Taaltrainingen Nederlands in Rotterdam van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Daarom hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat biedt: Effectieve taalcursussen Nederlands op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Rotterdam en omgeving. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taalgebruik en hanteren eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Nederlands in Rotterdam aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast klassieke taalcursussen Nederlands hebben organisaties met name interesse in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van scholingszoekers. Dagnall Talen is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies Nederlands te leren in Rotterdam. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
De filosofie van Dagnall is om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Daarom gaan wij tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het gewenste niveau. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Rotterdam.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursist(en) met hun contactgegevens aan. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met een passende offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
De docent evalueert na een aantal lessen Nederlands de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien noodzakelijk, kunnen de doelstellingen worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
Desgewenst kan Dagnall Talen het (individuele) contact met de deelnemers verzorgen Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands van ons. Dit formulier en de schrijfopdracht dienen voorafgaand aan de intakedatum teruggestuurd te worden Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall Taleninstituut verzorgt de logistiek van lesmateriaal en de cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning en het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall Talen bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
In 1982 is Dagnall Talen geopend en verzorgt sindsdien maatwerk taaltraining Nederlands in Rotterdam en omringende plaatsen voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Onze kundige trainers Nederlands zijn experts op taalgebied en hebben in Zuid-Holland veel taaltrainingen verzorgd voor bedrijven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, biedt Dagnall Taleninstituut zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Rotterdam. U kunt erop rekenen dat Dagnall Taleninstituut voor het hoogste rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Rotterdam sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Taalcursussen (Nederlands) toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel ondernemingen bekend. Medewerkers zonder of met beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking in hun werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de instructies op het werk goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op hun werkgebied realiseren. Dit vergt een investering in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
Dagnall Taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Ons instituut leert en helpt deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun baan. Dagnall Taleninstituut stemt de lessen af op de wensen van de klant en op het niveau van de cursist(en). Als aanvulling op de lessen, krijgen de cursisten tijdens de cursus regelmatig praktijkopdrachten, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Ons instituut let ook op de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de gewoontes en cultuur van het betreffende land en de organisatie te doorgronden en om zijn of haar wereld via taal uit te breiden. Dit vereist veel motivatie en inzet. Daarbij heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de taaldocent per week. Dit is niet in elk geval afdoende.
Onderscheidend
Ons taleninstituut is onderscheidend door zich te richten op het vergroten van het draagvlak voor een cursus Nederlands op de werkvloer. Dagnall moedigt leidinggevenden en collega’s binnen de werkkring van het bedrijf aan om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door het uitdragen van het belang van taal op de werkvloer wordt de waarde van goede beheersing van de taal gemeenschappelijk ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Rotterdam
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is tevens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een cursus Nederlands in Rotterdam die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het snel en plezierig aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt. Het ondertussen alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall voor cursussen terecht die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze trainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze trainers Nederlands in Rotterdam. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursussen Nederlands zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Nederlands effectief leren in Rotterdam bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut verzorgt cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven. Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen verzorgt Dagnall voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te borgen. Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Rotterdam gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Rotterdam
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall biedt individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Rotterdam en omgeving. Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De leergroepen houden we bij voorkeur zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands doordat veel kennis wordt geleerd in een korte periode. Omdat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Daarnaast is een individuele cursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers Nederlands is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen. Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars foutjes kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. De hierdoor geboden afwisseling kunnen de lerenden prettiger vinden. Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Ook zijn voor de cursisten groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen Nederlands alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet geoefend worden in een groep. Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere cursisten. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemers.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers iets eerder worden afgeleid. Daardoor is het rendement iets lager. Deels kan dit ondervangen worden door de groep wat kleiner te houden (minigroep). Groepscursussen Nederlands kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed op de agenda van individuele cursisten afgestemd kan worden, is een bijkomstig minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Wij bieden taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan. Dagnall Talen verzorgt daarom de taalcursussen eveneens incompany en online. Bij Dagnall Talen kiezen taalleerders voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen ook mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om foutloos Nederlands te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltaaltrainer Nederlands kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de regels van de (Nederlandse) grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Een juiste uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een snelle en efficiënte overdracht van de kennis van de taal bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de lijst verwijderd. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis opgeslagen als de kennis ook relevant en betekenisvol is. Deze GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze leermethode. Talen zijn veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De leermethode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze manier leert de student onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende in het Nederlands wordt ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een erg effectieve methode is. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Nederlands, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Het beheersen van deze structuren levert volgens de leermethode meer op dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden aan de student aangeboden in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in het Nederlands gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de lerenden het Nederlands op een accurate wijze kunnen leren. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met de docent Nederlands alsook met elkaar. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel sterke kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is deze methode stimulerend omdat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De planning en de voorbereiding vereisen veel tijd van de taaldocent en van de student vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde lerenden afwijkend of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd destijds als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, door de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, direct vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal de omgeving ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar Nederland reizen en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze manier uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Nederlands. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlandse benaming: Suggestopedie) is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op het principe van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (talen; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent (Nederlands) essentieel. Dat de lerenden zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen uit den boze. De lerende zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren gezet en er was ook altijd muziek in de klas. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en ze konden de nieuwe (Nederlandse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de leermethode worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor studenten geen hinder zullen krijgen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethode is dat de lerenden gestimuleerd worden om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet machtig genoeg, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden onderling als middel om te leren. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak heel hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als team samen te werken. Het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands gehouden. Daardoor is het succes lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun Nederlands spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die regelmatig in dialogen voorkomen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om zelf de Nederlandse taal te ontdekken.
De rol van de docent Nederlands is voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten om het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is door de Fransman François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel denken in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands).
Populariteit
De ideeën van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van François Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De taalmethodiek garandeert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De seriemethode maakt de Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve vaardigheden Nederlands van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Nederlands) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het kennisniveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de Nederlandse taal en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor docenten Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan heel motiverend werken. Voorspelbaar is de les Nederlands zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat de studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen de lerenden zich echter ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers Nederlands in voldoende mate flexibel. Dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de taallessen aan de orde komt, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de Nederlandse taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat boven productie. Nederlandse woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Nederlands dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan Nederlands kan spreken met de audio-opname. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief aan het leren is. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die uitgaat van het principe dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden Nederlands vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaltrainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Nederlands spreken; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt voornamelijk binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode ook in iets grotere klassen gebruikt worden. Het verworven Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks 1900 was er sprake van een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). De lerenden werden aangemoedigd vaak Nederlands te spreken. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Nederlands gegeven werden. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd met behulp van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote voordeel van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. De leermethode heeft echter eveneens minpunten. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal weinig. Voor meer gevorderde lerenden Nederlands, heeft de Directe Methode niet genoeg uitdaging te bieden. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een actieve inzet vanuit de studenten is de methode eveneens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Nederlands, die één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het Nederlandse woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en de studenten aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Gattegno was dat de taaldocenten niet naar het overbrengen van kennis an sich dienen te streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak van het Nederlands zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. De docent Nederlands is bij deze methode in feite dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof vaak goed verwerkt en onthouden. De lerenden ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de trainer Nederlands. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er gauw af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaltrainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen van de docent vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal creëren, is een variant. De docent Nederlands schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de trainer moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de student is TPRS een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerende werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt.
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen op de markt brengt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal te vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands). Door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden Nederlands van de studenten te oefenen. De software controleert de Nederlandse spelling en grammatica en wijst op taalfoutjes, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze taalfoutjes te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel ingezet en zeker niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast en ook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel eenvoudig in gebruik en kan op ieder moment door de studenten worden gebruikt. Studenten bepalen zelf welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel studenten ervaren het als prettig om met de Rosetta Stone-methode te werken. Voor scholen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een minpunt van de methode is dat geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialoog die de student naspreekt en vervolgens herhaalt. De Nederlandse zinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de te leren taal. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer door Amerikanen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar doordat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands praten en in een normaal tempo.
Een nadeel van de leerleermethodiek is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verrassend, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het idee dat de cursisten op pauze klikken en zelf antwoord geven op de vraag. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende Nederlandse lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de lerende is begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen construeren. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. Gebruikers die met de taal wat verder zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de luistervaardigheid en de uitspraak Nederlands op efficiënte wijze. Dat deze cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen (zoals Nederlands) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De lerende werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast deze dialoog, met grammaticale uitleg. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de cursisten daarna dienen te herhalen. De opbouw van de les gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten Nederlands in hun eigen tempo kunnen leren wanneer dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent Nederlands om de lerende te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om foutloos Nederlands te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltaaltrainer Nederlands kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Nu was breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de regels van de (Nederlandse) grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Een juiste uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een snelle en efficiënte overdracht van de kennis van de taal bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de lijst verwijderd. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis opgeslagen als de kennis ook relevant en betekenisvol is. Deze GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode functioneren. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze leermethode. Talen zijn veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De leermethode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze manier leert de student onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende in het Nederlands wordt ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een erg effectieve methode is. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Nederlands, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Het beheersen van deze structuren levert volgens de leermethode meer op dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden aan de student aangeboden in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het vaakst in het Nederlands gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de lerenden het Nederlands op een accurate wijze kunnen leren. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met de docent Nederlands alsook met elkaar. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel sterke kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerenden is deze methode stimulerend omdat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De planning en de voorbereiding vereisen veel tijd van de taaldocent en van de student vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde lerenden afwijkend of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd destijds als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Alhoewel al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, door de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, direct vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal de omgeving ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is naar Nederland reizen en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze manier uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Nederlands. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlandse benaming: Suggestopedie) is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op het principe van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (talen; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent (Nederlands) essentieel. Dat de lerenden zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen uit den boze. De lerende zat in een comfortabele stoel tijdens de lessen die in een halve cirkel waren gezet en er was ook altijd muziek in de klas. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en ze konden de nieuwe (Nederlandse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de leermethode worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor studenten geen hinder zullen krijgen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethode is dat de lerenden gestimuleerd worden om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet machtig genoeg, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden onderling als middel om te leren. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd; het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de studenten erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct gebruikt wordt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak heel hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als team samen te werken. Het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands gehouden. Daardoor is het succes lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun Nederlands spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die regelmatig in dialogen voorkomen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte geboden voor de student om zelf de Nederlandse taal te ontdekken.
De rol van de docent Nederlands is voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten om het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is door de Fransman François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel denken in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands).
Populariteit
De ideeën van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van François Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands goed ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De taalmethodiek garandeert levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De seriemethode maakt de Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve vaardigheden Nederlands van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief is, moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Nederlands) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het kennisniveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met de Nederlandse taal en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode draait het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor docenten Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan heel motiverend werken. Voorspelbaar is de les Nederlands zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat de studenten alert en betrokken blijven.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen de lerenden zich echter ongemakkelijk voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers Nederlands in voldoende mate flexibel. Dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de taallessen aan de orde komt, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van de Nederlandse taal; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat boven productie. Nederlandse woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Nederlands dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan Nederlands kan spreken met de audio-opname. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief aan het leren is. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die uitgaat van het principe dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. De luistervaardigheden Nederlands vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaltrainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Nederlands spreken; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt voornamelijk binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode ook in iets grotere klassen gebruikt worden. Het verworven Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks 1900 was er sprake van een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. De Reformbeweging ging overigens niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). De lerenden werden aangemoedigd vaak Nederlands te spreken. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Nederlands gegeven werden. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd met behulp van afbeeldingen en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote voordeel van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. De leermethode heeft echter eveneens minpunten. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal weinig. Voor meer gevorderde lerenden Nederlands, heeft de Directe Methode niet genoeg uitdaging te bieden. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een actieve inzet vanuit de studenten is de methode eveneens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Nederlands, die één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het Nederlandse woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en de studenten aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Gattegno was dat de taaldocenten niet naar het overbrengen van kennis an sich dienen te streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak van het Nederlands zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt. De docent Nederlands is bij deze methode in feite dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Door studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof vaak goed verwerkt en onthouden. De lerenden ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de trainer Nederlands. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat de nieuwheid er gauw af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaltrainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen van de docent vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal creëren, is een variant. De docent Nederlands schrijft bij deze variant eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de trainer moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de student is TPRS een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerende werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen op de markt brengt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal te vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands). Door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden Nederlands van de studenten te oefenen. De software controleert de Nederlandse spelling en grammatica en wijst op taalfoutjes, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze taalfoutjes te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel ingezet en zeker niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast en ook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel eenvoudig in gebruik en kan op ieder moment door de studenten worden gebruikt. Studenten bepalen zelf welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel studenten ervaren het als prettig om met de Rosetta Stone-methode te werken. Voor scholen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een minpunt van de methode is dat geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialoog die de student naspreekt en vervolgens herhaalt. De Nederlandse zinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in de te leren taal. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer door Amerikanen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar doordat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands praten en in een normaal tempo.
Een nadeel van de leerleermethodiek is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verrassend, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het idee dat de cursisten op pauze klikken en zelf antwoord geven op de vraag. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende Nederlandse lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de lerende is begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen construeren. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. Gebruikers die met de taal wat verder zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de luistervaardigheid en de uitspraak Nederlands op efficiënte wijze. Dat deze cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen (zoals Nederlands) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De lerende werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast deze dialoog, met grammaticale uitleg. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de cursisten daarna dienen te herhalen. De opbouw van de les gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten Nederlands in hun eigen tempo kunnen leren wanneer dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent Nederlands om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Ook is er een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met Nederlandse woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. De trainers Nederlands van Dagnall Talen zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van de Nederlandse taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden toegepast.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen Nederlands. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden. Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Rotterdam.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands) Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Rotterdam Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, deelnemers met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Naast het online leerplatform bieden wij tevens een handige eigen App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang tot de App heeft op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten Nederlands leren wanneer en waar ze maar willen. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen alsook specifieke productnamen integreren in de App. De App kan heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar nadat de training Nederlands in Rotterdam is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging. Mensen die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven en organisaties derhalve cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen Nederlands communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk beschouwd en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Nederlands
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, pc/iMac of tablet met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Taleninstituut worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall Talen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
Onze blended (combicursussen) en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die speciaal worden afgestemd op de behoeften en wensen van de lerenden
De inhoud van de taalcursus wordt aan het leerplan aangepast om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen Nederlands op een snelle en efficiënte manier te behalen
De online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat Nederlands en de structuren die in de voorbereiding en de les zelf zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij de combinatie van zelfstudie en videosessies komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat u thuis alles meerdere malen kunt herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursussen eveneens tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de trainer en de cursist en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Rotterdam ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Rotterdam ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Rotterdam
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als referentie en bieden de cursist een goed inzicht in de aanwezige en opgedane talenkennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen na afloop van de cursus Nederlands in Rotterdam het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om taalniveaus te omschrijven. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het ERK is een internationale norm die vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader noemt ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native). Deze verschillende niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A geldt voor beginners. Een cursist die niveau B Nederlands beheerst, kent alle basisvaardigheden in de Nederlandse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen lezen, schrijven, verstaan en spreken. Mensen die het Nederlands beheersen op niveau C, kennen de Nederlandse taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Nederlands) altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons taleninstituutinstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Rotterdam, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken zowel resultaatgericht als klantgericht en kunnen zich snel aan veranderende omstandigheden aanpassen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Rotterdam sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Hiervoor is continue innovatie essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies. Dagnall Talen voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Rotterdam zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen aanbieden. Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Rotterdam
Het efficiënte traject naar een cursus Nederlands in Rotterdam!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kent u de Nederlandse provincies?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Met deze oefening leert u de 12 Nederlandse provincies zeer gauw kennen.
Controleer of verbeter uw kennis door met uw muis naar de kaart van Nederland te gaan.
Als u uw muis op de landkaart van Nederland laat rusten, ziet u de regionale indeling van Nederland.
Dan worden de provincies één voor één getoond.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, vervolgens de naam van de provincie.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders vindt, zal u hier zeker bij helpen.
Beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Taleninstituut voor u op een rijtje gezet.
Verschillende kenmerkende onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke dingen over het land leren, kan uitstekend helpen als ijsbreker of openingszin.
Deze wetenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
Tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen maar evengoed de verworven kennis van het land inbrengen.
Zo kunt u iets ontdekken over Nederlandse gerechten en de specifieke Nederlandse eetcultuur.
Samen eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De behaalde taalvaardigheid alsook uw kennis over Nederland, de Nederlanders en de Nederlandse cultuur zal zeker worden gewaardeerd!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoetigheden. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms met een beetje tomaat of komkommer of een snack erbij. Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. De typische Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds om ongeveer 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een typisch Nederlands gerecht voor de winter is erwtensoep. Het is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Deze snack wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Alhoewel er in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn meer dan 500 brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt. Het is gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit geldt zowel privé als zakelijk. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoetigheden. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms met een beetje tomaat of komkommer of een snack erbij. Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. De typische Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds om ongeveer 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een typisch Nederlands gerecht voor de winter is erwtensoep. Het is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Deze snack wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Alhoewel er in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn meer dan 500 brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt. Het is gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit geldt zowel privé als zakelijk. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door de Noordzee, België en Duitsland. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In de stad wonen ruim 800.000 mensen. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Den Haag, Eindhoven en Utrecht. Nederland is bestuurlijk onderverdeeld in twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat duidt op een geografisch lager gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om tulpen, klompen, stroopwafels, kaas, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is bekend om de strijd tegen het water,
nodig door de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Symbool van Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, die ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. Evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder mensen weten dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is. En ook dat Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Ze geven elkaar meestal een stevige handdruk. Nederland is klein en plat: een ideaal land om te fietsen. In Nederland is de fiets een heel normaal vervoermiddel. In steden zie je regelmatig moeders of vaders met bakfietsen of een fiets met een aanhanger erachter, waarin kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Op de fiets worden helmen vaker niet dan wel gedragen. In Nederland zijn woningen zijn vaak van het type ‘doorzonwoning’. Dit zijn huizen met grote raampartijen voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. Gordijnen houdt de Nederlander graag open, om te zien wat buiten gebeurt. Elke passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren verjaardagen, ook wanneer ze volwassen zijn.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert de persoon die jarig is op gebak. Cadeautjes worden onmiddellijk uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) zijn de mensen in Nederland vrij en gaan naar buiten in oranje kleren, vaak ook met een oranje pruik. In dorpen en steden worden op straat spellen gedaan en verkopen mensen oude spulletjes op een kleedje. De rest van het jaar is het motto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je vooral niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalkennis van het Duits houdt in niet alleen kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door middel van gerichte oefening zorgt Dagnall dat de verworven kennis beter kan worden toegepast.
Voor u het weet, spreekt u al een aardig woordje Nederlands. Dat geeft veel voldoening. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands is onderdeel van de groep van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond tussen 300 en 800 n.Chr. uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu de Nederlandse taal is. Het moderne Nederlands is uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.) ontstaan. het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd gesproken in de tijd tussen 1170-1500 n.Chr. Nederlands wordt door ongeveer 25 miljoen mensen gesproken in Nederland,
België, Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao en Sint-Maarten en Suriname en in een klein gedeelte van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Daarnaast wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Nederlands is eveneens één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor anderstaligen is de uitspraak van het Nederlands vrij lastig. Een struikelblok zijn de tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’. In het bijzonder de ‘ui’-klank is moeilijk. Deze ‘ui’-klank is een klank die maar in weinig voorkomt andere talen.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent de Nederlandse taal ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de beginklank naar de eindklank. Denk aan: eeuw, ieuw, aai, ei en oi.
De spelling van de klanken wijkt bij sommige letters af van wat in andere talen gebruikelijk is. Zo wordt de letter ‘u’ in vrijwel elke taal als ‘oe’ uitgesproken.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch afwijkend ten opzichte van de meeste andere talen. De g en de ch klinken nagenoeg gelijk; als een schrapende keelklank. Ook de medeklinkercombinaties zijn kenmerkend voor het Nederlands. Voor menig anderstalige zijn de ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ een tongbreker alsook de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘fietstas’? of ‘strand’? Beginclusters en eindclusters komen in het Nederlands veel voor. Het is nuttig om deze clusters te herkennen en te oefenen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers worden gezet: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands wordt de uitspraak van eindletters vaak weggelaten, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen het woord wind en het woord wint is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de kenmerkende harde g, de ui en de eu. De Nederlanders hebben de neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, schoteltje, lepeltje, omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal bevat sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt van de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Guillaume Le Bé was lettermaker en de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Het Nederlands heeft ook stopwoordjes, net zoals elke taal. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zin of zinsdeel. Zoals “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze stopwoorden ook als ze Engels spreken. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het stopwoord ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Nietwaar?”
Aan het begin van een Nederlandse zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap mede te delen. In het midden van een betoog gebeurt hetzelfde. Mensen hebben een korte denkpauze nodig en gebruiken een aantal woorden die geen betekenis hebben. Iedere Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Let ook eens op de keren dat iemand ‘ook’ of ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ gebruikt in een aantal zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is zeer doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te vergroten.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Nederlands in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op snelle wijze veel Nederlandse woordenschat kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het populairste publieke radiostation in Nederland. Klik op het logo op het linker computerscherm hierboven en luister live naar deze Nederlandse publieke radiozender.
Radio 538
De radiozender Radio 538 is de bekendste commerciële radiozender van Nederland. Klik op het logo op het rechter computerscherm hierboven om direct live te luisteren naar deze Nederlandse commerciële radiozender.
Uw favoriete televisieprogramma’s met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar u zult al gauw merken dat dit erg leerzaam en leuk is. NPO is de Nederlandse publieke televisieomroep.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de bekendste commerciële televisieomroepen voor Nederlandssprekenden. Deze Nederlandstalige televisiezenders kunnen middels kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Rotterdam op uw locatie volgen of in ’s-Hertogenbosch, bijvoorbeeld bij BIM Centrum De Vliert aan de Victorialaan 15 in ’s-Hertogenbosch of bij Coachhuis St-Michielsgestel aan de Peter Dondersplein 8d in Sint-Michielsgestel. Dagnall verzorgt ook taalcursussen Nederlands in Rotterdam bij bijvoorbeeld Van Der Valk Hotel Rotterdam-Blijdorp aan de Energieweg 2, bij Hotel Novotel Rotterdam Brainpark aan de K.P. van der Mandelelaan 150, bij Hotel Novotel Rotterdam Schiedam aan de Hargalaan 2, bij Best Western Plus Rotterdam Airport Hotel aan de Vliegveldweg 59, bij Hotel NH Atlanta Rotterdam aan de Coolsingel/Aert van Nesstraat 4 en bij citizenM Rotterdam aan het Gelderse Plein 50.
U kunt vergaderen in Rotterdam bij bijvoorbeeld bij Ahoy, bij Postillion Convention Centre WTC Rotterdam, bij de Van Nelle Fabriek, bij De Doelen, bij de Maassilo, bij de Boompjes, bij Co Solo, in Diergaarde Blijdorp, in het Drijvend Paviljoen, bij EAU Lounge, bij Lichtschip Vessel 11, bij de Markthal, bij NY Basement, bij RDM Rotterdam, bij de Schiecentrale, op de SS Rotterdam en bij The Boathouse Kralingen.
Bij de aanleg van de Maasvlakte zijn resten van menselijke bewoning gevonden uit de periode 9000-5300 v.Chr. Er liepen toen al mensen rond in de omgeving die nu Rotterdam is. Waarschijnlijk was vanaf circa 2000 v.Chr. sprake van min of meer permanente bewoning, die later weer verdween vanwege de vervening van het gebied. In de 1ste eeuw v.Chr. ontstond de kleine rivier
de Rotte en langzamerhand werden de oevers weer bewoond gebied. Rotterdam ontstond rond 1270, met de aanleg van een dam in de Rotte. Rotterdam is naar het riviertje de Rotte vernoemd en de dam die erin werd aangelegd. De naam Rotte (ook ‘Rotta’) duidt op stilstaand of rottend water.
Rotterdam is gelegen in de regio Rijnmond en is onderdeel van de metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Plaatsen in de omgeving van de stad Rotterdam zijn Alblasserdam, Barendrecht, Bergschenhoek, Brielle, Delft, Dordrecht, Gouda, Hendrik-Ido-
Ambacht, Poortugaal, Rhoon, Ridderkerk, Schiedam, Sliedrecht, Spijkenisse en Zwijndrecht. Rotterdam ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Rotterdam wonen bijna 645.000 mensen.
Een inwoner van Rotterdam heet een ‘Rotterdammer’. Er zijn natuurlijk veel bekende Rotterdammers. Het is een hele lijst, maar we noemen er toch even een aantal op: Cynthia Abma, Leo Beenhakker, John Bernard, Charlotte Besijn, Anne Wil Blankers, Herman den Blijker, Mike Boddé, Frits Bom, Hugo Borst, Ria Bremer, Hans Breukhoven, Kiki Classen, Ferry Corsten, Gerard Cox, Jules Deelder, Robert Doornbos, André van Duin, Desiderius Erasmus, Rob Geus, Corrie van Gorp, Karel van de Graaf, Pieter Grashoff (Cok Grashoff), Oscar Hammerstein, Sander
de Heer, Jan de Hoop, Rem Koolhaas, Richard Krajicek, Neelie Kroes, Jan Kruis, Paul de Leeuw, Ruud Lubbers, Joseph Luns, Anita Meyer, Davina Michelle, Fatima Moreira de Melo, Peter Paul Muller, Patricia Paay, Rick van der Ploeg, Koos Postema, Miryanna van Reeden, Daan Schuurmans, Marten Toonder, Rick van Velthuysen, Renate Verbaan, Susan Visser, Dirk Zeelenberg en Pieter Zwart. Iets wat uit Rotterdam komt, wordt ‘Rotterdams’ of ‘Rotterdammer’ genoemd, zoals de Rotterdamse humor. Rotterdam kreeg stadsrechten in het jaar 1340.
Rotterdam - internationaal & scholing
Kernen
Rotterdam is een metropool en is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Botlek Rotterdam, Europoort Rotterdam, Hoek van Holland, Hoogvliet, Maasvlakte Rotterdam, Pernis, Rozenburg en Vondelingenplaat Rotterdam onder vallen.
Partnersteden
Rotterdam heeft 12 partnersteden, te weten Antwerpen in België, Bazel in Zwitserland, Boedapest in Hongarije, Bratislava in Slowakije, Duisburg en Neurenberg in Duitsland, Durban in Zuid-Afrika, Hull in het Verenigd Koninkrijk, Jakarta in Indonesië, Osaka in Japan, Oslo in Noorwegen en Praag in Tsjechië.
Hoger onderwijs
In Rotterdam zijn drie universiteiten, waarvan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), opgericht in 1913, de bekendste is. Hogescholen in Rotterdam zijn onder andere Hogeschool Rotterdam (HR), Inholland Rotterdam, Fontys Hogescholen Rotterdam, Hogeschool Tio Rotterdam en het EuroCollege.
Denk je aan Rotterdam, dan denk je aan de haven, de Euromast, de Erasmusbrug, het bombardement in WOII, het beeld ‘Stad zonder hart’ van Zadkine, de Markthallen, Jules Deelder, moderne architectuur, het Internationaal Filmfestival, het Eurosongfestival 2021 en de Marathon. Rotterdam fungeert als werk- en winkelstad met de haven die werk aan 385.000 mensen biedt. (bron: Havenbedrijf Rotterdam) Rotterdam is de vestigingsplaats van
multinationals zoals Unilever, Coca Cola, Vitol en ArcelorMittal.
Rotterdam - minder bekend
Niet veel mensen kennen de Rotterdamse ‘Keurvrouw der mosselen’, Catharina Mulder, beter bekend als ‘Kaat Mossel’ of ‘Kaatje Mossel’. Zij leefde in de 18de eeuw en werd bekend in de strijd tussen orangisten en patriotten. ‘Ka’ als aanduiding voor een bazige vrouw, is aan haar te danken.
Typisch voor de Rotterdamse tongval zijn de w-achtige klank na de ‘oo’ en de j-klank na de ‘ee’ (oow, eej). De ‘aa’ is niet open maar wordt aoh en de ‘ei/ij’ wordt aai. De verkleiningsuitgang -je of -tje wordt in het Rotterdams -ie (boekkie) en dit gebeurt ook bij werkwoorden (hebbie in plaats van ‘heb je’). De ‘r’ wordt achterin de keel uitgesproken en vaak weggelaten. Kenmerkend is ook de werkwoordsuitgang -t die Rotterdammers gebruiken in de ik-vorm (ik doet, ik loopt). Verder wordt hij/zij ‘heb’ gezegd in plaats van ‘heeft’ en hun hebben in plaats van ‘zij hebben’. Typisch voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ en ook niet tussen ‘liggen’ en ‘leggen’.
Een bakkie pleur is ‘een kop koffie’. Rotterdam is een echte werkstad en een ‘winterjas’ heet in Rotterdam dan ook een doorwerkjas. De chic bedoelde winkelpromenade met verdiepte ligging heet de ‘koopgoot’. In Rotterdam nemen de mensen geen blad voor de mond en veel uitdrukkingen zijn wat grof. K hep heel de dag op me klauwe gestaan betekent: “Ik heb hard gewerkt”. Men is ook dol op verwensingen als Azzie je aige laat begrave, hebbe we een gifschandaal.Dat komt zo uit de haven is, met andere woorden, ‘gestolen’.
“Rotterdam Make it Happen”
Rotterdam - zakelijk
De gemeente Rotterdam
Het netnummer van Rotterdam is 010. Het postcodegebied van Rotterdam is 3000 - 3089. Het adres van het gemeentehuis van Rotterdam is Coolsingel 40, 3011 AD in Rotterdam. De website van de gemeente Rotterdam is Rotterdam.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Rotterdam is 14 010.
Zakendoen in Rotterdam
Voor Rotterdamse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Rotterdam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Rotterdam is KVK-kantoor Rotterdam.
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Rotterdam gevestigd op bedrijventerrein Boezembocht, Charlois, Distripark Benelux, Distripark Botlek, Distripark Maasvlakte, bedrijventerrein Gadering (Rotterdam-Hoogvliet), Hordijk Oost en West, Nesselande, Ommoord, Prins Alexander, Prinsenland, Rijnhaven, Rotterdam Airport Business Park, Rotterdam Noordwest, bedrijventerrein Schiebroek, het Science en Business Park Rotterdam, bedrijventerrein Spaanse Polder,
Waalhaven, Hoog Zestienhoven (Hoog 16Hoven) bedrijventerrein Zevenkamp en de Eemhaven, de Europoort, de Maashaven en de Maasvlakte. In Rotterdam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties, een aantal daarvan mag Dagnall klant noemen.