OFFERTE AANVRAGEN
Offerte aanvragen

Taalcursus Amsterdam

Direct naar ➤ Cursussen - Online - ERK - ISO - Amsterdam - Nieuws
Dagnall taalcursus op locatie
Dagnall taalcursus online
Dagnall taalcursus contact opnemen
Taleninstituut Dagnall - Wij kunnen snel schakelen - Binnen een week beginnen is mogelijk Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing

Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing


Taaltrainingen in Amsterdam van topniveau


Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Zo krijgen organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Amsterdam.
(Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.

Vakgebieden


Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Amsterdam in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Screenshot navigatiesysteem met tekst Taalcursus Amsterdam aangegeven - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Goed op weg met Dagnall Talen

Landkaart Nederland grijs - locatie zakelijke maatwerk taalcursus Amsterdam aangegeven met blauw plaatsnaambord met witte letters en Dagnall veer - op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Coachhuis Centraal Station
Binnenkant 24
1011 BH AMSTERDAM

of bij u op locatie

  
Vrijblijvend informeren naar een taaltraining bij u in de buurt
Taalcursus Verenigd Koninkrijk
Taalcursus Duitsland
Taalcursus Frankrijk
Taalcursus Spanje
Taalcursus Nederland
Taalcursus Portugal
Taalcursus Italië
Taalcursus Denemarken
Taalcursus Zweden
Taalcursus Noorwegen
Taalcursus Finland
Taalcursus Rusland
Taalcursus Polen
Taalcursus Tsjechië
Taalcursus Slowakije
Taalcursus Kroatië
Taalcursus Hongarije
Taalcursus Roemenië
Taalcursus Bulgarije
Taalcursus Turkije
Taalcursus Griekenland
Taalcursus Israël
Taalcursus China
Taalcursus Japan

De organisatie van uw taaltrainingen in goede handen

Werkgerelateerd & doelgericht


Wij bieden taalcursussen op maat in Amsterdam aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall vreemde talen leren op precies een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn naast de algemene taaltrainingen met name geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies talen te leren in Amsterdam. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.

Filosofie Dagnall Talen


Het is onze filosofie om een vreemde taal te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Daarom gaat Dagnall Talen tot het uiterste om te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt kunnen leren.
Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.

Met deze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met dagelijks vijftien minuten oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die een taal wil leren in Amsterdam.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten

Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut

Dagnall Talen stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt vastgesteld, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen evalueert de trainer de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]


Intake

Planning

Cursus

Certificaat

Betaalbaar maatwerk in taalcursussen sinds 1982

Ons bedrijf geeft sinds 1982 maatwerk taaltraining aan bedrijven en (overheids)instellingen in Amsterdam en omringende gemeenten. Wij maken gebruik van ervaren en kundige docenten die experts zijn op taalgebied en een aanmerkelijk aantal trainingen voor diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Groot-Amsterdam hebben verzorgd.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, leveren wij u effectieve en betaalbare taalcursussen in Amsterdam. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall voor!
Betaalbare taalcursussen op maat in Amsterdam

Taal op de werkvloer

Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen die gericht zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven een begrip.
Medewerkers met beperkte of zonder kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en zij willen beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en uiteraard hun ambities op het werkgebied waarmaken. Hiervoor is een investering in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf noodzakelijk.
[ Lees meer ]

Vele wegen naar een betere talenkennis in Amsterdam

Behoeftes en leermethode


Een goede taalcursus spits zich niet alleen toe op de vraag van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus is ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus (in Barendrecht) die het beste bij hem of haar past.

Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?


Onze vakkundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo vlug mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het ondertussen bekende hoge rendement bereikt Dagnall Taleninstituut door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.

Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 personen, duocursussen (met 2 personen), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.

Een prettige manier van leren


Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de trainers van Dagnall Talen in Amsterdam. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursisten.
Overlappende groene cirkel met klok en kalender en donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm met vier taalvaardigheden luisteren, lezen, schrijven en spreken - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Effectief een vreemde taal leren in Amsterdam bij Dagnall Talen

Individuele cursussen en groepscursussen

Individuele cursussen & groepscursussen


Wij verzorgen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Dagnall biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en

groepscursussen maken we gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Amsterdam worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Amsterdam

Maatwerkcursussen


Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Amsterdam en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele t@@lcursussen van Dagnall Talen staan al tientallen jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen alsook de cursussen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.

Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximale ondersteuning te bieden.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.


Pluspunten individuele cursus


Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat in korte tijd veel kennis geleerd wordt.
Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.


Pluspunten groepscursus


Vooral de interactie met de andere cursisten is het grootste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de fouten van anderen kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De hierdoor geboden afwisseling kunnen lerenden leuker vinden.
Omdat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook is een groepscursus wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele taalcursus.


Minpunten individuele cursus


Bij individuele taalcursussen kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Doordat er geen interactie is met andere lerenden, kan de geleerde taalkennis niet geoefend worden in de groep.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van de fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursist.


Minpunten groepscursus


In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de cursisten wat sneller zijn afgeleid. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Groepscursussen kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd.
Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden.

Pluspunten

Individuele cursus in één oogopslag



  hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
  afgestemd op individuele leerstijl
  inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
  afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
  afgestemd op agenda cursist


Minpunten

Individuele cursus in één oogopslag



  geen interactie met andere cursisten
  vrij intensief voor de cursist
  geen groepsdynamiek

Pluspunten

Groepscursus in één oogopslag



  interactie met andere cursisten
  groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
  groep komt op hetzelfde kennisniveau
  efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
  minder intensief dan individuele cursus


Minpunten

Groepscursus in één oogopslag



  iets minder aandacht voor individuele cursist
  minder afgestemd op individuele leerstijlen
  minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen

Verschillende soorten cursussen voor elk niveau

Dagnall Taleninstituut geeft taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom verzorgt Dagnall Talen de taalcursussen eveneens online en incompany.

Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining volgen. Een combinatie van deze verschillende trainingen is mogelijk. Veel cursisten kiezen hiervoor.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Woordenwolk in veer logo Dagnall Talen met toepasselijke sleutelwoorden voor Dagnall Talencursussen - in donkerblauw, groen en grijs op transparante achtergrond - 600 * 600 pixels
Stukje hout boven Dagnall potlood met geslepen punt en gum met gedrukt Dagnall Talen logo - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 600 pixels

Kennen en kunnen

Taalvaardigheid staat voor kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, verlegt Dagnall Talen het accent van kennis naar functionele toepassing.
U kunt zo al snel uzelf verrassen met deze boeiende taal de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!

Algemene leermethodees

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.

Populariteit


In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw waren er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica al snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Een correcte uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van kennis zorgen. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.

Dit docentgestuurde aspect heeft tevens een keerzijde; er wordt geen eigen input van de lerenden verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan goed werken voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een minpunt is het gebrek aan context. Talen bestaan uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangelegd.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.

De methode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.

De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.

Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student aangedragen in herkenbare situaties door middel van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.

Populariteit


In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk ervaringen van succes. De eigen input van de lerende is gelimiteerd; het is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.

De studenten leren middels CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.

Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in alle soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.

Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student leert om in de vreemde taal te communiceren.

Populariteit


Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om talen te leren op een meteen toepasbare manier.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


Communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de trainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Deze manier van leren is voor een aantal studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van de achtergrond. CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat daarbij om de functie en minder om de vorm en CLT biedt geen samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt kennis over, de student memoriseert.

Populariteit


Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.

De methode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen geeft deze methode geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de studenten. De student fungeert alleen als toehoorder en uitvoerder.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught gaven.

Kenmerken van onderdompeling


De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal de leeromgeving in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.

Populariteit


Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in de te leren taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.

Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.

Kenmerken van Suggestopedie


Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis belang dat er tussen de trainer en de studenten een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. In de les zaten studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de les werd ook altijd muziek gespeeld. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Zo werden studenten overgehaald om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de les werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.

Populariteit


De leerleermethode Suggestopedie was omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook eerder afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden parafraseert. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.

De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gebruikt.

Populariteit


Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


Deze methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden lerenden vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens buiten de les. Door deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Het bespreken door de fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerende.

Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de taallessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelfstandig de taal te ontdekken.

Het is de rol van de docent om voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.

Populariteit


Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


Studenten leren op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.

Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.

Kenmerken van de Series Method


De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de doeltaal leren denken.

Populariteit


De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de afwijkende aanpak. Deze methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.

Voor- en nadelen van de Series Method


Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de leermethode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.

Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op bij de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de lerenden sterk.

De keerzijde van de seriemethode van Gouin is dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de taal van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een boodschap doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de student te liggen om leereffect te hebben.

Populariteit


Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .

Dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de trainer en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).

Populariteit


Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Een voordeel voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan heel motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor zijn of haar eigen leerproces. Voorspelbaar is de taalles zo niet; dat zorgt ervoor dat de communicatie spontaan is en voorkomt verveling. In een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk item bespreekbaar. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.

Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen lerenden zich echter wel iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt in de lessen, kan een bijkomend minpunt van de methode vormen.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.

Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies.

Populariteit


De methode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.

Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.

Kenmerken van de Shadowing Technique


De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Argüelles raadt aan om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.

Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.

Populariteit


In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.

Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.

De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.

TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.

Populariteit


TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engelse les. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens in grotere klassen worden toegepast. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.

Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten kunnen worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarbij een andere methodiek nodig is. De methode is ook niet echt creatief. De studenten leren niet om hun ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen leren, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de lerenden de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. Studenten werden gestimuleerd veel te praten. Nieuw was ook dat de taallessen in de doeltaal gegeven werden. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden om ideeën te laten associëren.

Populariteit


Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.

Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Minpunten heeft deze Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal relatief ook veel minder. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de student.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.

Kenmerken van de Manesca-methode


De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.

De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.

De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.

Populariteit


Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.

Kenmerken van de Silent Way


De stille manier is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.

Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.

Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.

Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.

Populariteit


Hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak wel van belang geweest.

Voor- en nadelen van de Silent Way


Dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom beschouwd wordt, is de sterke kant van de methode van Caleb Gattegno. De docent is in principe aan de lerende dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.

Het feit dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Studenten kunnen gefrustreerd raken door de afwezigheid van input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).

Kenmerken van TPR Storytelling


TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat deze verhalen vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd leren.

De lerenden zullen na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.

Populariteit


Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de trainer moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerenden.

Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van taaldocenten vraagt.

Commerciële methodes voor zelfstudie

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.

De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De student kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.

Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en geeft fouten aan met de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te verbeteren.

Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.

Populariteit


Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale organisaties.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in het gebruik en kan door de student gebruikt worden op ieder moment. De studenten bepalen zelf welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het prettig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor onderwijsinstellingen. Het feit dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen te leren.

De taalcursussen bestaan uit zinnen/dialogen die door de studenten worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling gebaseerd. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.

Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de Pimsleur taalcursussen.

Populariteit


Onder andere in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


De methode van Pimsleur werkt heel goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier spreken op een normaal tempo.

Het nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die worden ingeprent.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.

De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke stemacteur en een vrouwelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de gebruiker op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards om zelf de vocabulaire te toetsen en online oefeningen om de eigen vooruitgang te kunnen meten.

Populariteit


Veel lerenden ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal en vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De methode van Michel Thomas traint de uitspraak en de luistervaardigheid op een efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Een keerzijde van de methode is dat de cursussen geen schrijfvaardigheid bieden. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet doordat het een audiocursus is.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor een taalcursus. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.

De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, met toelichting van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursisten daarna dienen te herhalen. De opbouw gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.

Populariteit


De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.

Voor- en nadelen van Assimil


Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.


ALGEMENE LEERMETHODES

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren en grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer kan zo bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. De geschreven taal wordt pas aangeboden wanneer de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe woorden te introduceren.

Populariteit


In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw waren er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica al snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid, die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is voor studenten die beginnen effectief. Een correcte uitspraak wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van kennis zorgen. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.

Dit docentgestuurde aspect heeft tevens een keerzijde; er wordt geen eigen input van de lerenden verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik om te zetten zijn.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige wijze te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die later herhaald worden. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; woorden die aangeleerd zijn, gaan van de lijst af. Die woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in de vreemde taal spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan goed werken voor woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een minpunt is het gebrek aan context. Talen bestaan uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangelegd.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode de taal aan te leren. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van de vreemde taal. Alleen de doeltaal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.

De methode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in de te leren taal. De activiteiten in de vreemde taal dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.

De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica gelegd. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met de buitenlandse taal te krijgen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.

Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald examen.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal. Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student aangedragen in herkenbare situaties door middel van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. Mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.

Populariteit


In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Dat de lerenden de taal op een nauwkeurige manier leren, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft ook nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk ervaringen van succes. De eigen input van de lerende is gelimiteerd; het is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.

De studenten leren middels CLT-technieken de te leren taal in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. De doeltaal wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.

Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid in alle soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.

Bij CLT is de taaldocent echt een trainer, die de student leert om in de vreemde taal te communiceren.

Populariteit


Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om talen te leren op een meteen toepasbare manier.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


Communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de doeltaal; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend doordat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de trainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Deze manier van leren is voor een aantal studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van de achtergrond. CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat daarbij om de functie en minder om de vorm en CLT biedt geen samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in de vreemde taal. De taaltrainer draagt kennis over, de student memoriseert.

Populariteit


Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.

De methode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van de taal af, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen geeft deze methode geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de studenten. De student fungeert alleen als toehoorder en uitvoerder.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught gaven.

Kenmerken van onderdompeling


De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal de leeromgeving in de stijl van de doeltaal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. Lerenden oefenen de spreekvaardigheid één-op-één of in kleine groepjes. Daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.

Populariteit


Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in de te leren taal gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.

Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.

Kenmerken van Suggestopedie


Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis belang dat er tussen de trainer en de studenten een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. In de les zaten studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de les werd ook altijd muziek gespeeld. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden opmerkingen met betrekking tot de grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Zo werden studenten overgehaald om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de les werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook streekgerechten gemaakt en geproefd.

Populariteit


De leerleermethode Suggestopedie was omstreden en de leerleermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook eerder afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden parafraseert. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de doeltaal nog niet genoeg machtig zijn. De trainer vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek wordt opgenomen om te kunnen herbeluisteren.

De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek wordt niet gebruikt.

Populariteit


Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De docent dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


Deze methode biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden lerenden vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les, maar eveneens buiten de les. Door deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Het bespreken door de fouten en het evalueren van de les is heel leerzaam voor de studenten. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de lerende.

Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen gehouden. Het succes van de taallessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden in hun spreken geremd als zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelfstandig de taal te ontdekken.

Het is de rol van de docent om voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.

Populariteit


Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal besteed die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


Studenten leren op een natuurlijke wijze de taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.

Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de taal heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.

Kenmerken van de Series Method


De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de doeltaal leren denken.

Populariteit


De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de afwijkende aanpak. Deze methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.

Voor- en nadelen van de Series Method


Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden en de leermethode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.

Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op bij de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. Lerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden van de lerenden sterk.

De keerzijde van de seriemethode van Gouin is dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van de taal van de doeltaal beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een boodschap doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de student te liggen om leereffect te hebben.

Populariteit


Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als prettig en motiverend ervaren .

Dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken. Bij deze methode gaat het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de trainer en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).

Populariteit


Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Een voordeel voor de docent is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan heel motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk zijn voor zijn of haar eigen leerproces. Voorspelbaar is de taalles zo niet; dat zorgt ervoor dat de communicatie spontaan is en voorkomt verveling. In een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk item bespreekbaar. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.

Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen lerenden zich echter wel iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers voldoende flexibel. Dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt in de lessen, kan een bijkomend minpunt van de methode vormen.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal. De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit de gastcultuur voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De nadruk ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.

Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook taal te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies.

Populariteit


De methode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de vreemde taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.

Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.

Kenmerken van de Shadowing Technique


De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de opname kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Argüelles raadt aan om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname versterken van de te leren taal in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.

Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.

Populariteit


In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de te leren taal wordt vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Het praktische pluspunt van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.

Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een methode om talen te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.

De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.

TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde stof beklijft ook beter.

Populariteit


TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engelse les. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens in grotere klassen worden toegepast. De geleerde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.

Het feit dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten kunnen worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarbij een andere methodiek nodig is. De methode is ook niet echt creatief. De studenten leren niet om hun ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen leren, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de lerenden de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal. Studenten werden gestimuleerd veel te praten. Nieuw was ook dat de taallessen in de doeltaal gegeven werden. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De woordenschat van de vreemde taal werd aangeleerd aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden om ideeën te laten associëren.

Populariteit


Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.

Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het belangrijkste grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Minpunten heeft deze Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal relatief ook veel minder. Voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn, biedt deze leermethode onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de student.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.

Kenmerken van de Manesca-methode


De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.

De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent gebaseerd, die steeds één woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.

De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.

Populariteit


Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.

Kenmerken van de Silent Way


De stille manier is een manier om een taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.

Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.

Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.

Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei verschillende dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van de taal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.

Populariteit


Hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak wel van belang geweest.

Voor- en nadelen van de Silent Way


Dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom beschouwd wordt, is de sterke kant van de methode van Caleb Gattegno. De docent is in principe aan de lerende dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van een vreemde taal op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.

Het feit dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Studenten kunnen gefrustreerd raken door de afwezigheid van input van de docent. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).

Kenmerken van TPR Storytelling


TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de taaldocent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich omdat deze verhalen vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen, zonder dat studenten regels van de nieuwe taal uit hun hoofd leren.

De lerenden zullen na enige tijd ‘automatisch’ gaan spreken en de grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven.

Populariteit


Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de trainer moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerenden.

Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van taaldocenten vraagt.

COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-methodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.

De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De student kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.

Voor de schrijfvaardigheid van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de grammatica en spelling en geeft fouten aan met de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te verbeteren.

Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.

Populariteit


Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door sommige internationale organisaties.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in het gebruik en kan door de student gebruikt worden op ieder moment. De studenten bepalen zelf welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het prettig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor onderwijsinstellingen. Het feit dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen te leren.

De taalcursussen bestaan uit zinnen/dialogen die door de studenten worden nagesproken en herhaald. De voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling gebaseerd. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuur wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.

Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de Pimsleur taalcursussen.

Populariteit


Onder andere in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


De methode van Pimsleur werkt heel goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier spreken op een normaal tempo.

Het nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die worden ingeprent.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.

De cursussen zijn audiolessen, ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke stemacteur en een vrouwelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de gebruiker op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student begrepen en verworven is. Behalve woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards om zelf de vocabulaire te toetsen en online oefeningen om de eigen vooruitgang te kunnen meten.

Populariteit


Veel lerenden ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de vreemde taal en vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De methode van Michel Thomas traint de uitspraak en de luistervaardigheid op een efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Een keerzijde van de methode is dat de cursussen geen schrijfvaardigheid bieden. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet doordat het een audiocursus is.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor een taalcursus. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.

De lessen bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat ernaast, met toelichting van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursisten daarna dienen te herhalen. De opbouw gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.

Populariteit


De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.

Voor- en nadelen van Assimil


Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.

Verschillende digitale tools

Ook bestaat er een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.

Er bestaat echter een betere methode om een taal te leren om een vreemde taal te leren:
De Methode van Dagnall.


Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?

Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]


Betaalbaar maatwerk sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Online (e-learning), blended learning en Dagnall app

Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’


‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Amsterdam.

Online een taal leren (e-learning)


Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.

Blended cursussen in Amsterdam


Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.

100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Amsterdam op maat.

Online leerplatform


Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.

De Dagnall App


Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Cursisten kunnen dus leren waar en wanneer het hen schikt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook productnamen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de taalcursus in Amsterdam.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Computerscherm met logo Dagnall.online - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Overlappende iconen App Store Apple App in Apple zwart en Google Play Android App in Google groen - op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels/
Ontdek onze online mogelijkheden

Online learning & blended learning in Amsterdam

Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining


Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met zakenpartners of klanten zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn derhalve vaak onmisbaar in veel bedrijven.

Online en blended taaltrainingen op maat


Dagnall Taleninstituut leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.


Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online

Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.

Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen


Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Overlappende donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven en groene cirkel met computerscherm met Dagnall.online logo op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm screenshot inlogpagina Dagnall.online Springest-based platform voor online taallessen - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Computerscherm met logo Google Hangouts en computerscherm met logo Microsoft Teams - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels

Cursuspakket en certificaat

Voorafgaand aan uw taalcursus in Amsterdam ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Amsterdam ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde taalcursus in Amsterdam
Dagnall Talen cursuskoffer - Dagnall schrijfblok - Dagnall pen - lesboeken op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels
Ingevuld Dagnall Talen certificaat - Dagnall pen - Apple Magic Keyboard - Apple Magic Trackpad op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels

Het Europees Referentiekader (ERK)

De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als model en bieden u een helder beeld van uw huidige en opgedane kennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de taalcursus in Amsterdam overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
 

Logo EU Europese Unie in blauw vierkant met afgeronde hoeken in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo ERK Europees Referentiekader Talen in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese richtlijn om verschillende taalniveaus te kunnen beoordelen.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert vijf niveaus van taalvaardigheid, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze verschillende niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners.
Een cursist die taalniveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de bewuste taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting moedertaalgebruiker (natives). Deze mensen gebruiken de vreemde taal moeiteloos in verschillende situaties.

A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level


Luisteren


Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.

Spreken


Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.

Lezen


Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.

Schrijven


Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.

B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level



Luisteren


Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.

Spreken


Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.

Lezen


Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.

Schrijven


Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).

C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level



Luisteren


Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.

Spreken


Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.

Lezen


Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.

Schrijven


Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.

A2 Basisgebruiker - Waystage Level



Luisteren


Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.

Spreken


Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.

Lezen


Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.

Schrijven


Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.

B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level



Luisteren


Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.

Spreken


Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.

Lezen


Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.

Schrijven


Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.

C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level



Luisteren


Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.

Spreken


Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.

Lezen


Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.

Schrijven


Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO 9001-2015 LOGO
ISO 1700-2015 LOGO

ISO-certificeringen

ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement


Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.

ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten


Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is speciaal voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.


De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden aangeleverd binnen de deadline en volgens afspraak.

Kiwa – certificeringen sinds 1948


Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Logo keurmerk NRTO Nederlandse Raad voor Training en Opleiding in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Nederlandse Raad voor Training en Opleiding NRTO in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Lidmaatschap NRTO

Dagnall Taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor betrouwbaarheid en kwaliteit staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.

Kwaliteitsbevordering en -bewaking


Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Amsterdam, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
 
Logo GDPR Algemene Verordening Gegevensbescherming in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo EU Filemaker in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

AVG-compliant

De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies. Vanzelfsprekend voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Logo CRKBO Centraal Register Kort Beroepsonderwijs in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Lloyd's Register in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Dagnall taalcursussen in Amsterdam zijn vrijgesteld van btw

CRKBO-geregistreerde instelling

Dagnall Taleninstituut staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.

CPION


Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.

Lloyd’s Register


Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Amsterdam aan

Contact taalcursus Amsterdam

Wilt u contact opnemen voor een taalcursus in Amsterdam? Belt u ons gerust op 020-2149118 (geen menu) of stuurt u ons een e-mail via taalcursus-amsterdam@dagnall.nl.
Of vul ons contactformulier in. Vanzelfsprekend kunt u ook het gratis Dagnall informatiepakket aanvragen.
Afbeelding wegwijzer in grijs met bord Dagnall in verkeersblauw in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Afbeelding computer en tablet en telefoon in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
De beste route naar een taalcursus in Amsterdam!
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Trainen en vergaderen in Amsterdam

U kunt de taalcursus in Amsterdam op uw locatie volgen of in Amsterdam, bijvoorbeeld bij Coachhuis Centraal Station aan de Binnenkant 24 in Amsterdam aan de bij Coachhuis Vondelpark aan de Van Eeghenlaan 27 in Amsterdam aan de in Pand Zuid (naast het Olympisch stadion) aan het IJsbaanpad 9 in Amsterdam aan de bij Amsterdam-West bij Abundance aan de Van Oldenbarneveldtstraat 48 C in Amsterdam of in de voormalige pastorie “De Ontmoeting” aan de Burgemeester Van Tienenweg 20 in Diemen. Wij verzorgen eveneens taalcursussen in Amsterdam bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Amsterdam-Amstel aan de Joan Muyskenweg 20, bij Fletcher Hotel Amsterdam aan de Schepenbergweg 50, bij Olympic Hotel Amsterdam aan het IJsbaanpad 12, bij NH City Centre Amsterdam aan de Spuistraat, 288-292, bij Postillion Hotel Amsterdam aan de Paul van Vlissingenstraat 9-11, bij Mercure Amsterdam City Hotel aan de Joan Muyskenweg 10, bij Leonardo Hotel Amsterdam Rembrandtpark aan de Staalmeesterslaan 410, bij Hotel Novotel Amsterdam City aan de Europaboulevard 10, bij WestCord Fashion Hotel Amsterdam aan de Hendrikje Stoffelsstraat 1, bij Q-Factory aan het Atlantisplein 1, bij Hotel Novotel Amsterdam Schiphol aan de Taurusavenue 12 in Hoofddorp en bij Corendon Village Hotel Amsterdam aan de Schipholweg 275 in Badhoevedorp.
U kunt vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Amsterdam bij bijvoorbeeld bij de RAI, bij Taets Art and Event Park, bij De Meervaart congres & event, bij de Ziggo Dome, bij de Westergasfabriek, bij Het Hembrugterrein, bij Passenger Terminal Amsterdam, bij de Johan Cruijff ArenA, bij The BOX, bij Eye filmmusem, bij Het Sierraad, in de Kromhouthal, in Pakhuis West, in de Amsterdome, in Artis, bij De Nieuwe Liefde, bij de Foodhallen/ Kanarie Club, bij Het Amsterdamse Proeflokaal, bij het Olympisch Stadion, bij Rosarium, bij Strandzuid en bij The Harbour Club Amsterdam Oost.

Amsterdam - geschiedenis

Bij de aanleg van de Noord-Zuidlijn zijn sporen van bewoning gevonden van 2600 v.Chr. Toen werd dit gebied dus al bewoond. Maar rond het jaar 1000 n.Chr. is men begonnen het moeras te ontginnen en ging het gebied de Aemstelle heten.
Waarschijnlijk is toen een deel van de Amstel gegraven. De naam ‘Amsterdam’ komt van de dam in de rivier De Amstel in de 13de eeuw.

Amsterdam - nu

Amsterdam ligt in de regio Groot-Amsterdam, aan de monding van de Amstel, aan het IJ en aan het Noordzeekanaal. Plaatsen in de omgeving van de stad Amsterdam zijn Abcoude, Amstelveen, Badhoevedorp, Diemen, Lijnden, Muiden, Ouderkerk aan der Amstel, Weesp, Zaandam en Zwanenburg. Amsterdam Zuidas is een belangrijk bedrijvengebied van Amsterdam en omstreken.
Amsterdam ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Amsterdam heeft meer dan 860.000 inwoners.
Vlag gemeente Amsterdam - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels 

Vlag gemeente Amsterdam

Wapen gemeente Amsterdam - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels 

Wapen gemeente Amsterdam

Inwoners

Een inwoner van Amsterdam heet een ‘Amsterdammer’, maar Amsterdammers worden ook wel Mokumers genoemd.
Er zijn natuurlijk veel bekende Amsterdammers.
Het is een hele lijst, maar we noemen er toch even een aantal op: Thomas Acda, Willeke Alberti, Koos Alberts, Willeke van Ammelrooy, Karel Appel, Frits Barend, Dennis Bergkamp, Sacha de Boer, Carlo Boszhard, Mies Bouwman, Ron Brandsteder, Robert Ten Brink, Charlene de Carvalho-Heineken, Johan Cruijff, Joep van Deudekom, Nico Dijkshoorn, Willem Dudok, Gerri Eickhof, Joop van den Ende, Rik Felderhof, Ruud Feltkamp, René Froger, Louis van Gaal, Martin Gaus, Winston Gerschtanowitz, Gordon, Glennis Grace, Ruud Gullit, Badr Hari, André Hazes, John van den Heuvel, Freddy Heineken, Willem Holleeder, Maurice de Hond, Micky Hoogendijk, Dolf Jansen, Kees Jansma, Johnny Jordaan, Simone Kleinsma, Gerrie Knetemann, Jeroen Krabbé, Martijn Krabbé, André Kuipers, Fajah Laurens, Oger Lusink, Rinus Michels, Danny de Munk, Ivo Niehe, Rick Nieman, Matthijs van Nieuwkerk, Rob de Nijs, Trijntje Oosterhuis, Jack Plooij, Douwe Bob (Posthuma), Chiel van Praag, Halina Reijn, Victor Reinier, Gerard Reve, Frank Rijkaard, Dries Roelvink, Piet Römer, Thijs Römer, Felix Rottenberg, Heleen van Royen, Martin Schröder, Carry Slee Jeroen Tjepkema, Waldemar Torenstra, Paul Verhoeven, Harry Vermeegen, Viggo Waas en Sanne Wallis de Vries.
Iets wat bij Amsterdam hoort, noemt men ‘Amsterdams’ of ‘Amsterdammer’.
‘Amsterdamse bravoure, maar Amsterdammer kaas’. Amsterdam kreeg stadsrechten in 1306.

Amsterdam - internationaal & scholing

Hoofdstad Nederland & partnersteden


Amsterdam is een metropool en de hoofdstad van Nederland.
De partnersteden van Amsterdam zijn Athene in Griekenland, Berlijn in Duitsland, Bombay in India, Boston, New York en San Francisco in de Verenigde Staten, Casablanca, Larache en Tanger in Marokko, Hanoi in Vietnam, Istanboel, İzmit en Şişli in Turkije, Londen in het Verenigd Koninkrijk, Parijs in Frankrijk, Peking en Shenzhen in China, São Paulo in Brazilië, Seoel in Zuid-Korea en Tokio in Japan.

Hoger onderwijs


Amsterdam is een echte universiteitsstad.
De oudste universiteit is de Universiteit van Amsterdam (UvA) uit 1877. In het jaar 1879 werd de Vrije Universiteit (VU) gesticht, oorspronkelijk protestants-christelijk. Sinds 2010 is ook Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam gevestigd, die nauw samenwerkt met de VU. Er zijn eveneens diverse hogescholen in Amsterdam. Onder andere de Gerrit Rietveld Academie, de Hogeschool van Amsterdam, InHolland, iPabo, Luzac, Schoevers en Wittenborg.
Provincievlag Noord-Holland - 600 * 337 pixels

Vlag provincie Noord-Holland

Provinciewapen Noord-Holland - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Wapen provincie Noord-Holland

Typisch Amsterdams

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland en staatwereldwijd bekend om de grachtengordel met de zeventiende-eeuwse grachtenpanden, de vele musea waaronder het Rijksmuseum en het Van Gogh, de miljoenen toeristen, koffieshops, de rosse buurt en de vrije sfeer op straat.
Amsterdam fungeert als economische motor voor de
regio en het land en is ook het kloppend hart van Nederland op cultureel gebied.

Amsterdam - minder bekend


Wat bijna niemand weet, is dat Amsterdam de grootste cacaohaven ter wereld is.

Amsterdams dialect en accent

Doordat Amsterdam een belangrijke handelsstad was waar van oudsher veel Joden woonachtig waren, kent het Amsterdams dialect veel woorden uit het Jiddisch. Typisch voor alle Hollandse dialecten en ook het Amsterdams zijn de verkleinwoorden op -ie/-tie (in plaats van ‘-je’ of ‘-tje’) en kenne voor ’kunnen’.
In het Amsterdams: “Hep-ie de son in de see sien sakke”.
Kenmerkend is het verlies van de stemhebbende medeklinkers ‘b’, ‘g’, ‘v’ en vooral ‘z’.
Die worden vervangen door de stemloze p, ch, f en s. ‘Goed’ wordt choed, ‘vogel’ wordt foochel.
De laatste jaren is er tegelijkertijd sprake van een tegenovergestelde trend, waardoor bijvoorbeeld ‘samen’ wordt uitgesproken als zamen en C1 klinkt als zee 1.
Uit het Jiddisch komen veelgebruikte woorden als Mokum (wat ‘plaats’ betekent), geintje, kapsonesramsj, smoes en mazzel. In de smiezen hebben betekent “iets in de gaten hebben”.
“I Amsterdam”

Amsterdam - zakelijk

De gemeente Amsterdam


Het netnummer van Amsterdam is 020.
Het postcodegebied van Amsterdam is 1000 - 1099.
Het adres van het gemeentehuis van Amsterdam is Amstel 1, 1011 PN in Amsterdam.
De website van de gemeente Amsterdam is Amsterdam.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Amsterdam is 14 020.

Zakendoen in Amsterdam


Voor Amsterdamse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amsterdam aan de De Ruijterkade 5, 1013 AA in Amsterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Amsterdam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Amsterdam is KVK-kantoor Amsterdam.

Amsterdam - internationale bedrijvigheid

Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Amsterdam vaak op bedrijventerrein Buiksloterham, Cornelis Douwesterrein, Cruquius-Zuid, Landlust, Hempoint, Schinkel en Amsterdam Zuidas.
In Amsterdam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties, een aantal daarvan mag Dagnall klant noemen.
[ Zie lijst ]

Amsterdams nieuws

Het Amsterdamse nieuwsportaal is Nieuw Amsterdams Peil en Amsterdamse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Amsterdam kijken hun (zakelijk) nieuws op AT5.
Amsterdammers en ondernemingen in Amsterdam kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Amsterdams Dagblad, het Noordhollands Dagblad - Amsterdam en het Algemeen Dagblad - Amsterdam.
Logo krant Amsterdam - Amsterdams Dagblad op een transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo regionale televisie- en radio-omroep AT5 op een transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Amsterdam

Cultuur


Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.

Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Amsterdam een bezoek brengen aan het Anne Frank Huis, aan het Amsterdam Museum, aan Museum het Grachtenhuis, aan Hermitage Amsterdam, aan Madame Tussauds Amsterdam, aan het Huis Marseille, aan Museum Het Rembrandthuis, aan het Rijksmuseum, aan Museum Het Schip, aan het Tropenmuseum, aan het Van Gogh Museum of aan Verzetsmuseum Amsterdam.

Voetbal, tennis, padel & squash


Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Amsterdamse voetbalclub Ajax, AFC, ASV De Dijk of AVV Swift meespeelt.

Voor een partijtje tennis, padel of squash in Amsterdam kunt u terecht bij Amstelpark, bij L.T.C. Festina, bij T.V. Tie-Breakers of bij Tennisclub IJburg.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Amsterdam of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd om een beetje te ontspannen?
Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te drinken of te eten, kunt u terecht bij Golfbaan Waterland in Amsterdam. Deze golfbaan is gelegen aan De Afslag 1 in Amsterdam. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 020-636 10 10. De website van Golfbaan Waterland is www.golfbaanwaterlandamsterdam.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het clubhuis van de golfbaan. Amsterdam Old Course, Golfbaan Sloten en Open Golfcentrum De Hoge Dijk zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Amsterdam.
Afbeelding voetbal tennisbal golfbal in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo voetbalclub Amsterdam - AFC Ajax - Amsterdamsche Football Club Ajax - in kleur op grasveld met witte lijn - 600 * 337 pixels

Promotiefilmpjes en Google Maps

Hieronder ziet u een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Amsterdam die ook op Youtube staan.
Klik direct op het logo van Youtube in het midden om een filmpje af te spelen.
Direct onder de filmpjes zijn de locaties van Noord-Holland en Amsterdam op Google Maps weergegeven.
Door linksboven te klikken, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
Promovideo Amsterdam
Dronebeelden Amsterdam
 
Google Maps Noord-Holland
Google Maps Amsterdam
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Amsterdam

Amsterdams nieuws

Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Amsterdam van verschillende nieuwsbronnen.
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
 
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken in Amsterdam

Wist u dat?

Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Amsterdam en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten in Amsterdam
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Onze opdrachtgevers

De upload van uw document is gelukt.

 

INLOGGEN MEDEWERKERS   /   BESTANDEN UPLOADEN