Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing nederlands
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Nederlands van het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in als in de buurt van Zoetermeer.
Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak kent een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Zoetermeer aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taaltrainingen Nederlands vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands en/of zakelijk Nederlands. Taalcursussen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgever afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Nederlands te leren in Zoetermeer. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Dagnall Talen zet daarom alles in het werk om te zorgen dat u de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos leert.
Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen u in grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Zoetermeer.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Nederlands spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus (Nederlands) is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Nederlands (in Zwolle) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt.
Het bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen met een mix van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie.
Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall in Zwolle. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Wij verzorgen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Zwolle worden gegeven.
Dagnall biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Zwolle en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel privélessen of één-op- één-taalcursussen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep wordt zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te bieden en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement doordat in korte tijd veel kennis wordt geleerd.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander groot voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Het grootste voordeel van groepscursussen Nederlands is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen cursisten fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele cursus.
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele cursussen Nederlands alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Het geleerde kan niet worden geoefend in een groep omdat er geen interactie is met andere cursisten.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om van fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers iets eerder worden afgeleid. Het rendement is hierdoor iets lager. Deels kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen).
Een groepscursus Nederlands kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten, is een ander nadeel van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands kunnen spreken en kunnen verstaan; het begint met een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is het middel; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De docenten Nederlands kunnen een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor al snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een vlotte en efficiënte kennisoverdracht bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen gebruikt worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis onthouden als deze kennis ook betekenisvol en relevant is. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Nederlandse woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Het opschrijven functioneert beter dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is daarnaast nogal tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Zo leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende in het Nederlands wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands. Lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands te krijgen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De leermethode staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangeboden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal ingezet om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden het Nederlands op een nauwkeurige manier leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven eveneens nadelen. De methode van werken kost tamelijk veel tijd en levert niet direct succeservaringen op. De inbreng van de student zelf is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is wanneer men een vreemde taal leert (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie met de docent Nederlands alsook met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen het verenigde Europa ontstond een grotere behoefte om een vreemde taal te leren op een manier die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen de kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Met name de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Het feit dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die ontwikkeld is in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer (Nederlands) zijn hiervoor van essentieel belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen niet geschikt. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden geplaatst en er was altijd muziek tijdens de klas. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk door ze worden begrepen en opgenomen. Tijdens de lessen was veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen last zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend voordeel van de methode is dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommigen een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Zijn zij de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken zij in de moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Nederlands te leren. Er is geen leerboek Nederlands dat gebruikt wordt; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel bewuster van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Nederlands spreken als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal.
Het is de rol van de trainer Nederlands om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had. De methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Nederlands sterk en creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme op bij de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De methode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve competenties Nederlands van de studenten sterk gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die per slot van rekening een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het gaat om de communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen docent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent Nederlands. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen Nederlands zo niet. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers Nederlands in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de les, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Ook het Nederlands dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden realistische doelen en een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Nederlandse taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zullen de studenten een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke beweging de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de Nederlandse taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-methode heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die van het idee uitgaat dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in eerste instantie de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden Nederlands zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Nederlands praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door de combinatie van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. Het verworven Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken. Daardoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarbij een andere leermethode nodig. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Dat de lessen in het Nederlands gegeven werden, was eveneens een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd aan de hand van voorbeelden en plaatjes. De lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloeden van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Er wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de Nederlandse taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De leermethode kent eveneens keerzijden. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief weinig aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands onvoldoende uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode ook niet heel geschikt, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een docent Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het Nederlandse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden één voor één herhaald. De herhaling helpt de lerenden hhet Nederlandse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en vervolgens variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers Nederlands om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In principe is de docent Nederlands dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leren.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent Nederlands zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten regels van het Nederlands uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methodiek is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) te vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties toegepast.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerenden gebruikt worden. De lerende bepaalt zelf welke onderdelen van de methode meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Voor scholen kan deze methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een keerzijde is dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door de lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in het Nederlands. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet apart uit maar biedt deze grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder meer gebruikt door Amerikanen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken in een normaal tempo, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de metodhiek. De gebruikers leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte de lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands de makkelijke stof begrepen en verworven hebben. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de gebruikers zelf zinnen bouwen. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. De studenten die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de taalcursussen Nederlands geen schrijfvaardigheid bieden. Ook is er geen echte interactie, omdat het audiocursussen zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel een hooggegrepen streven voor taalcursussen (zoals Nederlands) is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De cursisten werken bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, samen met uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de cursist te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands kunnen spreken en kunnen verstaan; het begint met een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is het middel; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De docenten Nederlands kunnen een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor al snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een vlotte en efficiënte kennisoverdracht bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen gebruikt worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis onthouden als deze kennis ook betekenisvol en relevant is. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Nederlandse woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Het opschrijven functioneert beter dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is daarnaast nogal tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Zo leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende in het Nederlands wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands. Lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands te krijgen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De leermethode staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangeboden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal ingezet om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden het Nederlands op een nauwkeurige manier leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven eveneens nadelen. De methode van werken kost tamelijk veel tijd en levert niet direct succeservaringen op. De inbreng van de student zelf is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is wanneer men een vreemde taal leert (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie met de docent Nederlands alsook met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen het verenigde Europa ontstond een grotere behoefte om een vreemde taal te leren op een manier die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen de kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Met name de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Het feit dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die ontwikkeld is in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer (Nederlands) zijn hiervoor van essentieel belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen niet geschikt. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden geplaatst en er was altijd muziek tijdens de klas. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk door ze worden begrepen en opgenomen. Tijdens de lessen was veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen last zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend voordeel van de methode is dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommigen een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Zijn zij de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken zij in de moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Nederlands te leren. Er is geen leerboek Nederlands dat gebruikt wordt; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel bewuster van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Nederlands spreken als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal.
Het is de rol van de trainer Nederlands om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had. De methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Nederlands sterk en creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme op bij de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De methode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve competenties Nederlands van de studenten sterk gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die per slot van rekening een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het gaat om de communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen docent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent Nederlands. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen Nederlands zo niet. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers Nederlands in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de les, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Ook het Nederlands dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden realistische doelen en een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Nederlandse taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zullen de studenten een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke beweging de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de Nederlandse taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-methode heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die van het idee uitgaat dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in eerste instantie de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden Nederlands zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Nederlands praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door de combinatie van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. Het verworven Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken. Daardoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarbij een andere leermethode nodig. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Dat de lessen in het Nederlands gegeven werden, was eveneens een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd aan de hand van voorbeelden en plaatjes. De lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloeden van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Er wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de Nederlandse taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De leermethode kent eveneens keerzijden. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief weinig aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands onvoldoende uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode ook niet heel geschikt, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een docent Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het Nederlandse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden één voor één herhaald. De herhaling helpt de lerenden hhet Nederlandse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en vervolgens variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers Nederlands om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In principe is de docent Nederlands dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leren.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent Nederlands zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten regels van het Nederlands uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Men spreekt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Zwolle.
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall ook blended learning in Zwolle op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. De cursisten kunnen dus Nederlands leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar na afloop van de training Nederlands in Zwolle.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Werknemers die meerdere talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Dagnall leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom wordt over het algemeen ervaren als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc/iMac of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen (Nederlands) worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Zwolle, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat duidt op een geografisch lager gebied; “De Lage Landen”.
Van oudsher bekend om tulpen, klompen, stroopwafels, kaas, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is vermaard om de strijd tegen het water,
noodzakelijk vanwege de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Denk aan Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, Mondriaan en Rietveld.
De munteenheid van Nederland is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Nederlandse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Nederlandse Centrale Bank DNB (De Nederlandsche Bank) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht.
De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl.
Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Voor sommige anderstaligen is de uitspraak van het Nederlands lastig. De vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ zijn een struikelblok. Met name de ‘ui’-klank is moeilijk. Deze ‘ui’-klank is een klank die maar in weinig voorkomt andere talen.
Alsof het nog niet genoeg is, kent het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend van de beginklank naar de eindklank overgaat. Bijvoorbeeld: aai, eeuw, ieuw, ei en oi.
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee citaten wordt geopend en gesloten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Net zoals elke taal, kent het Nederlands ook stopwoorden. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze opvulwoorden of stopwoordjes ook als ze Engels praten. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van het woordje ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Vind je ook niet?”
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het station NPO 3 FM is het bekendste publieke radiostation van Nederland.
Als u op het linker computerscherm met het logo hierboven klikt, kunt u live luisteren naar dit Nederlandse publieke radiostation.
Radio 538 is het bekendste Nederlandse commerciële radiostation. Klik op het logo op het rechter computerscherm hierboven en luister direct live naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation.
Uw favoriete televisieserie met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is.
De televisie-omroep NPO is de Nederlandse publieke televisieomroep.
RTL en SBS zijn de populairste Nederlandse commerciële televisieomroepen.
Deze Nederlandse stations kunt u via kabel, internet, satelliet of een app bekijken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Zwolle ligt in de regio IJsseldelta. Zwolle is de provinciehoofdstad van Overijssel.
Zwolle is eveneens een Hanzestad.
‘De nieuwe Hanze’ werd in het jaar 1980 in Zwolle opgericht. Deze nieuwe Hanze is geen handelsverbond maar is op samenwerking op cultureel en toeristisch gebied gericht.
Men vergadert net als vroeger in de verschillende Hanzesteden.
De partnerstad van Zwolle is Lünen in Duitsland.
De gemeente Zwolle omvat eveneens Wijthmen en Windesheim.
Er zijn diverse hogescholen in Zwolle gevestigd, zoals Fontys, de Katholieke Pabo, NHL Stenden, Schoevers, Viaa en Windesheim.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Zwolle.
Niet veel mensen weten de eerste autowasstraat van Nederland in Zwolle stond, namelijk in de Floresstraat in 1982.
Het netnummer van Zwolle is 038.
Het postcodegebied van Zwolle is 8000 - 8045.
Het adres van het gemeentehuis van Zwolle is Lübeckplein 2, 8017 JZ in Zwolle.
De website van de gemeente Zwolle is Zwolle.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Zwolle is 14 038.
Voor Zwolse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Zwolle is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Zwolle is KVK-kantoor Zwolle.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Zwolle een bezoek brengen aan Beeldenpark Landgoed Anningahof, aan het Bonami SpelComputer Museum, aan Museum de Fundatie, aan de Herman Brood Experience, aan het Sinterklaasmuseum of aan Het Vrouwenhuis.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een goed idee om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Zwolse voetbalclub PEC, SV Zwolle, CSV of Be Quick ’28 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Zwolle kunt u terecht bij Tennisvereniging PAF, bij Z.L.T.B. of bij TC’91 Stadshagen.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Nederlands in Zwolle wat ontspannen?
Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te eten of te drinken, kunt u naar Golfclub Zwolle gaan. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Zalnéweg 75, 8026 PZ in Zwolle. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 038-453 42 70. De website van deze golfbaan is www.golfclubzwolle.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij het restaurant van de golfbaan. Golftuin Zwolle en Hattemse Golf & Country Club zijn nog andere golfbanen in de buurt van Zwolle.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing nederlands
Taalcursussen Nederlands in Zoetermeer van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Nederlands van het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in als in de buurt van Zoetermeer.
Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak kent een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Zoetermeer aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Nederlands in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Nederlands leren
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taaltrainingen Nederlands vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands en/of zakelijk Nederlands. Taalcursussen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgever afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Nederlands te leren in Zoetermeer. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
Het is onze filosofie om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Dagnall Talen zet daarom alles in het werk om te zorgen dat u de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos leert.
Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen u in grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Zoetermeer.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt in overleg met u als opdrachtgever uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met uw offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
De trainer evalueert na een aantal lessen Nederlands de voortgang en de inhoud van de cursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen uiteraard aangepast worden.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Nederlands in Zwolle
Dagnall Talen is werkzaam sinds 1982 en geeft sindsdien taalcursussen Nederlands op maat in Zwolle en omgeving aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Onze kundige taaltrainers Nederlands zijn specialisten op het gebied van taal en hebben in het IJsselland al menig training aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties gegeven.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, bieden wij zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Zwolle. U kunt erop vertrouwen dat Dagnall Taleninstituut maximaal rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Zwolle sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Cursussen (Nederlands) gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel ondernemingen gemeengoed.
Medewerkers met beperkte of zonder kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en sneller en/of beter communiceren.
Medewerkers met beperkte of zonder kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en sneller en/of beter communiceren.
De werkinstructies op de werkvloer willen zij goed kunnen begrijpen en op kunnen volgen. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en uiteraard hun ambities op hun werkterrein waarmaken. Dit vereist een investering in medewerkers en in de ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Zwolle
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus (Nederlands) is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Nederlands (in Zwolle) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt.
Het bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen met een mix van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie.
Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall in Zwolle. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Nederlands effectief leren in Zwolle bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Zwolle worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Zwolle
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Zwolle en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel privélessen of één-op- één-taalcursussen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep wordt zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te bieden en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement doordat in korte tijd veel kennis wordt geleerd.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander groot voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen Nederlands is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen cursisten fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele cursussen Nederlands alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Het geleerde kan niet worden geoefend in een groep omdat er geen interactie is met andere cursisten.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om van fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers iets eerder worden afgeleid. Het rendement is hierdoor iets lager. Deels kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen).
Een groepscursus Nederlands kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Talen verzorgt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom de taalcursussen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom de taalcursussen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands volgen. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen eveneens mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands kunnen spreken en kunnen verstaan; het begint met een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is het middel; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De docenten Nederlands kunnen een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor al snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een vlotte en efficiënte kennisoverdracht bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen gebruikt worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis onthouden als deze kennis ook betekenisvol en relevant is. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Nederlandse woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Het opschrijven functioneert beter dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is daarnaast nogal tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Zo leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende in het Nederlands wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands. Lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands te krijgen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De leermethode staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangeboden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal ingezet om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden het Nederlands op een nauwkeurige manier leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven eveneens nadelen. De methode van werken kost tamelijk veel tijd en levert niet direct succeservaringen op. De inbreng van de student zelf is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is wanneer men een vreemde taal leert (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie met de docent Nederlands alsook met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen het verenigde Europa ontstond een grotere behoefte om een vreemde taal te leren op een manier die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen de kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Met name de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Het feit dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die ontwikkeld is in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer (Nederlands) zijn hiervoor van essentieel belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen niet geschikt. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden geplaatst en er was altijd muziek tijdens de klas. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk door ze worden begrepen en opgenomen. Tijdens de lessen was veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen last zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend voordeel van de methode is dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommigen een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Zijn zij de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken zij in de moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Nederlands te leren. Er is geen leerboek Nederlands dat gebruikt wordt; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel bewuster van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Nederlands spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal.
Het is de rol van de trainer Nederlands om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had. De methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Nederlands sterk en creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme op bij de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De methode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve competenties Nederlands van de studenten sterk gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die per slot van rekening een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het gaat om de communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen docent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent Nederlands. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen Nederlands zo niet. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers Nederlands in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de les, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Ook het Nederlands dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden realistische doelen en een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Nederlandse taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zullen de studenten een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke beweging de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de Nederlandse taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-methode heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die van het idee uitgaat dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in eerste instantie de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden Nederlands zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Nederlands praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door de combinatie van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. Het verworven Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken. Daardoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarbij een andere leermethode nodig. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Dat de lessen in het Nederlands gegeven werden, was eveneens een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd aan de hand van voorbeelden en plaatjes. De lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloeden van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Er wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de Nederlandse taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De leermethode kent eveneens keerzijden. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief weinig aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands onvoldoende uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode ook niet heel geschikt, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een docent Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het Nederlandse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden één voor één herhaald. De herhaling helpt de lerenden hhet Nederlandse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en vervolgens variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers Nederlands om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In principe is de docent Nederlands dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leren.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent Nederlands zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten regels van het Nederlands uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methodiek is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) te vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties toegepast.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerenden gebruikt worden. De lerende bepaalt zelf welke onderdelen van de methode meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Voor scholen kan deze methode een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een keerzijde is dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door de lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in het Nederlands. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet apart uit maar biedt deze grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder meer gebruikt door Amerikanen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken in een normaal tempo, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de metodhiek. De gebruikers leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte de lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands de makkelijke stof begrepen en verworven hebben. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de gebruikers zelf zinnen bouwen. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat studenten zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. De studenten die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de taalcursussen Nederlands geen schrijfvaardigheid bieden. Ook is er geen echte interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat wel een hooggegrepen streven voor taalcursussen (zoals Nederlands) is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De cursisten werken bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, samen met uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de cursist te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands kunnen spreken en kunnen verstaan; het begint met een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is het middel; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De docenten Nederlands kunnen een zin bijvoorbeeld tien keer herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor al snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een vlotte en efficiënte kennisoverdracht bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen gebruikt worden.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis onthouden als deze kennis ook betekenisvol en relevant is. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Nederlandse woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Het opschrijven functioneert beter dan typen of, tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Deze methode is daarnaast nogal tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Zo leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende in het Nederlands wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands. Lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands te krijgen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De leermethode staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Bij de methode draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangeboden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal ingezet om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden het Nederlands op een nauwkeurige manier leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven eveneens nadelen. De methode van werken kost tamelijk veel tijd en levert niet direct succeservaringen op. De inbreng van de student zelf is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is wanneer men een vreemde taal leert (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen met behulp van de CLT-technieken door de interactie met de docent Nederlands alsook met elkaar. Authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen het verenigde Europa ontstond een grotere behoefte om een vreemde taal te leren op een manier die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen de kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ wordt gebruikt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Met name de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Het feit dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander nadeel van de leermethode zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die ontwikkeld is in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de trainer (Nederlands) zijn hiervoor van essentieel belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te bereiken, waren lesloken met rijopstellingen niet geschikt. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden geplaatst en er was altijd muziek tijdens de klas. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk door ze worden begrepen en opgenomen. Tijdens de lessen was veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen last zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend voordeel van de methode is dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor sommigen een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend of stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Zijn zij de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken zij in de moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Nederlands te leren. Er is geen leerboek Nederlands dat gebruikt wordt; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel bewuster van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Door het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Nederlands spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal.
Het is de rol van de trainer Nederlands om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was enige tijd succesvol, ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had. De methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Nederlands sterk en creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme op bij de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De methode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve competenties Nederlands van de studenten sterk gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die per slot van rekening een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen iets boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het gaat om de communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen docent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent Nederlands. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar zijn de lessen Nederlands zo niet. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers Nederlands in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de les, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Ook het Nederlands dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden realistische doelen en een duidelijk tijdspad. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Nederlandse taal, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een relatief eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij de methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zullen de studenten een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke beweging de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een bijkomende reden waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van de Nederlandse taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-methode heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die van het idee uitgaat dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in eerste instantie de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheden Nederlands zijn de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Nederlands praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door de combinatie van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. Het verworven Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het minpunt van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken. Daardoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarbij een andere leermethode nodig. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar ook over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Dat de lessen in het Nederlands gegeven werden, was eveneens een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd aan de hand van voorbeelden en plaatjes. De lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloeden van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Er wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in de Nederlandse taal en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. De leermethode kent eveneens keerzijden. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief weinig aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands onvoldoende uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode ook niet heel geschikt, doordat deze methode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een docent Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het Nederlandse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden één voor één herhaald. De herhaling helpt de lerenden hhet Nederlandse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en vervolgens variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers Nederlands om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In principe is de docent Nederlands dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leren.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent Nederlands zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De lerenden ontspannen zich doordat de verhalen vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten regels van het Nederlands uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools om Nederlands te leren
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Quizlet, Babbel, Mondly en Duolingo.
Er is echter een betere methode:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist Nederlands het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode:
De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist Nederlands het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft cursussen Nederlands bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft cursussen Nederlands bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Nederlands online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Men spreekt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Zwolle.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Zwolle
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall ook blended learning in Zwolle op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. De cursisten kunnen dus Nederlands leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar na afloop van de training Nederlands in Zwolle.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Nederlands in Zwolle
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Werknemers die meerdere talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom wordt over het algemeen ervaren als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor individuele trainingen of groepstrainingen Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc/iMac of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Zwolle ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Zwolle ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Zwolle
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als leidraad en biedt de cursist een helder beeld van de aanwezige en verworven kennis van het Nederlands. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen na de cursus Nederlands in Zwolle het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de niveaus van taalvaardigheid beschrijft op een uniforme wijze.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK karakteriseert vijf domeinen van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelse term wordt eveneens vaak gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK noemt ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native).
De zes niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK karakteriseert vijf domeinen van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelse term wordt eveneens vaak gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK noemt ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native).
De zes niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners.
Iemand die taalniveau B Nederlands beheerst, bezit alle basiskennis in de Nederlandse taal.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Nederlands verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C laat zien dat iemand de Nederlandse taal erg goed kan gebruiken in diverse situaties.
Iemand die taalniveau B Nederlands beheerst, bezit alle basiskennis in de Nederlandse taal.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Nederlands verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C laat zien dat iemand de Nederlandse taal erg goed kan gebruiken in diverse situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen (Nederlands) worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituutinstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Zwolle, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, verwerkt en bewaard mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging te worden beschermd. Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Zwolle zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut is ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
Dat betekent dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Zwolle
Contact cursus Nederlands Zwolle
Wilt u contact met Dagnall Talen opnemen voor een cursus Nederlands in Zwolle? Vraag vrijblijvend naar de oplossingen bij Dagnall Talen. Stuurt u een e-mail via cursus-nederlands-zwolle@dagnall.nl of vult u het contactformulier op de website in, dan informeren wij u vrijblijvend over onze cursussen.
Wij informeren u dan snel over de opties! Bellen naar ons instituut voor een cursus Spaans in Vlissingen kan natuurlijk ook op telefoonnummer 085-2737302 (geen menu). U kunt ook het gratis informatiepakket voor cursussen bestellen.
Het efficiënte traject naar een cursus Nederlands in Zwolle!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Amsterdam op de kaart van Nederland
Leer Nederland kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u de provincies van Nederland onderscheiden?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zich bevinden?
Zo leert u de 12 Nederlandse provincies heel gauw kennen.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u de provincies van Nederland onderscheiden?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zich bevinden?
Zo leert u de 12 Nederlandse provincies heel gauw kennen.
Controleer uw kennis door met uw muis naar de landkaart van Nederland te gaan.
Als u de muis op de landkaart van Nederland laat rusten, ziet u de bestuurlijke indeling van Nederland.
Dan worden de Nederlandse provincies na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, daarna kunt de naam van de uitgelichte provincie lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Nederland.
Als u de muis op de landkaart van Nederland laat rusten, ziet u de bestuurlijke indeling van Nederland.
Dan worden de Nederlandse provincies na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, daarna kunt de naam van de uitgelichte provincie lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u hier zeker bij helpen.
Beroemde Nederland, bekende exportproducten en gewoonten en gebruiken hebben wij op een rijtje gezet.
Velerlei markante onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze kennis over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
De informatie die u hieronder vindt over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u hier zeker bij helpen.
Beroemde Nederland, bekende exportproducten en gewoonten en gebruiken hebben wij op een rijtje gezet.
Velerlei markante onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze kennis over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen toepassen maar ook uw verworven kennis over het land inzetten.
Zo is het mogelijk iets te weten komen over de Nederlandse eetcultuur en bepaalde Nederlandse gerechten.
Koken en eten brengt mens en cultuur samen.
Uw behaalde talenkennis alsook uw kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders weet men zeker te waarderen!
Zo is het mogelijk iets te weten komen over de Nederlandse eetcultuur en bepaalde Nederlandse gerechten.
Koken en eten brengt mens en cultuur samen.
Uw behaalde talenkennis alsook uw kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders weet men zeker te waarderen!
Hoge bomen vangen veel wind
In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is
Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn
Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen
Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is
Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn
Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen
Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet zeer verfijnd.
Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het menu.
Verder eten Nederlanders veel brood.
Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen.
Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering.
In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken.
De Nederlandse lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack.
Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm.
De traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis.
Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit.
Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje.
Een typisch gerecht in de winter is erwtensoep (snert’).
Erwtensoep is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst.
In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd.
Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje.
Die wordt dan op straat geconsumeerd.
Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden allebei van slachtafval gemaakt.
Hoewel in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier.
Er zijn veel bierbrouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan.
Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan.
Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit geldt zowel zakelijk als privé.
Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het menu.
Verder eten Nederlanders veel brood.
Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen.
Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering.
In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken.
De Nederlandse lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack.
Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm.
De traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis.
Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit.
Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje.
Een typisch gerecht in de winter is erwtensoep (snert’).
Erwtensoep is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst.
In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd.
Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje.
Die wordt dan op straat geconsumeerd.
Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden allebei van slachtafval gemaakt.
Hoewel in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier.
Er zijn veel bierbrouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan.
Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan.
Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit geldt zowel zakelijk als privé.
Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten.
Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel
De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com
Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO)
De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid
Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland.
De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com
Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO)
De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid
Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland.
De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben ‘t u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in ‘t eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verrassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben ‘t u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in ‘t eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verrassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
Over Nederland
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door de Noordzee, België en Duitsland. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In de stad Amsterdam wonen meer dan 800.000 mensen. Andere grote en belangrijke steden zijn Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven. Nederland bestaat uit twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat duidt op een geografisch lager gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om tulpen, klompen, stroopwafels, kaas, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is vermaard om de strijd tegen het water,
noodzakelijk vanwege de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Denk aan Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, Mondriaan en Rietveld.
[ Lees meer ]
Nederland - valuta
Munteenheid van Nederland
De munteenheid van Nederland is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Nederlandse euromunt.
De Nederlandse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Nederlandse Centrale Bank DNB (De Nederlandsche Bank) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Bedrag
Van
Naar
Succesvol zakendoen in het Nederlands
Nederland - handel en toerisme
Nederlandse Kamer van Koophandel - KVK
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht.
De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl.
Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS
Prinses Catharina-Amaliastraat 5
2496 XD Den Haag
NETHERLANDS
https://www.holland.com
Prinses Catharina-Amaliastraat 5
2496 XD Den Haag
NETHERLANDS
https://www.holland.com
Over de Nederlanders
Als blijk van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Over het algemeen geven Nederlandse mannen elkaar een stevige hand. Nederland is een klein en plat land: ideaal om te fietsen. In Nederland is een fiets een heel gebruikelijk vervoermiddel. In steden zie je regelmatig moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een aanhanger erachter, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen op de fiets worden vaker niet dan wel gedragen. Veel Nederlandse huizen zijn van een type ‘doorzonwoning’. Dat houdt in grote ramen voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. Gordijnen houdt de Nederlander het liefst open, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Iedere passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. In Nederland vieren de mensen meestal verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalvaardigheid Nederlands houdt in niet alleen kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Door te richten op het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de cursus Nederlands in Zwolle de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt u meer Nederlands dan alleen de menukaart. En dat is heel bevredigend. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Over de Nederlandse taal
Het Nederlands is onderdeel van de familie van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond uit het West-Germaans tussen 300 en 800 n.Chr., wat de basis zou worden van wat nu het Nederlands is.
De moderne Nederlandse taal is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd in de periode 1170-1500 n.Chr. gesproken. Het Nederlands wordt door circa 25 miljoen mensen gesproken in Nederland zelf,
De moderne Nederlandse taal is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd in de periode 1170-1500 n.Chr. gesproken. Het Nederlands wordt door circa 25 miljoen mensen gesproken in Nederland zelf,
maar ook in België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, Suriname en Caribisch Nederland en in een klein gebied van Noordwest-Frankrijk. Door een klein groepje oudere mensen in Indonesië wordt ook nog Nederlands gesproken. Verder wordt ook nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is ook één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
[ Lees meer ]
Nederlandse klank en uitspraak
De klank van de Nederlandse taal
Voor sommige anderstaligen is de uitspraak van het Nederlands lastig. De vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ zijn een struikelblok. Met name de ‘ui’-klank is moeilijk. Deze ‘ui’-klank is een klank die maar in weinig voorkomt andere talen.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend van de beginklank naar de eindklank overgaat. Bijvoorbeeld: aai, eeuw, ieuw, ei en oi.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /aː/ |
B | bay | /beː/ |
C | say | /seː/ |
D | day | /deː/ |
E | ay | /eː/ |
F | ef | /ɛf/ |
G | khay | /geː/ |
H | hah | /ɦaː/ |
I | ee | /i/ |
J | yaya | /jeː/ |
K | kah | /kaː/ |
L | el | /ɛɫ/ |
M | em | /ɛm/ |
N | en | /ɛn/ |
O | oa | /oː/ |
P | pay | /peː/ |
Q | kuw | /ky/ |
R | her | /ɛɾ/ |
S | es | /ɛs/ |
T | tay | /teː/ |
U | uw | /y/ |
V | fay | /veː/ |
W | way | /ʋeː/ |
X | ix | /ɪks/ |
Y | ehy | /ɛɪ/ |
Z | zet | /zɛt/ |
SPELLING
WOORD
A | Anton, Anna |
B | Bernard |
C | Cornelis |
D | Dirk |
E | Eduard |
F | Ferdinand |
G | Gerard |
H | Hendrik |
I | Isaäk |
J | Jan |
K | Karel |
L | Lodewijk |
M | Maria |
N | Nico |
O | Otto |
P | Pieter |
Q | Quotiënt |
R | Rudolf |
S | Simon |
T | Teunis |
U | Utrecht |
V | Victor |
W | Willem |
X | Xantippe |
Y | Ypsilon |
Z | Zaandam |
Speciale tekens
@ | apestaartje |
# | hekje |
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonderheden van de Nederlandse taal
Bijzonder aan het de Nederlandse taal is de uitspraak, met de harde g en de afwijkende ui en eu-klanken. Nederlanders hebben de neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
Het Nederlands bevat nog sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Nederlandse alfabet
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee citaten wordt geopend en gesloten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Nederlandse muziek |
5 | Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal |
7 | Luister naar podcasts van Nederlandstaligen |
8 | Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland |
9 | Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Nederlandse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Nederlands
Net zoals elke taal, kent het Nederlands ook stopwoorden. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze opvulwoorden of stopwoordjes ook als ze Engels praten. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van het woordje ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een Nederlandse zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’.
De spreker neemt een aanloopje om zijn boodschap te brengen. Middenin een betoog gebeurt dit ook. Iemand neemt een korte denkpauze en zegt een paar woorden zonder betekenis. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel bijvoorbeeld eens eens het aantal keer dat iemand ‘eigenlijk’ of ‘ook’ of ‘inderdaad’ zegt in een paar zinnen.
De spreker neemt een aanloopje om zijn boodschap te brengen. Middenin een betoog gebeurt dit ook. Iemand neemt een korte denkpauze en zegt een paar woorden zonder betekenis. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel bijvoorbeeld eens eens het aantal keer dat iemand ‘eigenlijk’ of ‘ook’ of ‘inderdaad’ zegt in een paar zinnen.
[ Lees meer ]
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is zeer doeltreffend om uw kennis van de Nederlandse taal te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van de Nederlandse taal in u op.
Nederlandse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op snelle wijze behoorlijk wat Nederlandse woordenschat kunt bijleren.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Nederlandstalige radio luisteren
NPO 3 FM
Het station NPO 3 FM is het bekendste publieke radiostation van Nederland.
Als u op het linker computerscherm met het logo hierboven klikt, kunt u live luisteren naar dit Nederlandse publieke radiostation.
Radio 538
Radio 538 is het bekendste Nederlandse commerciële radiostation. Klik op het logo op het rechter computerscherm hierboven en luister direct live naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation.
Nederlandstalige televisie kijken
NPO
Uw favoriete televisieserie met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is.
De televisie-omroep NPO is de Nederlandse publieke televisieomroep.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de populairste Nederlandse commerciële televisieomroepen.
Deze Nederlandse stations kunt u via kabel, internet, satelliet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Zwolle
U kunt de cursus Nederlands in Zwolle op uw eigen locatie volgen of in Zwolle, bijvoorbeeld bij Coachhuis Zwolle aan de Kamperstraat 35A in Zwolle of op Landgoed De Hezenberg bij Vivento aan de Hezenberg 6 in Hattem. Wij verzorgen ook taalcursussen Nederlands in Zwolle in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Zwolle aan de Nieuwleusenerdijk 1 in Zwolle, in De Koperen Hoogte aan de Lichtmisweg 51, in Mercure Hotel Zwolle aan de Hertsenbergweg 1, in Hotel Campanile Zwolle aan de Schuttevaerkade 40 en in Fletcher Hotel Epe-Zwolle aan de Dellenweg 115 in Epe.
U kunt besprekingen houden in Zwolle bij bijvoorbeeld bij IJsselhallen, bij Lumen Hotel Events, bij Theater de Spiegel en bij Odeon.
Zwolle - geschiedenis
De streek waar nu Zwolle ligt, was reeds duizenden jaren voor onze jaartelling bewoond. Er zijn overblijfselen uit de nieuwe steentijd gevonden, uit circa 8.000 v.Chr. Toen was er nog geen permanente bewoning; het waren jagers en verzamelaars. In de bronstijd en ijzertijd moet er wel bewoning zijn geweest. Er zijn tekenen van nederzettingen gevonden van boeren uit de periode 2100-600 v.Chr. In de Romeinse tijd was Zwolle vermoedelijk eveneens bewoond, om daarna weer te worden verlaten tot ongeveer 800 n.Chr.
In een akte in 1040 van de bisschop van Utrecht wordt Zwolle voor de eerste keer genoemd.
De naam van de stad Zwolle is waarschijnlijk een verbastering van suelle of 'suele. Dit zijn Germaanse woorden die verhoging of zwelling in het landschap betekenen. Zwolle ligt op een dekzandrug tussen de IJssel en de Overijsselse Vecht. In moderne taal betekent het dus ‘hoger gelegen plek’.
De naam van de stad Zwolle is waarschijnlijk een verbastering van suelle of 'suele. Dit zijn Germaanse woorden die verhoging of zwelling in het landschap betekenen. Zwolle ligt op een dekzandrug tussen de IJssel en de Overijsselse Vecht. In moderne taal betekent het dus ‘hoger gelegen plek’.
Zwolle - nu
Zwolle ligt in de streek IJsseldelta en bij Zwolle eindigt het gebied Vechtdal. Plaatsen in de omgeving van de stad Zwolle zijn Dalfsen, Elburg, Genemuiden, Hasselt, Hattem, Hattemerbroek, Heerde, Heino,
Kampen, Nieuwleusen, Nunspeet, Raalte, Ommen, Wezep, Wijhe en Zwartsluis. Zwolle ligt in de provincie Overijssel. In de gemeente Zwolle wonen om en nabij 129.000 mensen.
Vlag gemeente Zwolle
Wapen gemeente Zwolle
Inwoners
Woon je in Zwolle, dan heet je een ‘Zwollenaar’, in de volksmond ook wel Blauwvinger.
Bekende Zwollenaren zijn Herman Brood, Rob Muntz, Tooske Ragas, Renate Schutte en Margreet Spijker.
Bekende Zwollenaren zijn Herman Brood, Rob Muntz, Tooske Ragas, Renate Schutte en Margreet Spijker.
Iets wat uit Zwolle komt, wordt ‘Zwols’ of ‘Zwoller’ genoemd, bijvoorbeeld de Zwolse mosterd.
Zwolle kreeg stadsrechten in het jaar 1230.
Zwolle kreeg stadsrechten in het jaar 1230.
Zwolle - internationaal & scholing
Provinciehoofdstad & partnerstad
Zwolle ligt in de regio IJsseldelta. Zwolle is de provinciehoofdstad van Overijssel.
Zwolle is eveneens een Hanzestad.
‘De nieuwe Hanze’ werd in het jaar 1980 in Zwolle opgericht. Deze nieuwe Hanze is geen handelsverbond maar is op samenwerking op cultureel en toeristisch gebied gericht.
Men vergadert net als vroeger in de verschillende Hanzesteden.
De partnerstad van Zwolle is Lünen in Duitsland.
Kernen
De gemeente Zwolle omvat eveneens Wijthmen en Windesheim.
Hoger onderwijs
Er zijn diverse hogescholen in Zwolle gevestigd, zoals Fontys, de Katholieke Pabo, NHL Stenden, Schoevers, Viaa en Windesheim.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Zwolle.
Vlag provincie Overijssel
Wapen provincie Overijssel
Typisch Zwols
Zwolle is bekend van de Peperbus, de Broerenkerk met boekwinkel, museum De Fundatie, de IJsselbrug, De Librije, de middeleeuwse binnenstad, Herman Brood en Opgezwolle.
Zwolle fungeert als provinciehoofdstad en heeft een regiofunctie op het gebied van werk, winkelen, onderwijs en gezondheidszorg.
Zwolle fungeert als provinciehoofdstad en heeft een regiofunctie op het gebied van werk, winkelen, onderwijs en gezondheidszorg.
Zwolle - minder bekend
Niet veel mensen weten de eerste autowasstraat van Nederland in Zwolle stond, namelijk in de Floresstraat in 1982.
Zwols dialect en accent
Het Zwols behoort tot de Nedersaksische streektalen.
Kenmerkend voor het Zwols is dan ook de brouwende ‘r’ achterin de keel: een ‘brijbek’ (iemand met een brouwende ‘r’) is dan ook de bijnaam voor een Zwollenaar.
De ‘h’ aan het begin van een woord wordt vaak weggelaten en de beginklank sch- wordt sk-.
Sommige klinkers wijken af van de standaardtaal.
Kenmerkend voor het Zwols is dan ook de brouwende ‘r’ achterin de keel: een ‘brijbek’ (iemand met een brouwende ‘r’) is dan ook de bijnaam voor een Zwollenaar.
De ‘h’ aan het begin van een woord wordt vaak weggelaten en de beginklank sch- wordt sk-.
Sommige klinkers wijken af van de standaardtaal.
De ‘aa’ en ‘oo’ worden eu (veurt voor ‘vaart’, eug voor ‘hoog’) en de ‘ee’ wordt ea: geaven in plaats van ‘geven’.
De ‘ui’ wordt uu of oe.
‘Bijna’ is zowat en ‘straks’ is tamee.
K holle van oe betekent: “Ik hou van je”.
Van “iets waar geen eind aan komt”, wordt gezegd: Dät is de kruke van de weduwe.
De ‘ui’ wordt uu of oe.
‘Bijna’ is zowat en ‘straks’ is tamee.
K holle van oe betekent: “Ik hou van je”.
Van “iets waar geen eind aan komt”, wordt gezegd: Dät is de kruke van de weduwe.
Zwolle - “Samen maken we de stad”
Zwolle - zakelijk
De gemeente Zwolle
Het netnummer van Zwolle is 038.
Het postcodegebied van Zwolle is 8000 - 8045.
Het adres van het gemeentehuis van Zwolle is Lübeckplein 2, 8017 JZ in Zwolle.
De website van de gemeente Zwolle is Zwolle.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Zwolle is 14 038.
Zakendoen in Zwolle
Voor Zwolse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Zwolle is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Zwolle is KVK-kantoor Zwolle.
Zwolle - internationale bedrijvigheid
Verschillende internationaal opererende bedrijven zijn in Zwolle gevestigd op bedrijventerrein Hessenpoort, Marslanden, Marslanden G en Zuid, Voorst en bedrijventerrein De Vrolijkheid.
In Zwolle bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Abbott Logistics, ABN Amro, Altrex, Ausnutria Diary, Axxor, BMA Ergonomics Flokk, Cartridge Europe, Control Union, Coster Benelux & Scandinavia, De Wijndragers, ENGIE Energie Nederland, FERM International, Food Sense, Schoonmaakbedrijf Gom, Hemmink (Celo, JMV, Pflitsch, Rademacher, Schnabl etc.), Heras,
In Zwolle bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Abbott Logistics, ABN Amro, Altrex, Ausnutria Diary, Axxor, BMA Ergonomics Flokk, Cartridge Europe, Control Union, Coster Benelux & Scandinavia, De Wijndragers, ENGIE Energie Nederland, FERM International, Food Sense, Schoonmaakbedrijf Gom, Hemmink (Celo, JMV, Pflitsch, Rademacher, Schnabl etc.), Heras,
Intertaste koninklijke Euroma (Drogheria & Alimentari), Kaldi, Koninklijke van Wijhe Verf (Wijzonol), Meijburg & Co, Mocca d’Or, Novon Schoonmaak, RFS Holland (Wehkamp, Fonq, Create2Fit, Lacent etc.), Salland Engineering (Europe), Scania, Schoonster, Spie, TME (Tosec Machinebouw & Engineering), Totaal Bed, Vinçotte ISACert Nederland, Vitens, Wecovi (Wecoline), Zehnder Group Nederland, Van Werven in Oldebroek., Koninklijke Euroma in Wapenveld en Plukon Food Group in Wezep.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Zwols nieuws
Het Zwolse nieuwsportaal is ZwolleNu en Zwolse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws.
Ondernemers in Zwolle kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Ondernemers in Zwolle kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Zwollenaren en ondernemingen in Zwolle kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Swollenaer, De Stentor - Zwolle en het Algemeen Dagblad - Zwolle.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Zwolle
Cultuur
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Zwolle een bezoek brengen aan Beeldenpark Landgoed Anningahof, aan het Bonami SpelComputer Museum, aan Museum de Fundatie, aan de Herman Brood Experience, aan het Sinterklaasmuseum of aan Het Vrouwenhuis.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een goed idee om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Zwolse voetbalclub PEC, SV Zwolle, CSV of Be Quick ’28 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Zwolle kunt u terecht bij Tennisvereniging PAF, bij Z.L.T.B. of bij TC’91 Stadshagen.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Nederlands in Zwolle wat ontspannen?
Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te eten of te drinken, kunt u naar Golfclub Zwolle gaan. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Zalnéweg 75, 8026 PZ in Zwolle. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 038-453 42 70. De website van deze golfbaan is www.golfclubzwolle.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij het restaurant van de golfbaan. Golftuin Zwolle en Hattemse Golf & Country Club zijn nog andere golfbanen in de buurt van Zwolle.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Nederland en van Zwolle die ook op Youtube staan.
Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen.
Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Nederland alsook Zwolle op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen.
Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Nederland alsook Zwolle op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Nederland alsook van Zwolle weergegeven op Google Earth.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Zwolle
Google Maps Nederland
Google Maps Zwolle
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Nederlands nieuws en Zwols nieuws
Hieronder kunt u het meest recente nieuws uit Nederland en Zwolle uit verschillende nieuwsbronnen lezen.
Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels.
Het derde blokje is Zwols nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, kan prettig en handig zijn om op de hoogte te zijn van wat zich in Nederland afspeelt.
Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels.
Het derde blokje is Zwols nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, kan prettig en handig zijn om op de hoogte te zijn van wat zich in Nederland afspeelt.
Het is eveneens leerzaam om het Nederlandse nieuws te lezen in de Nederlandse taal.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Nederland
- Nederland helpt 'honderden' burgers bij terugkeer uit Libanon - NOS
- Gastekorten kent Nederland niet, maar dat zegt niets over de gasprijs - NRC
- Nederland onthoudt zich van stem over omstreden EU-wet voor chatcontrole - IT Pro - Nieuws - Tweakers
- Nederland helpt 'honderden' burgers bij terugkeer uit Libanon - NOS
- Inflatie eurozone zakt naar 1,8 procent - Accountant.nl
- Nederland ‘heel erg ambitieus’ met kernenergie, vragen over haalbaarheid - BNR Nieuws
- Enkele honderden Nederlanders in Libanon binnen enkele dagen thuis - Het Parool
- Gebruik van AI-toepassingen stijgt flink in Nederland - ChannelConnect
- THOR meiden 2e van Nederland in A-Finale - Internetbode
Nieuws uit Zwolle
- Scooterrijder botst met auto én paal op vluchthevel op Hanekamp in Zwolle - De Stentor
- Scooterrijder botst met auto én paal op vluchthevel op Hanekamp in Zwolle - AD
- Scooterrijder gelanceerd bij ongeval op Hanekamp - 1Zwolle
- Twintigste keer Highlandgames in Zwolle, ooit begonnen als idee van student - De Stentor
- Ongeval met letsel op Heinoseweg in Zwolle - AD
- Grootste tweedehands kledingmarkt Klerenzooi op 13 oktober in de Makersfabriek in Zwolle - Zwolle Nieuws
- UMCG en ziekenhuis in Zwolle gaan verder samenwerken - Oog TV
- Jetzt geht’s los! Het eerste Zwoltoberfest komt eraan - indebuurt
- UMCG gaat intensiever samenwerken met Isala-ziekenhuis in Zwolle - Groninger Internet Courant
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Duits
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Dagnall Taleninstituut biedt onder andere maatwerk taalcursussen Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans aan.
Hierboven staat een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall behalve Nederlands standaard aanbiedt in Zwolle.
Hierboven staat een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall behalve Nederlands standaard aanbiedt in Zwolle.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact opnemen voor een taalcursus in een taal die hier niet is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Zwolle en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Nederlands
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten