Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in, en in de buurt van Assen. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Assen aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Dagnall Taleninstituut Industrieweg 22 9403 AA ASSEN
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Assen aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall talen leren op de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de algemene taaltaalcursussen zijn organisaties vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om in Assen onbegrensd talen te leren. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie Dagnall Talen
De filosofie van Dagnall is om een vreemde taal te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom zetten wij alles in het werk om te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos leert. Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Door onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau met vijftien minuten dagelijks oefenen. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Assen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursisten aan met de contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met uw offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning op uw agenda en situatie af.
Na enkele lessen evalueert de trainer de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen aangepast worden. U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken geschiedt in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht. Deze moeten voorafgaand aan de datum van de intake worden teruggestuurd Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de cursisten geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! De logistiek van lesmateriaal en de cursusbenodigdheden wordt door Dagnall verzorgd Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall garandeert en bewaakt de continuïteit van de planning en het lesprogramma Dagnall Talen is betrokken en flexibel!
Ons bedrijf verzorgt maatwerk taalcursussen zakelijk voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties in Assen en omliggende plaatsen sinds 1982. Wij hebben een team van kundige trainers die echte experts zijn op taalgebied en die door de jaren aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in de regio Groningen-Assen al menig taalcursus zakelijk hebben gegeven.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, leveren wij u betaalbare en effectieve taalcursussen in Assen. U kunt ervan op aan dat Dagnall Talen uitstekend rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Assen
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Een cursus die zich richt op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer is intussen bij veel ondernemingen gemeengoed. Medewerkers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen graag de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op hun werkterrein waarmaken. Dit vereist een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van de organisatie.
Dagnall verzorgt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer vergroten. Ons instituut leert en helpt cursisten hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Dagnall Taleninstituut stemt de taalcursus af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de lessen om, krijgen cursisten gedurende de cursus regelmatig praktijkopdrachten, om de voortgang van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te verhogen.
Dit is dus een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let ook op de enigszins onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal te beheersen, om de gewoontes en cultuur van het bewuste land en de organisatie te doorgronden en om de wereld via taal uit te breiden. Hiervoor is motivatie en inzet vereist. Daarnaast heeft de cursist maar een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de taaldocent. Dit is niet in elke situatie afdoende.
Onderscheidend
Dagnall onderscheidt zich door zich te richten op uitbreiden van het draagvlak voor de taalcursus op de werkvloer. Ons instituut stimuleert zowel leidinggevenden als uitvoerenden van het bedrijf om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf de start zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze wijze, wordt de waarde van goede taalbeheersing gemeenschappelijk ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Assen
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een taalcursus in Assen die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaldocenten zijn erg bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen realiseren onze taaltrainers door een mix van deze beproefde leermethode, gecombineerd met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen, duocursussen (2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf. Onze docenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Assen. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief vreemde talen leren in Assen bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven. Dagnall biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen. Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Assen gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Assen
Maatwerkcursussen
Ons instituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Assen en omgeving. Individuele taalcursussen worden ook wel privélessen of één-op- één-taalcursussen genoemd. De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode. Omdat de taalcursus intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Nog een belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden. Een individuele is ook cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten is het belangrijkste pluspunt van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van de fouten van anderen kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo geboden wordt, kunnen de deelnemers leuker vinden. Omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen met de docent worden gevoerd en gedaan. Omdat er geen interactie met andere cursisten is, kan de geleerde kennis niet in een groep worden geoefend. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van foutjes van anderen te leren. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller worden afgeleid. Het rendement is hierdoor wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen). Ook kunnen groepscursussen minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden. Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall geeft taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Wij verzorgen daarom de taalcursussen ook incompany en online. Bij Dagnall volgt u bijvoorbeeld een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een
opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze verschillende trainingen is eveneens mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalvaardigheid staat niet alleen voor kennen maar daarnaast ook voor kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Dagnall zorgt met gerichte oefening dat de verworven kennis beter kan worden toegepast.
Voor u het weet, doet u die vergadering of dat lastige telefoongesprek in de andere taal en kunt u trots zijn op uzelf. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Het was nieuw dat de les geheel in de doeltaal plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw woord hieraan toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte kennisoverdracht kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens aangepast; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als de kennis ook relevant en van betekenis is. Deze GoldList-methode kan dus alleen goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed functioneren voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze methode. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Zo leert de student onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in de te leren taal, is de methode het meest effectief. De activiteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de grammatica. De lerende zou inderdaad leren om te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten merkbaar zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan de verwerving van woordenschat. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerenden aangedragen in reële situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de kunnen lerenden de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct een succeservaring. De input van de studenten zelf is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent. Authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is stimulerend voor de lerenden omdat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van hun achtergrond, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. De methode CLT traint de vaardigheden; het gaat om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op vertalen en grammatica. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen geeft deze methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie voor lerenden. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de te leren taal te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet wel gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer van essentieel belang. Dat studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bewerkstelligen. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De leermethode zoals Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werd de lerende overgehaald om te luisteren en de lerende kon de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedie was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de leermethodiek wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleidend en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De trainer legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels zinvolle gesprekken. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt.
Populariteit
Het slagen van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taalles leren studenten veel. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen gehouden. Daardoor is het succes moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de trainer om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal besteed die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Franse taaldocent François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de te leren taal denken.
Populariteit
De principes van Gouin over taalonderwijs waren zeer vooruitstrevend. Ondanks dat het een vrij afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. Deze methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden van de lerende sterk en de methode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
François Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De methode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de taal van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de student liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met de doeltaal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en prettig ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder de Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het houden van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van de Dogme-benadering. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze voor het onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen docent en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten is dat hij of zij zich nauwelijks hoeft voor te bereiden. Dat studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. In een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. Het houdt lerenden betrokken en alert.
Als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen, kunnen lerenden zich echter wel wat ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaltrainers in voldoende mate flexibel. Dat lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt, kan een ander minpunt van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Een andere grond is dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de taal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek eveneens worden ingezet in klassen die iets groter zijn. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is nog een andere methodiek nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond het jaar 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, in voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak. Lerenden werden gestimuleerd veel te spreken. Het was ook nieuw dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taallessen. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. De leermethode kent ook keerzijden. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor studenten die verder meer gevorderd zijn niet genoeg uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg bruikbaar, omdat deze methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer, die steeds één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Caleb Gattegno met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die per slot van rekening worden beschouwd als autonoom. De docent is bij deze leermethode in feite aan de lerende dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de docent. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de lerende aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een keerzijde is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte is gevonden, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten daarna veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheden zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de studenten worden gebruikt. Studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan docenten kan de methode van Rosetta Stone voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Dat er geen trainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnen en dialogen die door studenten worden nagesproken en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van dertig minuten met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder meer Amerikanen volgen de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode werkt heel goed als uitspraakverbeteraar doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier spreken en in een normaal tempo.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode wordt de les in kleine delen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen construeren. Ook gebruikt de methode van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Het feit dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde. Ook is er geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. De gebruikers werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, alsook toelichting van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden dienen te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Het was nieuw dat de les geheel in de doeltaal plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten kunnen spreken en kunnen verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; drills worden gebruikt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw woord hieraan toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal wordt pas behandeld zodra de mondelinge taal vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de grammatica, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid, waar de meeste docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. De juiste uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte kennisoverdracht kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die herhaald worden na verloop van tijd. De woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens aangepast; woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in de vreemde taal spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als de kennis ook relevant en van betekenis is. Deze GoldList-methode kan dus alleen goed functioneren voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed functioneren voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze methode. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de vreemde taal aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Zo leert de student onbewust ook de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in de te leren taal, is de methode het meest effectief. De activiteiten in de te leren taal dienen stimulerend te zijn om te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de beide methoden is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode is. Omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de grammatica. De lerende zou inderdaad leren om te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten merkbaar zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan de verwerving van woordenschat. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerenden aangedragen in reële situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de kunnen lerenden de taal op een nauwkeurige manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situaties woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct een succeservaring. De input van de studenten zelf is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren middels CLT-technieken de te leren taal in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent. Authentieke teksten, geschreven in de vreemde taal of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in diverse situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is stimulerend voor de lerenden omdat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van hun achtergrond, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. De methode CLT traint de vaardigheden; het gaat om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op vertalen en grammatica. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzicht in de structuur, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen geeft deze methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie voor lerenden. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar het land van de te leren taal te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet wel gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer van essentieel belang. Dat studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bewerkstelligen. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De leermethode zoals Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werd de lerende overgehaald om te luisteren en de lerende kon de nieuwe woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedie was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de leermethodiek wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleidend en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een taalverwervingsmethode waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal nog niet voldoende machtig zijn. De trainer legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels zinvolle gesprekken. Er is geen leerboek dat wordt gebruikt.
Populariteit
Het slagen van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel de te leren taal als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan prima werken indien deze op de juiste wijze wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taalles leren studenten veel. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden geen toetsen gehouden. Daardoor is het succes moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat krijgt in deze benadering meer nadruk dan grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de trainer om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal besteed die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Franse taaldocent François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de te leren taal denken.
Populariteit
De principes van Gouin over taalonderwijs waren zeer vooruitstrevend. Ondanks dat het een vrij afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. Deze methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden van de lerende sterk en de methode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
François Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De methode maakt de lerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve competenties van de studenten goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de taal van de doeltaal beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met een klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de student liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met de doeltaal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en prettig ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder de Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het houden van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van de Dogme-benadering. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze voor het onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen docent en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten is dat hij of zij zich nauwelijks hoeft voor te bereiden. Dat studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan heel motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. In een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. Het houdt lerenden betrokken en alert.
Als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen, kunnen lerenden zich echter wel wat ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaltrainers in voldoende mate flexibel. Dat lerenden zich vaak op een bepaald examen dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt, kan een ander minpunt van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op de woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook de taal die nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de vreemde taal ook te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten. Een andere grond is dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de taal veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student stressvrij leren. In principe is TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek eveneens worden ingezet in klassen die iets groter zijn. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken. Hierdoor werkt het tot op een zeker niveau en is nog een andere methodiek nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond het jaar 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, in voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht waren er voor de uitspraak. Lerenden werden gestimuleerd veel te spreken. Het was ook nieuw dat de taallessen in de doeltaal werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taallessen. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de woordenschat van de doeltaal aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de taal. De leermethode kent ook keerzijden. Deze leermethode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid en ook relatief minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor studenten die verder meer gevorderd zijn niet genoeg uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg bruikbaar, omdat deze methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer, die steeds één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze zinnen. De spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan zijn om dezelfde woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Caleb Gattegno met name bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die per slot van rekening worden beschouwd als autonoom. De docent is bij deze leermethode in feite aan de lerende dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde vaak goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de docent. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de lerende aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent vertelt een verhaal, waarin nieuwe woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen gewezen, zonder dat lerenden regels van de nieuwe taal uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een keerzijde is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte is gevonden, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten daarna veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheden zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de studenten worden gebruikt. Studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan docenten kan de methode van Rosetta Stone voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Dat er geen trainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnen en dialogen die door studenten worden nagesproken en worden herhaald. Deze voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van dertig minuten met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuur van de doeltaal wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder meer Amerikanen volgen de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode werkt heel goed als uitspraakverbeteraar doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier spreken en in een normaal tempo.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode wordt de les in kleine delen opgebouwd en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en de doeltaal gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen construeren. Ook gebruikt de methode van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van de doeltaal en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de uitspraak en de luistervaardigheid van de vreemde taal op efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Het feit dat deze taalcursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde. Ook is er geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek en audio-CD’s en een USB-stick. De gebruikers werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, alsook toelichting van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden dienen te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.
Er bestaat ook een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren om een vreemde taal te leren: De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant zijn voor de cursist. De trainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Assen.
Online een taal leren (e-learning)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Assen
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Assen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, op alle (mobiele) apparaten toegang hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. De cursisten kunnen dus leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Assen. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging. Diegenen die meerdere talen spreken, zijn daarom cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online zakelijke en technische taaltrainingen
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het onlineplatform Zoom wordt over het algemeen ervaren als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze online en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall Talen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) trainers verzorgd
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die specifiek worden afgestemd op uw wensen en behoeften
De inhoud wordt aan het leerplan aangepast om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen op een vlotte en zelfverzekerde manier te bereiken
De online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de lessen zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies zijn de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de taaltrainer en de cursist en zijn van groot belang voor het succes van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen gegeven door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Assen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Assen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als hulpmiddel en geven u een duidelijk beeld van uw huidige en opgedane kennis. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Aan het einde van een taalcursus in Assen ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die is ontwikkeld voor de talen in Europa. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader (ERK) typeert vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term en afkorting wordt eveneens vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. Deze niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A houdt in dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst. Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De taalbeheersing is zodanig dat hij of zij zonder hulp in die vreemde taal kan functioneren. Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Taalniveau C is een indicatie dat iemand de vreemde taal heel goed in allerlei verschillende situaties kan gebruiken.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten die onder andere eisen stelt aan mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, bijvoorbeeld een taalcursus in Assen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en kunnen snel op veranderende omstandigheden inspelen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Assen sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continue vernieuwing is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging te worden beschermd. Uiteraard voldoet Dagnall Talen aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in heel beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Assen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Talen voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Assen aan
Wilt u contact met Dagnall opnemen voor een taalcursus in Assen? Vult u gerust het contactformulier in of belt u naar 0592-338012 (geen belmenu). U kunt uiteraard ook een e-mail sturen naar taalcursus-assen@dagnall.nl voor meer informatie.
U kunt ook het Dagnall informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
De beste route naar een taalcursus in Assen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Assen op uw eigen locatie volgen of in Assen, bijvoorbeeld op ons instituut aan de Industrieweg 22 in Assen of bij het One Business Center in Assen-Centrum aan de Kloekhorststraat 29 in Assen. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen in Assen bij Van der Valk Hotel Assen aan de Balkenweg 1.
Vergaderen in Assen kan bij Van der Valk Assen aan de Balkenweg 1, bij TTWorld of bij Expo De Haar.
Assen werd waarschijnlijk reeds in de prehistorie bewoond, evenals de rest van Drenthe, getuige de aanwezigheid van hunebedden. In het jaar 1259 werd er een nonnenklooster gevestigd: Sancta Maria de Campe (Mariënkamp). Veel singels dateren ook uit die tijd, waarvan de meeste overigens later weer zijn gedempt. Lodewijk Napoleon koos Assen als zomerresidentie en verleende het stadsrechten in 1809. Assen werd in 1814 de hoofdstad van Drenthe.
De oorsprong van de naam ‘Assen‘ is waarschijnlijk een verbastering van ‘essen’; de boomsoort. Men denkt ook wel dat het uit de Oudsaksische taal komt, van asna dat ‘pacht’ of ‘loon’ betekent. Tot slot kan het ook komen van de Friese mannennaam ‘Hasse’. De oudste akte waarin Assen wordt genoemd, dateert uit het jaar 1270. Assen heet dan ‘Hassen’.
Assen ligt in de regio Groningen-Assen en grenst aan het Nationaal Park de Drentsche Aa. Plaatsen in de buurt van de stad Assen zijn Beilen, Borger, Eelde, Gieten, Hoogersmilde, Hooghalen, Norg, Oosterwolde, Rolde, Smilde, Tynaarlo, Veenhuizen, Vries, Westerbork en Zuidlaren.
Assen ligt in de provincie Drenthe. In de gemeente Assen wonen ruwweg 67.000 mensen.
Woon je in Assen, dan heet je een ‘Assenaar’. Bekende Assenaren zijn Inge Dekker, Enzo Knol, Frank Masmeijer en Harry Muskee. Iets wat bij Assen hoort, wordt ‘Assens’ of ‘Asser’ genoemd.
Bijvoorbeeld het Asserbos. Assen kreeg in het jaar 1809 stadsrechten.
Assen - internationaal, kernen & scholing
Provinciehoofdstad & partnersteden
Assen is de provinciehoofdstad van Drenthe. De partnersteden van Assen zijn Bad Bentheim in Duitsland, Poznań in Polen en Vrijburg in Zuid-Afrika.
Kernen
Onder de gemeente Assen vallen eveneens Anreep-Schieven, Graswijk, Loon, Ubbena, Rhee, Ter Aard, Witten en Zeijerveld.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen in Assen; het Hanze Instituut voor Engineering en NHL Stenden. In Assen zijn geen universiteiten gevestigd.
Denk je aan Assen, dan denk je aan het racecircuit TT en aan de bijbehorende jaarlijkse kermis. Assen is ook bekend vanwege het Drents Museum. Ook de rechtbank van Noord-Nederland bevindt zich in Assen. Assen fungeert als bescheiden provinciehoofdstad en garnizoensstad; de Johan Willem Frisokazerne is in Assen gevestigd.
Assen - minder bekend
Het geheim van Assen bevindt zich onder de brugdekken. Van vier dichters uit de provincie Drenthe zijn daar gedichten aangebracht en wie wacht voor een open brug, kan een gedicht lezen van Egbert Hovenkamp II (Weiersbrug), Gerard Nijenhuis (Willem III), Mischa van Huijstee (Groningerbrug) of Lévi Weemoedt (De Blauwe Klap).
Het Drents is een officieel erkende streektaal. Kenmerkend voor het Drents zijn de klinkerafwijkingen ten opzichte van het Nederlands: ‘aa’ wordt ao; ‘ei/ij’ wordt ie; ‘oo’ wordt eu ‘ui’ wordt uu. Dus kiek in plaats van ‘kijk’ en taol in plaats van ‘taal’. Veel woorden worden half ingeslikt. Typisch is ook de no-nonsense-blik op de wereld die doorklinkt in Drentse uitdrukkingen.
“Ik bid nie veur bruune bonen” is waarschijnlijk de bekendste zin in het Drents. “Het gaat geweldig” in het Drents: Giet wa (het gaat wel). Een bekend Drents gezegde: As is verbraande törf; “met het “als…” kom je er niet”. Over iemand die zegt wat hij denkt: Die gruit de spinnenwebben niet veur de mond.
“Dit is Assen!”
Assen - zakelijk
De gemeente Assen
Het netnummer van Assen is 0592. Het postcodegebied van Assen is 9400 - 9408. Het adres van het gemeentehuis van Assen is Noordersingel 33, 9401 JW in Assen. De website van de gemeente Assen is Assen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Assen is 14 0592.
Zakendoen in Assen
Voor Asser ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Groningen aan de Leonard Springerlaan 15, 9727 KB in Groningen. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Assen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Assen is KVK-kantoor Groningen.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Assen vaak op bedrijventerrein Kloosterveen, Messchenveld, Peelerpark en op het Stadsbedrijvenpark. In Assen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Bekaert, Burgerhout, Catawiki, Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O), Holland Tyre, Holtrop-van der Vlist, Interstar - Nivo Meubel, Lily
Maas, Muelink en Grol, MyProfs, NAM, Scapino, Sluyter Logistics, SPX Flow Technology, Swedish Match (Swedish Match lucifers, P.G.C. Hajenius, La Paz, Willem II sigaren etc.), Univé, Wierda en Partners, Winel, Ziengs en Distributiecentrum Jumbo in Beilen. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Asser voetbalclub ACV, FC Assen, LTC actief of Achilles 1894 te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Assen kunt u terecht bij ATV De Hertenkamp, bij Tennispark Amelte of bij Pand 17. Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de taalcursus in Assen of met uw internationale (zaken)relatie bij Assen een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Assen gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De golfbaan in de omgeving van Assen is de Drentsche Golf & Country Club in Zeijerveen. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Ten Oeverstraat 13, 9489 TH in Zeijerveen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0592-37 96 80. De website van de golfbaan is www.dgcc.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het restaurant van de Drentsche Golf & Country Club.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Assen die eveneens op Youtube staan. U kunt direct op het logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje af te spelen. Onder de filmpjes zijn de locaties van Drenthe en Assen op Google Maps weergegeven.
U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.