Taaltrainingen Nederlands in Vlaardingen van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Daarom hebben bedrijven en organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van de medewerkers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat levert: Effectieve taaltrainingen Nederlands van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in, als in de buurt van Vlaardingen. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Nederlands in Vlaardingen in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve de klassieke taaltaalcursussen Nederlands zijn organisaties vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de scholingszoekers. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Nederlands te leren in Vlaardingen. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om Nederlands te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaan wij tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengen we cursisten met grote stappen naar het gewenste niveau. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Vlaardingen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursisten met hun contactgegevens aan. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met een offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
De taaldocent evalueert na enkele lessen Nederlands de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, aangepast worden. U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt desgewenst door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall Taleninstituut gedaan in overleg met u en de individuele deelnemers De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Deze dienen voorafgaand aan de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg vastgesteld De cursisten worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall Taleninstituut verzorgt uiteraard de logistiek van het materiaal en de cursusbenodigdheden Dagnall Taleninstituut brengt geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Continuïteit van de planning van de cursus(sen) alsook het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall Talen bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Dagnall Taleninstituut bestaat sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taaltraining Nederlands in Vlaardingen en omringende gemeenten voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. De kundige docenten Nederlands van Dagnall kunnen bogen op een ruime ervaring op het gebied van taaltraining aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, leveren wij effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Vlaardingen. U kunt erop rekenen dat Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Vlaardingen sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen (Nederlands) die zijn gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer. Mensen zonder of met een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op hun werk.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en op kunnen volgen. De medewerkers willen het liefst zelfverzekerder hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk heel graag hun ambities op het werkgebied realiseren. Een investering in medewerkers en in de ontwikkeling van het bedrijf is daarom noodzakelijk.
Ons taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall leert en helpt cursisten hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Ons instituut stemt de taalcursus af op de wensen van de klant en op het niveau van de cursist(en). Naast de lessen, krijgt de deelnemer gedurende de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let eveneens op de wat minder belichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn inspanning om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gewoontes van het bewuste land en de organisatie te doorgronden en om de wereld via taal uit te breiden. Dit vraagt veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de cursist slechts een aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dit is niet altijd voldoende.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut onderscheidt zich door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor een cursus Nederlands op de werkvloer. Dagnall Talen stimuleert zowel collega’s als leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om te zorgen voor een continu proces van taalverwerving, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursist in de doeltaal te communiceren. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze wijze, wordt het nut van een goede talenkennis gezamenlijk ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Vlaardingen
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen gefocust op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een cursus Nederlands in Vlaardingen die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen behalen onze taaltrainers door een blend van deze beproefde leermethode, gecombineerd met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (met 2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 deelnemers, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. De taaldocenten van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit slimme maatwerk als een bijzonder prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Vlaardingen. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Effectief Nederlands leren in Vlaardingen bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Talen biedt cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Vlaardingen gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Vlaardingen
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Vlaardingen en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De leergroepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd in korte tijd. Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk. Nog een groot voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook zijn individuele taalcursussen goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten Nederlands is het grootste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars fouten leren en in de doeltaal communiceren met elkaar. De hierdoor geboden afwisseling kunnen de lerenden leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus Nederlands alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer. Het geleerde kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie is met andere cursisten. Ook is het niet mogelijk om van fouten van een ander te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen deelnemers wat sneller worden afgeleid. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen). Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed op individuele leerstijlen worden afgestemd. Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele deelnemers, is een ander nadeel van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Talen verzorgt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen biedt daarom de taalcursussen eveneens incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Uiteraard is een combinatie van deze verschillende trainingen eveneens mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands kunnen spreken en kunnen verstaan; dit begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De docenten Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. De correcte uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte kennisoverdracht. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Nederlands om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die later worden herhaald. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gebeurt vanzelf door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Nederlandse woorden die nog steeds problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert de student eveneens onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen het Nederlands gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student in het Nederlands wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van het Nederlands. Bij de methode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde Nederlandse woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de lerende aangeboden. De taalstructuren die het vaakst gebruikt worden, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en biedt niet meteen een succeservaring. De eigen inbreng van lerenden is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van talen. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Nederlands. Authentieke teksten in de Nederlandse taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte aan het leren van talen door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. Het voorbereiden en plannen vraagt veel meer tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal lerenden moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld toegepast, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment omgeven is door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan uitstekend worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode zo intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia op het principe van de suggestie gebaseerd. Georgi Lozanov stelt dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis belang dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer (Nederlands) en de lerende. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te kunnen bereiken. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd altijd muziek tijdens de klas gespeeld. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Zo werden de studenten verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen last van faalangst of frustratie zal hebben. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor sommige studenten een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaldocent waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de taaldocent worden hierna zo goed mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen leerboek Nederlands gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden lerenden vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Lerenden worden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als team te werken. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Een keerzijde van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taalles is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun Nederlands spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De rol van de trainer Nederlands is voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten om het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken. Er ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is het nadeel van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De lerenden gaan al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was toch enige tijd een succes, ondanks de vrij ongewone aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid Nederlands sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit type onderwijs Nederlands enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren werd tastbaar; dit was volledig nieuw. De studenten Nederlands worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve taalvaardigheden Nederlands van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode van Gouin is dat taal die wat meer subjectief of abstract is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal (Nederlands) vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Nederlands. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich bij het maken van films aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Bij het Dogme-taalonderwijs is iets dergelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan heel motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen Nederlands zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen lerenden zich echter wel wat ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke trainer Nederlands voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt in de les, kan een bijkomend minpunt zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de Nederlandse woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu begint de deelnemer het Nederlands ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog relatief nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van GPA bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet van belang om de Nederlandse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Nederlands kunnen spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze leermethode. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerende het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu taken en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Nederlands spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van vreemde talen, maar ook op voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen omstreeks het jaar 1900 naar bevrijding van keurslijven en meer natuurlijke leefwijzen. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak in het Nederlands te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de les in het Nederlands werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Met behulp van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloeden van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste voordeel. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid krijgen. Minpunten heeft deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Meer gevorderde studenten Nederlands worden met de methode niet genoeg uitgedaagd. De Directe Methode is ook niet erg bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, doordat deze methode op een dynamische inzet van de kant van de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de student, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien, is het voordeel van de benadering van Gattegno. De taaltrainer Nederlands is in feite dienstbaar aan de lerende en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier gestimuleerd. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leren.
Dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode beoogt, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de docent Nederlands zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen van de taaltrainer relatief gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Zo worden Nederlandse structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de taaltrainer op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groepje van studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent Nederlands schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertalingen, om vervolgens hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in de Nederlandse taal volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPRS heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de studenten daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan met de optie om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen toegepast, alsook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om in te zetten en kan door studenten worden ingezet op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke delen van de methode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Dat er geen trainer is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialoog in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. De Nederlandse zinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een audio-opname van dertig minuten met nieuwe woordenschat en structuur. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
De taalcursussen van Pimsleur worden onder meer in de Verenigde Staten gebruikt en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur heel goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands praten.
Het nadeel van de methodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student Nederlands de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de student zelf zinnen maken. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op een efficiënte manier en zijn erg toegankelijk. Dat deze taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde. Ook is er geen echte interactie doordat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling wordt ernaast weergegeven, met de toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een groot aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands kunnen spreken en kunnen verstaan; dit begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De docenten Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. Luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. De correcte uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte kennisoverdracht. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Nederlands om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige manier te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die later worden herhaald. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gebeurt vanzelf door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Nederlandse woorden die nog steeds problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan goed functioneren voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert de student eveneens onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen het Nederlands gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student in het Nederlands wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de student plezier heeft van de ervaringen.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van het Nederlands. Bij de methode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde Nederlandse woordcombinaties en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de lerende aangeboden. De taalstructuren die het vaakst gebruikt worden, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat de studenten het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en biedt niet meteen een succeservaring. De eigen inbreng van lerenden is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van talen. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Nederlands. Authentieke teksten in de Nederlandse taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte aan het leren van talen door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel goede aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is dit stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. Het voorbereiden en plannen vraagt veel meer tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal lerenden moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Vanzelfsprekend was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt deze methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) over de hele wereld toegepast, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment omgeven is door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan uitstekend worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode zo intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia op het principe van de suggestie gebaseerd. Georgi Lozanov stelt dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis belang dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer (Nederlands) en de lerende. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te kunnen bereiken. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd altijd muziek tijdens de klas gespeeld. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Zo werden de studenten verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen last van faalangst of frustratie zal hebben. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor sommige studenten een keerzijde, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de verhouding taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaldocent waarbij de lerende altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg. De uitingen van de taaldocent worden hierna zo goed mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen leerboek Nederlands gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden lerenden vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Lerenden worden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als team te werken. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Een keerzijde van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taalles is daardoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun Nederlands spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De rol van de trainer Nederlands is voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten om het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken. Er ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is het nadeel van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De lerenden gaan al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was toch enige tijd een succes, ondanks de vrij ongewone aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid Nederlands sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit type onderwijs Nederlands enthousiasme van de lerenden op. Een taal leren werd tastbaar; dit was volledig nieuw. De studenten Nederlands worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve taalvaardigheden Nederlands van de studenten goed gestimuleerd.
Het nadeel van de methode van Gouin is dat taal die wat meer subjectief of abstract is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de vreemde taal (Nederlands) vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Nederlands. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich bij het maken van films aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Bij het Dogme-taalonderwijs is iets dergelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan heel motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen Nederlands zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen lerenden zich echter wel wat ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke trainer Nederlands voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt in de les, kan een bijkomend minpunt zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op de Nederlandse woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu begint de deelnemer het Nederlands ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog relatief nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van GPA bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet van belang om de Nederlandse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Nederlands kunnen spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze leermethode. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerende het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu taken en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Nederlands spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van vreemde talen, maar ook op voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen omstreeks het jaar 1900 naar bevrijding van keurslijven en meer natuurlijke leefwijzen. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak in het Nederlands te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de les in het Nederlands werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Met behulp van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloeden van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste voordeel. Spreken en luisteren komen uitgebreid aan bod, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid krijgen. Minpunten heeft deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Meer gevorderde studenten Nederlands worden met de methode niet genoeg uitgedaagd. De Directe Methode is ook niet erg bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, doordat deze methode op een dynamische inzet van de kant van de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de student, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien, is het voordeel van de benadering van Gattegno. De taaltrainer Nederlands is in feite dienstbaar aan de lerende en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier gestimuleerd. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leren.
Dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode beoogt, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de docent Nederlands zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De studenten worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen van de taaltrainer relatief gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Zo worden Nederlandse structuren en woorden vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de taaltrainer op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groepje van studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent Nederlands schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertalingen, om vervolgens hier een verhaal van te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in de Nederlandse taal volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is taalverwerving op een laagdrempelige manier en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de studenten en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPRS heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een keerzijde is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de studenten daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan met de optie om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen toegepast, alsook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om in te zetten en kan door studenten worden ingezet op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke delen van de methode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Dat er geen trainer is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialoog in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. De Nederlandse zinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les biedt een audio-opname van dertig minuten met nieuwe woordenschat en structuur. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
De taalcursussen van Pimsleur worden onder meer in de Verenigde Staten gebruikt en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur heel goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands praten.
Het nadeel van de methodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student Nederlands de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de student zelf zinnen maken. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op een efficiënte manier en zijn erg toegankelijk. Dat deze taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde. Ook is er geen echte interactie doordat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling wordt ernaast weergegeven, met de toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een groot aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
Ook is er een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier: De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s die interessant zijn voor de cursist. Onze taaltrainers Nederlands zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van de Nederlandse taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar deze werkwijze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen Nederlands.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ gesproken. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd. Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Vlaardingen.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands) Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Vlaardingen Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals in het buitenland. Zo kunnen cursisten Nederlands leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in de App integreren. De App kan heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de training Nederlands in Vlaardingen. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging. Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining Nederlands
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Een pc, laptop of tablet met een camera en een microfoon - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) trainers verzorgd
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair of HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended (combicursussen) en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn betaalbare maatwerktrainingen die specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd worden
De inhoud van de cursus wordt afgestemd op het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt de cursisten om de taaldoelen Nederlands efficiënt en snel te behalen
De online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat Nederlands en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Door de combinatie van zelfstudie en videosessies is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaldocenten geven naast de taalcursus ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Vlaardingen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Vlaardingen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Vlaardingen
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall Taleninstituut als leidraad en bieden u een helder inzicht in uw aanwezige en verworven kennis van het Nederlands. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen aan het einde van de cursus Nederlands in Vlaardingen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om niveaus van taalvaardigheid in te kunnen delen. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK omschrijft vijf domeinen van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige naam wordt ook veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK noemt ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze zes niveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
TaalNiveau A is van toepassing op beginners. Een cursist die taalniveau B Nederlands beheerst, bezit alle basiskennis in de Nederlandse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Nederlands kunnen lezen, schrijven, verstaan en spreken. Taalniveau C geeft aan dat mensen de Nederlandse taal erg goed kunnen gebruiken in diverse situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee maal door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals een cursus Nederlands in Vlaardingen, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstituten. De NRTO fungeert als gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken klantgericht en resultaatgericht en kunnen zich snel aan veranderende omstandigheden aanpassen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Vlaardingen sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Hiervoor is continu vernieuwen onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Dagnall voldoet uiteraard aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Vlaardingen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Vlaardingen
De efficiënte route naar een cursus Nederlands in Vlaardingen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kent u de Nederlandse provincies?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 12 Nederlandse provincies zeer snel kennen.
Controleer of verbeter uw kennis door met uw muis op de landkaart van Nederland te gaan staan.
Als u de muis op de landkaart van Nederland laat rusten, kun u de regionale verdeling van Nederland zien.
Dan wisselen de Nederlandse provincies elkaar af.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, vervolgens kunt de naam van deze provincie lezen.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u hier zeker bij helpen.
Bekende Nederlanders, beroemde exportproducten en gebruiken en gewoonten heeft Dagnall Taleninstituut voor u op een rijtje gezet.
Allerlei kenmerkende dingen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal interessante dingen weten, kan uitstekend helpen als opening voor een gesprek.
Deze kennis over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen toepassen maar ook uw verkregen kennis over het land inbrengen.
Zo kunt u iets te weten komen over de Nederlandse eetcultuur en bepaalde Nederlandse gerechten.
Koken en eten verbindt mensen.
De nieuw opgedane talenkennis alsook uw kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders zal zeer op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Vlees of vis, aardappelen en groente zijn traditionele ingrediënten van het menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. Een lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat of een snack. Rond zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een echt Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep (snert’). Erwtensoep is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees. In combinatie met roggebrood en spek is het een volledige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Dit wordt dan op straat geconsumeerd. Veel gegeten snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden beide gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Vlees of vis, aardappelen en groente zijn traditionele ingrediënten van het menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. Een lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat of een snack. Rond zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een echt Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep (snert’). Erwtensoep is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees. In combinatie met roggebrood en spek is het een volledige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Dit wordt dan op straat geconsumeerd. Veel gegeten snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden beide gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door België, Duitsland en de Noordzee. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. De stad heeft ruim 800.000 inwoners. Andere belangrijke en grote steden zijn Den Haag, Rotterdam, Eindhoven en Utrecht. Nederland omvat twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat duidt op een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Sinds jaar en dag bekend om tulpen, klompen, kaas, stroopwafels, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldberoemd om de strijd tegen het water.
Dit is nodig door de ligging (grotendeels) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn wereldberoemde schilders voor wie veel mensen Nederland komen bezoeken. Nederlandse schilders zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Symbool van Nederland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, vermeld op de UNESCO Werelderfgoedlijst, evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder algemeen bekend is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin in Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied is dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen telen om steun te betuigen aan het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Nederlanders geven elkaar als blijk van hartelijkheid drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Meestal geven mannen in Nederland elkaar een stevige handdruk. Nederland is klein en plat: een ideaal land om te fietsen. In Nederland is de fiets een erg normaal vervoermiddel. In Nederlandse steden zie je moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een karretje eraan, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gereden.
Helmen op de fiets worden vaker niet dan wel gedragen. Nederlandse huizen zijn vaak van het type ‘doorzonwoning’. Dit zijn huizen met grote ramen voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. Gordijnen houdt de Nederlander graag open, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Elke voorbijganger kan ook precies zien wat zich binnen in huis afspeelt. Nederlanders vieren hun verjaardag, ook op volwassen leeftijd.
De Mensen zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert de jarige op gebak. Cadeautjes worden direct door de jarige uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is iedereen vrij en gaat naar buiten in oranje kleren en vaak met een oranje pruik. In steden en dorpen worden op straat spellen gedaan en mensen verkopen hun oude spullen op een kleed. De rest van het jaar geldt het devies: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je vooral niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalvaardigheid Nederlands houdt in kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door het accent te verleggen van het kennen naar het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de cursus Nederlands in Vlaardingen de opgedane kennis actief en snel toe te passen.
Voor u het weet, staat u een Nederlandstalige collega te woord in het Nederlands. Niets is bevredigender dan een vlot resultaat. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands valt binnen de West-Germaanse taalfamilie. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond uit het West-Germaans het Nederfrankisch, wat de basis zou worden van wat nu het Nederlands is. De moderne Nederlandse taal is ontstaan vanuit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. Het Nederlands wordt gesproken door ruwweg 25 miljoen mensen in Nederland,
België, Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao en Sint-Maarten en Suriname en in een klein gedeelte van Noordwest-Frankrijk. Een klein groepje oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Daarnaast wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Nederlands is eveneens een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor sommige anderstaligen is de uitspraak van het Nederlands lastig. De vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ zijn vaak een struikelblok. Vooral de ‘ui’-klank is moeilijk. De ‘ui’-klank is een klank die in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Daarnaast kent het Nederlands ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de begin- naar de eindklank. Bijvoorbeeld: eeuw, ieuw, aai, ei en oi.
De spelling van klanken wijkt bij sommige letters af van wat in andere talen gebruikelijk is. De letter ‘u’ wordt bijvoorbeeld in nagenoeg elke taal uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch afwijkend vergeleken met de meeste andere talen. De ch en de g klinken in het Nederlands vrijwel gelijk; als een schrapende keelklank. Verder zijn de medeklinkercombinaties kenmerkend. De ‘sch’ en de ‘ng’ van het woord ‘Scheveningen’ zijn een tongbreker voor menig anderstalige en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘strand’ en ‘fietstas’? In het Nederlands komen begin- en eindclusters veel voor. Het is handig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Om het gemakkelijker te maken, kan een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers gevoegd worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
De uitspraak van eindletters wordt in het Nederlands vaak niet uitgesproken, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Er is geen onderscheid hoorbaar tussen wind en wint. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de ui en de eu-klanken. Nederlanders houden van verkleinwoorden: kopje, lepeltje, schoteltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
Het Nederlands kent sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ is afkomstig van Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was lettermaker en de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woorden zonder betekenis, de Nederlandse taal kent ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zinsdeel of zin: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook opvulwoorden of stopwoordjes als ze Engels spreken. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het woordje ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Nietwaar?”
Aan het begin van een zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’ of ‘Nou ja,…’. De spreker neemt een aanloopje om de boodschap te brengen. Middenin een betoog gebeurt dit ook. Iemand heeft even een denkpauze nodig en gebruikt een paar woorden zonder betekenis. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Let ook eens op de keren dat iemand ‘ook’ of ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ gebruikt in een aantal zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, beluisteren en/of lezen is een bijzonder effectieve manier om uw kennis van de Nederlandse taal te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van de Nederlandse taal in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op op een snelle wijze veel Nederlandse woordenschat kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het station NPO 3 FM is het bekendste publieke Nederlandse radiostation. Door op het logo op het linker computerscherm hierboven te klikken en luister live naar deze Nederlandse publieke radiozender.
Radio 538
Radio 538 is het meest beluisterde commerciële radiostation van Nederland. Klik op het rechter beeldscherm met het logo hierboven en luister direct live naar dit Nederlandse commerciële radiostation.
Uw favoriete televisieprogramma’s met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is. NPO is de publieke televisieomroep in Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de best bekeken Nederlandse commerciële televisieomroepen. Deze Nederlandstalige zenders kunt u via kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Vlaardingen op uw eigen locatie volgen of in Poortugaal, bijvoorbeeld bij Coachhuis Poortugaal aan de Hofhoek 9 in Poortugaal. Ons instituut verzorgt ook taalcursussen Nederlands in Vlaardingen in bijvoorbeeld Ibis Hotel Rotterdam Vlaardingen aan de Westlandseweg 270, in Buitenplaats Vlaardingen aan de Zuidbuurt 85, in Delta Hotel aan de Maasboulevard 15, in Hotel Campanile Rotterdam West-Vlaardingen aan de Kethelweg 220 en in Van der Valk Hotel Schiedam aan de Hargalaan 6 in Schiedam.
Vergaderen in Vlaardingen kan bij Buitenplaats Vlaardingen aan de Zuidbuurt 85.
Vondsten in Vlaardingen wijzen al op bewoning in de nieuwe steentijd, ruwweg 3000 v.Chr. Van de late steentijd (2900-2600 v.Chr.) is een complete nederzetting aangetroffen, die de naam ‘Vlaardigencultuur’ kreeg. Het was ook bewoond gebied in de Romeinse tijd. Iets wat op een stad leek, is ontstaan rond 700 n.Chr. toen sprake was van een kerk op de huidige Markt. Waarschijnlijk is de stad Vlaardingen vernoemd naar
de kreek waarlangs de nederzetting is ontstaan; ‘de Vlaarding‘. Maar andersom is ook mogelijk. Vlaar (phlar) zou van het woord fledder zijn afgeleid. Dat betekent moerassig weiland. Het kan ook van vlaar afkomen, dat eveneens ‘moeras’ betekent. Het tweede deel; dinge betekent ‘nieuw ontgonnen of braakliggend land’. Vlaardingen betekent dan in moderne taal: ‘braakliggend land dat uit moerasgrond bestaat’.
Vlaardingen ligt in de Stadsregio Rotterdam en is onderdeel van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Plaatsen in de omgeving van de stad Vlaardingen zijn Maasland, Maassluis, Rotterdam, Schiedam en Schipluiden.
Vlaardingen ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Vlaardingen wonen om en nabij 72.000 mensen.
Een inwoner van Vlaardingen noemt men een ‘Vlaardinger’, maar Vlaardingers worden ook vaak haringkoppen genoemd. Bekende Vlaardingers zijn Daniëlle de Bruijn, Noortje Herlaar, Marjolein Keuning en Rik van de Westelaken.
Iets wat uit Vlaardingen komt, noemt men ‘Vlaardings’ of ‘Vlaardinger’, bijvoorbeeld de Vlaardinger schelvispekel. Vlaardingen kreeg stadsrechten in het jaar 1273.
Vlaardingen - internationaal & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Vlaardingen is Moravská Třebová in Tsjechië.
Hoger onderwijs
In Vlaardingen bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Vlaardingen, dan denk je aan de term ‘haringstad’ maar ook aan de Nieuwe Maas, de oude binnenstad, naoorlogse flatwijken en aan de band The Amazing Stroopwafels. Vlaardingen fungeert vooral als forenzenstad voor Rotterdam.
Vlaardingen - minder bekend
Weinig mensen weten dat Vlaardingen tot ‘groenste stad van Europa’ werd gekroond in het jaar 2010 in de internationale groencompetitie Entente Florale.
Omdat Vlaardingen een vissersplaats was, heeft de stad lang een uniek dialect behouden. Tegenwoordig overheerst de Rotterdamse invloed. Het Vlaardings uit het Frans heeft overgenomen dat de ‘h’ aan het begin van een woord niet wordt uitgesproken. Typisch is ook dat de ge- ontbreekt bij voltooid deelwoorden: aanerocht in plaats van ‘aangeraakt’. Vaak wordt het lidwoord weggelaten: op Maas voor ‘op de Maas’.
Verkleinwoorden eindigen op -ie in plaats van op -je. De ‘ei/ij’ klinkt als ai en de ‘oo’ wordt lang uitgerekt en gaat naar ou (groout in plaats van ‘groot’). “Iets bij me hebben”: Baai maain. Ben blai dak je zien betekent “Ik ben blij dat ik je zie”. Een Vlaardings spreekwoord is: Je mot de toigies boige als ze nog jong binne. Oftewel: “Je moet de twijgjes buigen als ze nog jong zijn”. In gewoon Nederlands: Een goede gewoonte leert men het beste op jonge leeftijd aan.
“n Vlaardingen is het goed wonen, werken en recreëren”
Vlaardingen - zakelijk
De gemeente Vlaardingen
Het netnummer van Vlaardingen is 010. Het postcodegebied van Vlaardingen is 3130 - 3138. Het adres van het gemeentehuis van Vlaardingen is Markt 11, 3131 CR in Vlaardingen. De website van de gemeente Vlaardingen is Vlaardingen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Vlaardingen is 010 2484000.
Zakendoen in Vlaardingen
Voor Vlaardingse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Vlaardingen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Vlaardingen is KVK-kantoor Rotterdam.
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Vlaardingen op bedrijventerrein Groot Vettenoord, Hoogstad, Koggehaven, Het Scheur, op bedrijventerrein De Vergulde Hand of aan de Buitenhaven, Vulcaanhaven, Koningin Wilhelminahaven (Nieuwe Haven) of de Zevenmanshaven. In Vlaardingen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Cimcool Industrial Products, D & D Audio (Densen, Devialet, SME etc.),
Deltahout, Flexty International Industrial Solutions, Hoogendijk Import Export, Houdijk Holland, J. de Jonge Flowsystems, Lithos Benelux, LV Shipping, Madern International, Minusco Benelux, Motexion, Muehlhan, Northrop Grumman Sperry Marine, Rijnmond Maintenance Services, Royal Steensma, Safe Lifting Europe, Tolsa Nederland, Trotec, Unilever Research and Development en Yara Nederland. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Vlaardingen laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Vlaardingen een bezoek brengen aan Museum Vlaardingen of aan Streekmuseum Jan Anderson.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Vlaardingse voetbalclub VFC, DVO, VV Zwaluwen of Cion te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Vlaardingen kunt u terecht bij T.V. Holy of bij VLTC.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Nederlands in Vlaardingen wat ontspannen? Om even een balletje te slaan of gewoon iets te eten of te drinken, kunt u terecht bij Golfbaan Schinkelshoek in Vlaardingen. Het adres van deze golfbaan is Zuidbuurt 79, 3132 KA in Vlaardingen. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 010-460 21 39. De website van de golfbaan is www.golfbaanschinkelshoek.nl. Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij brasserie Schinkelshoek. Golfclub Broekpolder is een andere golfbaan in de omgeving van Vlaardingen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Nederland en van Vlaardingen die ook op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Nederland alsook Vlaardingen op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Nederland en Vlaardingen weergegeven op Google Earth. In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de streek van uw Nederlandse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Vlaardingen
Google Maps Nederland
Google Maps Vlaardingen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder kunt u het meest recente nieuws uit Nederland en Vlaardingen lezen uit verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Vlaardingens nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt
Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd prettig en handig om op de hoogte te zijn van wat zich in Nederland afspeelt. Het is eveneens leerzaam om Nederlands nieuws in de Nederlandse taal te lezen. Waarschijnlijk bent u al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
Dagnall Talen geeft onder meer maatwerk taalcursussen Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans. Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Vlaardingen.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een cursus in een taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands