Begin nog vandaag aan uw reis naar taalbeheersing
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Wij bieden u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Arnhem.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Arnhem aan in een brede waaier van vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Arnhem aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve algemene taalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies talen te leren in Arnhem. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen u in grote stappen naar het beoogde niveau met dagelijks vijftien minuten oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Arnhem.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus (in Beverwijk) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken wij met een combinatie van deze bewezen leermethode, samen met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen, duocursussen (met 2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De docenten van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en de docenten spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze trainers in Arnhem. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Arnhem worden gegeven.
Ons instituut biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Arnhem en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De groepen houden wij zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook cursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Vooral de interactie met de andere lerenden is het grootste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; het leren van elkaars foutjes en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen deze afwisseling als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen met de taaldocent worden gedaan en gevoerd.
Het geleerde kan niet in de groep geoefend worden doordat er geen interactie met andere lerenden is.
Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van andere deelnemers omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat sneller worden afgeleid. Daardoor is het rendement iets lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Ook kan een groepscursus minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van de kennis van de taal. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze GoldList-methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dit. Kennis in het algemeen wordt onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan goed werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze methode kan werken voor mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor de lerende. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De student zou weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. De vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan lerenden. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt om te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. De methode werkt voor de studenten stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de docent en van de lerenden vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van hun achtergrond, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die aangeboden wordt. De leermethode geeft geen mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie voor de lerende voor het werken in groepen. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te gaan naar het land van de vreemde taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden aangeleerd met deze methode.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode vrij intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk gaan communiceren in de nieuwe taal. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Het feit dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten zijn daarvoor essentieel. Dat de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bewerkstelligen, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Lerenden werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden lerenden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer. Hierdoor hebben de studenten minder last zullen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend zijn. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. Studenten starten het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn. De taaldocent geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima functioneren indien deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens buiten de les. Met deze methode worden de lerenden zich veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en ze leren samen te werken als een team. Door het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan heel snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de ongebruikelijke aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de lerenden sterk.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is TBLT een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen docent en lerenden richt. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van vreemde talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend werken dat de studenten voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Op deze manier zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een Dogme-les is bijna elk item bespreekbaar. De lerenden blijven zo betrokken en alert.
Daartegenover staat dat de lerenden zich iets minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de trainer begeleid worden. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten voldoende flexibel. Een ander nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de taalles aan de orde komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. De zes fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat.
De techniek van Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat lerende het soms wat saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen gebruikt worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en daarboven een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd de studenten vaak te laten praten. Het was ook nieuw dat de les in de doeltaal werd gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Aan deze Direct Methode kleven echter ook keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. De Directe Methode biedt niet genoeg uitdagingen voor lerenden die verder meer gevorderd zijn. Doordat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht, is de methode tevens niet erg bruikbaar voor langzaam lerende student.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaltrainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van belang geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Vaak wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De studenten kunnen zo hun uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en wijst op taalfouten en biedt de optie om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en de methode kan door de lerende worden gebruikt op elk moment. Welke delen van de methode wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een nadeel kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus biedt een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren van de doeltaal worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarmee geleerde kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met Pimsleur variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine stappen en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden bestaan. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten de makkelijke stof hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnetjes bouwen. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. De studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op een efficiënte manier. Een nadeel van de methode van Michel Thomas is dat deze cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat het een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen is. De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist werkt idealiter ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer om de student te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van de kennis van de taal. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze GoldList-methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dit. Kennis in het algemeen wordt onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan goed werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze methode kan werken voor mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor de lerende. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De student zou weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. De vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan lerenden. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt om te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. De methode werkt voor de studenten stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de docent en van de lerenden vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van hun achtergrond, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die aangeboden wordt. De leermethode geeft geen mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie voor de lerende voor het werken in groepen. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te gaan naar het land van de vreemde taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden aangeleerd met deze methode.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode vrij intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk gaan communiceren in de nieuwe taal. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Het feit dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten zijn daarvoor essentieel. Dat de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bewerkstelligen, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Lerenden werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden lerenden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer. Hierdoor hebben de studenten minder last zullen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend zijn. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. Studenten starten het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn. De taaldocent geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima functioneren indien deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens buiten de les. Met deze methode worden de lerenden zich veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en ze leren samen te werken als een team. Door het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan heel snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de ongebruikelijke aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de lerenden sterk.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is TBLT een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen docent en lerenden richt. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van vreemde talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend werken dat de studenten voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Op deze manier zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een Dogme-les is bijna elk item bespreekbaar. De lerenden blijven zo betrokken en alert.
Daartegenover staat dat de lerenden zich iets minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de trainer begeleid worden. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten voldoende flexibel. Een ander nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de taalles aan de orde komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. De zes fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat.
De techniek van Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat lerende het soms wat saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen gebruikt worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en daarboven een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd de studenten vaak te laten praten. Het was ook nieuw dat de les in de doeltaal werd gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Aan deze Direct Methode kleven echter ook keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. De Directe Methode biedt niet genoeg uitdagingen voor lerenden die verder meer gevorderd zijn. Doordat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht, is de methode tevens niet erg bruikbaar voor langzaam lerende student.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaltrainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van belang geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Vaak wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Arnhem.
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met het online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Arnhem op maat.
Online leerplatform Dagnall beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en het platform biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen tevens over een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een cursist altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft beschikbaar nadat de taalcursus in Arnhem is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging.
Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve cruciaal.
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het volgende is nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is specifiek voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten/editors. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Arnhem, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Arnhem is de provinciehoofdstad van Gelderland.
Arnhem is de op twee na grootste stad van de provincie Gelderland.
Arnhem is één van de 22 Nederlandse Hanzesteden.
De partnersteden van Arnhem zijn Croydon in het Verenigd Koninkrijk, Gera in Duitsland, Hradec Králové in Tsjechië, Kimberley in Zuid-Afrika en Wuhan in China.
Onder de gemeente Arnhem vallen eveneens Elden en Schaarsbergen.
Er zijn verschillende hogescholen in Arnhem, HAN University of Applied Sciences Arnhem, de Politieacademie, Schoevers en de Wagner Group.
Sinds 2020 is in Arnhem een universiteit gevestigd in de vorm van het Connector Energy Innovation Lab, waarbij het IPKW en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een rol spelen.
Het netnummer van Arnhem is 026.
Het postcodegebied van Arnhem is 6800 - 6846.
Het adres van het gemeentehuis van Arnhem is Koningstraat 38, 6811 DW in Arnhem.
De website van de gemeente Arnhem is Arnhem.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Arnhem is 026 3775900.
Voor Arnhemse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Arnhem is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Arnhem is KVK-kantoor Arnhem.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Arnhem laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Arnhem een bezoek brengen aan Airborne at the Bridge, aan Museum Arnhem, aan het Arnhems Oorlogsmuseum, aan het Historisch Museum Grenadiers en Jagers, aan het Nederlands Openluchtmuseum, aan het Museum Schatkamer Walburgis of aan Huis Zypendaal.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Arnhemse voetbalclub Vitesse, SML of VV Arnhemnia te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Arnhem kunt u terecht bij ALTB, bij Tennisvereniging Elden, bij Tennisvereniging De Hoogkamp of bij De Groene Kamer.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Arnhem of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning?
Om even een balletje te slaan of gewoon wat eten of drinken, kunt u terecht bij de Edese Golf Club Papendal in Arnhem. Het adres van de Edese Golf Club Papendal is Papendallaan 22, 6816 VD in Arnhem. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 026-482 19 85. De website van de golfbaan is www.edesegcpapendal.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij clubhuis de Hofmeester, telefoonnummer 026-482 14 79.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag aan uw reis naar taalbeheersing
Taalcursussen in Arnhem van topniveau
Taalkennis verbindt u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Wij bieden u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Arnhem.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Arnhem aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Arnhem aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve algemene taalcursussen zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals Zakelijk Engels en/of Duits en/of Technisch Engels en/of Duits. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies talen te leren in Arnhem. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Onze filosofie is om vreemde talen te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen leren.
Een taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen u in grote stappen naar het beoogde niveau met dagelijks vijftien minuten oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Arnhem.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever inventariseren wij uw wensen en leerdoelen. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
De docent evalueert na enkele lessen de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien noodzakelijk, worden aangepast.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau geeft sinds 1982 maatwerk taaltraining aan bedrijven en (overheids)instellingen in en rond Arnhem. Voor Dagnall werken ervaren en kundige taaldocenten die specialisten zijn op het gebied van taal en die vele duizenden trainingen hebben verzorgd aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, leveren wij u betaalbare en effectieve taalcursussen in Arnhem. U kunt erop rekenen dat Dagnall Talen uitstekend rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Arnhem
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Een cursus gericht op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer is inmiddels bij veel organisaties een begrip.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en zij willen sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en zij willen sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Zij willen de instructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. De medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk heel graag hun ambitie op hun werkgebied realiseren. Dit vereist een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen naar een betere talenkennis in Arnhem
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus (in Beverwijk) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken wij met een combinatie van deze bewezen leermethode, samen met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen, duocursussen (met 2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De docenten van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en de docenten spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze trainers in Arnhem. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Effectief talen leren in Arnhem bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Ons taleninstituut cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Arnhem worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Arnhem
Maatwerkcursussen
Ons instituut biedt individuele taalcursussen voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Arnhem en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De groepen houden wij zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus doordat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook cursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere lerenden is het grootste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; het leren van elkaars foutjes en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen deze afwisseling als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus alleen met de taaldocent worden gedaan en gevoerd.
Het geleerde kan niet in de groep geoefend worden doordat er geen interactie met andere lerenden is.
Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van andere deelnemers omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat sneller worden afgeleid. Daardoor is het rendement iets lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Ook kan een groepscursus minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall geeft taalcursussen voor beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Wij verzorgen onze taaltrainingen daarom ook incompany en online.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Wij verzorgen onze taaltrainingen daarom ook incompany en online.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld terecht voor een intensieve of semi-intensieve cursus, een
spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Het combineren van deze trainingen is eveneens mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Kennen en kunnen
Wat is taalvaardigheid? De taal kennen is belangrijk maar natuurlijk ook het kunnen: het toepassen van de kennis. Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, staat bij Dagnall de toepassing van de opgedane kennis centraal.
Voor u het weet, doet u die presentatie of dat sollicitatiegesprek in de andere taal. En niets is leuker dan een snel resultaat! Dagnall brengt taalkennis tot leven!
Algemene leermethodees
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van de kennis van de taal. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze GoldList-methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dit. Kennis in het algemeen wordt onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan goed werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze methode kan werken voor mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor de lerende. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De student zou weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. De vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan lerenden. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt om te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. De methode werkt voor de studenten stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de docent en van de lerenden vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van hun achtergrond, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die aangeboden wordt. De leermethode geeft geen mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie voor de lerende voor het werken in groepen. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te gaan naar het land van de vreemde taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden aangeleerd met deze methode.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode vrij intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk gaan communiceren in de nieuwe taal. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Het feit dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten zijn daarvoor essentieel. Dat de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bewerkstelligen, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Lerenden werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden lerenden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer. Hierdoor hebben de studenten minder last zullen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend zijn. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. Studenten starten het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn. De taaldocent geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima functioneren indien deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens buiten de les. Met deze methode worden de lerenden zich veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en ze leren samen te werken als een team. Door het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan heel snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de ongebruikelijke aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de lerenden sterk.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is TBLT een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen docent en lerenden richt. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van vreemde talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend werken dat de studenten voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Op deze manier zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een Dogme-les is bijna elk item bespreekbaar. De lerenden blijven zo betrokken en alert.
Daartegenover staat dat de lerenden zich iets minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de trainer begeleid worden. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten voldoende flexibel. Een ander nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de taalles aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. De zes fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat.
De techniek van Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat lerende het soms wat saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen gebruikt worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en daarboven een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd de studenten vaak te laten praten. Het was ook nieuw dat de les in de doeltaal werd gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Aan deze Direct Methode kleven echter ook keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. De Directe Methode biedt niet genoeg uitdagingen voor lerenden die verder meer gevorderd zijn. Doordat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht, is de methode tevens niet erg bruikbaar voor langzaam lerende student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaltrainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van belang geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Vaak wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
Commerciële methodes voor zelfstudie
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De studenten kunnen zo hun uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker) vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheden van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en grammatica en wijst op taalfouten en biedt de optie om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en de methode kan door de lerende worden gebruikt op elk moment. Welke delen van de methode wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een nadeel kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en weer herhaald. Deze zinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus biedt een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren van de doeltaal worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarmee geleerde kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met Pimsleur variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen, door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine stappen en nieuwe stof wordt afgewisseld met bekende stof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen het Engels en de doeltaal, als deze verbanden bestaan. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten de makkelijke stof hebben begrepen en geleerd. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnetjes bouwen. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. De studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de doeltaal op een efficiënte manier. Een nadeel van de methode van Michel Thomas is dat deze cursus niet in schrijfvaardigheid voorziet. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen is. De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist werkt idealiter ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, samen met de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van de vreemde taal te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer om de student te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn luisteren en spreken en grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om vrijwel foutloos te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer kan bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en daarna een nieuw woord of meerdere nieuwe woorden toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Direct vanaf het begin wordt een juiste uitspraak aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van de kennis van de taal. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Deze GoldList-methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dit. Kennis in het algemeen wordt onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan goed werken voor woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze methode kan werken voor mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in de taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor de lerende. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal gelegd. De student zou weliswaar leren te communiceren in de vreemde taal, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de te leren taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. De vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan lerenden. De structuren die het meest in de doeltaal worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de vreemde taal op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica en ze leren eveneens in welke situatie bepaalde woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk succeservaringen. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen.
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in de te leren taal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de lerende helpt om te communiceren in de doeltaal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. De methode werkt voor de studenten stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de docent en van de lerenden vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van hun achtergrond, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste pluspunt is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de te leren taal, ook in de context die aangeboden wordt. De leermethode geeft geen mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie voor de lerende voor het werken in groepen. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal leren, vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te gaan naar het land van de vreemde taal en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan uitstekend worden aangeleerd met deze methode.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode vrij intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk gaan communiceren in de nieuwe taal. Feitelijk is de lerende 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Het feit dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten zijn daarvoor essentieel. Dat de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bewerkstelligen, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Lerenden werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en de woorden die nieuw waren, konden lerenden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer. Hierdoor hebben de studenten minder last zullen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend zijn. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. Studenten starten het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de taal nog onvoldoende machtig zijn. De taaldocent geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima functioneren indien deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens buiten de les. Met deze methode worden de lerenden zich veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en ze leren samen te werken als een team. Door het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen afgenomen. Hierdoor is het succes lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om zelfstandig de taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaldocent die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan heel snel in de doeltaal denken omdat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de ongebruikelijke aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. Lerenden worden nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden van de lerenden sterk.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is TBLT een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de doeltaal. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het starten van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de stuwende kracht van de taal leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs, die een vreemde taal wil onderwijzen zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen docent en lerenden richt. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van vreemde talen suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend werken dat de studenten voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Op deze manier zijn de lessen nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een Dogme-les is bijna elk item bespreekbaar. De lerenden blijven zo betrokken en alert.
Daartegenover staat dat de lerenden zich iets minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de trainer begeleid worden. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten voldoende flexibel. Een ander nadeel kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de taalles aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van een taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom hanteert GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook taal te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. De taal die voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. De zes fasen van de leermethode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse lesboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van de doeltaal aanzienlijk effectiever gaat.
De techniek van Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat lerende het soms wat saai kan vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de student doet na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen gebruikt worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en daarboven een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd de studenten vaak te laten praten. Het was ook nieuw dat de les in de doeltaal werd gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen lerenden vloeiendheid in de taal en zelfvertrouwen. Aan deze Direct Methode kleven echter ook keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook relatief veel minder. De Directe Methode biedt niet genoeg uitdagingen voor lerenden die verder meer gevorderd zijn. Doordat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de studenten verwacht, is de methode tevens niet erg bruikbaar voor langzaam lerende student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaltrainer, die één woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten de woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Zijn werk is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno van belang geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom gezien wordt. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Vaak wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de trainer wordt een verhaal verteld waarin nieuwe woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de traineren vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Ook is er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Quizlet, Babbel, Mondly en Duolingo.
Er is echter een betere manier om talen te leren om vreemde talen te leren:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier om talen te leren om vreemde talen te leren:
De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Arnhem.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Arnhem
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met het online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Arnhem op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en het platform biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen tevens over een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een cursist altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft beschikbaar nadat de taalcursus in Arnhem is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning in Arnhem
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met zakenpartners en klanten zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging.
Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve cruciaal.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het volgende is nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw taalcursus in Arnhem ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Arnhem ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Arnhem
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als leidraad. Zo geven wij u als cursist een helder beeld van uw huidige en opgedane kennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de taalcursus in Arnhem ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om taalniveaus op een uniforme manier te beschrijven, zodat een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland dezelfde taalvaardigheid heeft als een ‘gevorderde’ in Frankrijk.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
In het ERK is vastgelegd wat iemand kan en weet voor vijf taalvaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt ook veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
In het ERK is vastgelegd wat iemand kan en weet voor vijf taalvaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt ook veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A van het ERK is van toepassing op beginners.
De cursist die niveau B beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de bewuste taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. De beheersing van de geleerde taal lijkt op dat van een moedertaalgebruiker (native).
De cursist die niveau B beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de bewuste taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. De beheersing van de geleerde taal lijkt op dat van een moedertaalgebruiker (native).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is specifiek voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten/editors. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Arnhem, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig bewaard worden en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies te worden beschermd. Dagnall voldoet uiteraard aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Arnhem zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Arnhem aan
Contact taalcursus Arnhem
Wilt u contact opnemen met Dagnall voor een taalcursus in Arnhem? Bel ons op 026-8200330 (geen menu) of stuur een e-mail via taalcursus-arnhem@dagnall.nl voor meer informatie.
Of ga naar ons contactformulier. U kunt ook gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aanvragen.
Het efficiënte traject naar een taalcursus in Arnhem!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Arnhem
U kunt de taalcursus in Arnhem op uw locatie volgen of in Velp, bijvoorbeeld bij het Coachhuis in hartje Velp aan de Emmastraat 24-A in Velp. Wij verzorgen ook taalcursussen in Arnhem bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Arnhem aan de Amsterdamseweg 505, bij NH Arnhem Rijnhotel aan Onderlangs 10, bij Postillion Hotel Arnhem aan de Europaweg 25, bij Best Western Plus Hotel Haarhuis aan het Stationsplein 1 en bij Fletcher Hotel Doorwerth-Arnhem aan de Kabeljauwallee 35 in Doorwerth.
Besprekingen houden in Arnhem kan bijvoorbeeld bij het GelreDome, bij Hotel Papendal, op Industriepark Kleefse Waard, bij het Nederlands Openluchtmuseum, bij Partycruiser Jules Verne en bij Safari Meeting Centre Burgers’ Zoo.
Arnhem - geschiedenis
Neanderthalers woonden er al in de steentijd, maar Arnhem wordt (als ‘Arneym’) in 893 voor het eerst in een register genoemd van de bezittingen van de Abdij van Prüm in de Eiffel. Arnhem ontwikkelde zich als handelsstad en werd in de Middeleeuwen lid van het Hanzeverbond. In 1543 werd het Hertogdom Gelre ingenomen door Keizer Karel V, die in Arnhem het Hof van Gelre en andere
instituten vestigde. Arnhem werd daardoor de belangrijkste stad van Gelre en uiteindelijk de provinciehoofdstad in 1813. De naam ‘Arnhem’ komt uit de Germaanse taal. Het is afgeleid van arnu (arend) - en heem (thuis).
Arnhem - nu
Arnhem ligt in aan de Nederrijn en de IJssel, in het gebied de Veluwezoom en in de streek De Liemers. Plaatsen de omgeving van Arnhem zijn Bennekom, Didam, Dieren, Doesburg, Doetinchem, Duiven, Eerbeek, Elst, Heteren, Hoenderloo, Huissen, Loenen, Oosterbeek, Renkum, Rheden, Schaarsbergen, Velp, Wageningen, Westervoort en Zevenaar.
Arnhem ligt in de provincie Gelderland. De gemeente Arnhem telde op 1 januari 2019 bijna 160.000 inwoners (bron: CBS).
Vlag gemeente Arnhem
Wapen gemeente Arnhem
Inwoners
Een inwoner van Arnhem noemt men een ’Arnhemmer’ of ‘Arnhemse’.
Bekende Arnhemmers zijn Ted de Braak, Willibrord Frequin, Antonie Kamerling, Herman Koch, Emile Ratelband, Mart Smeets, Karel Vuursteen en Max Westerman.
Bekende Arnhemmers zijn Ted de Braak, Willibrord Frequin, Antonie Kamerling, Herman Koch, Emile Ratelband, Mart Smeets, Karel Vuursteen en Max Westerman.
Iets wat uit Arnhem komt, wordt ‘Arnhems’ of ‘Arnhemmer’ genoemd. Arnhemse meisjes’ zijn traditionele koekjes van gistdeeg met veel suiker. Arnhem kreeg stadsrechten in 1233.
Arnhem - internationaal, kernen & scholing
Provinciehoofdstad & partnersteden
Arnhem is de provinciehoofdstad van Gelderland.
Arnhem is de op twee na grootste stad van de provincie Gelderland.
Arnhem is één van de 22 Nederlandse Hanzesteden.
De partnersteden van Arnhem zijn Croydon in het Verenigd Koninkrijk, Gera in Duitsland, Hradec Králové in Tsjechië, Kimberley in Zuid-Afrika en Wuhan in China.
Kernen
Onder de gemeente Arnhem vallen eveneens Elden en Schaarsbergen.
Hoger onderwijs
Er zijn verschillende hogescholen in Arnhem, HAN University of Applied Sciences Arnhem, de Politieacademie, Schoevers en de Wagner Group.
Sinds 2020 is in Arnhem een universiteit gevestigd in de vorm van het Connector Energy Innovation Lab, waarbij het IPKW en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een rol spelen.
Vlag provincie Gelderland
Wapen provincie Gelderland
Typisch Arnhems
Arnhem is bekend vanwege de Slag om Arnhem, operatie Market Garden in WOII en als vestigingsplaats van de Luchtmobiele Brigade. Daarnaast geniet de stad bekendheid vanwege Burgers’ Zoo, het Openluchtmuseum en als startpunt van Rijnreisjes.
Arnhem fungeert als overstap- of opstapplek voor de belangrijkste internationale spoorverbindingen naar Duitsland en de rest van Europa.
Daarnaast is Arnhem een kenniscentrum voor
Arnhem fungeert als overstap- of opstapplek voor de belangrijkste internationale spoorverbindingen naar Duitsland en de rest van Europa.
Daarnaast is Arnhem een kenniscentrum voor
technologie en energie, hoofdstad van Gelderland, populaire winkelstad en vestigingsplaats van grote bedrijven.
Topsportcentrum Papendal hoort ook bij Arnhem.
Minder algemeen bekend is dat de grote blokken beton in de natuur rond Arnhem radiopeilstations zijn van de Duitse Luftwaffe uit WOII.
Topsportcentrum Papendal hoort ook bij Arnhem.
Arnhem - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat de grote blokken beton in de natuur rond Arnhem radiopeilstations zijn van de Duitse Luftwaffe uit WOII.
Arnhems dialect en accent
Arnhem ligt in het overgangsgebied naar het Veluws.
Typisch voor het Ernums is de klank van de ‘aa’ die in è verandert. ‘Klaar’ wordt klèèr.
In het Ernums komt de ‘ge/gij’ voor, in plaats van je/jij/jullie.
Veel woorden worden half ingeslikt maar de klinkers worden eerder lang uitgerekt.
Typisch voor het Ernums is de klank van de ‘aa’ die in è verandert. ‘Klaar’ wordt klèèr.
In het Ernums komt de ‘ge/gij’ voor, in plaats van je/jij/jullie.
Veel woorden worden half ingeslikt maar de klinkers worden eerder lang uitgerekt.
Een gaffeltange is een ‘oorwurm’; een knetterbiele een ‘kettingzaag’.
Een echt Ernums gezegde voor iemand die er niet goed uitziet: Hij het een gezig as een deurgeschete erwt.
Afgeven op de buren is de Ernummer niet vreemd. “Jij komt uit Nijmegen, toch?” in het Ernems: D’r uut!
Een echt Ernums gezegde voor iemand die er niet goed uitziet: Hij het een gezig as een deurgeschete erwt.
Afgeven op de buren is de Ernummer niet vreemd. “Jij komt uit Nijmegen, toch?” in het Ernems: D’r uut!
“Made in [Arnhem]”
Arnhem - zakelijk
De gemeente Arnhem
Het netnummer van Arnhem is 026.
Het postcodegebied van Arnhem is 6800 - 6846.
Het adres van het gemeentehuis van Arnhem is Koningstraat 38, 6811 DW in Arnhem.
De website van de gemeente Arnhem is Arnhem.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Arnhem is 026 3775900.
Zakendoen in Arnhem
Voor Arnhemse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Arnhem is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Arnhem is KVK-kantoor Arnhem.
Arnhem - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Arnhem op bedrijventerrein Het Broek, IJsseloord 1 of 2, Kleefse Waard, Overmaat, Rijkerswoerd of op bedrijventerrein RijnPark.
In Arnhem bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: A1 Personeelsdiensten, Accon AVM, Accsys, Akzo Nobel Nederland, Allego, Alliander, Arcadis, Attero, Balans Groep, BASF Nederland, Beslist.nl, CCV Nederland, DNV GL, Eiffel, Elis, EW Facility Services, Flynth Adviseurs & Accountants, Gigaset Communications Nederland, Hays, Hoogwegt Diary, InventumJysk, KEMA, KplusV, Low &
In Arnhem bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: A1 Personeelsdiensten, Accon AVM, Accsys, Akzo Nobel Nederland, Allego, Alliander, Arcadis, Attero, Balans Groep, BASF Nederland, Beslist.nl, CCV Nederland, DNV GL, Eiffel, Elis, EW Facility Services, Flynth Adviseurs & Accountants, Gigaset Communications Nederland, Hays, Hoogwegt Diary, InventumJysk, KEMA, KplusV, Low &
Bonar, Medline, MPS Systems, NedStack, Novartis, Ohra Verzekeringen, Peeze Koffiebranderij, Scalabor (e-fulfillment, Jumbo fietspompen, nestkastjes), SIDN, Simson, SSI Schäfer, STSG, Suez Netherlands, TechnipFMC Separation Systems, Teijin Aramid, TenneT TSO, TÜV Rheinland, UL International, Vestas, VGZ, Wisa, Ziut, 4PET in Duiven, AVR in Duiven, Vamo in Duiven, Hectas Facility Services in Duiven, Distributiecentrum Jumbo in Elst, Brinkers margarinefabriek in Velp en Compaxo in Zevenaar.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Arnhems nieuws
Het Arnhemse nieuwsportaal is Arnhem Direct en Arnhemse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Midden.
Ondernemers in Arnhem kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Ondernemers in Arnhem kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Arnhemmers en ondernemingen in Arnhem kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant de Arnhemse Koerier, de Gelderlander - Arnhem en het Algemeen Dagblad - Arnhem.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Arnhem
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Arnhem laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Arnhem een bezoek brengen aan Airborne at the Bridge, aan Museum Arnhem, aan het Arnhems Oorlogsmuseum, aan het Historisch Museum Grenadiers en Jagers, aan het Nederlands Openluchtmuseum, aan het Museum Schatkamer Walburgis of aan Huis Zypendaal.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Arnhemse voetbalclub Vitesse, SML of VV Arnhemnia te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Arnhem kunt u terecht bij ALTB, bij Tennisvereniging Elden, bij Tennisvereniging De Hoogkamp of bij De Groene Kamer.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Arnhem of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning?
Om even een balletje te slaan of gewoon wat eten of drinken, kunt u terecht bij de Edese Golf Club Papendal in Arnhem. Het adres van de Edese Golf Club Papendal is Papendallaan 22, 6816 VD in Arnhem. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 026-482 19 85. De website van de golfbaan is www.edesegcpapendal.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij clubhuis de Hofmeester, telefoonnummer 026-482 14 79.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Arnhem die tevens op Youtube staan.
U kunt direct op het rode Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Onder de filmpjes ziet u de locaties van Gelderland en Arnhem op Google Maps.
U kunt direct op het rode Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Onder de filmpjes ziet u de locaties van Gelderland en Arnhem op Google Maps.
Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Arnhem
Dronebeelden Arnhem
Google Maps Gelderland
Google Maps Arnhem
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Arnhem
Arnhems nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Arnhem van verschillende nieuwsbronnen.
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Nieuws uit Arnhem
- Ongeval met letsel op Europaweg in Arnhem - AD
- Ongeval met letsel op Europaweg in Arnhem - De Gelderlander
- Fietser aangereden door automobilist op Van Ruisdaelstraat in Arnhem - De Gelderlander
- Woningbrand op Bijnkershoekstraat in Arnhem - De Gelderlander
- Woningbrand op Bijnkershoekstraat in Arnhem - AD
- Brandweer met hoge urgentie naar Weerdjesstraat, Arnhem op 30 september 2024 - Drimble.nl
- 16-jarigen uit Vlaardingen en Schiedam opgepakt in Amsterdam na overval in Arnhem - ditistwee.nl
- Omstanders filmen aanhouding van drie tieners in Amsterdam na brute overval in Arnhem - De Gelderlander
- Politie houdt rekening met meer aanhoudingen na invallen in Huissen en Arnhem - AD
Nieuws uit de provincie Gelderland
- Nijkerkerbrug weer open na eerdere storing, verkeer kan weer doorrijden - De Stentor
- Het maakt mijn wereld klein; ik verafschuw het gekkenhuis dat vliegen heet en rijd geen auto - De Gelderlander
- Onrust bij Omgevingsdienst Rivierenland om inhuur van extern personeel - NOS
- Crimefighter die vertrouwen op stadhuis terugbrengt: dit zoekt Zutphen in nieuwe burgemeester - De Stentor
- De Pizzabakkers in Nijmegen-Noord opende deuren ‘net te vroeg’, doorstart in maart - De Gelderlander
- ‘Ik ben vader van drie kinderen, maar ik heb maar een zoon om voor te zorgen’ - De Gelderlander
- Lezers helpen lezers: Postzakken, bronzen uil en paardenhoofdstel - De Gelderlander
- Provincie in gesprek met bezoekers op markt in Lochem en Nunspeet, wat kan beter in Gelderland? - De Stentor
- Elia (37) zorgt voor verbazing bij amateurs: oud-prof kan wissel niet verkroppen en vertrekt tijdens duel - De Gelderlander
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Duits
Cursus Nederlands NT1
Cursus Nederlands NT2
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Arnhem
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Arnhem en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Arnhem
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten