Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Breda en omstreken. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Breda aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Coachhuis aan de Singel Oranjesingel 11 4811 CM BREDA
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Breda aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast algemene taalcursussen hebben organisaties vooral interesse in de werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen talen te leren in Breda. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Het is onze filosofie om talen te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om te zorgen dat cursisten de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt cursisten in grote stappen naar het beoogde taalniveau met 15 minuten dagelijks oefenen. Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Breda.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemers met hun contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met een passende offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Na een aantal lessen evalueert de trainer de voortgang en de inhoud van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden aangepast. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt indien gewenst, door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Dit intakeformulier alsook de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De deelnemers worden per taal en taalniveau ingedeeld Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall Talen verzorgt uiteraard de logistiek van materiaal en de cursusbenodigdheden Dagnall Taleninstituut berekent geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus(sen) en het lesprogramma wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is flexibel alsook betrokken!
Dagnall Talen verzorgt sinds 1982 taalonderwijs op maat voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Breda en omstreken. Dagnall Taleninstituut heeft ervaren en kundige taaldocenten die specialisten zijn op hun gebied en al een groot aantal taaltrainingen aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in West-Brabant hebben gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, bieden wij u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Breda. U kunt erop vertrouwen dat Dagnall Taleninstituut voor het meeste rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Breda
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Cursussen die toegespitst zijn op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn ondertussen bij veel organisaties bekend. Werknemers zonder of met beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze mensen willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op hun werk verwezenlijken. Dit vereist een investering in werknemers en in de ontwikkeling van de organisatie.
Ons taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taalcursussen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall helpt en leert deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen op hun werk. Ons instituut stemt de taallessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgen deelnemers frequent praktijkopdrachten gedurende de cursus, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Wij letten tevens op de wat minder belichte kant van veel taalcursussen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn inspanningen om de taal te beheersen, om de gewoontes en cultuur van het betreffende land en het bedrijf te begrijpen en om zijn of haar wereld door middel van taal uit te breiden. Dit vergt veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de deelnemer slechts een aantal vaste contactmomenten per week met de docent. Dit is niet in elke situatie afdoende.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut is onderscheidend door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor de cursus op de werkvloer. Wij stimuleren collega’s en leidinggevenden binnen de werkkring van het bedrijf om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het voortdurend uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze manier, wordt de waarde van een goede taalbeheersing gemeenschappelijk ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Breda
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen gefocust op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is eveneens afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taalcursus in Breda die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen. Het alom bekende hoge rendement van Dagnall behalen onze taaltrainers door een blend van deze beproefde leermethode, samen met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, zogenaamde duocursussen (met 2 personen), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. Onze trainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de trainers spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Breda. Deze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursisten.
Effectief een vreemde taal leren in Breda bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Talen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Dagnall biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Breda gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Breda
Maatwerkcursussen
Dagnall Taleninstituut biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Breda en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De leergroep wordt zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus doordat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt. Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden. Een individuele is eveneens taalcursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het leren van elkaars foutjes en communiceren in de doeltaal met elkaar. De hierdoor geboden afwisseling kunnen lerenden leuker vinden. Doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan. Het geleerde kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie is met andere lerenden. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van de foutjes van een ander te leren. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursisten ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten wat sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden. Ook kan een groepscursus minder goed op individuele leerstijlen worden afgestemd. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers kan worden afgestemd, is een bijkomstig minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een
opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining volgen. Een combinatie van deze trainingen is eveneens mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Bij taalbeheersing wordt een onderscheid gemaakt tussen zowel kennen (weten) als kunnen (de toepassing van de kennis). Door te richten op kunnen, is de deelnemer in staat aan het einde van de taalcursus in Breda de verworven kennis beter toe te passen in de praktijk.
Voor u het weet, voert u al een gesprek in de andere taal of begrijpt u opeens de e-mails of brieven die u krijgt. Dit is wel zo prettig! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is vrijwel foutloos leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met de zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van de kennis van de taal bieden. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De opgeschreven woorden of zinnen worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan functioneren voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de student wordt ondergedompeld in de vreemde taal. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het vaakst gebruikt worden, eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen input van studenten is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels de CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere behoefte om talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; het is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de vaardigheden; het gaat om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw richtte taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Meidinger ontwikkelde een methode waarbij de grammatica centraal stond omstreeks het jaar 1783. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze leermethode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij studenten bij het leren in een groep. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Scholen die werken met onderdompeling, richten de omgeving veelal in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is te reizen naar het land van de vreemde taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden ontwikkeld op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt, omdat de leermethode zo intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in de te leren taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een keerzijde is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent zijn hiervoor van essentiële betekenis. Dat studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen, is hiervoor de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel opgesteld waren en in de klas werd ook altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De leermethode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. De lerende werd zo uitgenodigd om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de les werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend of stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL genoemd, is in 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de studenten kenschetst. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de taal nog niet genoeg machtig zijn. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. Voor grote groepen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden de studenten vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de leergroep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden belemmerd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan al gauw in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De methode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt met de methode sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, moeilijk met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de opdrachten uit te voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met de te leren taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om samen met andere studenten te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder lesboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de lerenden en de docent. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend werken. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar; dit zorgt ervoor dat de communicatie spontaan is en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat lerenden betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen de lerenden zich daartegenover wat minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taalles aan bod komt, kan een ander nadeel van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu begint de deelnemer de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is relatief eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst begrijpen is niet van belang. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. Het niveau van de audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van de taal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook het simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor snelle succeservaringen, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en deze methode kan eveneens in wat grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald niveau en is daarnaast een andere leermethodiek (als aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Door de lerenden moesten de taalregels hieruit worden afgeleid. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd vaak te praten. Het was eveneens nieuw dat de les in de vreemde taal werd gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire werd aangeleerd door middel van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen. Minpunten heeft deze leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en relatief ook veel minder aan lezen in de vreemde taal. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde student te weinig uitdagingen. Doordat de Directe Methode van een dynamische inzet van de kant van de studenten uitgaat, is de leermethode eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocenten om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek werkt eveneens met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom worden beschouwd. In principe is de trainer aan de student dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel zijn dat een aantal lerenden wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan input van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen vrij gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens hiervan een verhaal te maken met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tweetalige tekst, met behulp waarvan de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker). Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
De methode biedt dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is heel eenvoudig in gebruik en de lerenden kunnen de methode op ieder moment inzetten. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Velen vinden het prettig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan deze methode uitkomst bieden voor scholen. Een minpunt van de methode is dat er geen trainer is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en weer herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een halfuur audio-opname die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de Pimsleur cursussen en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De lerenden zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode zeer goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.
Een minpunt van de leerleermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. Gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas had als principe dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. De uitleg is steeds in het Engels bij de Michel Thomas-methode. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze en zijn zeer toegankelijk. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen echte interactie, omdat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaldocent om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is vrijwel foutloos leren verstaan en spreken, wat begint bij iemand leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met de zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal niet om het uit het hoofd leren van de regels van de grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van de kennis van de taal bieden. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De opgeschreven woorden of zinnen worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer deze van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan functioneren voor woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de student wordt ondergedompeld in de vreemde taal. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in de vreemde taal stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De student zou weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. De studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal. Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van woordenschat van de nieuwe taal. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangereikt in reële situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het vaakst gebruikt worden, eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situatie woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen input van studenten is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels de CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de docent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de vreemde taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student helpt te communiceren in de vreemde taal.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere behoefte om talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; het is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de vaardigheden; het gaat om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw richtte taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Meidinger ontwikkelde een methode waarbij de grammatica centraal stond omstreeks het jaar 1783. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalstructuren en de taalvormen waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze leermethode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij studenten bij het leren in een groep. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Scholen die werken met onderdompeling, richten de omgeving veelal in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is te reizen naar het land van de vreemde taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden ontwikkeld op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt, omdat de leermethode zo intensief is. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in de te leren taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een keerzijde is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent zijn hiervoor van essentiële betekenis. Dat studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen, is hiervoor de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De student zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel opgesteld waren en in de klas werd ook altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De leermethode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. De lerende werd zo uitgenodigd om te luisteren en kon de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de les werden rollenspellen gespeeld en ook streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode van Georgi Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend of stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL genoemd, is in 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de studenten kenschetst. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de taal nog niet genoeg machtig zijn. De taaldocent vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. Voor grote groepen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden de studenten vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les, maar ook buiten de les wordt de leergroep vaak heel hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden belemmerd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat belangrijker dan grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de vreemde taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is het minpunt van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Lerenden gaan al gauw in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De methode maakt de studenten nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid van de student wordt met de methode sterk gestimuleerd.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, moeilijk met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de opdrachten uit te voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met de te leren taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om samen met andere studenten te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder lesboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de lerenden en de docent. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend werken. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar; dit zorgt ervoor dat de communicatie spontaan is en verveling krijgt geen kans. Bijna alles kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat lerenden betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen de lerenden zich daartegenover wat minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle taaltrainers voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taalles aan bod komt, kan een ander nadeel van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu begint de deelnemer de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is relatief eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de tekst begrijpen is niet van belang. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan kunnen spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. Het niveau van de audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van de taal aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook het simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor snelle succeservaringen, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en deze methode kan eveneens in wat grotere klassen worden ingezet. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald niveau en is daarnaast een andere leermethodiek (als aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Door de lerenden moesten de taalregels hieruit worden afgeleid. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. De lerenden werden aangemoedigd vaak te praten. Het was eveneens nieuw dat de les in de vreemde taal werd gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De vocabulaire werd aangeleerd door middel van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen. Minpunten heeft deze leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en relatief ook veel minder aan lezen in de vreemde taal. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde student te weinig uitdagingen. Doordat de Directe Methode van een dynamische inzet van de kant van de studenten uitgaat, is de leermethode eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep lerenden en een docent gebaseerd, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna na elkaar het woord en de bijbehorende beweging. Deze herhaling helpt de studenten de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai wordt om steeds dezelfde woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocenten om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek werkt eveneens met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak van de doeltaal, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom worden beschouwd. In principe is de trainer aan de student dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel zijn dat een aantal lerenden wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan input van de docent zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen vrij gemakkelijk zijn te begrijpen. Woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. De taaltrainer schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertalingen erbij, om vervolgens hiervan een verhaal te maken met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tweetalige tekst, met behulp waarvan de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker). Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
De methode biedt dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid te oefenen. De software controleert de grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is heel eenvoudig in gebruik en de lerenden kunnen de methode op ieder moment inzetten. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Velen vinden het prettig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan deze methode uitkomst bieden voor scholen. Een minpunt van de methode is dat er geen trainer is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en weer herhaald. De zinnen van de taalcursus zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een halfuur audio-opname die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de Pimsleur cursussen en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De lerenden zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode zeer goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo praten.
Een minpunt van de leerleermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. Gebruikers leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas had als principe dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met reeds bekende stof. De uitleg is steeds in het Engels bij de Michel Thomas-methode. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen de luistervaardigheid en de uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze en zijn zeer toegankelijk. Dat de taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen echte interactie, omdat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit verschillende dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaldocent om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursist interessant zijn. Onze trainers zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Breda.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Breda
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, de deelnemers met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Breda op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall tevens een handige App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. De cursisten kunnen dus leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de taalcursus in Breda. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging. Medewerkers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Het volgende is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Talen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
De online alsook de blended taalcursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) trainers verzorgd
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair dan wel HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud van de taalcursus wordt aan het leerplan aangepast zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt u om uw taaldoelen op een vlotte en zelfverzekerde manier te behalen
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaldocenten geven naast de taalcursus ook tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen verzorgd door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Breda ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Breda ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als leidraad en geven u een helder beeld van uw huidige en opgedane kennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de taalcursus in Breda ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om niveaus van taalvaardigheid in te delen. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. In het ERK is vastgelegd wat de niveaus betekenen van de vijf verschillende vaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK kent eveneens 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De niveaus beginnen bij A1 en A2, vervolgens de vaak het meest gewenste B1, B2 en dan de moeilijkste C1 en C2.
Niveau A van het ERK geldt voor beginners. De persoon die niveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C is het niveau van (ver)gevorderde gebruikers. De beheersing van de geleerde taal lijkt sterk op dat van moedertaalgebruiker (natives).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Talen is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Breda, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De de NRTO-gedragscode is op vijf beginselen gebaseerd: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken klantgericht en resultaatgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Breda sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Hiervoor is continu innoveren onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
Dagnall taalcursussen in Breda zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall lagere prijzen berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Breda aan
De efficiënte route naar een taalcursus in Breda!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Breda op uw eigen locatie volgen of in Breda, bijvoorbeeld bij het Coachhuis aan de Singel aan de Oranjesingel 11 in Breda. Ons instituut kan ook taalcursussen in Breda verzorgen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Princeville aan de Princenhagelaan 5, in Golden Tulip Keyser Breda aan de Keizerstraat 5, in Apollo Hotel Breda City Centre aan het Stationsplein 14, in Hotel Novotel Breda aan de Dr. Doctor Batenburglaan 74, in Hotel Campanile Breda aan de Minervum 7090, in Ingenhousz Breda aan het Doctor Jan Ingen Houszplein 42, in More-Itz aan de Nieuwe Jachthaven in Drimmelen en in Fletcher Wellness-Hotel Trivium aan de Trivium 72 in Etten-leur.
U kunt vergaderen in Breda bij bijvoorbeeld bij Breepark aan de Bavelseparklaan en bij het Chassé Theater aan de Claudius Prinsenlaan 8.
In het jaar 1135 werd de naam ‘Breda’ voor het eerst genoemd in een document met betrekking tot een schenking aan de abdij van Affligem. In de late Middeleeuwen waren de stad Breda en de omgeving van Breda; de Baronie van Breda, eigendom van de heren van Breda. In 1403 kwam Breda in eigendom van de heren van Nassau.
Sindsdien is Breda één van de twee Nederlandse Nassausteden. De andere Nassaustad is Leeuwarden. De stad dankt zijn naam aan de rivier de Aa: de ‘brede Aa‘ was het punt waar de rivier de Aa en de rivier de Mark samenkomen.
Breda ligt in het gebied De Baronie van Breda en is onderdeel van de Brabantse Stedenrij. Plaatsen in de buurt van de stad Breda zijn Bavel, Etten-Leur, Gilze, Oosterhout, Prinsenbeek, Rijen, Teteringen, Ulvenhout, Zevenbergen en Zundert.
Breda ligt in de provincie Noord-Brabant. In de gemeente Breda wonen ruim 183.000 mensen.
Een inwoner van Breda noemt men een ‘Bredanaar’, maar ook de benamingen ‘Bredaënaar’ of ‘Bredaër’ worden gebruikt. Bekende Bredanaars zijn Pieter Bruegel de Oude, Robbert van de Corput (Hardwell), Corry Konings,
Pierre Kartner, Sylvie Meis, Peter van der Vorst, Tijs Michiel Verwest (DJ Tiësto) en Herman van der Zandt. Iets wat uit Breda komt, wordt ‘Bredaas’ genoemd, zoals Bredase spruitjes. Breda kreeg stadsrechten tussen 1198 en 1212.
Breda - internationaal & kernen
Partnerstad
Breda is de op twee na grootste stad van de provincie Noord-Brabant. De partnerstad van Breda is Wrocław in Polen.
Kernen
Onder de gemeente Breda vallen eveneens Prinsenbeek, Bavel, Teteringen en Ulvenhout.
Denk je aan Breda, dan denk je aan het huis Nassau. Breda staat bekend als Oranjestad en telt veel Nassaumonomenten. Ook is Breda een garnizoensstad waar de Koninklijke Luchtmacht alsook de Koninklijke Militaire Academie gevestigd zijn. Breda fungeert als plezierige winkelstad (sfeervolste
binnenstad van Nederland in 2017) en hart van West-Brabant.
Breda - minder bekend
Minder mensen weten is dat Vincent Van Gogh familie had in Breda. Zijn opa was er dominee in de Grote Kerk.
Typerend voor het Baronies dialect is de aai in plaats van de ‘ei/ij’ (‘wij’ wordt waai). De ‘ui’ wordt vaak een oi. De ‘g’ is ‘zacht’ en soms wordt de ‘h’ aan het begin van een woord weggelaten, net als in het Vlaams. Ook typisch voor het Baronies is de omdraaiing van ‘ps’ in sp (spycholoog).
Verkleinwoorden eindigen niet op -je maar op -ke (vrouwke in plaats van ‘vrouwtje’). De achtertuin heet in Breda d’n plots (‘de plaats‘) en als je iets/iemand zoekt, kan een Bredanaar vragen: “Wa zeekoe?” (“Wat zoek je?”). Het is “kiezen of delen” in het Bredaas: T’is aajeren of jong. Bij iemand komen eten: Op de klep vallen.
“Breda brengt het samen”
Breda - zakelijk
De gemeente Breda
Het netnummer van Breda is 076. Het postcodegebied van Breda is 4800 - 4839. Het adres van het gemeentehuis van Breda is Claudius Prinsenlaan 10, 4811 DJ in Breda. De website van de gemeente Breda is Breda.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Breda is 14 076.
Zakendoen in Breda
Voor Bredase ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Breda is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Breda is KVK-kantoor Breda.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Bredase voetbalclub NAC, Baronie, PCP of JEKA te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Breda kunt u terecht bij Tennisvereniging Markant, bij BLTV of bij Tennisvereniging Prinsenbeek in Prinsenbeek. Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de taalcursus in Breda of met uw internationale (zaken)relatie bij Breda een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Breda gevonden voor een compleet middagje/dagje uit. De golfbaan in de buurt voor Breda is Golfpark De Haenen in Teteringen. De adresgegevens van Golfpark De Haenen zijn Laan der Continenten 70, 4847 DG in Teteringen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 076-578 39 50. De website van de golfbaan is www.dehaenen.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij brasserie De Haenen. Golfpark De Turfvaert is nog een golfbaan in de buurt van Breda.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Breda die eveneens op Youtube staan. U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken. Onder deze filmpjes zijn de locaties van Noord-Brabant alsook Breda op Google Maps weergegeven.
Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.