Taaltrainingen Nederlands in Staphorst van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Daarom hebben bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in, als in de buurt van Staphorst. (Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak kent zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Staphorst in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Nederlands leren op precies een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn behalve de algemene taaltaaltrainingen Nederlands vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taaltrainingen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen de mogelijkheid biedt om onbegrensd Nederlands te leren in Staphorst. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om Nederlands te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor u prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen u in grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Talen is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Staphorst.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall Talen uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursist(en) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een passende offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw agenda en situatie af.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de taaldocent de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstelling kan, indien noodzakelijk, aangepast worden. Wij sturen u een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken geschiedt in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit intakeformulier en de schrijfopdracht dienen voorafgaand aan de intakedatum te teruggestuurd worden Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden geadviseerd door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling en in overleg met u vastgesteld De cursisten worden op taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat! De logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden wordt uiteraard door Dagnall verzorgd Dagnall Taleninstituut berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning van de cursus alsook het lesprogramma Nederlands Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
Sinds 1982 is Dagnall werkzaam op het gebied van taal en geeft sindsdien maatwerkcursussen Nederlands in Staphorst en omstreken aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Dagnall Talen heeft ervaren en kundige expert taaltrainers Nederlands die specialisten zijn op het gebied van taal en die in de Kop van Overijssel al menig training Nederlands hebben gegeven aan bedrijven en (overheids)organisaties.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt Dagnall Taleninstituut betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Staphorst. U kunt ervan op aan dat Dagnall Taleninstituut voor maximaal rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Staphorst sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Cursussen (Nederlands) die gericht zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn bij veel organisaties inmiddels bekend. Werknemers die geen of een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkvloer.
Zij willen de instructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. De werknemers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen doen en uiteraard heel graag hun ambities op hun werkgebied waarmaken. Dit vergt een investering in personeel en in de ontwikkeling van het bedrijf is daarom noodzakelijk.
Wij verzorgen betaalbare maatwerk taaltrainingen voor het verhogen van de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer. Ons taleninstituut leert en helpt cursisten de lesstof in praktijk te brengen op hun werk. Dagnall stemt de taallessen af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgen de cursisten tijdens de cursus regelmatig praktijkopdrachten, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining vergroten.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall Talen let eveneens op de wat minder belichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun poging om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gebruiken van het betreffende land en het bedrijf te doorgronden en om de wereld via taal uit te breiden. Hiervoor is inzet en motivatie nodig. Bovendien heeft de deelnemer maar een aantal vaste contactmomenten met de docent per week. Dit is niet in elke situatie toereikend.
Onderscheidend
Ons instituut onderscheidt zich door zich te richten op het vergroten van het draagvlak voor een taalcursus Nederlands op de werkvloer. Ons taleninstituut moedigt leidinggevenden en collega’s binnen de werkkring van de organisatie aan om een continu proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf de start zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze wijze, wordt het nut van een goede taalbeheersing gemeenschappelijk ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Staphorst
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen gefocust op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een cursus Nederlands in Staphorst die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement realiseert Dagnall door een blend van deze beproefde leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze taaltrainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall Talen in Staphorst. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursussen Nederlands zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Effectief Nederlands leren in Staphorst bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven. Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall Talen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Staphorst worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Staphorst
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Staphorst en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel privéles of een één-op- één-taalcursus genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen houden wij bij voorkeur zo klein mogelijk de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te verhogen. Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd in een vrij korte periode. Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is een ander groot voordeel van individuele cursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens taalcursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere lerenden Nederlands is het grootste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen. Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars foutjes leren en communiceren in de doeltaal met de groep. Cursisten kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als leuker ervaren. Doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen Nederlands alleen met de trainer worden gedaan en gevoerd. Doordat er geen interactie is met andere lerenden, kan de geleerde kennis niet in groepsverband worden geoefend. Ook is het niet mogelijk om van fouten van een ander te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten wat sneller zijn afgeleid. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen). Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Talen biedt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen biedt daarom onze taalcursussen eveneens incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kiezen taalleerders voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. vanzelfsprekend is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten Nederlands kunnen spreken en verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. Taaldocenten Nederlands kunnen bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
De methode werd in ons land pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak Nederlands aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van de kennis van de taal kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren op een zodanige manier dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. Dit gebeurt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die herhaald worden na verloop van tijd. De Nederlandse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Al deze woorden uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gebeurt automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds aangepast; Nederlandse woorden die geleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. De Nederlandse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen en woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze ook van betekenis en relevant is. Voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn, kan de GoldList-methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is de methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Nederlands leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. Om te zorgen dat de student plezier van de ervaringen heeft, dienen de activiteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De studenten zouden inderdaad leren in het Nederlands te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Nederlands langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Bij de leermethode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de student in herkenbare situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de leermethode worden de taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de geleerd wordtden het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De leren eveneensden krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren eveneens in welke situatie bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. Deze werkwijze kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De inbreng van de lerenden zelf is gelimiteerd; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de Nederlandse taal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die studenten helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte om een vreemde taal te leren middels een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de docent en van de student vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van de achtergrond, is voor bepaalde studenten deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde omstreeks 1783 een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen de kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De minpunten zijn echter talrijker dan de pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt deze methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment omgeven is door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan zeer goed worden ontwikkeld met onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk in het Nederlands gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een bijkomend nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die ontwikkeld is in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Hiervoor is het essentieel dat er tussen de trainer (Nederlands) en de lerende een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor moet de lerende zich veilig voelen en ontspannen zijn. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de lessen zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. De student werd zo uitgenodigd om te luisteren en hij of zij kon de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methode van Georgi Lozanov was omstreden en de methode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methode worden nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor lerenden minder last zullen hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methode is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend of stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de Nederlandse docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) geheten, is in 1976 ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Nederlands te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat gevolgd wordt; de lerenden bepalen zelf de lesstof door middel van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren als deze op de juiste wijze gebruikt wordt. CLL is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om in teamverband te werken. Van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Nederlands leren studenten vaak veel. Vaak blijven zulke correcties in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Daardoor is het succes moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken geremd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer Nederlands om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de Nederlandse taal te gebruiken. Er ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het nadeel van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw denken in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands).
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze leermethode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid Nederlands van de lerenden sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Het maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De methode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, moeilijk in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de vreemde taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat van het Nederlands te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf de vroege jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich bij het filmmaken aan tien strikte regels (dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op communicatie tussen taaldocent en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten Nederlands. Dat de student verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen leerproces, kan zeer motiverend zijn. Zo zijn de lessen Nederlands nooit voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat lerenden betrokken en alert blijven.
De lerenden kunnen zich daarentegen wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig begeleid worden door de trainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers Nederlands voldoende flexibel. Dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Nederlands, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de les, kan een ander nadeel van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrijpen gaat voor produceren. De Nederlandse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan het Nederlands veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills toegepast werden in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat studenten het wellicht een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebaseerd is op het principe dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt daarna.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook gebruikt worden in grotere klassen. Het verworven Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Daarom werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn, ontstond rond 1900. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd de studenten vaak in het Nederlands te laten praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de taallessen in het Nederlands gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd aan de hand van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het pluspunt. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Keerzijden kent deze methode echter ook. De Directe Methode schenkt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook relatief minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt onvoldoende uitdaging voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn in het Nederlands. De leermethode is ook niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat de methode is gestoeld op actief meedoen van de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer Nederlands, die maar één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het Nederlandse woord en deze beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten de Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn aan dienen te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers beschouwd wordt als autonoom. De trainer Nederlands is in feite dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier gestimuleerd. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Het feit dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt, kan een nadeel zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de docent Nederlands. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De studenten worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaltrainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Nederlands, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De trainer Nederlands schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertaling en vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaltrainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor studenten en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Het werkt heel motiverend voor de lerende om zelf een verhaal te verzinnen.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen de lerenden hun uitspraak met die van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldstem iets langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en wijst op fouten met de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland gebruikt door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk om in te zetten en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Voor scholen kan Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een keerzijde is dat er geen trainer is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een nieuwe taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die nagesproken worden en daarna worden herhaald. Deze Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur taalcursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken en in een normaal tempo.
Het feit dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands) die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en zelf antwoord geven op de vraag. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Nederlands, als die er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Gebruikers die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte manier. Dat deze cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een nadeel worden gezien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat voor een taalcursus (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De lerende besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, samen met uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van het Nederlands te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de lerende dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerende in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het pluspunt van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer Nederlands om de student te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten Nederlands kunnen spreken en verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. Taaldocenten Nederlands kunnen bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
De methode werd in ons land pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak Nederlands aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van de kennis van de taal kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren op een zodanige manier dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. Dit gebeurt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die herhaald worden na verloop van tijd. De Nederlandse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Al deze woorden uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gebeurt automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds aangepast; Nederlandse woorden die geleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. De Nederlandse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen en woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers bestreden wordt. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze ook van betekenis en relevant is. Voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn, kan de GoldList-methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is de methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Nederlands leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. Om te zorgen dat de student plezier van de ervaringen heeft, dienen de activiteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De studenten zouden inderdaad leren in het Nederlands te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Nederlands langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Bij de leermethode gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de student in herkenbare situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de leermethode worden de taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de geleerd wordtden het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De leren eveneensden krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren eveneens in welke situatie bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. Deze werkwijze kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De inbreng van de lerenden zelf is gelimiteerd; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt de Nederlandse taal gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die studenten helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte om een vreemde taal te leren middels een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de docent en van de student vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk van de achtergrond, is voor bepaalde studenten deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde omstreeks 1783 een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, wetenschap en cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docenten dragen de kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De minpunten zijn echter talrijker dan de pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt deze methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment omgeven is door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan zeer goed worden ontwikkeld met onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk in het Nederlands gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat. Een bijkomend nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die ontwikkeld is in de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Hiervoor is het essentieel dat er tussen de trainer (Nederlands) en de lerende een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is. Hiervoor moet de lerende zich veilig voelen en ontspannen zijn. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de lessen zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek in de klas. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. De student werd zo uitgenodigd om te luisteren en hij of zij kon de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methode van Georgi Lozanov was omstreden en de methode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methode worden nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor lerenden minder last zullen hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methode is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend of stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de Nederlandse docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) geheten, is in 1976 ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en legt uit, waarna de studenten de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Nederlands te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat gevolgd wordt; de lerenden bepalen zelf de lesstof door middel van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren als deze op de juiste wijze gebruikt wordt. CLL is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om in teamverband te werken. Van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Nederlands leren studenten vaak veel. Vaak blijven zulke correcties in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Daardoor is het succes moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken geremd als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de studenten om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer Nederlands om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een natuurlijke manier de Nederlandse taal te gebruiken. Er ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het nadeel van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw denken in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands).
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze leermethode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheid Nederlands van de lerenden sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Het maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de student wordt sterk gestimuleerd met de methode.
De methode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter is, moeilijk in één duidelijke ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de vreemde taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat van het Nederlands te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf de vroege jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
In 2000 bedacht Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich bij het filmmaken aan tien strikte regels (dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op communicatie tussen taaldocent en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten Nederlands. Dat de student verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen leerproces, kan zeer motiverend zijn. Zo zijn de lessen Nederlands nooit voorspelbaar. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat lerenden betrokken en alert blijven.
De lerenden kunnen zich daarentegen wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig begeleid worden door de trainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers Nederlands voldoende flexibel. Dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Nederlands, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de les, kan een ander nadeel van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrijpen gaat voor produceren. De Nederlandse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die veel tijd wil investeren, is een minpunt van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan het Nederlands veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills toegepast werden in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat studenten het wellicht een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebaseerd is op het principe dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt daarna.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook gebruikt worden in grotere klassen. Het verworven Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Daarom werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn, ontstond rond 1900. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd de studenten vaak in het Nederlands te laten praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de taallessen in het Nederlands gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd aan de hand van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het pluspunt. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Keerzijden kent deze methode echter ook. De Directe Methode schenkt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook relatief minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt onvoldoende uitdaging voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn in het Nederlands. De leermethode is ook niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat de methode is gestoeld op actief meedoen van de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een trainer Nederlands, die maar één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het Nederlandse woord en deze beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten de Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn aan dienen te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers beschouwd wordt als autonoom. De trainer Nederlands is in feite dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier gestimuleerd. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Het feit dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt, kan een nadeel zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de docent Nederlands. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De studenten worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaltrainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Nederlands, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De trainer Nederlands schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertaling en vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaltrainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor studenten en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Het werkt heel motiverend voor de lerende om zelf een verhaal te verzinnen.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen de lerenden hun uitspraak met die van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldstem iets langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en wijst op fouten met de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland gebruikt door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk om in te zetten en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om met de leermethode te werken. Voor scholen kan Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een keerzijde is dat er geen trainer is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een nieuwe taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die nagesproken worden en daarna worden herhaald. Deze Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur taalcursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken en in een normaal tempo.
Het feit dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands) die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en zelf antwoord geven op de vraag. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Nederlands, als die er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Gebruikers die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte manier. Dat deze cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een nadeel worden gezien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat voor een taalcursus (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De lerende besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, samen met uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van het Nederlands te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de lerende dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerende in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het pluspunt van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer Nederlands om de student te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om Nederlands te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus van Dagnall steeds op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursisten interessant zijn. Onze trainers zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen Nederlands. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk Talen geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Staphorst.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Staphorst
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Staphorst op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige App voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle beschikbare (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Nederlands leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, productnamen alsook juridische termen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar nadat de training Nederlands in Staphorst is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal. Mensen die meerdere talen spreken, zijn derhalve cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen Nederlands communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen Nederlands
Het volgende is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten Nederlands
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) docenten verzorgd
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair of HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerktrainingen die specifiek op de behoeften en wensen van de lerende worden afgestemd
De inhoud van de cursus wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen Nederlands vlot en zelfverzekerd te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaldocenten geven naast de taalcursus ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de trainer en de cursist en zijn van groot belang voor het succes van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands gegeven door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Staphorst ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Staphorst ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Staphorst
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als uitgangspunt en geeft de cursist een duidelijk beeld van de aanwezige en opgedane kennis van het Nederlands. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
De cursist ontvangt na afloop van de cursus Nederlands in Staphorst het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om taalniveaus op een uniforme manier te definiëren, zodat een ‘gevorderde’ in Nederland dezelfde taalbeheersing heeft als een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het ERK onderscheidt vijf domeinen van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term wordt eveneens vaak gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Voor deze vaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze zes taalniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners. De persoon die taalniveau B Nederlands beheerst, bezit alle basiskennis in de Nederlandse taal. Taalniveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Nederlands lezen, schrijven, verstaan en spreken. Niveau C is een indicatie dat iemand de Nederlandse taal erg goed kan gebruiken in allerlei situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals een cursus Nederlands in Staphorst, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.Leden van het NRTO werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Staphorst sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continue innovatie is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies te worden beschermd. Taleninstituut Dagnall voldoet natuurlijk aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Staphorst zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut is in het CRKBO-register ingeschreven. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, de overheid, maatschappen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Staphorst
Wilt u contact opnemen met ons instituut voor een cursus Nederlands in Staphorst? Vraagt u naar het aanbod. Stuurt u een e-mail via cursus-nederlands-staphorst@dagnall.nl of vult u ons contactformulier op de website in, dan informeren wij u vrijblijvend over de opties.
Wij brengen u dan snel op de hoogte van de opties! U kunt ons instituut uiteraard ook bellen voor een cursus Spaans in Coevorden via 0592-338012 (geen menu). U kunt uiteraard ook ons informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
De vlotste weg naar een cursus Nederlands in Staphorst!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kent u de provincies van Nederland?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zich bevinden?
Zo kent u de 12 Nederlandse provincies in een mum van tijd.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met uw muis op de landkaart van Nederland te gaan staan.
Door met uw muis de op de landkaart van Nederland te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
Dan worden de Nederlandse provincies één voor één afgebeeld.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, vervolgens kunt de naam van deze provincie lezen.
In een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die hieronder staat over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u hier zeker bij helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Uiteenlopende typische onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten over het land weten, kan heel handig zijn als openingszin of bij een eerste contact.
Deze wetenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar eveneens uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Koken en eten brengt cultuur en mens samen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Vlees of vis, aardappelen en groente zijn traditionele ingrediënten van het Nederlandse menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. De traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Nederlanders eten als nagerecht vla, yoghurt, pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep. Het is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Dit wordt dan op straat geconsumeerd. Veel gegeten snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gangbaar om iemand koffie aan te bieden die op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Vlees of vis, aardappelen en groente zijn traditionele ingrediënten van het Nederlandse menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. De traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Nederlanders eten als nagerecht vla, yoghurt, pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep. Het is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Dit wordt dan op straat geconsumeerd. Veel gegeten snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gangbaar om iemand koffie aan te bieden die op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft meer dan 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan de Noordzee, België en Duitsland. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. Amsterdam heeft meer dan 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Den Haag, Rotterdam, Eindhoven en Utrecht. Nederland is ingedeeld in twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat aan “De Lage Landen”; een lager liggend gebied, refereert.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om tulpen, klompen, kaas, stroopwafels, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is vermaard om de strijd tegen het water.
Dit is noodzakelijk door de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn wereldberoemde schilders voor wie veel mensen Nederland komen bezoeken. Denk aan Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Het typische symbool voor Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse grachtengordel van Amsterdam, die ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat, alsook de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat de vliegtuigmaatschappij KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is. En ook dat Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin in Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied is dat nog in gebruik is. Ook bijzonder is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Nederlanders geven elkaar als blijk van hartelijkheid drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar slechts bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een vrij stevige handdruk. Nederland is een klein en plat land: een ideaal land om te fietsen. In Nederland is een fiets een heel normaal vervoermiddel. In steden zie je regelmatig moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een kar eraan, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen. In Nederland zijn woningen zijn van een type ‘doorzonwoning’. Dat betekent grote ramen aan de voorkant en de achterkant van het huis, zodat de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houden Nederlanders het liefst geopend, om te zien wat buiten gebeurt. Iedere passant kan eveneens precies zien wat zich binnen afspeelt. In Nederland vieren de mensen meestal verjaardagen, ook als ze volwassen zijn.
De Mensen gaan in een kring zitten en de gastvrouw of gastheer serveert koffie en gebak. Op het werk trakteert de jarige op taart. Cadeautjes worden direct uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) zijn de mensen in Nederland vrij en gaan naar buiten in oranje kleding en vaak met een oranje pruik. In steden en dorpen worden op straat spellen gedaan en verkopen mensen hun oude spullen op een kleedje. De rest van het jaar is het motto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalvaardigheid Nederlands houdt in zowel kennen (onderscheiden, herkennen) als kunnen (in staat zijn toe te passen). Door het accent te leggen op kunnen, is de cursist in staat na afronding van de cursus Nederlands in Staphorst de opgedane kennis beter in de praktijk toe te passen.
Het Nederlands wordt daardoor al snel een tweede natuur. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands is onderdeel van de tak van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond tussen 300 en 800 n.Chr. uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu de Nederlandse taal is. Het moderne Nederlands is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd gesproken in de tijd tussen 1170-1500 n.Chr. De Nederlandse taal wordt door ruwweg 25 miljoen mensen gesproken in
Nederland, België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, Suriname en Caribisch Nederland en in een klein deel van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Daarnaast wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is eveneens een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor sommige anderstaligen is de uitspraak van het Nederlands lastig. De vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ zijn een struikelblok. Met name de ‘ui’-klank kan vrij zijn; het is een klank die slechts in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof dit nog niet genoeg is, heeft het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de begin- naar de eindklank. Zoals: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
De spelling van klanken wijkt bij sommige letters af van wat gebruikelijk is in andere talen. Zo wordt de letter ‘u’ in vrijwel elke taal uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers wijken de g en de ch af in vergelijking met de meeste andere talen. De g en de ch klinken in de Nederlandse taal vrijwel gelijk; als een schrapende keelklank. Verder zijn de medeklinkercombinaties kenmerkend. Voor menig anderstalige zijn de ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ een tongbreker alsook de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘strand’ en ‘fietstas’? Begin- en eindclusters komen in het Nederlands veel voor. Het helpt om deze clusters te herkennen en te oefenen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers gevoegd worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In de Nederlandse taal wordt vaak de uitspraak van eindletters niet uitgesproken, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen het woord wint en het woord wind is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de ui en de eu-klanken. Nederlanders hebben de typische neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, schoteltje, lepeltje, omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal kent sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woordjes zonder betekenis, het Nederlands heeft ze ook. De Nederlandse taal kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zinsdeel of zin: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze stopwoorden of opvulwoorden ook als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van het woordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Nietwaar?”
Nederlanders beginnen een zin vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou ja,…’ of ‘Nou kijk,…’. De spreker neemt een aanloopje om de boodschap te uiten. Middenin een betoog gebeurt ditzelfde. Iemand heeft een korte denkpauze nodig en gebruikt een paar woorden die geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘als het ware’, ‘ik bedoel’ of ‘weet je wel’. Tel bijvoorbeeld eens eens het aantal keer dat iemand ‘eigenlijk’ of ‘ook’ of ‘inderdaad’ gebruikt in een paar zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, beluisteren en/of lezen is bijzonder doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te verbeteren.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van de Nederlandse taal in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leerzaam en leuk zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op snelle wijze veel Nederlandse woordenschat kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het populairste publieke Nederlandse radiostation. Klik op het linker computerscherm met het logo hierboven en luister live naar deze publieke Nederlandse radiozender.
Radio 538
Radio 538 is de best beluisterde commerciële radiozender van Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om live te luisteren naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation.
Uw favoriete televisieserie of programma met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar u zult al gauw merken dat dit bijzonder leerzaam en leuk is. NPO is de publieke Nederlandse televisieomroep.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de bekendste commerciële televisieomroepen voor Nederlandstaligen. Deze Nederlandse zenders kunt u via kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Staphorst op uw eigen locatie volgen of in Zwolle, bijvoorbeeld bij Coachhuis Zwolle aan de Kamperstraat 35A in Zwolle. Wij verzorgen ook taalcursussen Nederlands in Staphorst bij bijvoorbeeld Hotel & Restaurant Waanders aan de Rijksweg 12, bij De Koperen Hoogte aan de Lichtmisweg 51 in Zwolle en bij Van der Valk Hotel Zwolle aan de Nieuwleusenerdijk 1 in Zwolle.
U kunt besprekingen houden in Staphorst bij bijvoorbeeld bij Hotel Waanders aan de Rijksweg 12.
In de omgeving waar Staphorst nu ligt, moet al sprake van bewoning zijn geweest in de steentijd; de periode 3000-2200 v.Chr. Dit waren rondtrekkende jagers en vissers. Door veenvorming en overstromingen was het gebied niet goed bewoonbaar totdat pas veel later, pas in de Middeleeuwen, men begon met het ontginnen van de veengronden. De oudst gevonden akkers, bewijs van permanente bewoning, stammen uit de periode 1150-1350 n.Chr.
In een oorkonde uit het jaar 1217 komt de naam ‘Staphorst’ voor het eerst voor. De ‘Hoeve Staphorst’ werd hierin genoemd. Deze nederzettingen zijn in de loop van de eeuwen meerdere malen verplaatst. De naam ‘Staphorst’ bestaat uit stap wat ‘vonder’/‘loopbruggetje’ betekent en horst; ‘struikgewas’ of “kleine hoogte op een plaats bezet met struiken of kreupelhout”.
Staphorst is gelegalsook in de streek Salland alsook in de Kop van Overijssel. Plaatsen in de omgeving van Staphorst zijn Hasselt, IJhorst, Meppel, Nieuwleusen, Punthorst, Rouveen, De Wijk, Zwartsluis en Zwolle.
Staphorst ligt in de provincie Overijssel. De gemeente Staphorst heeft om en nabij 17.000 inwoners.
Een inwoner van Staphorst is een ‘Staphorstenaar’ of een ’Staphorster’. Bekende Staphorstenaren zijn Roelof Bisschop, Hendrik Sterken Rzn, Aalt Toersen en Klaas Weide. Iets wat bij Staphorst hoort, noemt men ‘Staphorster’, zoals het Staphorster Bos.
Staphorst is een plaats en het is eveneens de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook IJhorst, Punthorst en Rouveen deel van uitmaken.
Staphorst - internationaal & scholing
Kernen
Onder de gemeente Staphorst vallen eveneens Rouveen, IJhorst en Punthorst.
Hoger onderwijs
In Staphorst bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Staphorst staat bekend als van de religie, de boerderijen met groene luiken en de klederdracht met het Staphorster stipwerk. Staphorst fungeert als forenzenplaatsje voor Zwolle en Hoogeveen. Staphorst staat als een diepgelovig dorp bekend.
Staphorst - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat er geen enkele katholieke kerk te vinden is en het van oorsprong katholieke feest van Sinterklaas wordt niet gevierd in Staphorst.
Verkleinwoorden worden met -ie gevormd in plaats van ‘-je’: dakkie. In Staphorst en omstreken wordt de ‘ui’ een uu (huus voor ‘huis’). De ‘oo’ klinkt vaak als oe en de ‘ee’ als ie. De ‘aa’ wordt als ae of è uitgesproken (vaeke voor ‘vaak’).
In Staphorst spreekt men van een störk en niet van ‘ooievaar’. Een ‘biggetje’ is een keugie. Waar men in Staphorst niet veel van moet hebben is t vleis veur de roet’n en de botten op bedde: “het geld uitgeven aan uiterlijk vertoon”.
“Staphorst, een prima variant”
Staphorst - zakelijk
De gemeente Staphorst
Het netnummer van Staphorst is 0522. Het postcodegebied van Staphorst is 7950 - 7951. Het adres van het gemeentehuis van Staphorst is Binnenweg 26, 7951 DE in Staphorst. De website van de gemeente Staphorst is Staphorst.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Staphorst is 14 0522.
Zakendoen in Staphorst
Voor Staphorster ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Staphorst is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Staphorst is KVK-kantoor Zwolle.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Staphorst vindt u op bedrijventerrein De Baarge of bedrijventerrein De Esch. In Staphorst bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: B en W Klaver, Brink Climate Systems, Brink Towing Systems, Manitou Center Nederland, Rollecate Groep (Rollecate, Kumij),
Transportbedrijf Redder Staphorst, Holland Ingredients in Meppel, Multiselect in Meppel, Novesta in Meppel, Pandriks Bake Off in Meppel, De Weerd Specerijen in Steenwijk en Dalessi Internationaal Transport in IJhorst. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Staphorster nieuwsportaal is De Diek.nl en Staphorster ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws. Ondernemers in Staphorst kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Staphorsters en ondernemingen in Staphorst kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Stentor - Staphorst.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Staphorst laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Staphorst een bezoek brengen aan Museum Staphorst.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Staphorster voetbalclub VV Staphorst meespeelt. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Staphorst kunt u terecht bij TV Staphorst of bij MLTC in Meppel.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Staphorst zin om een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Staphorst gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De golfbaan in de omgeving van Staphorst is Golfclub Havelte in Havelte. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Kolonieweg 2, 7971 RA in Havelte. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0521-34 22 00. De website van Golfclub Havelte is www.golfclubhavelte.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Ons Huus, telefoonnummer 0521-34 31 34. Golfclub Zwolle is nog een golfbaan in de buurt van Staphorst.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Nederland en van Staphorst die tevens op Youtube staan. Klik direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding om een filmpje af te spelen. Onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland alsook Staphorst op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Nederland en Staphorst weergegeven op Google Earth. Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes. Wat kennis van de streek van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Staphorst
Google Maps Nederland
Google Maps Staphorst
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Nederland en Staphorst van diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Staphorster nieuws (in het Nederlands). Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt
Wanneer u Nederlands wilt leren, kan handig en prettig zijn om op de hoogte te zijn van wat zich in Nederland afspeelt. Het is eveneens leerzaam om Nederlands nieuws in de Nederlandse taal te lezen. Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
Dagnall Taleninstituut geeft maatwerk cursussen in onder meer Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees. Hierboven ziet u een overzicht van de andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Staphorst.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die hier niet is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands