Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Zo krijgen bedrijven en organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Talen is een taalaanbieder die precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Delft en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Delft aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
“Tauro” pand in Delft-Zuid Marshalllaan 2 2625 GZ DELFT
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Delft aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij ons kan iedereen talen leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taaltaalcursussen met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Onze taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Wij zijn een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Delft. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Het is onze filosofie om talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunt leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist met grote stappen naar het gewenste niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen. Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Delft.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall Talen stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursist(en) met hun contactgegevens aan. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt vastgesteld, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en uw agenda af.
Na enkele lessen evalueert de taaltrainer de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden aangepast. Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt desgewenst door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze dienen vóór de intakedatum teruggestuurd te worden Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall Talen geadviseerd en vastgesteld in overleg De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall Talen verzorgt de logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning van de cursus(sen) alsook het lesprogramma Dagnall Talen is flexibel en betrokken!
Dagnall Talen geeft sinds 1982 maatwerk taaltraining aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Delft en omringende plaatsen. Dagnall Taleninstituut heeft een team van ervaren en kundige docenten die experts zijn op taalgebied en een aanmerkelijk aantal zakelijke taaltrainingen voor bedrijven en (overheids)organisaties in de provincie Zuid-Holland hebben verzorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, bieden wij u betaalbare en effectieve taalcursussen in Delft. U kunt erop vertrouwen dat Dagnall Taleninstituut voor maximaal rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Delft
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Cursussen die gericht zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties bekend. Medewerkers die geen of weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de instructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op hun werkterrein realiseren. Dit vereist een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
Ons instituut geeft betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall Taleninstituut leert en helpt cursisten hoe zij de lesstof in hun functie in praktijk kunnen brengen. Wij stemmen de taalcursus af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de cursist(en). Naast de taallessen, krijgen deelnemers tijdens de cursus frequent praktijkopdrachten, die de voortgang van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining vergroten.
Op deze manier ontstaat een win-winsituatie! Dagnall let tevens op de wellicht onderbelichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gewoontes van het nieuwe land en de organisatie te doorgronden en om zijn of haar omgeving door middel van taal uit te breiden. Hiervoor is inzet en motivatie vereist. Bovendien heeft de cursist slechts een aantal vaste contactmomenten met de docent per week. Dit is niet altijd toereikend.
Onderscheidend
Ons taleninstituut onderscheidt zich door het draagvlak te vergroten voor voor de taalcursus op de werkvloer. Dagnall stimuleert leidinggevenden en collega’s van de organisatie om een voortdurend proces van taalverwerving te creëren, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze wijze te benadrukken, wordt het nut van een goede taalbeheersing gezamenlijk ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Delft
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taalcursus in Delft die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en dit zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt gerealiseerd met een mix van deze beproefde leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor taalcursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie of het bedrijf. De taaltrainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen voortdurend op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een bijzonder plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Delft. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Een taal effectief leren in Delft bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Talen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Delft worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Delft
Maatwerkcursussen
Wij bieden individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Delft en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen houden we bij voorkeur zo klein mogelijk de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat in korte tijd veel kennis wordt geleerd. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en is het leertraject zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook zijn individuele cursussen ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van groepscursussen is vooral de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van elkaars fouten en in de doeltaal communiceren met de groep. De deelnemers kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als leuker ervaren. Omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele cursus alleen met de docent worden gevoerd en gedaan. Het geleerde kan niet in groepsverband worden geoefend doordat er geen interactie met andere lerenden is. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van de foutjes van anderen. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor deelnemers.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten iets sneller worden afgeleid. Het rendement is hierdoor wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen). Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden. Een ander minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele deelnemers.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze verschillende trainingen is uiteraard ook mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Bij taalbeheersing wordt een onderscheid gemaakt tussen kennen (door studie of oefening geleerd) maar vooral kunnen (in staat zijn te gebruiken). Door de focus te verschuiven van kennen naar kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de taalcursus in Delft de verworven kennis sneller functioneel toepassen.
Voor u het weet, staat u uw anderstalige zakenpartner te woord in zijn eigen taal. Wat een verrassing! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. Spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiertoe het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al snel bezwaar tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Een juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. De bedoeling is niet om deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. De woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis betekenisvol en relevant is. De GoldList-methode kan dus alleen functioneren voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken, zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert men ook onbewust op die wijze. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode is. Omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. Lerenden zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse benaming: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat van de nieuwe taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in reële situaties door middel van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Deze methode is stimulerend voor de lerenden omdat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de docent en van lerenden vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden is deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of moeilijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De leermethode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij studenten bij het werken in een groep. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt gebruikt. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere methode om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode nogal intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in de te leren taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. In groepsverband versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en de lerende zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor dient de lerende zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel opgesteld waren en er was ook altijd achtergrondmuziek tijdens de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen ging gepaard met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden zo in de verleiding gebracht om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode was omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de leermethodiek wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van deze methode hangt grotendeels af van de expertise van de docent-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel lerenden nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar eveneens buiten de les wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden de lerenden zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als team te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de student.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk anders geworden in de afgelopen drie decennia onder invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de vrij afwijkende aanpak. De methode werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De methode maakt lerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt met de methode goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, bellen met de klantenservice of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (vooral studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Bij het Dogme-taalonderwijs is iets soortgelijks aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische items is het oogmerk van de Dogme-benadering, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van de taal leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve benadering van taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op communicatie tussen taaltrainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit creëert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk item bespreekbaar. De studenten blijven zo betrokken en alert.
Daartegenover staat dat de studenten zich minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook is niet elke trainer voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de les wordt behandeld, kan een ander keerzijde zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst al begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend tot het moment dit heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan kan spreken met de opname. De studenten gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de methode van Shadowing is dat de lerenden het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt voornamelijk toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen worden gebruikt. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker niveau werkt en een andere methode nodig is als aanvulling. Daarnaast is de methode niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond 1900, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Lerenden werden aangemoedigd vaak te spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in de vreemde taal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd aan de hand van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloed van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal kunnen krijgen. Nadelen heeft de leermethode echter ook. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en minder aandacht aan lezen in de doeltaal. De methode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet erg geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode op een actieve inzet vanuit de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. De herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van invloed geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. De taaldocent is in principe dienstbaar aan de student en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De lerenden ‘mogen’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan input van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af gaat, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden zijn ontspannen doordat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De docent wijst de student op grammaticale verschijnselen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met tweetalige teksten die in Egypte is ontdekt, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met die van moedertaalsprekers (native speakers). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid van de student te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en wijst op eventuele fouten, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om in te zetten en de methode kan op ieder moment door de student gebruikt worden. Studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen trainer is om de studenten te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij introduceerde in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets uitgelegd wordt. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas; een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student de derde student is. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerende op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De les wordt opgebouwd in kleine stapjes en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de cursus prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze. Dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een nadeel worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie doordat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. Spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiertoe het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al snel bezwaar tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten effectief. Een juiste uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. Deze zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de studenten hardop gelezen. De bedoeling is niet om deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. De woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis betekenisvol en relevant is. De GoldList-methode kan dus alleen functioneren voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken, zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De leermethode probeert de taal te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van de vreemde taal leert men ook onbewust op die wijze. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode is. Omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. Lerenden zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met de taal op te bouwen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse benaming: Structural Approach; ‘SA’) is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat van de nieuwe taal. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in reële situaties door middel van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica van de taal en leren in welke situaties bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
De studenten leren middels CLT-technieken de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent. Authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Deze methode is stimulerend voor de lerenden omdat zij gauw succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de docent en van lerenden vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden is deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of moeilijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren waarbij lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De leermethode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij studenten bij het werken in een groep. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt gebruikt. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal gesproken wordt. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Een andere methode om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode nogal intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in de te leren taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. In groepsverband versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en de lerende zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor dient de lerende zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel opgesteld waren en er was ook altijd achtergrondmuziek tijdens de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen ging gepaard met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden zo in de verleiding gebracht om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode was omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de leermethodiek wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend of stimulerend. Dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om de vreemde taal te leren. Er is geen lesboek dat gevolgd wordt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van deze methode hangt grotendeels af van de expertise van de docent-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan prima functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden veel lerenden nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar eveneens buiten de les wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden de lerenden zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als team te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de student.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor studenten om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk anders geworden in de afgelopen drie decennia onder invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks de vrij afwijkende aanpak. De methode werd echter door de Directe Methode van Berlitz overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme van de lerenden op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De methode maakt lerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid van de student wordt met de methode goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, bellen met de klantenservice of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten liggen.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (vooral studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met andere studenten samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Bij het Dogme-taalonderwijs is iets soortgelijks aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische items is het oogmerk van de Dogme-benadering, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van de taal leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve benadering van taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op communicatie tussen taaltrainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. Zo zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit creëert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk item bespreekbaar. De studenten blijven zo betrokken en alert.
Daartegenover staat dat de studenten zich minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook is niet elke trainer voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de les wordt behandeld, kan een ander keerzijde zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. GPA hanteert daarom de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst al begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend tot het moment dit heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan kan spreken met de opname. De studenten gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de methode van Shadowing is dat de lerenden het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt voornamelijk toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen worden gebruikt. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker niveau werkt en een andere methode nodig is als aanvulling. Daarnaast is de methode niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond 1900, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak van de taal. Lerenden werden aangemoedigd vaak te spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in de vreemde taal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd aan de hand van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door lerenden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloed van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal kunnen krijgen. Nadelen heeft de leermethode echter ook. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en minder aandacht aan lezen in de doeltaal. De methode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet erg geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode op een actieve inzet vanuit de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. De herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van invloed geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. De taaldocent is in principe dienstbaar aan de student en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De lerenden ‘mogen’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een minpunt zijn dat een aantal lerenden meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door het gebrek aan input van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af gaat, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden zijn ontspannen doordat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De docent wijst de student op grammaticale verschijnselen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun vertalingen, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal creëren, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met tweetalige teksten die in Egypte is ontdekt, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met die van moedertaalsprekers (native speakers). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid van de student te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en wijst op eventuele fouten, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om in te zetten en de methode kan op ieder moment door de student gebruikt worden. Studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen trainer is om de studenten te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij introduceerde in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo spreken.
Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets uitgelegd wordt. De gebruikers leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas; een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student de derde student is. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerende op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De les wordt opgebouwd in kleine stapjes en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de cursus prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak van de doeltaal op efficiënte wijze. Dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een nadeel worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie doordat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om talen te leren: De Methode van Dagnall.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Tot slot beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursist interessant kunnen zijn. Onze taaltrainers zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk toegepast kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Er wordt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ gesproken. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Delft.
Online een taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Delft
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Delft op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Het platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige App, geschikt voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, op alle (mobiele) apparaten toegang hebben. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Delft. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn. Mensen die diverse talen spreken, zijn derhalve vaak onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het volgende hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Laptop, pc/iMac of tablet met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze onlinecursussen en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall Talen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) trainers verzorgd
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair of HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
De blended en online taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen die specifiek worden afgestemd op uw wensen en behoeften
De inhoud van de cursussen wordt aangepast aan het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen op een zelfverzekerde en vlotte manier te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat en de structuren die in de voorbereiding en voortzetting van de lessen zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
De Dagnall trainers geven naast de taalcursussen eveneens tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Structuur en vakbekwaamheid leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het slagen van de taaltraining .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Delft ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Delft ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als uitgangspunt en biedt u een duidelijk inzicht in de huidige en opgedane kennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de taalcursus in Delft overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om verschillende taalniveaus te omschrijven op een uniforme wijze, zodat ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland eenzelfde taalvaardigheid hebben als ‘gevorderden’ in Duitsland. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader (ERK) bestempelt vijf niveaus van taalvaardigheid, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK kent eveneens 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De zes verschillende niveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A van het ERK geldt voor beginners. Cursisten die niveau B beheersen, bezitten alle basisvaardigheid in deze taal. Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting moedertaalgebruikers (native speakers). Deze mensen gebruiken de vreemde taal moeiteloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Talen is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Delft, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.De leden van het NRTO werken zowel resultaatgericht als klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Delft sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continue vernieuwing is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging beschermd te worden. Taleninstituut Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Delft zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Delft aan
U kunt contact met Dagnall opnemen voor een taalcursus in Delft. U kunt ons een e-mail sturen via taalcursus-delft@dagnall.nl of bellen naar 070-2076707 (geen belmenu).
Of ga naar ons contactformulier. Vraagt u gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aan.
De juiste route naar een taalcursus in Delft!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Delft op uw locatie volgen of in Delft, bijvoorbeeld in het pand van Tauro in Delft-Zuid aan de Marshalllaan 2 in Delft. Dagnall verzorgt ook taalcursussen in Delft in bijvoorbeeld Hampshire Hotel-Delft Centre aan de Koepoortplaats 3, in WestCord Hotel Delft aan de Olof Palmestraat 2, in Hotel Campanile Delft aan de Kleveringweg 53, in Haagse Toren/SkySuites/The Penthouse aan het Rijswijkseplein 78 in Den Haag en in NH Hotel Den Haag aan het Prinses Margrietplantsoen 100 in Den Haag.
Besprekingen houden in Delft kan bijvoorbeeld bij Hotel Casa Julia Maerten Trompstraat 33 en bij Science Centre Delft aan de Mijnbouwstraat 120.
Delft is bewoond gebied sinds eeuwen. Er zijn resten gevonden uit de Romeinse tijd, van ruim tweeduizend jaar geleden. Het huidige Delft is in de 12de eeuw ontstaan, als nederzetting langs een afwateringskanaal (nu de Schie).
De stad ‘Delft’ dankt zijn naam aan de ‘Delf’; een afwateringskanaal voor de ontginning van het Hollandse veengebied. De Oude Delft is de eerste gracht die men ‘delfde’.
Delft is gelegen in het Hoogheemraadschap Delfland, in de metropoolregio Den Haag-Rotterdam en aan de Schie. Plaatsen de omgeving van Delft zijn Berkel en Rodenrijs, Delfgauw, Den Haag, Den
Hoorn, Nootdorp, Pijnacker, Schiedam, Schipluiden en Zoetermeer. Delft ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Delft wonen bijna 104.000 mensen.
Woon je in Delft, dan heet je een ‘Delftenaar’ of een ‘Delvenaar’. Bekende Delftenaren zijn Eva Duijvestein Sander Hoogendoorn, Mariska Hulscher, Stien Kaiser, taalkundige Jan Koster, Michiel Mol, Arantxa Rus, Boyan Slat, Marly van der Velden, Roel van Velzen
, Johannes Vermeer en Xander van der Wulp. Iets wat uit Delft komt, wordt ‘Delfts’ genoemd, zoals Delfts Blauw. Delft kreeg stadsrechten in het jaar 1246.
Delft - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Delft zijn of waren Adapazarı in Turkije, Aarau in Zwitserland, Jingdezhen in China, Castrop-Rauxel in Duitsland, Freiberg in Duitsland, Kfar Saba in Israël, Estelí in Nicaragua, Kingston upon Thames in het Verenigd Koninkrijk en Tshwane in Zuid-Afrika.
Hoger onderwijs
Delft is een echte studentenstad. De Technische Universiteit Delft (TU Delft) uit 1842 is één van de bekendste Nederlandse universiteiten. In Delft is eveneens het UNESCO-IHE Institute for Water Education gevestigd. Hogescholen in Delft zijn de Hogeschool Inholland en de Haagse Hogeschool.
Denk je aan Delft, dan denk je aan het Straatje van Vermeer, de Oude Jan, de Porceleyne Fles, de Technische Universiteit (TU) en natuurlijk de Prinsenstad. In het jaar 1584 werd Willem van Oranje er vermoord door Balthasar Gerards. In museum Het Prinsenhof zijn de kogelgaten in de muur nog te zien. In de Nieuwe Kerk bevindt zich de grafkelder van het Koninklijk Huis. Hier zijn onder andere Prins Claus, Prinses Juliana en Prins Bernhard bijgezet.
Delft fungeert als kennisstad, met name op het gebied van techniek en hightech. Ook is Delft een belangrijke toeristische stad.
Delft - minder bekend
Wat weinig mensen weten, is dat Delft in de geschiedenis een echte bierstad was. Rond het jaar 1500 telde Delft tweehonderd brouwerijen en één op de zes Delftenaren was werkzaam in de bierindustrie.
Kenmerkend voor het Delfts is dat de ‘n’ aan het eind van een woord vrijwel niet wordt uitgesproken en de ‘e’ nadrukkelijk (lopuh in plaats van ‘lopen’). Evenals in het Rotterdams komt er vaak een -t achter het werkwoord in de ik-vorm: ik gaat. De ‘r’ wordt achterin de keel uitgesproken. Vaak wordt zijn gezegd in plaats van ‘hem’: dat is van zijn en hun in plaats van ‘zij’: hun hebben. Typerend voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ en ook niet tussen ‘liggen’ en ‘leggen’.
Delft heet in het Delfts Delluf of Dehelft. Iemand die ‘blij’ is, is vrook. Inwoners van buurdorpen Vlaardingen of De Lier zijn boeren. ‘Worst’ is wors in het Delfts. De psychiatrische inrichting (Het St. Jorisgasthuis) gebruikte vroeger blauwe auto’s voor patiëntenvervoer. Nog hoor je in Delft: Pas maar op, het blauwe bussie komt zo als iemand een beetje gek doet. Een klissie lopen is een echt Delftse uitdrukking. Het betekent “door de stad slenteren” of ‘scharrelen’; het oude stadshart in Delft heette De Klis.
Delft - “Creating history”
Delft - zakelijk
De gemeente Delft
Het netnummer van Delft is 015. Het postcodegebied van Delft is 2600 - 2629. Het adres van het gemeentehuis van Delft is Stationsplein 1, 2611 BV in Delft. De website van de gemeente Delft is Delft.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Delft is 14 015.
Zakendoen in Delft
Voor Delftse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Delft is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Delft is KVK-kantoor Den Haag.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Delft vindt u op bedrijventerrein Delftechpark, Schieoevers Noord en Zuid, Tanthof Oost en West, Technopolis Innovation Park, TU Delft Science Park, Voorhof en op bedrijventerrein Ypenburgse Poort. In Delft bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: 3M (3M, Nexcare, Post-It, Scotchguard, Scotch Tape), Agium, Allseas Engineering, Applikon Biotechnology, Bird Recruitment, Brightsight, Catena, Festo, Diebold Nixdorf, DSM Food
Specialties, Exact Software, Hordijk Groep, Ikea, Ivy Global, Koninklijke Van Kempen & Begeer, Mojo Concerts, NMI, De Koninklijke Porceleyne Fles, Prime Sportsgear (Fred Perry), Prime Vision, Prysmian Cables and Systems Riscure, Senz, Spie, TBA, TJIP, TOPdesk, Van der Lee, Distributiecentrum Composite in Delfgauw en Distributiecentrum Gall & Gall in Delfgauw. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Delftse voetbalclub DVV, DHC of DVC te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Delft kunt u terecht bij De Delftse Hout, bij DSV Concordia, bij DTB of bij Tennisvereniging GPD. Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Delft of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om een beetje te ontspannen? Om een balletje te slaan of gewoon even wat eten of drinken, kunt u naar Concordia Golf Academy in Delft gaan. Het adres van deze golfbaan is Brasserskade 236, 2616 LA in Delft. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 015-213 11 16. De website van Concordia Golf Academy is www.concordiadelft.nl. Iets drinken kunt u bij het clubhuis van de golfbaan.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Delft die eveneens op Youtube te zien zijn. U kunt direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen. Onder deze filmpjes vindt u de locaties van Zuid-Holland alsook Delft op Google Maps.
Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.