Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Wij bieden u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Bergen op Zoom.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Bergen op Zoom in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen op maat in Bergen op Zoom aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op precies een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn naast de klassieke taaltaalcursussen met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies talen te leren in Bergen op Zoom. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengt Dagnall Talen cursisten met grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Bergen op Zoom.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de vraag van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is uiteraard ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus (in Coevorden) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen bekende hoge rendement realiseert Dagnall Talen met een blend van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 deelnemers, duocursussen (2 deelnemers), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De trainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een bijzonder prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Bergen op Zoom. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Bergen op Zoom worden gegeven.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Bergen op Zoom en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere cursisten is het grootste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen leren en in de doeltaal communiceren met de groep. Cursisten kunnen deze afwisseling als fijner ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor de lerenden groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de trainer worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet in groepsverband geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere cursisten omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat sneller zijn afgeleid. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander nadeel van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode zien. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van kennis zorgen. Deze audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Het is niet het idee om deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens herzien; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer deze ook relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method goed functioneren. Schrijven met de hand functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze leermethode. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Deze methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student wordt ondergedompeld in de vreemde taal, is de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaring hebben, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste combinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de studenten. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en geeft niet direct ervaringen van succes. De input van de student zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de te leren taal in praktijk te brengen met behulp van CLT-technieken door de interactie met de taaldocent alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs heel populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is voor de lerenden stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de trainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Voor sommige studenten is deze manier van een taal leren ongebruikelijk of lastig, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het leren in groepen biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden aangeleerd met onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de vreemde taal gaan communiceren. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en er was ook altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor krijgen de studenten minder last zullen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijkertijd is dit voor sommige lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
In het jaar 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen lesboek gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze op de juiste wijze toegepast wordt. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat neemt in deze benadering een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren studenten de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaltrainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De lerenden gaan snel in de vreemde taal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerende en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De taalmethodiek creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt de studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de studenten goed.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het taalniveau van de lerenden te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte conversaties over praktische items is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan heel motiverend werken. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Zo goed als elk item kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de trainer begeleid worden. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor wordt behandeld in de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal leren; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren, is een nadeel van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang deze boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere reden waardoor het leren van de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die gebaseerd is op het principe dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep geschikt, ongeacht achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en nog een andere leermethode nodig is als aanvulling. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van talen, maar eveneens over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar bevrijding van keurslijven en meer natuurlijke leefwijzen. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd de studenten veel te laten praten. Het was ook nieuw dat de lessen in de vreemde taal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Minpunten kent de leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en eveneens relatief veel minder aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten, omdat deze methode op een dynamische inzet van de student is gestoeld.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de leermethode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de trainer. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de taaldocent gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen lerenden zich. Op deze manier worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De studenten worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij, om daarna met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Op deze wijze kunnen de studenten hun uitspraak met die van een moedertaalspreker (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en wijst op taalfouten, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg makkelijk in het gebruik en kan op elk moment door de lerende toegepast worden. Welke delen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de lerende zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Voor scholen kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden bij een gebrek aan docenten. Een keerzijde is dat geen taaldocent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialoog die nagesproken worden en herhaald worden. Deze zinnetjes zijn door native speakers (moedertaalsprekers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuren in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de nieuwe taal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer gebruikt in de Verenigde Staten en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken, werkt de methodiek van Pimsleur erg goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine stapjes en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. De studenten die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel een hooggegrepen streven voor een taalcursus is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteedt de gebruiker ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, alsook de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het pluspunt van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de student te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode zien. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van kennis zorgen. Deze audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Het is niet het idee om deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens herzien; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer deze ook relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method goed functioneren. Schrijven met de hand functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze leermethode. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Deze methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student wordt ondergedompeld in de vreemde taal, is de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaring hebben, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste combinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de studenten. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en geeft niet direct ervaringen van succes. De input van de student zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de te leren taal in praktijk te brengen met behulp van CLT-technieken door de interactie met de taaldocent alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs heel populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is voor de lerenden stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de trainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Voor sommige studenten is deze manier van een taal leren ongebruikelijk of lastig, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het leren in groepen biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden aangeleerd met onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de vreemde taal gaan communiceren. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en er was ook altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor krijgen de studenten minder last zullen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijkertijd is dit voor sommige lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
In het jaar 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen lesboek gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze op de juiste wijze toegepast wordt. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat neemt in deze benadering een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren studenten de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaltrainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De lerenden gaan snel in de vreemde taal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerende en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De taalmethodiek creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt de studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de studenten goed.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het taalniveau van de lerenden te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte conversaties over praktische items is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan heel motiverend werken. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Zo goed als elk item kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de trainer begeleid worden. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor wordt behandeld in de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal leren; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren, is een nadeel van deze leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang deze boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere reden waardoor het leren van de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die gebaseerd is op het principe dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep geschikt, ongeacht achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en nog een andere leermethode nodig is als aanvulling. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van talen, maar eveneens over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar bevrijding van keurslijven en meer natuurlijke leefwijzen. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd de studenten veel te laten praten. Het was ook nieuw dat de lessen in de vreemde taal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Minpunten kent de leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en eveneens relatief veel minder aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten, omdat deze methode op een dynamische inzet van de student is gestoeld.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de leermethode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de trainer. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de taaldocent gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen lerenden zich. Op deze manier worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De studenten worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij, om daarna met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Bergen op Zoom.
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Bergen op Zoom op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige App, geschikt voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, op alle beschikbare (mobiele) apparaten toegang hebben. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft na afloop van de taalcursus in Bergen op Zoom is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Mensen die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een pc, laptop of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
Dagnall is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en stelt onder andere eisen aan mensen, projectbeheer, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Bergen op Zoom, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnersteden van Bergen op Zoom zijn Edmonton in Canada, Oudenaarde in België en Szczecinek in Polen.
De plaats Bergen op Zoom is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook de dorpen Halsteren en Lepelstraat deel van uitmaken.
Wat niet veel mensen weten, is dat Bergen op Zoom de kermisstad van Nederland is. Stadspaleis het Markiezenhof laat een permanente expositie hierover zien.
Het netnummer van Bergen op Zoom is 0164.
Het postcodegebied van Bergen op Zoom is 4600 - 4625.
Het adres van het gemeentehuis van Bergen op Zoom is Jacob Obrechtlaan, 4611 AR in Bergen op Zoom.
De website van de gemeente Bergen op Zoom is Bergenopzoom.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Bergen op Zoom is 14 0164.
Voor Bergse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Bergen op Zoom is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Bergen op Zoom is KVK-kantoor Breda.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Bergen op Zoom een bezoek brengen aan de Gevangenpoort of aan Het Markiezenhof.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Bergse voetbalclub SV Dosko of MOC 17 te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Bergen op Zoom kunt u terecht bij Smash of bij LTC De Zoom.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Bergen op Zoom of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gewoon iets te eten of te drinken, kunt u terecht bij Golf Wouwse Plantage in Bergen op Zoom. Het adres van Golf Wouwse Plantage is Zoomvlietweg 66, 4624 RP in Bergen op Zoom. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0165-37 71 00. De website van de golfbaan is www.golfwouwseplantage.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij de horecagelegenheid van Golf Wouwse Plantage.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing
Taalcursussen in Bergen op Zoom van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Wij bieden u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Bergen op Zoom.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Bergen op Zoom in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Wij bieden taaltrainingen op maat in Bergen op Zoom aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen vreemde talen leren op precies een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn naast de klassieke taaltaalcursussen met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde taalcursussen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies talen te leren in Bergen op Zoom. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengt Dagnall Talen cursisten met grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een vreemde taal wil leren in Bergen op Zoom.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemers aan met de contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau bepaald wordt, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw agenda en uw situatie af.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw agenda en uw situatie af.
Na enkele lessen evalueert de docent de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien nodig, worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van ons instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau verzorgt maatwerk taalcursussen zakelijk voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Bergen op Zoom en omgeving sinds 1982. Ons bedrijf heeft ervaren en kundige trainers die echte experts zijn op taalgebied en die door de jaren aan bedrijven en (overheids)organisaties in Noord-Brabant al een behoorlijk aantal taalcursussen zakelijk hebben gegeven.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, bieden wij u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen in Bergen op Zoom. U kunt erop rekenen dat Dagnall Taleninstituut voor het hoogste rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Bergen op Zoom
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Een cursus gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is inmiddels bij veel organisaties bekend.
Medewerkers zonder of met beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in hun werkomgeving en zij willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Medewerkers zonder of met beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in hun werkomgeving en zij willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Zij willen de instructies op het werk goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. De medewerkers willen graag zelfverzekerder hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op hun werkterrein realiseren. Hiervoor is een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Bergen op Zoom
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de vraag van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is uiteraard ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus (in Coevorden) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen bekende hoge rendement realiseert Dagnall Talen met een blend van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 deelnemers, duocursussen (2 deelnemers), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De trainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een bijzonder prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Bergen op Zoom. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief een vreemde taal leren in Bergen op Zoom bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Bergen op Zoom worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Bergen op Zoom
Maatwerkcursussen
Dagnall Taleninstituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Bergen op Zoom en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten is het grootste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen leren en in de doeltaal communiceren met de groep. Cursisten kunnen deze afwisseling als fijner ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor de lerenden groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen alleen met de trainer worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet in groepsverband geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere cursisten omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat sneller zijn afgeleid. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall biedt taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall kiest u als cursist bijvoorbeeld voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Portugees of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze verschillende trainingen is eveneens mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Een taal beheersen is niet alleen de taal kennen, maar ook het kunnen toepassen van die kennis. Met gerichte oefening zorgt Dagnall dat de verworven kennis beter kan worden toegepast.
Voor u het weet, spreekt u zomaar en aardig woordje in de nieuwe taal! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode zien. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van kennis zorgen. Deze audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Het is niet het idee om deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens herzien; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer deze ook relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method goed functioneren. Schrijven met de hand functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze leermethode. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Deze methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student wordt ondergedompeld in de vreemde taal, is de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaring hebben, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste combinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de studenten. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en geeft niet direct ervaringen van succes. De input van de student zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de te leren taal in praktijk te brengen met behulp van CLT-technieken door de interactie met de taaldocent alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs heel populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is voor de lerenden stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de trainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Voor sommige studenten is deze manier van een taal leren ongebruikelijk of lastig, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het leren in groepen biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden aangeleerd met onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de vreemde taal gaan communiceren. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en er was ook altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor krijgen de studenten minder last zullen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijkertijd is dit voor sommige lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In het jaar 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen lesboek gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze op de juiste wijze toegepast wordt. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat neemt in deze benadering een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren studenten de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaltrainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De lerenden gaan snel in de vreemde taal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerende en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De taalmethodiek creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt de studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de studenten goed.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het taalniveau van de lerenden te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte conversaties over praktische items is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan heel motiverend werken. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Zo goed als elk item kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de trainer begeleid worden. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor wordt behandeld in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal leren; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren, is een nadeel van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang deze boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere reden waardoor het leren van de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die gebaseerd is op het principe dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep geschikt, ongeacht achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en nog een andere leermethode nodig is als aanvulling. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van talen, maar eveneens over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar bevrijding van keurslijven en meer natuurlijke leefwijzen. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd de studenten veel te laten praten. Het was ook nieuw dat de lessen in de vreemde taal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Minpunten kent de leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en eveneens relatief veel minder aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten, omdat deze methode op een dynamische inzet van de student is gestoeld.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de leermethode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de trainer. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de taaldocent gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen lerenden zich. Op deze manier worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De studenten worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij, om daarna met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van native speakers (moedertaalsprekers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Op deze wijze kunnen de studenten hun uitspraak met die van een moedertaalspreker (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en wijst op taalfouten, waarbij taalfouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg makkelijk in het gebruik en kan op elk moment door de lerende toegepast worden. Welke delen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de lerende zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Voor scholen kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden bij een gebrek aan docenten. Een keerzijde is dat geen taaldocent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialoog die nagesproken worden en herhaald worden. Deze zinnetjes zijn door native speakers (moedertaalsprekers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuren in de doeltaal. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van de nieuwe taal niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer gebruikt in de Verenigde Staten en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken, werkt de methodiek van Pimsleur erg goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen, door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine stapjes en nieuwe stof wordt met reeds bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. De studenten die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier. Dat de cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel een hooggegrepen streven voor een taalcursus is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteedt de gebruiker ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De taallessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling wordt hiernaast weergegeven, alsook de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het pluspunt van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer om de student te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode zien. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig plaatsvonden in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen luisteren en spreken en de grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een extra woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld als de mondelinge taal al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammatica gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die een taal beginnen te leren effectief. Een juiste uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van kennis zorgen. Deze audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Het is niet het idee om deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens herzien; woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer deze ook relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed functioneren voor woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method goed functioneren. Schrijven met de hand functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt van deze leermethode. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Deze methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student wordt ondergedompeld in de vreemde taal, is de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaring hebben, dienen de activiteiten die in de vreemde taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De leermethode legt vooral nadruk op het impliciet leren van de grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt studenten ook niet per se voor op een specifiek examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. De Structurele Aanpak staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste combinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de studenten. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheid (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten de taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van de taal en ze leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en geeft niet direct ervaringen van succes. De input van de student zelf is beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de te leren taal in praktijk te brengen met behulp van CLT-technieken door de interactie met de taaldocent alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs heel populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de vreemde taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is voor de lerenden stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de trainer en van lerenden vereist het een actieve deelname. Voor sommige studenten is deze manier van een taal leren ongebruikelijk of lastig, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het leren in groepen biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met spreken. Daadwerkelijk naar het land van de doeltaal gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan uitstekend worden aangeleerd met onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in de vreemde taal gaan communiceren. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Lerenden zaten in de les in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en er was ook altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek afgespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor krijgen de studenten minder last zullen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijkertijd is dit voor sommige lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In het jaar 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen een gesprek. Als zij de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De docent geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek wordt opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen lesboek gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerende te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze op de juiste wijze toegepast wordt. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Er wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat neemt in deze benadering een grotere plaats in dan grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de taaltrainer om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren studenten de taal op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaltrainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De lerenden gaan snel in de vreemde taal denken doordat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid van de lerende en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De taalmethodiek creëert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs enthousiasme bij de studenten op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt de studenten nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties van de studenten goed.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over regels van de taal en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het taalniveau van de lerenden te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leert op deze manier authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte conversaties over praktische items is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder leerboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan heel motiverend werken. Zo zijn de taallessen nooit voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Zo goed als elk item kan tijdens een Dogme-les worden besproken. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de trainer begeleid worden. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten voldoende flexibel. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor wordt behandeld in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen de taal leren; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. De taal die voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving. Deze zes fasen van de methode bieden realistische doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om veel tijd te investeren, is een nadeel van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan kan spreken met de audio-opname. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang deze boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere reden waardoor het leren van de taal een stuk effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de vreemde taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen te leren die gebaseerd is op het principe dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een nieuwe taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat ze spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep geschikt, ongeacht achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in grotere klassen toegepast worden. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en nog een andere leermethode nodig is als aanvulling. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van talen, maar eveneens over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar bevrijding van keurslijven en meer natuurlijke leefwijzen. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal. Het werd gestimuleerd de studenten veel te laten praten. Het was ook nieuw dat de lessen in de vreemde taal gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Minpunten kent de leermethode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid en eveneens relatief veel minder aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor langzaam lerende studenten, omdat deze methode op een dynamische inzet van de student is gestoeld.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van de taal staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de leermethode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de trainer. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de taaldocent gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen lerenden zich. Op deze manier worden structuren en woorden vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De studenten worden door de trainer op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertaling erbij, om daarna met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er is echter een betere methode om een taal te leren om talen te leren:
Het hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode om een taal te leren om talen te leren:
De Methode van Dagnall.
Het hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Bergen op Zoom.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Bergen op Zoom
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Bergen op Zoom op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige App, geschikt voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, op alle beschikbare (mobiele) apparaten toegang hebben. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft na afloop van de taalcursus in Bergen op Zoom is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Bergen op Zoom
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Mensen die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een pc, laptop of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Bergen op Zoom ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Bergen op Zoom ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Bergen op Zoom
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als uitgangspunt en bieden u als cursist een duidelijk inzicht in uw huidige en opgedane kennis. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afronding van de taalcursus in Bergen op Zoom, ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’. Op dit certificaat staat voor elke vaardigheid het behaalde taalniveau vermeld.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om de verschillende niveaus van taalvaardigheid te definiëren.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader (ERK) kenmerkt vijf niveaus van taalvaardigheid, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term wordt eveneens veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader (ERK) kenmerkt vijf niveaus van taalvaardigheid, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term wordt eveneens veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
De niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Taalniveau A omschrijft alle vaardigheden die een beginnende gebruiker beheerst.
Taalniveau B geeft aan wat een ‘zelfstandige gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van de gesprekspartner.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, gaan richting de moedertaalgebruiker (native). Zo iemand gebruikt de vreemde taal moeiteloos in verschillende situaties.
Taalniveau B geeft aan wat een ‘zelfstandige gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van de gesprekspartner.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, gaan richting de moedertaalgebruiker (native). Zo iemand gebruikt de vreemde taal moeiteloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en stelt onder andere eisen aan mensen, projectbeheer, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Bergen op Zoom, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall Talen aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall Talen verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Bergen op Zoom zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Bergen op Zoom aan
Contact taalcursus Bergen op Zoom
Wilt u contact met Dagnall Taleninstituut opnemen voor een taalcursus in Bergen op Zoom? Bel ons direct op 076-8200500 (geen menu) of stuur een e-mail via taalcursus-bergen-op-zoom@dagnall.nl.
Of ga naar ons contactformulier. Vraagt u gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aan.
De juiste weg naar een taalcursus in Bergen op Zoom!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Bergen op Zoom
U kunt de taalcursus in Bergen op Zoom op uw locatie volgen of in Bergen op Zoom, bijvoorbeeld bij de Melkfabriek in het Havenkwartier aan de Bruinevisstraat 32 in Bergen op Zoom. Ons taleninstituut kan ook taalcursussen in Bergen op Zoom verzorgen in bijvoorbeeld Fletcher Hotel Stadspark aan de Gertrudisboulevard 200, in Tulip Inn Hotel Bergen op Zoom aan de Antwerpsestraat 56, in Hotel De Volksabij aan de Onze Lieve Vrouwe Ter Duinenlaan 199 in Ossendrecht en in Marina Beachclub Oesterdam aan de Oesterdam 3 in Tholen.
Besprekingen houden in Bergen op Zoom kan bij De Stoelemat aan de Westersingel 40 en bij Natuurlijk! Kloof aan de Zurenhoek 5.
Bergen op Zoom - geschiedenis
De plek waar nu Bergen op Zoom ligt, is al heel lang bewoond. Er zijn restanten gevonden uit de tijd van de Kelten en ook de Romeinen hebben er verbleven. Maar Bergen op Zoom ontstond als stad in 1287, bij de splitsing van het land van Breda.
De naam ‘Bergen’ kan verwijzen naar een haven, gezien de ligging op de Brabantse Wal. Het tweede deel, ‘Zoom‘ kan op de rand van de Brabantse Wal duiden. Het kan ook een verbastering zijn van soma, dat ‘moeras’ betekent.
Bergen op Zoom - nu
Bergen op Zoom ligt in de streek Baronie en Markiezaat en maakt deel uit van de Brabantse Stedenrij. Plaatsen in de omgeving van de stad Bergen op Zoom zijn Halsteren, Heerle, Hoogerheide, Roosendaal, Steenbergen, Tholen, Woensdrecht en Wouwse Plantage.
Bergen op Zoom ligt in de provincie Noord-Brabant. In de gemeente Bergen op Zoom wonen ruwweg 66.000 mensen.
Vlag gemeente Bergen op Zoom
Wapen gemeente Bergen op Zoom
Inwoners
Een inwoner van Bergen op Zoom heet een ‘Bergenaar’.
Bekende Bergenaars zijn Taalkundige Marcus Zuerius Boxhorn, Bert van der Veer en Rico Verhoeven.
Iets wat uit Bergen op Zoom komt, wordt ‘Bergs’ of ‘Bergen-op-Zooms’ genoemd
Bekende Bergenaars zijn Taalkundige Marcus Zuerius Boxhorn, Bert van der Veer en Rico Verhoeven.
Iets wat uit Bergen op Zoom komt, wordt ‘Bergs’ of ‘Bergen-op-Zooms’ genoemd
De Bergen-op-Zoomse terrasjes. Bergen op Zoom kreeg stadsrechten vóór het jaar 1212.
Bergen op Zoom - internationaal & kernen
Partnersteden
De partnersteden van Bergen op Zoom zijn Edmonton in Canada, Oudenaarde in België en Szczecinek in Polen.
Kernen
De plaats Bergen op Zoom is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook de dorpen Halsteren en Lepelstraat deel van uitmaken.
Vlag provincie Noord-Brabant
Wapen provincie Noord-Brabant
Typisch Bergs
Bergen op Zoom is bekend als oude handelsstad en garnizoensstad. De oude binnenstad is beschermd stadsgezicht. Bergen op Zoom fungeert als regiostad op het gebied van werk en winkelvoorzieningen. Onder andere Bruynzeel (bekend van de keukens en de potloden) is gevestigd in de stad en enkele internationale bedrijven.
Bergen op Zoom - minder bekend
Wat niet veel mensen weten, is dat Bergen op Zoom de kermisstad van Nederland is. Stadspaleis het Markiezenhof laat een permanente expositie hierover zien.
Bergs dialect en accent
Het Bergs is nauw verwant met het Antwerps. Bergen op Zoom ligt in Brabant maar het Bergs kent veel Hollandse invloeden. Kenmerkend voor het Bergs zijn de heldere ‘aa’ en ‘oo’ in plaats van de Brabantse ao en oa.
Ook hebben Bergenaren een ‘harde g’, in tegenstelling tot de rest van Brabant.
Vanuit het Vlaams heeft het Bergs het inslikken van de ‘h’ aan het begin van een woord overgenomen (uske in plaats van ‘huisje’) en het aan elkaar verbinden van het voornaamwoord en het werkwoord: wazeede? (wat zei je?) en zumme (‘zullen we’).
Ook hebben Bergenaren een ‘harde g’, in tegenstelling tot de rest van Brabant.
Vanuit het Vlaams heeft het Bergs het inslikken van de ‘h’ aan het begin van een woord overgenomen (uske in plaats van ‘huisje’) en het aan elkaar verbinden van het voornaamwoord en het werkwoord: wazeede? (wat zei je?) en zumme (‘zullen we’).
Verkleinwoorden eindigen niet op -je maar op -ke (meske in plaats van ‘meisje’). Een Bergs woord voor ‘fiets’ is dilleke. Errebéésjes zijn ‘aardbeien’. ‘Bergen op Zoom’ is Bèrrege. Iemand bedanken in het Bergs: En dagge bedankt zijt da witte. Als hij wil weten wat er aan de hand is, vraagt een Bergenaar: Wa doe t’ er op?
“Aangenaam Bergen op Zoom”
Bergen op Zoom - zakelijk
De gemeente Bergen op Zoom
Het netnummer van Bergen op Zoom is 0164.
Het postcodegebied van Bergen op Zoom is 4600 - 4625.
Het adres van het gemeentehuis van Bergen op Zoom is Jacob Obrechtlaan, 4611 AR in Bergen op Zoom.
De website van de gemeente Bergen op Zoom is Bergenopzoom.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Bergen op Zoom is 14 0164.
Zakendoen in Bergen op Zoom
Voor Bergse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Bergen op Zoom is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Bergen op Zoom is KVK-kantoor Breda.
Bergen op Zoom - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Bergen op Zoom op bedrijventerrein Geertruidapolder, De Lage Meren, Meilust, Noordland, De Poort, De Schans of op bedrijventerrein Theodorushaven.
In Bergen op Zoom bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Amcor Specialty Cartons, Anchor Workwear, Axerrio, De Spar, Demeyere Staub Zwilling Nederland, DeWalt Nederland, DKG Groep (Bruynzeel &
In Bergen op Zoom bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Amcor Specialty Cartons, Anchor Workwear, Axerrio, De Spar, Demeyere Staub Zwilling Nederland, DeWalt Nederland, DKG Groep (Bruynzeel &
Keller keukens), Meeus Transport, Partner Logistics, Ricoh Europe, Sabic, Solidus Solutions, Syngenta Crop Protection, Versteden, DCN Diving, Victor Peeters Group, W&O Maritime Supply, Zep, Amorim Benelux (Wicanders parket) in Tholen, FineLine Technology in Halsteren en Pack2pack in Halsteren.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Bergs nieuws
De Bergse nieuwsportalen zijn Kijk op Bergen op Zoom en BN De Stem - Bergen op Zoom en Bergse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Brabant - Nieuws.
Ondernemers in Bergen op Zoom kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Ondernemers in Bergen op Zoom kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Bergenaren en ondernemingen in Bergen op Zoom kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant BN De Stem - Bergen op Zoom en het Algemeen Dagblad - Bergen op Zoom.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Bergen op Zoom
Cultuur
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Bergen op Zoom een bezoek brengen aan de Gevangenpoort of aan Het Markiezenhof.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Bergse voetbalclub SV Dosko of MOC 17 te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Bergen op Zoom kunt u terecht bij Smash of bij LTC De Zoom.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Bergen op Zoom of na een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gewoon iets te eten of te drinken, kunt u terecht bij Golf Wouwse Plantage in Bergen op Zoom. Het adres van Golf Wouwse Plantage is Zoomvlietweg 66, 4624 RP in Bergen op Zoom. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0165-37 71 00. De website van de golfbaan is www.golfwouwseplantage.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij de horecagelegenheid van Golf Wouwse Plantage.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Bergen op Zoom die eveneens op Youtube kunnen worden bekeken.
Door direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de filmpjes ziet u de locaties van Noord-Brabant en Bergen op Zoom op Google Maps.
Door direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de filmpjes ziet u de locaties van Noord-Brabant en Bergen op Zoom op Google Maps.
U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Bergen op Zoom
Dronebeelden Bergen op Zoom
Google Maps Noord-Brabant
Google Maps Bergen op Zoom
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Bergen op Zoom
Bergs nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Bergen op Zoom uit verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Bergen op Zoom
- Woningbrand op Wassenaarstraat in Bergen op Zoom - AD
- Woningbrand op Wassenaarstraat in Bergen op Zoom - BN DeStem
- Woningbrand in Bergen op Zoom op Sint-Josephstraat - Provinciale Zeeuwse Courant
- Ongeval met letsel op Burgemeester Van de Laarstraat in Bergen op Zoom - Provinciale Zeeuwse Courant
- Ongeval met letsel op Burgemeester Van de Laarstraat in Bergen op Zoom - BN DeStem
- Ongeval met letsel op Burgemeester Van de Laarstraat in Bergen op Zoom - AD
- Winkelactiviteiten eindig: volledige focus op innovatie en energietransitie - Internetbode
- Stikstofuitstoot dwingt boer Snepvangers tot omschakeling: koeien maken plaats voor paarden - AD
- Fysieke boekenwinkels blijven populair, zeker ook onder jeugd - Internetbode
Nieuws uit de provincie Noord-Brabant
- Drijfzand: zo kom je eruit en dit moet je vooral niet doen - Omroep Brabant
- Ollandse boom vertegenwoordigt Noord-Brabant bij landelijke verkiezing - MooiRooi.nl
- Ook Noord-Brabant staat bol van activiteiten tijdens Open Monumentendag - Heusden Nieuws
- Sport - BD.nl
- BD.nl, het laatste nieuws uit Brabant, Tilburg, Den Bosch, en Oss - BD.nl
- Roosendaal - BN DeStem
- ‘Ik ben meer dan een vloerenlegger’ - Eindhovens Dagblad
- Auto te water in Dongen, bestuurder spoorloos na nachtelijk ongeluk - BD.nl
- Buitenland - BD.nl
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Bergen op Zoom
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Bergen op Zoom en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Bergen op Zoom
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten