Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Daarom hebben organisaties en bedrijven die investeren in de taalopleiding van de werknemers, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Talen is een taalaanbieder die u precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Den Haag en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Den Haag in een brede waaier van vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Den Haag aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve klassieke taaltaalcursussen hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen in Den Haag talen te leren. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en vlot de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zet Dagnall Talen alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt kunnen leren. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau. Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Den Haag.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall Taleninstituut uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) met de contactgegevens aan. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u een cursusvoorstel op maat samen met de offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
De docent evalueert na een aantal lessen de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de deelnemers door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en in overleg vastgesteld De deelnemers worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Wij verzorgen de logistiek van het materiaal en cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma wordt door Dagnall Talen gegarandeerd en bewaakt Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau verzorgt taaltraining voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Den Haag en omgeving sinds 1982. Ons bedrijf heeft ervaren en kundige docenten die door de jaren aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in het Westland een flink aantal zakelijke taalcursussen hebben gegeven.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, bieden wij u betaalbare en effectieve taalcursussen in Den Haag. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall Talen u belooft.
Betaalbare taalcursussen op maat in Den Haag
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is gevraagd! Taalcursussen toegespitst op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties bekend. Werknemers met beperkte of zonder kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Zij willen graag de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze werknemers willen bij voorkeur zelfverzekerder hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk graag hun ambities op hun werkgebied waarmaken. Dit vraagt een investering in werknemers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf.
Dagnall verzorgt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verhogen. Ons instituut helpt en leert deelnemers de lesstof in praktijk te brengen in hun functie. Dagnall Taleninstituut stemt de taallessen af op de behoeften van de opdrachtgever alsook op het niveau van de cursist(en). Als aanvulling op de lessen, krijgen cursisten gedurende de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de taaltraining.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let ook op de wat minder belichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal te beheersen, om de gewoontes en cultuur van het betreffende land en de organisatie te doorgronden en om hun wereld via taal te vergroten. Dat vereist veel motivatie en inzet. Bovendien hebben cursisten maar een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de docent. Dit is niet in elk geval genoeg.
Onderscheidend
Wij onderscheiden ons door te focussen op vergroting van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Dagnall Talen moedigt leidinggevenden en collega’s van de organisatie aan om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te drukken, wordt de waarde van een goede talenkennis gemeenschappelijk ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Den Haag
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is uiteraard ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Den Haag die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan toepassen. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt. Het ondertussen alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt gerealiseerd door een blend van deze beproefde leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, duocursussen (2 deelnemers), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze trainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Den Haag. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Effectief een vreemde taal leren in Den Haag bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Wij verzorgen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Den Haag gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Den Haag
Maatwerkcursussen
Ons instituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Den Haag en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus omdat veel informatie wordt opgenomen in korte tijd. Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot pluspunt van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook kan een individuele cursus goed worden afgestemd op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van een groepscursus is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. De cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als prettiger ervaren. Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn voor de deelnemers groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan. Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde kennis niet worden geoefend in de groep. Ook is het niet mogelijk om van de fouten van een ander te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten iets sneller worden afgeleid. Het rendement ligt daardoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels worden ondervangen. Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van deelnemers worden afgestemd. Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele cursist, is een ander minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Wij bieden daarom onze taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall kiezen taalleerders bijvoorbeeld voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze trainingen is uiteraard ook mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Bij taalbeheersing wordt een onderscheid gemaakt tussen kennen maar vooral ook op de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door de focus te verschuiven van kennen naar kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taalcursus in Den Haag de verworven kennis beter toepassen in de praktijk.
Voor u het weet, doet u uw inkopen in de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen deze saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De correcte uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een snelle en efficiënte overdracht van de kennis van de taal bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht. Hierdoor dreigt het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst verwijderd. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student, kan de methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de vreemde taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling heel effectief is. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Bij de Structurele Aanpak draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aangeboden aan de studenten. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in de eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de kunnen lerenden de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk succeservaringen. De eigen input van de student is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van talen.
De studenten leren met gebruik van de CLT-technieken de doeltaal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer en met elkaar. Authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; het is studentgericht en functioneel. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de trainer en van studenten vraagt het een actieve deelname. Voor sommige studenten kan deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk zijn, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocent draagt kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen geeft de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor lerenden. De lerende fungeert alleen als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te reizen naar het land van de doeltaal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd met onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode nogal intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de doeltaal gaan communiceren. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is hiervoor de voorwaarde. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en in de klas werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werd de lerende uitgenodigd om te luisteren en de lerende kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen van de methodiek bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende minder last heeft van faalangst of frustratie. Deze gemoedelijke sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk is dit voor sommigen een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten starten een gesprek. Zijn zij de doeltaal nog niet genoeg machtig, dan kunnen zij in hun moedertaal spreken. De docent vertaalt en legt uit. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de wisselwerking tussen de studenten als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden lerenden zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en er worden ook geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren die in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de docent om voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten om de taal op een natuurlijke manier te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van de grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan heel snel in de vreemde taal denken doordat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De ideeën van François Gouin over taal waren erg vooruitstrevend. Ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden van de lerenden sterk en de methode zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s taalmethodiek creëert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, wat lastig in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de vreemde taal vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van e-mails, bellen met de klantenservice, een boodschap doen, de krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het taalniveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met de te leren taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen de lerenden en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor trainers is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel elk item kan tijdens een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Dit zorgt dat lerenden betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat de lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand worden genomen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten voldoende flexibel. Een bijkomend nadeel kan vormen dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taalles aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van de methode bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een relatief eenvoudige techniek: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, is een andere grond zodat het werken aan de taal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat studenten het wellicht een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe is gebaseerd dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kunnen de studenten leren zonder stress. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en de methodiek kan eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald niveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit worden afgeleid. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd de lerenden veel te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de doeltaal gegeven werden. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de doeltaal gebeurde met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Keerzijden heeft de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal is ook relatief weinig aandacht. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode onvoldoende uitdagingen. Omdat deze leermethode een actieve inzet door de studenten verwacht, is de leermethode ook niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten gebruikt om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die immers worden gezien als autonoom. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de student, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet, kan een minpunt van de methode zijn. Door het gebrek aan inbreng van de trainer zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn vrij gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant hierop. De trainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de trainer vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen de studenten hun uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan verbetering van de uitspraak worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en wijst op taalfouten, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan op elk moment door de lerende worden gebruikt. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Velen vinden het plezierig om de leermethodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan het voor scholen een oplossing bieden. Een minpunt kan zijn dat er geen docent beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes/dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van dertig minuten met nieuwe woordenschat en taalstructuren. De grammaticale structuren van de doeltaal worden niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de cursussen van Pimsleur is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo praten.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal. De Michel Thomas-methode geeft eveneens grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de Michel Thomas-methode soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte manier. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Een echte interactie is er ook niet, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. De gebruikers werken bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Naast de dialoog staat de vertaling, alsook de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruikers daarna dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en de grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen verstaan en spreken; het begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waarbij studenten een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Wel worden afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen deze saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de grammatica, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De correcte uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een snelle en efficiënte overdracht van de kennis van de taal bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht. Hierdoor dreigt het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat deze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die nadien herhaald worden. Deze zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die zijn geleerd, worden van de lijst verwijderd. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis ook betekenisvol en relevant is. Voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student, kan de methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de vreemde taal aan te leren. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in de vreemde taal wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de student plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling heel effectief is. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers, omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van de te leren taal. Bij de Structurele Aanpak draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aangeboden aan de studenten. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in de eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de kunnen lerenden de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk succeservaringen. De eigen input van de student is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van talen.
De studenten leren met gebruik van de CLT-technieken de doeltaal in de praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer en met elkaar. Authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in diverse realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt om in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; het is studentgericht en functioneel. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de trainer en van studenten vraagt het een actieve deelname. Voor sommige studenten kan deze manier van een taal leren afwijkend of moeilijk zijn, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaldocent draagt kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen geeft de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor lerenden. De lerende fungeert alleen als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal leren, direct vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te reizen naar het land van de doeltaal en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd met onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode nogal intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de doeltaal gaan communiceren. In principe zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent en studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is hiervoor de voorwaarde. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en in de klas werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werd de lerende uitgenodigd om te luisteren en de lerende kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen van de methodiek bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende minder last heeft van faalangst of frustratie. Deze gemoedelijke sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk is dit voor sommigen een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten starten een gesprek. Zijn zij de doeltaal nog niet genoeg machtig, dan kunnen zij in hun moedertaal spreken. De docent vertaalt en legt uit. De uitingen van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de wisselwerking tussen de studenten als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten een hoge mate van autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden lerenden zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en er worden ook geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren die in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de docent om voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten om de taal op een natuurlijke manier te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van de grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan heel snel in de vreemde taal denken doordat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De ideeën van François Gouin over taal waren erg vooruitstrevend. Ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden van de lerenden sterk en de methode zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s taalmethodiek creëert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid van de lerende wordt sterk gestimuleerd.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, wat lastig in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de vreemde taal vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van e-mails, bellen met de klantenservice, een boodschap doen, de krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het taalniveau van de studenten liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met de te leren taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen de lerenden en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor trainers is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Vrijwel elk item kan tijdens een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Dit zorgt dat lerenden betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat de lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand worden genomen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten voldoende flexibel. Een bijkomend nadeel kan vormen dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taalles aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur uitgevoerd. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de ontvangende cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Greg en Angela Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van de methode bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een relatief eenvoudige techniek: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, is een andere grond zodat het werken aan de taal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de doeltaal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat studenten het wellicht een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe is gebaseerd dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kunnen de studenten leren zonder stress. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en de methodiek kan eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. De taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald niveau en is nog een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit worden afgeleid. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal. Het werd aangemoedigd de lerenden veel te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in de doeltaal gegeven werden. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de doeltaal gebeurde met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Keerzijden heeft de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal is ook relatief weinig aandacht. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode onvoldoende uitdagingen. Omdat deze leermethode een actieve inzet door de studenten verwacht, is de leermethode ook niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent, die maar één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om steeds dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten gebruikt om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren, die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor lerenden niet-bedreigend is, die immers worden gezien als autonoom. In feite is de taaldocent dienstbaar aan de student, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet, kan een minpunt van de methode zijn. Door het gebrek aan inbreng van de trainer zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn vrij gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de studenten ontspannen. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant hierop. De trainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt TPR Storytelling heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de trainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen de studenten hun uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan verbetering van de uitspraak worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de grammatica en de spelling en wijst op taalfouten, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan op elk moment door de lerende worden gebruikt. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Velen vinden het plezierig om de leermethodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan het voor scholen een oplossing bieden. Een minpunt kan zijn dat er geen docent beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes/dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van dertig minuten met nieuwe woordenschat en taalstructuren. De grammaticale structuren van de doeltaal worden niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de cursussen van Pimsleur is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo praten.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal. De Michel Thomas-methode geeft eveneens grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de Michel Thomas-methode soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de vreemde taal op een efficiënte manier. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Een echte interactie is er ook niet, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. De gebruikers werken bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Naast de dialoog staat de vertaling, alsook de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruikers daarna dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er is echter een betere methode om talen te leren om vreemde talen te leren: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tenslotte beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. Onze trainers zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verder verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursus die online gevolgd kan worden, op afstand dus. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Den Haag.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Den Haag
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Den Haag op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Talen ook een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat toegang heeft. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Cursisten kunnen dus leren waar en wanneer ze maar willen. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, juridische termen, technische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft na afloop van de taalcursus in Den Haag beschikbaar. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging. Werknemers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn even effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, pc of tablet met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO dan wel universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn betaalbare maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de cursisten afgestemd worden
De inhoud van de taalcursus wordt afgestemd op het leerplan zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt cursisten de taaldoelen zelfverzekerd en snel te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en de lessen zelf hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursus ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de taaltrainer en de cursist en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Den Haag ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Den Haag ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als leidraad geeft de cursist een helder inzicht in de huidige en opgedane kennis. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de taalcursus in Den Haag ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om taalniveaus op een uniforme manier te kunnen omschrijven, zodat ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland dezelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in Frankrijk. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het ERK is een internationaal raamwerk dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term en afkorting wordt eveneens vaak gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK kent eveneens 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. Deze zes beheersingsniveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A van het ERK is van toepassing op beginners. Iemand die niveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in deze taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Wie een vreemde taal kent op niveau C, beheerst de taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De pijlers van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Talen is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Den Haag, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.NRTO-leden werken resultaatgericht en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Den Haag sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue vernieuwing onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse besturen, commissies en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, verwerkt en bewaard mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies. Natuurlijk voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Den Haag zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Den Haag aan
Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut voor een taalcursus in Den Haag? Bent u benieuwd naar onze werkwijze? U kunt een e-mail sturen naar taalcursus-den-haag@dagnall.nl of ons direct bellen op 070-2076707 (geen menu).
Of ga naar ons contactformulier. Natuurlijk kunt u ook het gratis Dagnall informatiepakket meebestellen.
Het beste traject naar een taalcursus in Den Haag!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Den Haag op uw locatie volgen of in Den Haag, bijvoorbeeld bij Coachhuis Den Haag-Centrum aan de Raamweg 4 in Den Haag aan de in het pand van Tauro in het Statenkwartier aan de Pres. Kennedylaan 19 in Den Haag of bij Q-Building aan de Laan van Zuidhoorn 60 in Rijswijk. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Den Haag in bijvoorbeeld Leonardo Royal Hotel Den Haag Promenade aan de Van Stolkweg 1, in Hotel Novotel Den Haag City Centre aan de Hofweg 5-7, in Mercure Hotel aan de Spui 180, in Hotel NH Atlantic Den Haag aan het Deltaplein 200, in NH Hotel Den Haag aan het Prinses Margrietplantsoen 100 en in Van der Valk Hotel Den Haag-Nootdorp aan de Gildeweg 1 in Nootdorp.
U kunt besprekingen houden in Den Haag bij bijvoorbeeld bij het World Forum Convention Center, bij GIA Trade and Exhibition Centre, bij de Fokker Terminal, bij 7AM Den Haag, bij AFAS Circustheater, bij COMM Museum voor Communicatie, bij Het Mauritshuis, in Madurodam, bij het Spaansche Hof, bij de Tasty Comedy en bij Stadsvilla Mozaic.
Opgravingen uit de Haagse bodem wijzen op bewoning in de steentijd, ongeveer 3000 v.Chr. Ook bekend is dat er meerdere Romeinse forten hebben gestaan. Meestal wordt het jaar 1248 aangeduid als ontstaansjaar van Den Haag, omdat in dat jaar Willem II begon met de bouw van een kasteel dat als bestuurscentrum kon fungeren: het Binnenhof.
Den Haag ontleent zijn naam aan Die Haghe’ (het omheinde). Graaf Floris IV (1210-1234) liet een jachthuis bouwen in de bossen. De naam ’s-Gravenhage (‘het bos, de haag van de graaf’) is veel jonger; namelijk uit de 17de eeuw.
Den Haag ligt in de Randstad en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. De stad grenst in het zuiden aan de landstreek Westland. Plaatsen in de buurt van de stad Den Haag zijn Delft, ’s Gravenzande, Hoek van Holland, De Lier, Loosduinen,
Naaldwijk, Rijswijk, Scheveningen, Voorburg, Voorschoten, Wassenaar, Wateringen en Zoetermeer. Den Haag ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Den Haag wonen ruwweg 537.000 mensen.
Woon je in Den Haag, dan heet je officieel een ‘Hagenaar’ of een ‘’s-Gravenhagenaar’. Veel Hagenaars die in Den Haag zijn geboren en getogen, noemen zichzelf Hagenees. Er zijn natuurlijk veel bekende Hagenaren. Het is een hele lijst, maar we noemen er toch even een aantal op: Dick Advocaat, Tim Akkerman, Anouk (Teeuwe), Naomi van As, Raymond van Barneveld, Michael Boogerd, Godfried Bomans, Henk Bres, Boudewijn Büch, Remco Campert, Rutger Castricum, Bart Chabot, Louis Couperus, Frank Dane, Paulien van, Deutekom, Wilbert Gieske, Cees Grimbergen, Jaap Haartsen, Constantijn Huygens, Harrie Jekkers,
Dick Jol, Jaap Jongbloed, Jerney Kaagman, Hans Kazàn, Marwan Kenzari, Kees van Kooten, Derek de Lint, Bridget Maasland, Ferry Mingelen, John de Mol, Willem van Oldenbarnevelt, Ronald Plasterk, Sandra Schuurhof, Carel Struycken, Erica Terpstra, Peter Timofeeff, taalkundige Eugenius Marius Uhlenbeck, Georgina Verbaan, Paul van Vliet, Pierre Wind, Michiel de Zeeuw, en Joop Zoetemelk. Haagse ‘hopjes’ of ‘Haagse bluf’: iets wat uit Den Haag komt, wordt ‘Haags’ of ‘’s-Gravenhaags’ genoemd. Den Haag kreeg in het jaar 1806 stadsrechten.
Den Haag - internationaal & scholing
Provinciehoofdstad & partnersteden
Den Haag is de provinciehoofdstad van Zuid-Holland. Den Haag is de op twee na grootste gemeente van Nederland. Den Haag wordt ook wel ’s Gravenhage genoemd. De partnersteden van Den Haag zijn Al Hoceima, Nador en Taza in Marokko, Bethlehem in Palestina, Juigalpa en Paramaribo in Suriname, Nazareth in Israël, Palembang in Indonesië en Warschau in Polen.
Den Haag & Kijkduin
Onder de gemeente Den Haag valt eveneens Kijkduin.
Hoger onderwijs
Den Haag kent geen zelfstandige universiteit, maar is de vestigingsplaats van het International Institute of Social Studies (ISS), de Campus Den Haag (deel van de Universiteit Leiden) en het interuniversitair kennis- en onderzoekscentrum T.M.C. Asser Instituut (gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam). Er zijn eveneens diverse hogescholen in Den Haag, zoals de Academie voor Wetgeving, De Haagse Hogeschool, Hotelschool The Hague, het Koninklijk Conservatorium en Schoevers.
Denk je aan Den Haag, dan denk je aan een bestuursstad, het Binnenhof, het Vredespaleis en aan de vele ambassades. Maar denk je aan Den Haag, dan denk je ook aan strand, Madurodam en Scheveningen. Den Haag fungeert als bestuursstad waar de regering, parlement en vrijwel alle ministeries zijn gevestigd.
Tevens is het de hofstad: de residentie van het Koninklijk Huis. Ook is Den Haag bij uitstek een stad van de rechtspraak, met nationale en internationale rechtscolleges.
Den Haag - minder bekend
Weinig mensen weten dat paleis Huis ten Bosch in de Franse tijd dienstdeed als bordeel en gevangenis.
Het wordt gesproken door de volksklasse en niet door de ‘Haagse kak’, die geaffecteerd spreekt. De bekende typetjes Jacobse en Van Es (Van Kooten en De Bie), cabaretier en zanger Harrie Jekkers en uiteraard Haagse Harry, zijn enkele zeer bekende vertolkers van het Haags. Het Haags spreekt veel klinkers afwijkend uit vergeleken met het Standaardnederlands. Zo wordt de ‘ei/ij’ als è uitgesproken (het Plèn voor ‘het Plein’) en de ‘ui’ als èu (‘broodje’ als broodjèu). De ‘aa’ wordt een ah en de ‘ee’, de ‘oo’ en ‘eu’ krijgen een extra ‘j’ (eej). De Haagse ‘r’ klinkt als ch of wordt niet uitgesproken.
Typisch voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat geen onderscheid tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ wordt gemaakt en evenmin tussen ‘liggen’ en ‘leggen’. Een ‘politieagent’ in Den Haag is een wout of de kit. Iemands ‘meisje’ of ’vriendinnetje’ is zijn niesje en uitgenast betekent ‘bijdehand’. Als iets ‘goed smaakt’, is het voor een Hagenees te haggeluh. Je kunt mij de bout haggeluh wordt gezegd in plaats van “Bekijk het maar”. Als iets ‘eerlijk waar’ is, zegt een Hagenees: Zonder dollen. Geen porum: “Het ziet er niet uit”.
“This is The Hague”
Den Haag - zakelijk
De gemeente Den Haag
Het netnummer van Den Haag is 070. Het postcodegebied van Den Haag is 2490 - 2597. Het adres van het gemeentehuis van Den Haag is Spui 70, 2511 BT in Den Haag. De website van de gemeente Den Haag is Denhaag.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Den Haag is 14 070.
Zakendoen in Den Haag
Voor Haagse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Den Haag is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Den Haag is KVK-kantoor Den Haag.
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Den Haag gevestigd op bedrijventerrein Binckhorst, Dekkershoek, Forepark, Kerketuinen, Laakhaven, Uitenhagestraat, Wateringse Veld, Westvlietweg, Ypenburg of op bedrijventerrein Zichtenburg. In Den Haag bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Aegon Nederland, Amazon Nederland, ANWB, APM Terminals, Aramco Overseas Company, ASN, At & T Global Network Services Nederland, de Consumentenbond, Het Coachhuis, Dekker Hout, Dimex (Belcanto, Cambridge, Cardas, Spendor), Electrolux Home Products, Europcar
Autoverhuur, Europol, HappyNurse, de Nederlandse Hartstichting, Hittech Group, HTM, Jacobs, KNAC Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club, Kone Nederland, Kuwait Petroleum Europe (Tango, Q8), Louwman Dealer Group (Toyota, Lexus), NIBC Bank, het NFI, NN Group Nationale Nederlanden, PostNL, Het Rode Kruis, SDU uitgevers, Shell, Sonax, Spuigroep, Staffing Associates, Star Apple, T-Mobile, Tebodin, Total Nederland, UMG Unirobe Meeùs Group, Unicef, Vapro Detachering, Zanussi Nederland, Zonecom en Armada (Fimap) in Voorburg. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Haagse nieuwsportaal is Regio 15 en Haagse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws. Ondernemers in Den Haag kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep West.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Haagse voetbalclub ADO, SVV Scheveningen, Quick of VCS Den Haag meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Den Haag kunt u terecht bij Thor de Bataaf, bij Tennis Club de Rhijenhof, bij L.T.C. Leeuwenbergh of bij Sportcentrum Mariahoeve. Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de taalcursus in Den Haag of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie wat ontspannen? Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u terecht bij Golfbaan Leeuwenbergh in Den Haag. De adresgegevens van Golfbaan Leeuwenbergh zijn Elzenlaan 31, 2495 AZ in Den Haag. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 070-395 45 56. De website van de golfbaan is www.leeuwenbergh.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het clubhuis van de golfclub. Golf Ockenburgh, Golf Duinzicht en Countryclub Groen-Geel zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Den Haag.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Den Haag die eveneens op Youtube staan. U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen. Direct onder deze filmpjes staan de locaties van Zuid-Holland en Den Haag op Google Maps.
U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Den Haag
Dronebeelden Den Haag
Google Maps Zuid-Holland
Google Maps Den Haag
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Den Haag