Talen verbinden u met de wereld en zijn een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Zo krijgen organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van de medewerkers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen op het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in als in de buurt van Alkmaar. (Betaalbare) taaltraining op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen in Alkmaar in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
“Easy Offices” pand Alkmaar Centrum Van der Kaaijstraat 64 1810 VM ALKMAAR
Dagnall Talen biedt taaltrainingen op maat in Alkmaar aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen een vreemde taal leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de algemene taaltrainingen zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals Zakelijk Engels of Duits of Technisch Engels of Duits. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van opdrachtgevers. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd talen te leren in Alkmaar. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Filosofie
Het is onze filosofie om talen te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de taal van uw keuze moeiteloos en zonder remmingen kunt leren. Een vreemde taal leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Door deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen u met grote stappen naar het gewenste taalniveau door 15 minuten dagelijks te oefenen. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die een taal wil leren in Alkmaar.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau wordt vastgesteld, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat met de offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
Na enkele lessen evalueert de taaldocent de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht van ons. Dit formulier alsook de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De groepsindelingen worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall Talen verzorgt de logistiek van het materiaal en cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall garandeert en bewaakt de continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Dagnall Talen is betrokken en flexibel!
Ons bedrijf geeft taalcursussen zakelijk op maat aan bedrijven en (overheids)instellingen in Alkmaar en omgeving sinds 1982. Wij hebben een team van ervaren en kundige trainers die specialisten zijn op het gebied van taal en die in al deze jaren al veel trainingen zakelijk aan bedrijven en (overheids)organisaties in Kennemerland en West-Friesland hebben verzorgd.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt Dagnall Taleninstituut u betaalbare en effectieve taalcursussen in Alkmaar. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbare taalcursussen op maat in Alkmaar
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is gevraagd! Taalcursussen toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn ondertussen bij veel ondernemingen een begrip. Medewerkers die geen of weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een beperking in de werkomgeving en willen sneller en/of beter kunnen communiceren.
Zij willen graag in staat zijn om de aanwijzingen op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen het liefst zelfverzekerder het werk kunnen verrichten en uiteraard heel graag hun ambitie op het werkgebied waarmaken. Dit vergt een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Dagnall Taleninstituut biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen voor het vergroten van de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer. Ons instituut helpt en leert deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Dagnall Taleninstituut stemt de lessen af op de wensen van de opdrachtgever alsook op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de lessen om, krijgen de cursisten tijdens de cursus regelmatig praktijkopdrachten, om de voortgang van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te vergroten.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Ons instituut let tevens op de enigszins onderbelichte kant van veel taaltrainingen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal te beheersen, om de cultuur en gewoontes van het land en de organisatie te begrijpen en om hun wereld door middel van taal uit te breiden. Dat vereist veel motivatie en inzet. Daarbij heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de taaltrainer per week. Dit is niet in iedere situatie genoeg.
Onderscheidend
Dagnall is onderscheidend door in te zetten op vergroting van het draagvlak voor een taalcursus op de werkvloer. Ons instituut stimuleert collega’s en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze wijze, wordt het nut van goede beheersing van de taal gezamenlijk ervaren en voelen de cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen naar een betere talenkennis in Alkmaar
Behoeftes en leermethode
Een goede taalcursus is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een cursus (in Amersfoort) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze kundige taaltrainers zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van kennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt bereikt door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Wij bieden individuele cursussen, duocursussen (met 2 lerenden), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 lerenden, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf. Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers in Alkmaar. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Een taal effectief leren in Alkmaar bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen
Individuele cursussen & groepscursussen
Dagnall Talen cursussen op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons. Dagnall Talen biedt deze individuele taalcursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Alkmaar worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen in Alkmaar
Maatwerkcursussen
Dagnall biedt individuele taalcursussen voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Alkmaar en omgeving. Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd. De individuele t@@lcursussen van Dagnall zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren. De groepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen is het hoge rendement omdat in een korte periode behoorlijk veel informatie opgenomen wordt. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele taalcursussen. De taaltaalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook is een individuele taalcursus goed op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen. Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. De cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als leuker ervaren. Doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele cursus alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan. Het geleerde kan niet worden geoefend in groepsverband doordat er geen interactie is met andere lerenden. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van fouten van andere cursisten te leren. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat eerder zijn afgeleid. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan deels worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen kunnen eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen. Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor taalcursussen
Verschillende taalcursussen op elk niveau in Alkmaar
Dagnall Taleninstituut geeft taalcursussen voor zowel beginnende, halfgevorderde als gevorderde cursisten. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen verzorgt daarom onze taalcursussen ook online alsook incompany.
Bij Dagnall kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans of een cursus spreekvaardigheid of telefoontraining. Een combinatie van deze verschillende trainingen is mogelijk en hier wordt ook vaak voor gekozen. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Taalvaardigheid staat voor kennen (kennis hebben) alsook nadruk op kunnen (kunnen handelen). Door het accent te verleggen van het kennen naar het kunnen, kunnen cursisten aan het einde van de taalcursus in Alkmaar de opgedane kennis beter toepassen.
U zult zich daardoor snel vertrouwd voelen met de andere taal. Dagnall brengt taalkennis tot leven!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docenten kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in de vreemde taal.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Een correcte uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is deze methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. De zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden of zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als de kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen goed functioneren voor woorden die betekenisvol en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed werken voor lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert de student onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de student in de vreemde taal wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De student zou inderdaad leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat van de nieuwe taal. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden aan de student aangedragen in herkenbare situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de nieuwe taal op een nauwkeurige manier leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van de student is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om een vreemde taal te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van lerenden. Deze manier van leren is voor sommige studenten moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; het gaat om de functie en minder om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling kan worden toegepast. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat deze methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in groepen biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving vaak in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de lerende van essentieel belang. Dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen uit den boze. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De leermethodiek die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de les werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommige mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de trainer en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van lerenden omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de taal nog niet voldoende machtig zijn. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden onderling als middel om te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Door deze methode worden de lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om als team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de taallessen is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de student om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden van de studenten sterk en de leermethode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt met de methode goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een hele reeks aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een alledaagse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen de trainer en de studenten. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor docenten is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. Zo zijn de taallessen niet voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan in een Dogme-les worden besproken. Lerenden blijven zo betrokken en alert.
Als lerenden zo weinig door de taaldocent begeleid worden, kunnen ze zich echter wel ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaltrainers flexibel genoeg. Dat lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de lesstof hiervoor in de lessen aan bod komt, kan een bijkomend minpunt vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de vreemde taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en de leermethode kan ook in iets grotere klassen toegepast worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarbij een andere methodiek nodig is. De methodiek is bovendien niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. De studenten werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in de vreemde taal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de vreemde taal werd gedaan aan de hand van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de studenten zelf voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor de studenten vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Aan deze Direct Methode kleven echter eveneens keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook niet. Voor de meer gevorderde lerenden, heeft de methode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor een langzaam lerende student, doordat de leermethode uitgaat van een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en de studenten aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methode gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte als autonoom beschouwd worden, is het voordeel van de methode van Caleb Gattegno. De trainer is in principe aan de student dienstbaar, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan input van de docent zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn, voelen de studenten zich ontspannen. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De studenten worden door de taaltrainer op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt zeer motiverend voor studenten om zelf verhalen te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Uitspraakverbetering kan behaald worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden ervaren het als leuk om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing bieden bij een gebrek aan docenten. Het feit dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een keerzijde van de methode.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om een vreemde taal te leren.
De cursus bestaat uit zinnen en dialogen die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. De voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De grammaticale structuren van de nieuwe taal worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken, werkt de methode van Pimsleur erg goed om de uitspraak te verbeteren.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de gebruikers zelf zinnen kunnen maken. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat de lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier en is erg toegankelijk. Het feit dat de cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen daadwerkelijke interactie, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen is. De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De lerende besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, met grammaticale toelichting. Om de uitspraak te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de lerende te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel in de doeltaal werden gegeven. Kunnen luisteren en spreken zijn de belangrijkste vaardigheden en grammaticale structuur worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om zonder fouten te leren spreken en verstaan, wat begint bij iemand na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De docenten kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een extra woord toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven taal wordt pas aangeboden als de mondelinge taal inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in de vreemde taal.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal niet gaat om het memoriseren van de regels van de grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid, die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die beginnen. Een correcte uitspraak wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook voor grotere groepen is deze methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen input verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen op een zodanige manier te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten die na verloop van tijd worden herhaald. De zinnen en woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden of zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als de kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen goed functioneren voor woorden die betekenisvol en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed werken voor lerenden die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien zeer tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal. De leermethode probeert de taal aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert de student onbewust ook de taalregels van de te leren taal. Alleen de doeltaal wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de student in de vreemde taal wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in de te leren taal worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica. De student zou inderdaad leren te communiceren in de vreemde taal, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de buitenlandse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft de geleerde stof langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal. Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat van de nieuwe taal. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden aan de student aangedragen in herkenbare situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat studenten de nieuwe taal op een nauwkeurige manier leren. De lerende krijgt inzicht in de grammatica en leert in welke situatie woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken is behoorlijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van de student is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen.
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten de vreemde taal in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de doeltaal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt de doeltaal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid in verschillende realistische situaties te oefenen. Grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent echt een trainer, die de student leert in de vreemde taal te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om een vreemde taal te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de te leren taal; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij gauw succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van lerenden. Deze manier van leren is voor sommige studenten moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; het gaat om de functie en minder om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen waarbij de student inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen kennis over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste pluspunt is dat de spreek- en luistervaardigheid ver achterblijft, waardoor de vreemde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling kan worden toegepast. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat deze methode ver af van het dagelijks gebruik van de taal, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het leren in groepen biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal leert, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in de nieuwe taal te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving vaak in de stijl van de doeltaal om een situatie te creëren alsof studenten in het land zijn waar de te leren taal wordt gesproken. De studenten oefenen het spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar het land van de vreemde taal te gaan en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Met name de mondelinge taalvaardigheid kan zeer goed worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de nieuwe taal gaan communiceren. Feitelijk zijn de lerenden 24 uur per dag aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als studenten in een vrij korte tijd een nieuwe taal leren, door in het land waar de doeltaal wordt gesproken, te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de trainer en de lerende van essentieel belang. Dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen uit den boze. De lerenden zaten in comfortabele stoelen in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gedraaid. De leermethodiek die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de nieuwe woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal. In de les werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld eveneens streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethodiek is dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommige mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de trainer en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van lerenden omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de taal nog niet voldoende machtig zijn. De trainer geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Het gesprek wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden onderling als middel om te leren. Er is geen lesboek dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel de vreemde taal als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen, maar eveneens buiten de lessen. Door deze methode worden de lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om als team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen afgenomen. Het succes van de taallessen is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van de taal (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze de taal ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat een grotere plaats in dan de grammatica. De instructies zijn op situaties en uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de student om de taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten de taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent die hen wegwijs maakt, dan aan een docent-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de vreemde taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal leren denken.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden van de studenten sterk en de leermethode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Studenten worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid van de student wordt met de methode goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een hele reeks aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de vreemde taal geen op zichzelf staand doel, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over woordenschat en taalregels van de doeltaal beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een alledaagse, natuurlijke manier in aanraking met de doeltaal en leert zo authentieke woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen de trainer en de studenten. Net als de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor docenten is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk voor hun eigen leerproces zijn. Zo zijn de taallessen niet voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan in een Dogme-les worden besproken. Lerenden blijven zo betrokken en alert.
Als lerenden zo weinig door de taaldocent begeleid worden, kunnen ze zich echter wel ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaltrainers flexibel genoeg. Dat lerenden zich vaak op een specifiek examen moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de lesstof hiervoor in de lessen aan bod komt, kan een bijkomend minpunt vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal. Het primaire uitgangspunt van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit de gastcultuur. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu de vreemde taal ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de ontvangende cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook de taal die vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei naast de formele taalsessies.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van de taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de tekst in de doeltaal ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname kunnen spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse leerboeken zijn voor deze methode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. Het niveau van de audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de nieuwe taal in het zenuwstelsel versterken, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van de doeltaal veel effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de methode van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de vreemde taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de techniek van Shadowing is dat de studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van een vreemde taal versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat ze spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van de nieuwe taal bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en de leermethode kan ook in iets grotere klassen toegepast worden. De nieuwe taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarbij een andere methodiek nodig is. De methodiek is bovendien niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal. De studenten werden aangemoedigd veel te praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in de vreemde taal gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de vocabulaire van de vreemde taal werd gedaan aan de hand van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de studenten zelf voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om een vreemde taal te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor de studenten vloeiendheid in de vreemde taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Aan deze Direct Methode kleven echter eveneens keerzijden. Voor schrijfvaardigheid is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook niet. Voor de meer gevorderde lerenden, heeft de methode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor een langzaam lerende student, doordat de leermethode uitgaat van een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes en regels met woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent, die maar één woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en weer variaties op de zinnen. Spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en de studenten aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methode gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van de doeltaal vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte als autonoom beschouwd worden, is het voordeel van de methode van Caleb Gattegno. De trainer is in principe aan de student dienstbaar, niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal lerenden wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan input van de docent zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn, voelen de studenten zich ontspannen. Zo worden structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De studenten worden door de taaltrainer op grammaticale verschijnselen van de doeltaal gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ gaan spreken en de grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. De taaldocent schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun vertaling en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze om een nieuwe taal te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt zeer motiverend voor studenten om zelf verhalen te maken.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers om de betekenis van nieuwe woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met die van native speakers (moedertaalsprekers) vergelijken. Uitspraakverbetering kan behaald worden door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden ervaren het als leuk om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing bieden bij een gebrek aan docenten. Het feit dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een keerzijde van de methode.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om een vreemde taal te leren.
De cursus bestaat uit zinnen en dialogen die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. De voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en taalstructuren in de doeltaal. De grammaticale structuren van de nieuwe taal worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van de doeltaal.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo spreken, werkt de methode van Pimsleur erg goed om de uitspraak te verbeteren.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de doeltaal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en stof die nieuw is, wordt afgewisseld met stof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en de doeltaal gewezen, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de gebruikers zelf zinnen kunnen maken. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat de lerenden zelf hun woordenschat kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de te leren taal en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. De mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint luistervaardigheid en uitspraak op een efficiënte manier en is erg toegankelijk. Het feit dat de cursussen niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen daadwerkelijke interactie, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen is. De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De lerende besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De vertaling staat hiernaast, met grammaticale toelichting. Om de uitspraak te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er bestaat echter een betere methode: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant kunnen zijn voor de cursist. Onze taaltrainers zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd. Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Alkmaar.
Online een taal leren (e-learning)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended cursussen in Alkmaar
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Alkmaar op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus leren waar en wanneer het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afloop van de taalcursus in Alkmaar is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met zakenpartners en klanten kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn. Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven daarom vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen op maat
Dagnall Talen leert u communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor technische en zakelijke taaltrainingen online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Talen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten verzorgd
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO dan wel universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die specifiek op uw wensen en behoeften worden afgestemd
De inhoud van de taalcursus wordt op het leerplan afgestemd om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen zelfverzekerd en snel te bereiken
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat en de structuren die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij de combinatie van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het slagen van de taaltraining .
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw taalcursus in Alkmaar ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal bevat.
Na afloop van uw taalcursus in Alkmaar ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als leidraad en geven de cursist een helder inzicht in de huidige en verworven kennis van de taal. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de taalcursus in Alkmaar ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een hulpmiddel dat de verschillende niveaus van taalvaardigheid definieert op een uniforme manier. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK zet vijf niveaus van taalvaardigheid uiteen, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam wordt ook vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader kent eveneens 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De beheersingsniveaus beginnen bij A1 en A2, vervolgens de vaak het meest gewenste B1, B2 en dan de moeilijkste C1 en C2.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners. Een cursist die taalniveau B beheerst, bezit alle basiskennis in deze taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Taalniveau C geeft de vaardigheden van een (ver)gevorderde taalgebruiker aan, die de taal kent als een (bijna) moedertaalgebruiker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De pijlers van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een taalcursus in Alkmaar, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.De leden van het NRTO werken resultaat- en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld taalcursussen in Alkmaar sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continue vernieuwing is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk bewaard worden en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Taleninstituut Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall taalcursussen in Alkmaar zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen is ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat ons taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden. Door deze btw-vrijstelling kunnen wij een lagere prijs in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Vraag een vrijblijvende offerte voor een taalcursus in Alkmaar aan
Neem contact met ons op voor een taalcursus in Alkmaar. Informeer vrijblijvend naar onze mogelijkheden. U kunt e-mailen naar taalcursus-alkmaar@dagnall.nl of u kunt ons bellen op 085-2737302 (geen belmenu).
Of ga naar ons contactformulier. Bestel meteen het gratis Dagnall informatiepakket.
De beste weg naar een taalcursus in Alkmaar!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de taalcursus in Alkmaar op uw locatie volgen of in Alkmaar, bijvoorbeeld in het pand van Easy Offices in Alkmaar Centrum aan de Van der Kaaijstraat 64 in Alkmaar. Dagnall Talen verzorgt ook taalcursussen in Alkmaar bij bijvoorbeeld Golden Tulip Hotel Alkmaar aan de Arcadialaan 6, bij Van der Valk Hotel Akersloot aan de Geesterweg 1A in Akersloot en bij Fletcher Hotel Heiloo aan de Kennemerstraatweg 425 in Heiloo.
U kunt vergaderen in Alkmaar bij bijvoorbeeld bij Taqa Theater De Vest op Canadaplein 2 of bij TWO70 aan de Westerweg 270.
Alkmaar is bewoond sinds de Middeleeuwen. Het was eerst een agrarische nederzetting. In 1063 wordt Alkmaar voor het eerst in een oorkonde genoemd met betrekking tot de kapel van Alkmaar.
De naam ‘Alkmare’ (maar ook Allecmere of Alcmere) is een verbastering van het Oudnederlandse woord mere, wat ‘meer’ of ‘moeras’ betekent en alk uit de Dietse taal, wat ‘moeras’ of ‘tempel’ betekent.
Alkmaar ligt in de streek Kennemerland en een stukje van het Alkmaarse buitengebied valt binnen de Westfriese Omringdijk. Dit gebied valt onder West-Friesland. Plaatsen in de buurt van de stad Alkmaar zijn Bergen, Bergen aan Zee, Broek op
Langedijk, Egmond aan Zee, Heerhugowaard, Heiloo, Limmen en Schoorl. Alkmaar ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Alkmaar telt ongeveer 109.000 inwoners.
Een inwoner van Alkmaar is een ‘Alkmaarder’, maar de bijnaam is kaaskop. Bekende Alkmaarders zijn Karin Bloemen, Marco Borsato, Rudi Carrell, Angela Groothuizen, Sophie Hilbrand, Gerard Joling en Irene Moors. Iets wat uit Alkmaar komt, heet ‘Alkmaars’ of ‘Alkmaarder’.
Met Alkmaars Goud wordt echter ‘kaas’ bedoeld, namelijk ‘De Alkmaarder’. Alkmaar kreeg stadsrechten in 1254 en is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Schermer en Graft-De Rijp, Oudorp en een deel van Koedijk deel van uitmaken.
Alkmaar - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Alkmaar zijn Bath in het Verenigd Koninkrijk, Darmstadt in Duitsland, Troyes in Frankrijk, Tata in Hongarije, Bergama in Turkije en Uitenhage in Zuid-Afrika.
Hoger onderwijs
Hogescholen in Alkmaar zijn InHolland en de iPabo. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Alkmaar.
Denk je aan Alkmaar, dan denk je aan de kaasmarkt, die al eeuwenlang plaatsvindt op het Waagplein. De oude binnenstad van Alkmaar is beschermd stadsgezicht; er zijn hofjes, grachten en musea. Elk jaar wordt op 8 oktober het Alkmaars Ontzet gevierd; het einde van het Beleg van Alkmaar in 1573. Alkmaar fungeert als winkelstad voor de wijde omgeving. De stad zelfs de op vier na grootste winkelstad van Nederland als het gaat om diversiteit aan winkels.
De stad is een toeristische stad vanwege de markten. Alkmaar is eveneens de thuisbasis van de voetbalclub AZ.
Alkmaar - minder bekend
Minder bekend is dat de naam ‘Alkmaer’ in marmer staat gebeiteld op de Parijse Arc de Triomphe. Dit werd door de Fransen gedaan, nadat zij in 1799 de Russen en de Engelsen hadden verslagen bij de ‘Slag bij Alkmaer’.
Dit is een dialect dat in het noorden van Noord-Holland wordt gesproken en ook op Texel. Het West-Fries is geen homogeen dialect: er is oostelijk West-Fries en westelijk West-Fries; land-West-Fries en eiland-West-Fries. In Alkmaar wordt niet veel dialect gesproken, maar wel in de dorpen eromheen. In Alkmaar zelf kun je wel een Alkmaars accent horen. Kenmerkend voor de West-Friese dialecten is dat voltooid deelwoorden geen ge- krijgen. Sommige klinkers wijken af van het Standaardnederlands:
‘a’ wordt e (‘karmis’), ‘aa’ wordt ee of ei (skeip voor ‘schaap’) en ‘ij’ klinkt als ai of oi; de sch- wordt sk-. Het Alkmaarse accent klinkt nasaal. Nôh is een typisch Alkmaarse uitroep en na bijna elke zin hoor je dènk. Een ‘schuurtje’ is een boetje en glop betekent ‘steeg’. Dit komt terug in straatnamen: Wijde Glop, Kleine Glop, Payglop (papenglop). Een West-Fries gezegde: Louf ken lang an: “Als je moe bent, kun je best nog even doorwerken”.
“AlKmaAr prAchtStad”
Alkmaar - zakelijk
De gemeente Alkmaar
Het netnummer van Alkmaar is 072. Het postcodegebied van Alkmaar is 1800 - 1827. Het adres van het gemeentehuis van Alkmaar is Mallegatsplein 10, 1815 AG in Alkmaar. De website van de gemeente Alkmaar is Alkmaar.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Alkmaar is 14 072.
Zakendoen in Alkmaar
Voor Alkmaarse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Alkmaar is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Alkmaar is KVK-kantoor Alkmaar.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Alkmaar vaak op bedrijventerrein FloraHolland, bedrijventerrein Green Park Aalsmeer of op bedrijventerrein Hornmeer. In Alkmaar bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Albé, Boehringer Ingelheim Nederland, Clafis, DEKRA Automotive, Derco, Egmond Plastic, Eriks, Germefa, G.P. Groot, HVC Groep, NICE, Oilily, Pilkes, Plymovent, Ravo Benelux (Mathieu, Ravo, Scarab), Rock Solid, RSU-Motorsport (Brembo, Feredo), Safran, Schoonmaakbedrijf Victoria, Sortiva, Distributiecentrum Starflor, Tebulo Engineering,
Triumph Motorcycles, Vacanceselect, Vomar, Weel Caravans Alkmaar (Eldiss, Shadowline), De Winter’s Banketbakkerij, Xelvin, Winder Limmen, De Aviateur Banketbakkerijen in Broek op Langedijk, Burg Azijn en Siroop in Heerhugowaard, Dobla in Heerhugowaard, Lagosse Chocolaterie in Heerhugowaard, Rijkenberg Chocolade- en Suikerwerken in Heerhugowaard, Exellent Food & Snacks in Oudkarspel, Royal T-Stick Europe in Oudkarspel en Kramer Zuurkool in Zuid-Scharwoude. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Alkmaarse nieuwsportaal is Alkmaar Centraal en Alkmaarse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws. Ondernemers in Alkmaar kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een goed idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Alkmaarse voetbalclub AZ, Alcmaria Victrix of Alkmaarsche Boys meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Alkmaar kunt u terecht bij LTC De Zes Wielen, bij Tennisvereniging De Hout, bij T.C. Alkmaar of bij T.P.C. Daalmeer. Golf, ontspanning & lunch Is het na de taalcursus in Alkmaar of een (lange) bespreking met uw internationale (zaken)relatie tijd voor wat ontspanning? Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u naar Golfbaan Sluispolder in Alkmaar gaan. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Sluispolderweg 7, 1817 BM in Alkmaar. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 072-515 68 07. De website van de golfbaan is www.sluispolder.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij restaurant ’t Sluisje.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u een promotiefilmpje alsook een filmpje met drone-opnames van Alkmaar die tevens op Youtube staan. Klik direct op het logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen. Onder deze filmpjes staan de locaties van Noord-Holland en Alkmaar op Google Maps.
Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.