Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Wij zijn een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taalcursussen van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Amstelveen en omgeving. Taaltraining op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taalgebruik en hanteren eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Amstelveen in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Regus Kronenburg Professor J.H. Bavincklaan 7 1183 AT AMSTELVEEN
Wij bieden onze taaltrainingen op maat in Amstelveen aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij ons kan iedereen talen leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast klassieke taalcursussen zijn organisaties vooral in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgevers. Wij zijn een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Amstelveen. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Onze filosofie is om vreemde talen te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze zonder remmingen en moeiteloos kunt leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen de cursist in grote stappen naar het beoogde taalniveau met dagelijks 15 minuten oefenen. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Amstelveen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever inventariseert Dagnall de leerdoelen en wensen. U meldt de cursisten met de contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een passende offerte. Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw situatie en uw agenda af.
De docent evalueert na enkele lessen de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling uiteraard bijgesteld worden. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Desgewenst kan Dagnall Talen het (individuele) contact met de deelnemers verzorgen De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht van ons. Dit formulier alsook de schrijfopdracht moeten vóór de intakedatum worden teruggestuurd Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en vastgesteld in overleg De indeling van de cursisten geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall verzorgt de logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden Dagnall Talen berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall Talen bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning alsook het lesprogramma Dagnall Talen is flexibel en betrokken!
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau verzorgt sinds 1982 taalonderwijs op maat voor bedrijven en (overheids)instellingen in Amstelveen en omgeving. Ons bedrijf werkt met ervaren en kundige taaldocenten die specialisten zijn op het gebied van taal en die talrijke taaltrainingen aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties in Amstelland hebben gegeven.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, leveren wij u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen in Amstelveen. U kunt erop rekenen dat Dagnall Talen maximaal rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbare taalcursussen op maat in Amstelveen
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Een cursus gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is bij veel bedrijven intussen een begrip. Medewerkers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
De instructies op de werkplek willen zij goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en natuurlijk hun ambities op hun werkterrein realiseren. Investeren in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Ons instituut biedt betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer vergroten. Dagnall Taleninstituut helpt en leert de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar baan. Ons taleninstituut stemt de lessen af op de behoefte van de klant en op het niveau van de cursist(en). Naast de lessen, krijgen de cursisten gedurende de taalcursus frequent praktijkopdrachten, om de voortgang van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te verbeteren.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall let ook op de minder belichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal te beheersen, om de cultuur en gewoontes van het land en het bedrijf te doorgronden en om hun omgeving via taal uit te breiden. Dat vereist veel inzet en motivatie. Daarbij hebben cursisten maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dit is niet in iedere situatie toereikend.
Onderscheidend
Dagnall onderscheidt zich door zich te richten op het vergroten van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Ons instituut stimuleert leidinggevenden en uitvoerenden binnen de werkkring van de organisatie om een voortdurend proces van taalverwerving te creëren, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door het voortdurend uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze wijze, wordt de waarde van een goede talenkennis gemeenschappelijk ervaren en de deelnemers voelen zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Amstelveen
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een taalcursus in Amstelveen die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige docenten zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te gaan gebruiken. Dat werkt erg prettig en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een blend van deze bewezen leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 lerenden, zogenaamde duocursussen (2 lerenden), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De trainers van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers van Dagnall in Amstelveen. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een taal effectief leren in Amstelveen bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Wij verzorgen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Amersfoort gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Amstelveen
Maatwerkcursussen
Dagnall Taleninstituut biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Amstelveen en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel privéles of een één-op- één-taalcursus genoemd. De individuele t@@lcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De leergroepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de cursisten maximaal te ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus is het hoge rendement doordat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode. Doordat de taalcursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars foutjes leren en in de doeltaal communiceren met elkaar. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de deelnemers leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele taalcursus alleen worden gevoerd en gedaan met de taaltrainer. Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde kennis niet geoefend worden in groepsverband. Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van de foutjes van andere cursisten. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten iets sneller afgeleid zijn. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen). Een groepscursus kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende soorten cursussen voor elk niveau
Dagnall Talen biedt taalcursussen voor beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden onze taaltrainingen daarom ook online of incompany aan. Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining kiezen. Het combineren van deze verschillende trainingen is mogelijk en hier wordt ook vaak voor gekozen. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalvaardigheid staat voor kennen (geleerde kennis) maar daarnaast ook voor kunnen (het toepassen van deze geleerde kennis). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, verlegt Dagnall het accent van kennis naar toepassing.
U kunt zo al snel genieten van deze mooie taal, de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om foutloos te leren verstaan en spreken, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. Taaltrainers kunnen een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas omstreeks het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een correcte uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens herzien; woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De methode kan werken voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal, is de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode is. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat van de vreemde taal. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in betekenisvolle situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan lerenden aangeboden. De structuren die het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de taal op een nauwkeurige manier leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft eveneens minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de doeltaal in de praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie met elkaar en de docent. Authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om vreemde talen te leren door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van leren afwijkend of lastig. De methode CLT traint de vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en minder om de vorm en de methode biedt de lerende geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die aangeboden wordt. De methode geeft geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij studenten bij het werken in een groep. Lerenden fungeren alleen als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment omgeven is door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een erg goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode vrij intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet wel gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten van essentieel belang. Dat de student ontspannen is en zich veilig voelt, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om deze situatie te creëren. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd altijd muziek gedraaid in de klas. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Op deze manier werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende minder last van faalangst of frustratie heeft. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten starten een gesprek. Als zij de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken worden opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt lerenden veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Door het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles leren studenten vaak veel. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar duidelijk anders geworden door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de vergaande omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren studenten de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan snel in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De ideeën van François Gouin over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een vrij ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden van de lerenden en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De taalmethodiek garandeert levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de lerende wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, wat moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die per slot van rekening een hele reeks aan series moet voorbereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de vreemde taal. Bovendien leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van een vreemde taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve benadering voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de studenten en de taaldocent. Het Dogme-taalonderwijs kent tien uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een voordeel voor de docent. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. De taalles is niet voorspelbaar. Dat levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat lerenden betrokken en alert blijven.
Als de lerenden zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen ze zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaltrainer voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor wordt behandeld tijdens de taallessen, kan een ander minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn vrij enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor elke deelnemer of minimaal elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken voor deze methode geschikt. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat de lerenden het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Zo kunnen de studenten leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in iets grotere klassen worden ingezet. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
De keerzijde van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig. Ook is de methodiek niet echt creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden veel te laten praten. Nieuw was ook dat de taalles in de vreemde taal werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal. De leermethode kent eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Deze leermethode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn niet genoeg uitdagingen. Voor langzaam lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer bruikbaar, doordat deze methode een dynamische inzet van de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de hoeveelheid energie van de studenten was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden gezien als autonoom. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, zijn lerenden ontspannen. Woorden en structuren worden zo vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De lerenden worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij, om daarna met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaltrainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met tweetalige teksten, door middel waarvan de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak met die van een moedertaalspreker (native speaker) te vergelijken. Door de voorbeeldspreker wat minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software controleert de grammatica en de spelling en wijst op taalfouten, waarbij taalfouten van de lerenden kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land toegepast door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de studenten worden gebruikt. Welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel studenten vinden het prettig om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een vreemde taal te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door de lerenden daarna worden nagesproken en worden herhaald. Deze zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuren worden niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de cursussen van Pimsleur is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder meer Amerikanen volgen de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten en in een normaal tempo, werkt de Pimsleur-methode zeer goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas had als principe dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in delen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. Ook gebruikt de methode van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. De studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de Michel Thomas-methode wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus is.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Naast de dialoog staat de vertaling, alsook de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren en grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om foutloos te leren verstaan en spreken, wat begint met iemand na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. Taaltrainers kunnen een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en dan een nieuw woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en naspreken. De geschreven taal komt pas aan bod als de mondelinge taal al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas omstreeks het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van de taal niet om het uit het hoofd leren van de grammaticaregels gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid, waar het merendeel van docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten. Een correcte uitspraak wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die worden herhaald na verloop van tijd. Deze woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens herzien; woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden en zinnen in de vreemde taal spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De methode kan werken voor woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving gericht. De methode probeert de taal aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Zo leert men onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in de vreemde taal, is de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode is. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van de vreemde taal. De lerenden zouden weliswaar leren in de vreemde taal te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met de taal. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal. De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van woordenschat van de vreemde taal. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om gaat. Deze combinaties worden in betekenisvolle situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan lerenden aangeboden. De structuren die het meest in de doeltaal gebruikt worden, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten de taal op een nauwkeurige manier leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica en leren in welke situaties woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft eveneens minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal.
De studenten leren de doeltaal in de praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie met elkaar en de docent. Authentieke teksten in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten echt trainers, die studenten helpen in de doeltaal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om vreemde talen te leren door middel van een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van leren afwijkend of lastig. De methode CLT traint de vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en minder om de vorm en de methode biedt de lerende geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica gericht. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainer draagt de kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzichten in de structuur, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid behoorlijk achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de vreemde taal, ook in de context die aangeboden wordt. De methode geeft geen mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij studenten bij het werken in een groep. Lerenden fungeren alleen als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment omgeven is door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar die taal wordt gesproken. De lerenden oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepjes. Naar het land van de doeltaal reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een erg goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, doordat de methode vrij intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet wel gaan communiceren in de te leren taal want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd een nieuwe taal leert, door in het land van de doeltaal te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke taaltraining erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent en studenten van essentieel belang. Dat de student ontspannen is en zich veilig voelt, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om deze situatie te creëren. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd altijd muziek gedraaid in de klas. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Bij deze teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Op deze manier werden de lerenden uitgenodigd om te luisteren en ze konden de woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende minder last van faalangst of frustratie heeft. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de docent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. CLL is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten starten een gesprek. Als zij de te leren taal nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De docent vertaalt en geeft uitleg. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken worden opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de vreemde taal te leren. Er wordt geen leerboek gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaltrainer dient zowel de doeltaal als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt lerenden veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren samen te werken als een team. Door het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles leren studenten vaak veel. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden geen toetsen gehouden. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van de te leren taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze de vreemde taal ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat is bij deze benadering belangrijker dan de grammatica. Instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de taal.
Het is de taak van de trainer om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar duidelijk anders geworden door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de vergaande omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes vreemde taal); met ‘echte’ taal, leren studenten de vreemde taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van de taal.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer die hen de weg wijst, dan aan een docent-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan snel in de nieuwe taal denken doordat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De ideeën van François Gouin over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een vrij ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden van de lerenden en zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De taalmethodiek garandeert levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs wekt het enthousiasme bij de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. Het maakt studenten nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de lerende wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, wat moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die per slot van rekening een hele reeks aan series moet voorbereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over regels van de taal en woordenschat van de doeltaal te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met de taal en leren zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de vreemde taal. Bovendien leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van een vreemde taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve benadering voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen de studenten en de taaldocent. Het Dogme-taalonderwijs kent tien uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een voordeel voor de docent. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. De taalles is niet voorspelbaar. Dat levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat lerenden betrokken en alert blijven.
Als de lerenden zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen ze zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaltrainer voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor wordt behandeld tijdens de taallessen, kan een ander minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. Ook de taal die is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn vrij enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving geboden. Deze zes fasen van GPA bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor elke deelnemer of minimaal elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de tekst in de doeltaal te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname kan spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken voor deze methode geschikt. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan de doeltaal aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van de nieuwe taal wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat de lerenden het wellicht wat saai vinden om dezelfde tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van een vreemde taal. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van de nieuwe taal. Zo kunnen de studenten leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in iets grotere klassen worden ingezet. De taal wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
De keerzijde van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig. Ook is de methodiek niet echt creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal. Het werd aangemoedigd om de lerenden veel te laten praten. Nieuw was ook dat de taalles in de vreemde taal werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de woordenschat van de vreemde taal aangeleerd. Lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om een taal te leren, is het grote voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de vreemde taal. De leermethode kent eveneens nadelen. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de doeltaal ook minder. Deze leermethode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn niet genoeg uitdagingen. Voor langzaam lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer bruikbaar, doordat deze methode een dynamische inzet van de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels of lijstjes met woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer, die steeds één nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhaling helpt de lerenden de woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en variaties op deze zinnen. Spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai wordt om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de hoeveelheid energie van de studenten was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoofdzakelijk bij het aanleren van de uitspraak van de doeltaal zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoewel de Stille Manier in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden gezien als autonoom. In feite is de taaltrainer dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van een taal op een natuurlijke wijze. Door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. Door de docent wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen vrij gemakkelijk zijn te begrijpen, zijn lerenden ontspannen. Woorden en structuren worden zo vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De lerenden worden door de docent op grammaticale fenomenen gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘automatisch’ beginnen te spreken en de grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de vertalingen erbij, om daarna met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaltrainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om een vreemde taal te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met tweetalige teksten, door middel waarvan de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om de uitspraak met die van een moedertaalspreker (native speaker) te vergelijken. Door de voorbeeldspreker wat minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden van de studenten. De software controleert de grammatica en de spelling en wijst op taalfouten, waarbij taalfouten van de lerenden kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land toegepast door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de studenten worden gebruikt. Welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel studenten vinden het prettig om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die lerenden motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een vreemde taal te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door de lerenden daarna worden nagesproken en worden herhaald. Deze zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuren worden niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de cursussen van Pimsleur is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder meer Amerikanen volgen de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van de vreemde taal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier praten en in een normaal tempo, werkt de Pimsleur-methode zeer goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van de taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas had als principe dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen, ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in delen opgebouwd en nieuwe stof wordt met bekende stof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en de doeltaal. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. Ook gebruikt de methode van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van de doeltaal. De studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de Michel Thomas-methode wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak van de vreemde taal op efficiënte wijze. Dat de taalcursus niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus is.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat voor een taalcursus wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Naast de dialoog staat de vertaling, alsook de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak van de vreemde taal, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Er bestaat ook een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er bestaat echter een betere manier om vreemde talen te leren: De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursisten interessant zijn. Onze taaltrainers zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk toegepast kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men spreekt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Amstelveen.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Amstelveen
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met het online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Amstelveen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat een cursist altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar nadat de taalcursus in Amstelveen is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging zijn. Mensen die diverse talen spreken, zijn daarom cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor online technische en zakelijke taaltrainingen
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining
Alleen het onderstaande is nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde moedertaal (native) trainers gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO of universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de lerenden worden afgestemd
De inhoud van de cursussen wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen op een zelfverzekerde en vlotte manier te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies komt het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat u thuis alles meerdere malen kunt herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen .
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen gegeven door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Amstelveen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Amstelveen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als hulpmiddel. Zo geven wij u als cursist een duidelijk beeld van uw huidige en opgedane kennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Aan het einde van een taalcursus in Amstelveen ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een kader om taalniveaus op een uniforme wijze te omschrijven, zodat een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland dezelfde taalbeheersing heeft als een ‘gevorderde’ in Duitsland. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het Europees Referentiekader (ERK) kent vijf niveaus van taalvaardigheid, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term en afkorting wordt eveneens vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) kent eveneens 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. Deze niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 aangeduid.
Niveau A van het ERK is van toepassing op beginners. Iemand die niveau B beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de bewuste taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden van (ver)gevorderde taalgebruikers weer, die de taal beheersen als (bijna) moedertaalgebruikers (near-native).
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en stelt onder andere eisen aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een taalcursus in Amstelveen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.Leden van het NRTO werken zowel resultaatgericht als klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Amstelveen sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continue vernieuwing is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde nodig zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Amstelveen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen aanbieden. Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Amstelveen aan
U kunt direct contact met ons opnemen voor een taalcursus in Amstelveen. Bel 020-2149118 (geen belmenu) of stuur een e-mail via taalcursus-amstelveen@dagnall.nl. Of ga naar ons contactformulier.
Uiteraard kunt u ook het Dagnall informatiepakket bestellen. Dit is geheel gratis.
De vlotste route naar een taalcursus in Amstelveen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Amstelveen op uw locatie volgen of in Amstelveen, bijvoorbeeld in het Regus pand Kronenburg aan de Professor J.H. Bavincklaan 7 in Amstelveen aan de in Pand Zuid (naast het Olympisch stadion) aan het IJsbaanpad 9 in Amsterdam of bij Coachhuis Ouderkerk aan de Kerkstraat 12 in Ouderkerk aan de Amstel. Dagnall Talen kan ook taalcursussen in Amstelveen verzorgen bij bijvoorbeeld Best Western Plus Hotel Amstelveen aan de Grutterij 5, bij Van der Valk Hotel Amsterdam-Amstel aan de Joan Muyskenweg 20 in Amsterdam en bij Fletcher Hotel Amsterdam aan de Schepenbergweg 50 in Amsterdam.
U kunt vergaderen in Amstelveen bij bijvoorbeeld bij ANNA Amstelveen aan de Amsterdamseweg 22.
Het dorp Amstelveen is al bewoond sinds de Middeleeuwen. Het was een agrarische nederzetting op het veenweidegebied van de Amstel. De naam ‘Amstelveen’ is nog relatief nieuw: hij dateert van het jaar 1964. Voorheen heette Amstelveen
Nieuwer-Amstel; Amstelveen was de belangrijkste kern in die gemeente. De naam ‘Amstelveen’ is ontstaan doordat in de 13de eeuw turf werd gewonnen in het veengebied bij de rivier de Amstel.
Amstelveen is gelegen in de streek Amstelland. Het is een heel groene gemeente middenin een dichtbevolkt gebied. Plaatsen in de buurt van Amstelveen zijn Aalsmeer, Abcoude, Amsterdam, Badhoevedorp, Diemen, Duivendrecht, Hoofddorp, Mijdrecht, Nieuwveen, Ouderkerk aan de Amstel, Schiphol en Uithoorn.
Amstelveen ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Amstelveen heeft ruim 90.000 inwoners.
Een inwoner van Amstelveen wordt een ‘Amstelvener’ genoemd. Bekende Amstelveners zijn Marjolein Beumer, Arend Jan Boekestijn, Martin Garrix, Famke Janssen, Michiel Huisman, Mathilde Santing, Derk Sauer en Marjolijn Touw -Nieuwer-Amstel. Iets wat bij Amstelveen hoort, wordt ‘Amstelveens’ genoemd.
Bijvoorbeeld natuurgebied de Amstelveense Poel. Amstelveen is een plaats en een gemeente.
Amstelveen - internationaal & kernen
Partnersteden
De partnersteden van Amstelveen zijn Óbuda-Békásmegyer in Hongarije, Villa El Salvador in Peru, Berlin-Tempelhof in Duitsland en Woking in het Verenigd Koninkrijk.
Kernen
Onder de gemeente Amstelveen vallen eveneens Nes aan de Amstel, een deel van Ouderkerk aan de Amstel en De Zwarte Kat.
Denk je aan Amstelveen, dan denk je aan sfeervol en elegant winkelen, maar ook aan internationale kantoren en bedrijven, zoals het hoofdkantoor van KLM en hoofdkantoren van Japanse bedrijven. In Amstelveen wonen veel Japanners en andere internationale kenniswerkers. Amstelveen fungeert als slaapstad voor Amsterdam
en Schiphol maar ook als vestigingsplaats voor internationale bedrijven.
Amstelveen - minder bekend
Weinig mensen weten dat Amstelveen de grootste plaats in Nederland is zonder een eigen spoorwegstation.
Amstelveens klinkt ‘bekakt’. In Amstelveen wordt verder Amsterdams gesproken met Jiddische invloeden, doordat er vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw een joodse gemeenschap ontstond in Amstelveen. De ‘Gooise r’ kun je ook horen in Amstelveen. Typisch voor alle Hollandse dialecten zijn de verkleinwoorden op -ie/-tie in plaats van ‘-je’ of ‘-tje’ en kenne voor ’kunnen’. In het Amsterdams: “Hep-ie de son in de see sien sakke”.
Kenmerkend is het verlies van de stemhebbende medeklinkers ‘b’, ‘g’, ‘v’ en vooral ‘z’. Die worden vervangen door de stemloze p, ch, f en s. ‘Goed’ wordt choed, ‘vogel’ wordt foochel. De laatste jaren is er tegelijkertijd sprake van een tegenovergestelde trend, waardoor bijvoorbeeld ‘samen’ wordt uitgesproken als zamen en C1 klinkt als zee 1. In Amstelveen wordt men onkig in plaats van ‘tureluurs’. Iets ritselen betekent “iets regelen”.
Amstelveen - “Quality of life”
Amstelveen - zakelijk
De gemeente Amstelveen
Het netnummer van Amstelveen is 020. Het postcodegebied van Amstelveen is 1180 - 1189. Het adres van het gemeentehuis van Amstelveen is Laan Nieuwer-Amstel 1, 1182 JR in Amstelveen. De website van de gemeente Amstelveen is Amstelveen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Amstelveen is 020 5404911.
Zakendoen in Amstelveen
Voor Amstelveense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amsterdam aan de De Ruijterkade 5, 1013 AA in Amsterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Amstelveen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Amstelveen is KVK-kantoor Amsterdam.
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Amstelveen gevestigd op bedrijventerrein Amstelveen Zuid (N201), Bovenkerk, De Loeten, Legmeer, Kronenburg of op bedrijventerrein Westwijk. In Amstelveen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Atos, Bestseller Wholesale Benelux (Jack & Jones, LMTD, Name It, Only, Vero Moda etc.), Brother International (Nederland), Canadian Solar Netherlands, Canon Europe, Casio Benelux, Central Point, D&B The Facility Group, Edgewell Personal Care Netherlands (Carefree, Schick, Wilkinson), Euro Pizza Products, Force Majeure (Kenzo, Lagerfeld etc.) Ford Nederland, HP Nederland, Kika, KinderRijk, KLM, KPMG, Langerhuize, LG Electronics Benelux, onze collega’s van Livewords, Martinez Chocolade, Mattel (Barbie, Fisherprice, Hot Wheels, Matchbox, Minecraft, Pictionary, Uno etc.), Mitsubishi Motor Sales Nederland, Mylan - Meda Pharma (Betadine, Tramadol etc.), Nestlé (After Eight, Aqua Panna,
Bonzo, Buitoni, Chef, Felix, Gourmet, Hollandia, KitKat, Little Steps, Maggi, NaturNes, Nescafé, Nespresso, Nesquik, Nuts, Perrier, Purina (Felix, Purina, Tompoes), Quality Street, San Pellegrino, Smarties, Treasure Dim-Sum Products, Vittel, Wagner pizza etc.), New York Pizza, Reaal, Reference Sounds (Ayre Acoustics, Dan D’Agostino, JBL Synthesis, Mark Levinson, Revel, Transparent Cable, Wilson Audio), Rustik Lys (Broste Copenhagen, Rustik Lys), SAIC Motor Europe (Maxus, MG), Sisley, Skins Cosmetics, Technische Unie, Willis Towers Watson, Woonzorg Nederland, Yakult Nederland, Natural Spices in Mijdrecht, Smit & Dorlas Koffiebranders in Mijdrecht, Bakkers Brigade in Ouderkerk aan de Amstel en Raggers schoonmaakbedrijf in Uithoorn. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw (internationale) zakenrelatie, kunt u in Amstelveen een bezoek brengen aan het Cobra Museum of aan Museum Jan van der Togt.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Amstelveense voetbalclub VV Amstelveen of Sporting Martinus meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Amstelveen kunt u terecht bij Aemstelburgh, bij SVU Tenista, bij AMVJ of bij Tennisclub ABN AMRO. Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Amstelveen of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor ontspanning? Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te eten of te drinken, kunt u terecht bij AMVJ Golf in Amstelveen. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Aanloop 3, 1183 SZ in Amstelveen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 020-647 55 13. De website van deze golfbaan is www.amvj-golf.nl/start/. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het gezellige clubhuis of bij Eetcafé Anno1890, één van de sponsers van AMVJ, telefoonnummer 020-644 59 06. Golf Amsteldijk is nog een golfbaan in de omgeving van Amstelveen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan een promotiefilmpje en een filmpje met drone-opnames van Amstelveen die eveneens op Youtube te zien zijn. Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Onder deze filmpjes staan de locaties van Noord-Holland en Amstelveen op Google Maps.
Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Promovideo Amstelveen
Dronebeelden Amstelveen
Google Maps Noord-Holland
Google Maps Amstelveen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Amstelveen