Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Beverwijk.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak spreekt een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Beverwijk aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen op maat in Beverwijk aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast klassieke taaltaaltrainingen vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taaltrainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Beverwijk. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor u prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengen we de cursist met grote stappen naar het beoogde taalniveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Beverwijk.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Delft) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen behalen wij door een blend van deze bewezen leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 8 à 10 lerenden, zogenaamde duocursussen (2 lerenden), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een bijkomend voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de trainers van Dagnall Talen in Beverwijk. Onze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Beverwijk worden gegeven.
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Beverwijk en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen doordat in een korte periode behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook zijn individuele taalcursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de deelnemers leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele cursussen alleen met de docent worden gevoerd en gedaan.
De geleerde kennis kan niet in de groep worden geoefend omdat er geen interactie met andere cursisten is.
Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van anderen omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden iets sneller worden afgeleid. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele deelnemers.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de lessen volledig in de doeltaal werden gegeven. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocenten kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel bezwaren. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven woorden en zinnen worden hardop gelezen door de studenten. Al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze relevant en van betekenis is voor de lerende. Deze methode kan functioneren voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun kan deze methode goed werken. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de buitenlandse taal. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten merkbaar zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerenden gepresenteerd in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om vreemde talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. CLT traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzichten in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het leren in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze manier zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel gaan communiceren in de te leren taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en lerenden zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor moet de lerende zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om deze situatie te creëren. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De lerenden werden zo gestimuleerd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedie was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder van frustratie of faalangst zal hebben. Deze sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommige mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct toegepast wordt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om te werken als team. Van het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de taalles leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden sterk ontwikkeld en het creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten vrij intensief gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend van de seriemethode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series moet voorbereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als aanjager van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve benadering van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet; dat creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat de studenten zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen. Ook is niet elke taaldocent in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een ander keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles aan de orde komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen van GPA bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Doordat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een andere grond.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat de lerenden het soms ietwat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de methodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is een andere methode nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens op natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden gestimuleerd vaak te spreken. Dat de lessen in de doeltaal gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent eveneens nadelen. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode actief meedoen van de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De docent gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn leermethode voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno. In feite is de docent aan de lerende dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Het feit dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de taaltrainer. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: talen leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De docent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een nadeel.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte is gevonden, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De gebruiker kan zo de uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft taalfoutjes aan en biedt de optie om de taalfoutjes van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om in te zetten en de methode kan door de studenten worden gebruikt op elk moment. De student bepaalt zelf welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan taaltrainers. Dat er geen taaltrainer is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursussen bestaan uit zinnen/dialogen die door lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar doordat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo.
Een keerzijde van de leermethode van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. Studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen construeren. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de vreemde taal. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Een nadeel van de methode is dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Een echte interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, met toelichting van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De cursussen zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de student aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de lessen volledig in de doeltaal werden gegeven. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocenten kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel bezwaren. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven woorden en zinnen worden hardop gelezen door de studenten. Al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze relevant en van betekenis is voor de lerende. Deze methode kan functioneren voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun kan deze methode goed werken. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de buitenlandse taal. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten merkbaar zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerenden gepresenteerd in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om vreemde talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. CLT traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzichten in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het leren in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze manier zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel gaan communiceren in de te leren taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en lerenden zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor moet de lerende zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om deze situatie te creëren. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De lerenden werden zo gestimuleerd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedie was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder van frustratie of faalangst zal hebben. Deze sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommige mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct toegepast wordt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om te werken als team. Van het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de taalles leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden sterk ontwikkeld en het creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten vrij intensief gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend van de seriemethode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series moet voorbereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als aanjager van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve benadering van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet; dat creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat de studenten zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen. Ook is niet elke taaldocent in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een ander keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles aan de orde komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen van GPA bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Doordat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een andere grond.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat de lerenden het soms ietwat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de methodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is een andere methode nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens op natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden gestimuleerd vaak te spreken. Dat de lessen in de doeltaal gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent eveneens nadelen. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode actief meedoen van de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De docent gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn leermethode voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno. In feite is de docent aan de lerende dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Het feit dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de taaltrainer. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: talen leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De docent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een nadeel.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Beverwijk.
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Beverwijk op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform bieden wij ook een eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op ieder (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Deelnemers kunnen dus leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen alsook productnamen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Beverwijk.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten kunnen op het gebied van taal veelal een uitdaging zijn.
Werknemers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven derhalve cruciaal.
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt zowel variatie als interactie.
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De pijlers van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Talen is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering bewijst dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken met de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee keer door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Beverwijk, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnerstad van Beverwijk is Wronki in Polen.
In het verleden was Neuwied in Duitsland ook een partnerstad van Beverwijk.
De gemeente Beverwijk omvat eveneens Wijk aan Zee.
Het netnummer van Beverwijk is 0251.
Het postcodegebied van Beverwijk is 1940 - 1948.
Het adres van het gemeentehuis van Beverwijk is Stationsplein 48, 1948 LC in Beverwijk.
De website van de gemeente Beverwijk is Beverwijk.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Beverwijk is 0251 256256.
Voor Beverwijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Beverwijk is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Beverwijk is KVK-kantoor Alkmaar.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Beverwijk laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Beverwijk een bezoek brengen aan het Museum Kennemerland of aan het Siplo’s game experience museum.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Beverwijkse voetbalclub DEM, SV Beverwijk of BVV de Kennemers te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Beverwijk kunt u terecht bij BLTC Westerhout, bij Arthur Hoorn’s Racketcentre of bij L.T.C. D.E.M..
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taaltrainingen in Beverwijk van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Beverwijk.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak spreekt een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Beverwijk aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taalcursussen op maat in Beverwijk aan als individuele (1-op-1) les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast klassieke taaltaaltrainingen vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taaltrainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Beverwijk. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor u prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengen we de cursist met grote stappen naar het beoogde taalniveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Beverwijk.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Taleninstituut stelt uw wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemers aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met uw offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en uw situatie.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en uw situatie.
De trainer evalueert na enkele lessen de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling bijgesteld worden.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Ons bedrijf geeft sinds 1982 taalonderwijs op maat aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Beverwijk en omstreken. Onze kundige trainers zijn specialisten op het gebied van taal en hebben veel trainingen verzorgd voor bedrijven en (overheids)organisaties in Midden-Kennemerland.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, bieden wij u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Beverwijk. Dagnall levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Beverwijk
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen die zijn toegespitst op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer.
Werknemers die geen of een beperkte beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Werknemers die geen of een beperkte beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de instructies op het werk goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. De werknemers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk graag hun ambitie op het werkgebied waarmaken. Dit vereist een investering in mensen en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Beverwijk
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Delft) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen behalen wij door een blend van deze bewezen leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 8 à 10 lerenden, zogenaamde duocursussen (2 lerenden), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de trainers van Dagnall Talen in Beverwijk. Onze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Een taal effectief leren in Beverwijk bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Beverwijk worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Beverwijk
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Beverwijk en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd.
De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen doordat in een korte periode behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook zijn individuele taalcursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de deelnemers leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele cursussen alleen met de docent worden gevoerd en gedaan.
De geleerde kennis kan niet in de groep worden geoefend omdat er geen interactie met andere cursisten is.
Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van anderen omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden iets sneller worden afgeleid. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele deelnemers.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom onze taalcursussen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom onze taalcursussen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining kiezen. Een combinatie van deze trainingen is eveneens mogelijk.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Een nieuwe taal beheersen is ‘kennen’ en ‘kunnen’: de kennis leren van de taal, maar ook het kunnen toepassen van die kennis. Door te richten op kunnen, is de deelnemer in staat aan het einde van de taalcursus in Beverwijk de verworven kennis sneller functioneel toe te passen.
Voor u het weet, heeft de andere taal geen geheimen meer voor u. U zult zich zekerder voelen. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de lessen volledig in de doeltaal werden gegeven. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocenten kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel bezwaren. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven woorden en zinnen worden hardop gelezen door de studenten. Al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze relevant en van betekenis is voor de lerende. Deze methode kan functioneren voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun kan deze methode goed werken. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de buitenlandse taal. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten merkbaar zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerenden gepresenteerd in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om vreemde talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. CLT traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzichten in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het leren in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze manier zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel gaan communiceren in de te leren taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en lerenden zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor moet de lerende zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om deze situatie te creëren. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De lerenden werden zo gestimuleerd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedie was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder van frustratie of faalangst zal hebben. Deze sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommige mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct toegepast wordt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om te werken als team. Van het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de taalles leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden sterk ontwikkeld en het creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten vrij intensief gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend van de seriemethode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series moet voorbereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als aanjager van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve benadering van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet; dat creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat de studenten zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen. Ook is niet elke taaldocent in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een ander keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen van GPA bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Doordat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een andere grond.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat de lerenden het soms ietwat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de methodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is een andere methode nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens op natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden gestimuleerd vaak te spreken. Dat de lessen in de doeltaal gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent eveneens nadelen. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode actief meedoen van de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De docent gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn leermethode voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno. In feite is de docent aan de lerende dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Het feit dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de taaltrainer. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: talen leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De docent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een nadeel.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte is gevonden, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De gebruiker kan zo de uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft taalfoutjes aan en biedt de optie om de taalfoutjes van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om in te zetten en de methode kan door de studenten worden gebruikt op elk moment. De student bepaalt zelf welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan taaltrainers. Dat er geen taaltrainer is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
De cursussen bestaan uit zinnen/dialogen die door lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar doordat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier spreken in een normaal tempo.
Een keerzijde van de leermethode van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. Studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen construeren. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de vreemde taal. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid van de doeltaal op efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Een nadeel van de methode is dat deze cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien. Een echte interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, met toelichting van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De cursussen zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de student aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen docent beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de lessen volledig in de doeltaal werden gegeven. Kunnen spreken en luisteren zijn de belangrijkste vaardigheden en de grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om zinnen en structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocenten kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. De geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel bezwaren. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het memoriseren van de grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven woorden en zinnen worden hardop gelezen door de studenten. Al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. De woorden die nog problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze relevant en van betekenis is voor de lerende. Deze methode kan functioneren voor woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun kan deze methode goed werken. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal te leren. De taalregels van de vreemde taal leert de student ook onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen de doeltaal gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de buitenlandse taal. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten merkbaar zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties worden aan de lerenden gepresenteerd in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica en ze leren in welke situatie woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent. Authentieke teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om vreemde talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. CLT traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van religie, cultuur en wetenschap. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen uit waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzichten in de structuur, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het leren in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. De instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de doeltaal reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze manier zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel gaan communiceren in de te leren taal omdat zij erdoor worden omgeven. De lerende is feitelijk 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Het feit dat een dergelijke training erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent en lerenden zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor moet de lerende zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om deze situatie te creëren. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de les. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De lerenden werden zo gestimuleerd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedie was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder van frustratie of faalangst zal hebben. Deze sfeer kan voor een immigrant aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommige mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding trainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Een leerboek wordt niet gevolgd; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken wanneer deze correct toegepast wordt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om te werken als team. Van het bespreken door hun foutjes en het evalueren van de taalles leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Het succes van de les is daardoor lastig te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun spreken wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de taal te ontdekken.
De rol van de trainer is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de vreemde taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van de taal zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de te leren taal denken.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden sterk ontwikkeld en het creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden van de studenten vrij intensief gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend van de seriemethode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series moet voorbereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen ze over woordenschat en regels van de doeltaal te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als aanjager van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve benadering van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen trainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen zo niet; dat creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat de studenten zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen. Ook is niet elke taaldocent in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een ander keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint de taal nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van de moedertaalsprekers te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving geboden. De zes fasen van GPA bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de vreemde taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Doordat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het werken aan de doeltaal veel effectiever wordt, is een andere grond.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de nieuwe taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat de lerenden het soms ietwat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden zijn de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de methodiek ook in iets grotere klassen worden ingezet. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is een andere methode nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar eveneens op natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. Lerenden werden gestimuleerd vaak te spreken. Dat de lessen in de doeltaal gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de vocabulaire aangeleerd. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het belangrijkste grote voordeel. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent eveneens nadelen. Voor de schrijfvaardigheid is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn, biedt de methode niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode actief meedoen van de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen daarna één voor één het woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden het woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De docent gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staafjes met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn leermethode voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de aanpak van Caleb Gattegno. In feite is de docent aan de lerende dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Het feit dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode beoogt, kan een nadeel van de leermethode zijn. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de taaltrainer. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: talen leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de lerenden zich. Woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De docent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient ervoor getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale tools
Ook is er een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode om talen te leren om vreemde talen te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode om talen te leren om vreemde talen te leren:
De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van uw bedrijf of organisatie.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van uw bedrijf of organisatie.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Beverwijk.
Online een taal leren (e-learning)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Beverwijk
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Beverwijk op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform bieden wij ook een eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op ieder (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Deelnemers kunnen dus leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen alsook productnamen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Beverwijk.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Beverwijk
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners of klanten kunnen op het gebied van taal veelal een uitdaging zijn.
Werknemers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven derhalve cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk ervaren en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een camera en een microfoon
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Beverwijk ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Beverwijk ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Beverwijk
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als model en bieden u als cursist een duidelijk beeld van uw huidige en opgedane kennis. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de taalcursus in Beverwijk ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om verschillende taalniveaus te omschrijven.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) definieert vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De verschillende beheersingsniveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) definieert vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De verschillende beheersingsniveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A geeft weer wat een beginnende taalgebruiker kan en weet.
Voor niveau B geldt dat dit de vaardigheden zijn die een zelfstandige gebruiker beheerst. Deze taalgebruiker heeft geen hulp van buitenaf meer nodig in de vreemde taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Mensen die een vreemde taal beheersen op niveau C, kennen deze taal op bijna moedertaalniveau.
Voor niveau B geldt dat dit de vaardigheden zijn die een zelfstandige gebruiker beheerst. Deze taalgebruiker heeft geen hulp van buitenaf meer nodig in de vreemde taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Mensen die een vreemde taal beheersen op niveau C, kennen deze taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De pijlers van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering bewijst dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken met de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee keer door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Beverwijk, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies. Taleninstituut Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Beverwijk zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall staat in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Beverwijk aan
Contact taalcursus Beverwijk
Wilt u contact opnemen met Dagnall Talen voor een taalcursus in Beverwijk? Vul het contactformulier in of bel 085-2737302 (geen menu).
U kunt uiteraard ook een e-mail sturen via taalcursus-beverwijk@dagnall.nl. Natuurlijk kunt u ook het gratis Dagnall informatiepakket meebestellen.
Het juiste traject naar een taalcursus in Beverwijk!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Beverwijk
U kunt de taalcursus in Beverwijk op uw eigen locatie volgen of in Haarlem, bijvoorbeeld bij Coachhuis Nieuwe Gracht aan de Nieuwe Gracht 3 in Haarlem of bij Brick Business Center aan de Diakenhuisweg 39 in Haarlem. Wij verzorgen ook taalcursussen bij Beverwijk in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Akersloot aan de Geesterweg 1A in Akersloot, in Stayokay in Heemskerk aan de Tolweg 9 in Heemskerk en in Strandhotel Het Hoge Duin aan de Rijckert Aertszweg 50 in Wijk aan Zee.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Beverwijk kan bij Vuurlinie Beverwijk aan de Noorderweg 13a.
Beverwijk - geschiedenis
Het gebied waar Beverwijk ligt, werd al bewoond door de Noormannen. De naam Beverwijk stamt uit 1276. Bij het kerkdorp Sint-Aagtenkerk was een handelswijk ontstaan die ‘Wijc’ werd genoemd en in dat jaar werd de naam ‘Beverwijk’ voor het eerst op schrift gesteld.
Beverwijk is een verbastering van Beverhem. Bever is een mannennaam in een Oudgermaanse taal. De toevoeging -hem betekent ‘woning’ of ‘nederzetting van’.
Beverwijk - nu
Beverwijk is gelegen in de regio IJmond in de streek Kennemerland. Plaatsen in de omgeving van de stad Beverwijk zijn Akersloot, Castricum, Heemskerk, IJmuiden, Krommenie, Uitgeest, Velsen-Noord, Wijk aan Zee en Wormerveer.
Beverwijk ligt in de provincie Noord-Holland. In de gemeente Beverwijk wonen meer dan 41.000 mensen.
Vlag gemeente Beverwijk
Wapen gemeente Beverwijk
Inwoners
Een inwoner van Beverwijk heet een ‘Beverwijker’; in de volksmond een Wijker.
Bekende Beverwijkers zijn Marco Bakker, Astrid Joosten, Allard Kalff, Niels van der Laan, Pieter Storms en Niki Terpstra.
Bekende Beverwijkers zijn Marco Bakker, Astrid Joosten, Allard Kalff, Niels van der Laan, Pieter Storms en Niki Terpstra.
Iets wat uit Beverwijk komt, heet ‘Beverwijks’ of ‘Beverwijker’, zoals de Beverwijkse Bazaar. Beverwijk kreeg in het jaar 1298 stadsrechten.
Beverwijk - internationaal & wijk aan zee
Partnerstad
De partnerstad van Beverwijk is Wronki in Polen.
In het verleden was Neuwied in Duitsland ook een partnerstad van Beverwijk.
Beverwijk & Wijk aan zee
De gemeente Beverwijk omvat eveneens Wijk aan Zee.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Beverwijks
Denk je aan Beverwijk, dan denk je aan ‘de Zwarte Markt’ en aan het brandwondencentrum. De Beverwijkse Bazaar is de grootste overdekte markt van Europa, al zijn er meer plaatsen die deze titel claimen.
Beverwijk fungeert als groeigemeente in de regio
Beverwijk fungeert als groeigemeente in de regio
IJmond. De verwachting is dat de bevolking de komende twintig jaar met 9% zal toenemen.
Minder mensen weten over Beverwijk is dat wielrenner Niki Terpstra ervandaan komt.
Beverwijk - minder bekend
Minder mensen weten over Beverwijk is dat wielrenner Niki Terpstra ervandaan komt.
Beverwijks dialect en accent
Het Kennemerlands dat in Beverwijk wordt gesproken, heeft ook veel overeenkomsten met het Zaans. Het Kennemerlands wijkt weinig van het Standaardnederlands af, maar er zijn wel wat klankverschillen. De ‘e’ en de ‘o‘ worden soms een a: nag voor ‘nog’.
Ook de u komt voor in plaats van de ‘o’: durp in plaats van ‘dorp’. De ‘aa’ wordt een ee (keers voor ‘kaars’) en de ‘uu’ wordt ou: douwe in plaats van ‘duwen’.
‘Aardappels’ zijn aarepels of aarepols en een ‘zakdoek’ is een sadoeki. Iemand uit Beverwijk heet een Wijker.
Ook de u komt voor in plaats van de ‘o’: durp in plaats van ‘dorp’. De ‘aa’ wordt een ee (keers voor ‘kaars’) en de ‘uu’ wordt ou: douwe in plaats van ‘duwen’.
‘Aardappels’ zijn aarepels of aarepols en een ‘zakdoek’ is een sadoeki. Iemand uit Beverwijk heet een Wijker.
Spreekwoorden geven altijd interessante informatie over de volksaard en de kijk op de wereld van de betreffende mensen. Zo zegt men in Beverwijk: Waikers zijn zaikers (Wijkers zijn zeikerds).
Van iemand die niet naar de kerk gaat, zeggen ze: Hij heb ’n beest op z’n rug.
En wat te denken van: Maak ze dat achter in De Rijp maar wijs? Daar wonen zeker heel domme mensen.
Maar ‘Wijkers’ zijn niet overal even gezien. Er wordt wel gezegd dat meisjes uit Wijk aan Zee wel met een Heemsschèrreker mochten omgaan maar absoluut niet met een Wijker.
Van iemand die niet naar de kerk gaat, zeggen ze: Hij heb ’n beest op z’n rug.
En wat te denken van: Maak ze dat achter in De Rijp maar wijs? Daar wonen zeker heel domme mensen.
Maar ‘Wijkers’ zijn niet overal even gezien. Er wordt wel gezegd dat meisjes uit Wijk aan Zee wel met een Heemsschèrreker mochten omgaan maar absoluut niet met een Wijker.
Beverwijk - “Beter wonen, beter werken, beter leven”
Beverwijk - zakelijk
De gemeente Beverwijk
Het netnummer van Beverwijk is 0251.
Het postcodegebied van Beverwijk is 1940 - 1948.
Het adres van het gemeentehuis van Beverwijk is Stationsplein 48, 1948 LC in Beverwijk.
De website van de gemeente Beverwijk is Beverwijk.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Beverwijk is 0251 256256.
Zakendoen in Beverwijk
Voor Beverwijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Beverwijk is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Beverwijk is KVK-kantoor Alkmaar.
Beverwijk - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Beverwijk op Business Park IJmond, op bedrijventerrein Kagerweg, op bedrijventerrein De Pijp Noord of Zuid of op bedrijventerrein Wijkermeer.
In Beverwijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Flyer Benelux, Re-Play Fashion, De Tuinen, Wam Denim, Muchachomalo,
In Beverwijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Flyer Benelux, Re-Play Fashion, De Tuinen, Wam Denim, Muchachomalo,
TW Steel Services, Van der Stelt, Abeko, Redwave, Safic-Alcan Necarbo, Selmers Industrial, Moens Mouldings, VTK Van Tongeren-Kennemer, Cargill Cocoa Chocolate in Velsen-Noord, Crown Van Gelder in Velsen-Noord, DekaMarkt in Velsen-Noord en Dirk van den Broek in Velsen-Noord.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Beverwijks nieuws
Het Beverwijkse nieuwsportaal is Beverwijknieuws.nl en Beverwijkse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Beverwijk kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Ondernemers in Beverwijk kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Beverwijkers en ondernemingen in Beverwijk kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Beverwijker Dagblad en het Noordhollands Dagblad - Regio IJmond.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Beverwijk
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Beverwijk laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Beverwijk een bezoek brengen aan het Museum Kennemerland of aan het Siplo’s game experience museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Beverwijkse voetbalclub DEM, SV Beverwijk of BVV de Kennemers te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Beverwijk kunt u terecht bij BLTC Westerhout, bij Arthur Hoorn’s Racketcentre of bij L.T.C. D.E.M..
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de taalcursus in Beverwijk of met uw internationale (zaken)relatie bij Beverwijk als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Beverwijk ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de omgeving van Beverwijk is de Heemskerkse Golfclub in Heemskerk. Het adres van deze golfbaan is Communicatieweg 18, 1967 PR in Heemskerk. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0251-25 00 88. De website van de golfbaan is www.heemskerksegolfclub.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Grandcafé de 19e, telefoonnummer 0251-23 47 73.
De golfbaan in de omgeving van Beverwijk is de Heemskerkse Golfclub in Heemskerk. Het adres van deze golfbaan is Communicatieweg 18, 1967 PR in Heemskerk. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0251-25 00 88. De website van de golfbaan is www.heemskerksegolfclub.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Grandcafé de 19e, telefoonnummer 0251-23 47 73.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Beverwijk die eveneens op Youtube staan.
Klik direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland en Beverwijk op Google Maps weergegeven.
Klik direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken.
Onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland en Beverwijk op Google Maps weergegeven.
Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Promovideo Beverwijk
Dronebeelden Beverwijk
Google Maps Noord-Holland
Google Maps Beverwijk
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Beverwijk
Beverwijks nieuws
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Beverwijk lezen van verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Beverwijk
- Kortsluiting zorgt voor kleine brand in garagebox op Biesland in Beverwijk - AD
- Ambulance uitgerukt voor ongeval met letsel op Plesmanweg in Beverwijk - AD
- Achtervolging eindigt met arrestatie verdachte in Beverwijk - Politie
- Man (28) uit Beverwijk aangehouden na steekincident waarbij Heemskerker (64) gewond raakte - Rodi.nl
- Automobiliste knalt tegen lantaarnpaal en raakt gewond in Beverwijk - IJmuider Courant
- Ongeval met letsel op Laan der Nederlanden in Beverwijk - AD
- Ongeval met letsel op A9 in Beverwijk - AD
- Achtervolging eindigt tegen boom in Beverwijk, verdachte (34) aangehouden [update] - Haarlems Dagblad
- Steekpartij na beroving in Heemskerk, man aangehouden - Beverwijk Nieuws
Nieuws uit de provincie Noord-Holland
- Noord-Holland betreurt einde zonnepanelenproject op IJsselmeer - Harderwijker Courant
- OVNH 2025: Inschrijving Beste Onderneming van Noord-Holland weer van start - Rodi.nl
- Noord-Hollandse boeren gaan 'verregaande samenwerking' aan met Staatsbosbeheer - NieuweOogst.nu
- Nationale ombudsman in Noord-Holland - Nationale ombudsman
- Samenwerking BAM en Work Secure - Kijk op Noord Holland
- Nieuws - Flevoland zit Noord-Holland op de hielen als bollenprovincie van Nederland - Omroep Flevoland
- Paddenstoelenwalhalla Noord-Holland lijdt onder stikstofoverschot - NH Nieuws
- Fotograaf legt landbouw in transitie vast voor Noord-Hollands Archief - NieuweOogst.nu
- NH Nieuws: Laren in Noord-Holland, maar ook landelijk waar (gecorrigeerd voor het aantal huishoudens) het vaakst wordt ingebroken. - Bol-An!
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Beverwijk
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Beverwijk alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Beverwijk
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten