Language Learning worden de lerenden zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om te werken als team. Door het bespreken van de foutjes en het evalueren van de taallessen leren studenten veel. Vaak blijven zulke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen gehouden. Daardoor is het succes moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de taal door de studenten is veel mogelijkheid.
De taak van de taaldocent is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische omwenteling in de wijze waarop taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van de vreemde taal zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s principes over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. François Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De leermethode van Gouin werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden goed ontwikkeld en het creëert een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de studenten goed.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen net boven het kennisniveau van de student te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en prettig ervaren .
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet is belast door voorgedrukt materiaal. Het houden van echte conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Daarom is de Dogme-benaderingmethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de taaldocent en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor de taaldocent. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten voor hun eigen leerproces de verantwoording dragen. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Zo goed als elk item kan worden besproken in een taalles volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eigenlijk eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de tekst in de vreemde taal ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het werken aan de taal aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen gebruikt werden in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en deze methode kan eveneens in grotere klassen gebruikt worden. De geleerde taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (aanvullend) nodig. De methodiek is ook niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer). De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn, ontstond omstreeks het jaar 1900. Overigens ging die Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Studenten werden gestimuleerd veel te praten. Dat de les in de vreemde taal werd gegeven, was eveneens een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de vreemde taal werd gedaan door middel van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De methode kent echter eveneens keerzijden. Deze leermethode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en relatief ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is ook niet heel geschikt voor een langzaam lerende student, omdat de leermethode van actief meedoen van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer, die één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de lerenden deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor studenten, die tenslotte als autonoom gezien worden. De docent is bij deze methode in feite aan de studenten dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leren.
Een nadeel kan zijn dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. Een lerende zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen van de doeltaal, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode heel motiverend om zelf verhalen te maken.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Ook is er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Den Helder.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Den Helder
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Den Helder op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform tevens een handige eigen App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang op elk (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft beschikbaar nadat de taalcursus in Den Helder is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Den Helder
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus is even effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Den Helder ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Den Helder ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Den Helder
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als hulpmiddel. Zo geven wij u als cursist een duidelijk beeld van de huidige en opgedane kennis. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
De taalcursus in Den Helder wordt afgesloten met een ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om niveaus van taalvaardigheid te beschrijven.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader (ERK) zet vijf niveaus van taalvaardigheid uiteen, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term en afkorting wordt eveneens veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Daarnaast onderscheidt het ERK zes niveaus van taalvaardigheid; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
Deze zes niveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader (ERK) zet vijf niveaus van taalvaardigheid uiteen, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term en afkorting wordt eveneens veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Daarnaast onderscheidt het ERK zes niveaus van taalvaardigheid; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
Deze zes niveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Taalniveau A houdt in dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst.
Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C is het taalniveau van de (ver)gevorderde gebruiker. De beheersing van de geleerde taal lijkt dan veel op dat van een moedertaalgebruiker (native).
Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in die vreemde taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C is het taalniveau van de (ver)gevorderde gebruiker. De beheersing van de geleerde taal lijkt dan veel op dat van een moedertaalgebruiker (native).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Dagnall wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Den Helder, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde nodig zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging beschermd te worden. Natuurlijk voldoet Dagnall aan alle vereisten die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Den Helder zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall lagere prijzen in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan zowel zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen als privépersonen.
Dat betekent dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall lagere prijzen in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan zowel zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Den Helder aan
Contact taalcursus Den Helder
Wilt u contact met ons instituut opnemen voor een taalcursus in Den Helder? Bent u nieuwsgierig geworden naar de werkwijze? U kunt ons bereiken via 085-2737302 (geen menu) voor meer informatie.
U kunt ons ook een e-mail sturen via taalcursus-den-helder@dagnall.nl. Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De beste route naar een taalcursus in Den Helder!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Den Helder
U kunt de taalcursus in Den Helder op uw eigen locatie volgen of in Alkmaar, bijvoorbeeld in het pand van Easy Offices in Alkmaar Centrum aan de Van der Kaaijstraat 64 in Alkmaar. Wij verzorgen eveneens taalcursussen in Den Helder bij bijvoorbeeld Hotel Den Helder aan de Marsdiepstraat 2 en bij Landal Beach Resort Ooghduyne aan de Van Foreestweg 20 in Julianadorp.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Den Helder kan bijvoorbeeld bij De Kampanje aan de Willemsoord 63.
Den Helder - geschiedenis
Het huidige Den Helder was al bewoond gebied in de vroege Middeleeuwen. De oudste vermelding stamt uit de negende eeuw en gaat over Huisduinen. Eind 12de eeuw werden Huisduinen en omstreken een eilandengebiedje, na grote stormvloeden. Rond het jaar 1500 ontstond wat noordelijker ‘die Helder buyrt’. In 1570 werden de dorpskernen opnieuw weggeslagen door een stormvloed
en opnieuw opgebouwd, wat meer landinwaarts. Zo ontstond het nieuwe Den Helder rond 1610. Den Helder dankt zijn naam aan het middeleeuwse woord voor duin of aflopend stuk land: helle (elders uitgesproken als hille of hil). Dit werd verbasterd tot ‘Helder’.
Den Helder - nu
Den Helder is gelegen in de regio Kop van Noord-Holland. Plaatsen in de buurt van Den Helder zijn Anna Paulowna, Breezand, Callantsoog, Den Oever, Julianadorp en Schagen.
Den Helder ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Den Helder heeft meer dan 55.000 inwoners.
Vlag gemeente Den Helder
Wapen gemeente Den Helder
Inwoners
Een inwoner van Den Helder heet een ‘Heldenaar‘, maar ook wel een Nieuwedieper genoemd genoemd, naar de haven en de geul Nieuwediep.
Ook Jutter wordt een bijnaam voor de Heldenaar.
Bekende Heldenaren zijn Rijkman Groenink, Menno de Jong, Ed Nijpels en Anton Pieck.
Ook Jutter wordt een bijnaam voor de Heldenaar.
Bekende Heldenaren zijn Rijkman Groenink, Menno de Jong, Ed Nijpels en Anton Pieck.
Iets wat bij Den Helder hoort, wordt ‘Helders’ genoemd, zoals de Helderse Duinen. Den Helder is zowel een plaats als een gemeente.
Den Helder - internationaal & kernen
Partnerstad
De partnerstad van Den Helder is Lüdenscheid in Duitsland.
Kernen
Onder de gemeente Den Helder vallen eveneens Huisduinen, Julianadorp en Julianadorp aan Zee.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Helders
Denk je aan Den Helder, dan denk je aan de thuishaven van de Koninklijke Marine en de afvaartplek naar het eiland Texel.
Behalve als marinestad, fungeert Den Helder ook als belangrijk knooppunt van offshore-werk in de Noordzee.
Den Helder Airport is binnen Noordwest-Europa één
Behalve als marinestad, fungeert Den Helder ook als belangrijk knooppunt van offshore-werk in de Noordzee.
Den Helder Airport is binnen Noordwest-Europa één
van de grootste luchthavens voor personenvervoer van en naar offshore platforms.
Weinig mensen weten dat Den Helder de zonnigste plaats van Nederland is. Dit heeft met de ligging aan drie zijden aan de kust te maken.
Den Helder - minder bekend
Weinig mensen weten dat Den Helder de zonnigste plaats van Nederland is. Dit heeft met de ligging aan drie zijden aan de kust te maken.
Helders dialect en accent
Typerend voor het West-Fries is dat voltooid deelwoorden geen ‘ge-’ als voorvoegsel hebben. De klankkleur wijkt af van het Nederlands: de ‘e’ wordt vaak een a (darde in plaats van ‘derde’) en de ‘aa’ wordt een ee of ei. Aan het begin van een woord zegt men sk- in plaats van sch-. Piepers zijn ‘aardappels’, een bokse is een ‘broek’ en een boet is een ‘schuurtje’.
Een inwoner van Den Helder is een Jutter.
Een inwoner van Den Helder is een Jutter.
Invloeden van overzee zijn hoorbaar aan de woorden tjetten (‘schilderen’ in het Maleis) en pendek (‘onderbroek’, eveneens in het Maleis).
Huisduinen is een badplaatsje tegen Den Helder aan, maar Iemand naar Huisduinen brengen betekent in Den Helder ‘iemand begraven’.
Iemand op zeven streken houden komt van de marine. Het betekent “iemand op afstand houden”.
Huisduinen is een badplaatsje tegen Den Helder aan, maar Iemand naar Huisduinen brengen betekent in Den Helder ‘iemand begraven’.
Iemand op zeven streken houden komt van de marine. Het betekent “iemand op afstand houden”.
“Den Helder kust de zee”
Den Helder - zakelijk
De gemeente Den Helder
Het netnummer van Den Helder is 0223.
Het postcodegebied van Den Helder is 1780 - 1788.
Het adres van het gemeentehuis van Den Helder is Doctorandus F.
Bijlweg 20, 1784 MC in Den Helder.
De website van de gemeente Den Helder is Denhelder.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Den Helder is 14 0223.
Zakendoen in Den Helder
Voor Helderse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is KVK-kantoor Alkmaar.
Den Helder - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Den Helder op bedrijventerrein De Dogger, op Heldair Business Port, Kooypunt, in Het Nieuwe Werk (Fort Oostoever), aan Het Nieuwe Diep of op bedrijventerrein De Schooten.
In Den Helder bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Acta Marine, CHC Helicopters
In Den Helder bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Acta Marine, CHC Helicopters
Netherlands, Damen Shipyards, DHSS (Den Helder Support Service), DRM ICT, ENVIEM Oil Nederland, Expro, Frank’s International, Gulf Oil Nederland, KeyKeg, Lightweight Containers, OneCircle, Onstream Group, Vepa Bins, Vroon Offshore en Winder Limmen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Helders nieuws
Het Helderse nieuwsportaal is Den Helder Actueel en Helderse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Den Helder kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Ondernemers in Den Helder kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Heldenaren en ondernemingen in Den Helder kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Den Helders Dagblad, Helders Weekblad en het Noordhollands Dagblad - Den Helder en omstreken.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Den Helder
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Den Helder laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Den Helder een bezoek brengen aan Bunkermuseum Den Helder, aan Fort Kijkduin, aan Het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers of aan Het Nollenproject.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Helderse voetbalclub FC Den-Helder of HCSC te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Den Helder kunt u terecht bij HTC Den Helder of bij Topspin MBSOV.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht wilt u na de taalcursus in Den Helder of met uw internationale (zaken)relatie bij Den Helder als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Den Helder ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de omgeving van Den Helder is Golfbaan Ooghduyne in Julianadorp. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Ooghduyne 1, 1787 PS in Julianadorp. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0223-64 01 00. De website van Golfbaan Ooghduyne is www.golfbaanooghduyne.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij Steaks & Burgers, telefoonnummer 0223-64 01 12. Golfbaan Ooghduyne is nog een golfbaan in de omgeving van Den Helder.
De golfbaan in de omgeving van Den Helder is Golfbaan Ooghduyne in Julianadorp. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Ooghduyne 1, 1787 PS in Julianadorp. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0223-64 01 00. De website van Golfbaan Ooghduyne is www.golfbaanooghduyne.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij Steaks & Burgers, telefoonnummer 0223-64 01 12. Golfbaan Ooghduyne is nog een golfbaan in de omgeving van Den Helder.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Den Helder die ook op Youtube staan.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Direct onder de filmpjes vindt u de locaties van Noord-Holland en Den Helder op Google Maps.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Direct onder de filmpjes vindt u de locaties van Noord-Holland en Den Helder op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Den Helder
Dronebeelden Den Helder
Google Maps Noord-Holland
Google Maps Den Helder
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Den Helder
Helders nieuws
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Den Helder van diverse nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Den Helder
- Toekomstige bouwlocatie in de Helderse binnenstad na sanering op weg naar woongebied - Noordhollands Dagblad
- Bouw van nieuwe Naval onderzeeboten officieel bekrachtigd op marinebasis in Den Helder - Schuttevaer.nl
- Nieuwe directeur Willemsoord BV moet op 1 januari 2025 beginnen - Regio Noordkop
- Kipperij in Makado 8 oktober open - Noordkop Centraal
- Zes maanden cel voor steekpartij in Doggershoek; vrijgesproken voor poging tot doodslag - Noordhollands Dagblad
- Botsing tussen twee auto's op Callantsogervaart in Julianadorp - AD
- Gemeentesecretaris Marc Pothast vertrekt bij de gemeente Den Helder. ‘Sprake van onoverbrugbare verschillen van inzicht’ - Noordhollands Dagblad
- Den Helder neemt definitief afscheid van gemeentesecretaris - Regio Noordkop
- Burgemeester Jan de Boer sluit woning - Drimble.nl
Nieuws uit de provincie Noord-Holland
- Noord-Holland betreurt einde zonnepanelenproject op IJsselmeer - Ermelo Weekblad
- Besluiten Provinciale Staten Noord-Holland - Omroep Castricum
- Gemeenten Kennemerland leveren plan opvang asielzoekers aan Provincie Noord-Holland - Bloemendaal - Nieuws
- Miljoenen voor onderzoek naar gezonde landbouwbodems Noord-Nederland - NieuweOogst.nu
- Bijna helft inwoners Noord-Holland Noord is te zwaar - NH Nieuws
- NH Nieuws: Laren in Noord-Holland, maar ook landelijk waar (gecorrigeerd voor het aantal huishoudens) het vaakst wordt ingebroken. - Bol-An!
- Dit betekent het nieuwe regeerakkoord voor Noord-Holland - NH Nieuws
- Noord-Hollandse boeren gaan 'verregaande samenwerking' aan met Staatsbosbeheer - NieuweOogst.nu
- Noord-Holland Noord moet gezonder - NH Nieuws
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Den Helder
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Den Helder alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Den Helder
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten