Taaltrainingen Nederlands in Rijswijk van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van de werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat levert: Effectieve taalcursussen Nederlands op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in Rijswijk en omstreken. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken kennen een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Nederlands in Rijswijk in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Q-Building
Laan van Zuidhoorn 60
2289 DE RIJSWIJK
070-2076707
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de algemene taaltaalcursussen Nederlands zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands en/of zakelijk Nederlands. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van scholingszoekers afgestemd. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Nederlands te leren in Rijswijk. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Onze filosofie is om Nederlands te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengt Dagnall Talen cursisten met grote stappen naar het gewenste taalniveau. Taleninstituut Dagnall is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Rijswijk.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt uw wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw agenda en uw situatie af.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de taaldocent de voortgang en de inhoud van de cursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden aangepast. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Indien gewenst, wordt het (individuele) contact met de cursisten door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall Taleninstituut gedaan in overleg met u en de individuele deelnemers Cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Deze moeten worden teruggestuurd voorafgaand aan de datum van de intake Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het intakegesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall Talen verzorgt uiteraard de logistiek van het materiaal en cursusbenodigdheden Dagnall Talen berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning en het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall Talen bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
In 1982 is Dagnall geopend en verzorgt sindsdien maatwerkcursussen Nederlands in Rijswijk en regio voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Dagnall Talen maakt gebruik van ervaren en kundige expert taaltrainers Nederlands die specialisten zijn op het gebied van taal en die in deze tijd in Haaglanden veel cursussen hebben verzorgd.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, levert Dagnall Taleninstituut betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Rijswijk. U kunt ervan op aan dat Dagnall Talen uitstekend rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Rijswijk sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen (Nederlands) die zijn toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer. Medewerkers met beperkte of zonder kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en zij willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkplek goed te kunnen begrijpen. De medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen verrichten en natuurlijk heel graag hun ambitie op het werkgebied verwezenlijken. Een investering in medewerkers en in de ontwikkeling van de organisatie is hiervoor nodig.
Dagnall Taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen voor het verhogen van de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer. Ons taleninstituut helpt en leert de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen op hun werk. Dagnall stemt de taallessen af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de lessen om, krijgt de cursist gedurende de cursus frequent praktijkopdrachten, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de taaltraining.
Dit is dus een win-winsituatie! Ons instituut let tevens op de wat minder belichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn poging om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gewoontes van het land en het bedrijf te doorgronden en om zijn of haar wereld via taal te vergroten. Dat vraagt veel inzet en motivatie. De cursist heeft bovendien maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dit is niet in iedere situatie toereikend.
Onderscheidend
Ons instituut is onderscheidend door in te zetten op uitbreiden van het draagvlak voor de cursus Nederlands op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert uitvoerenden en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om een continu proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door het belang van taal op de werkvloer voortdurend op deze manier uit te dragen, wordt het nut van een goede beheersing van de taal gezamenlijk ervaren en voelen de deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Rijswijk
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is uiteraard ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Rijswijk die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo prettig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall realiseren wij met een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele taalcursussen, duocursussen (2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, onlinecursussen, een online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf. Onze taaltrainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall Talen in Rijswijk. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief Nederlands leren in Rijswijk bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten. Dagnall Talentaleninstituut verzorgt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne leermethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te borgen. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Rijswijk gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Rijswijk
Maatwerkcursussen Nederlands
Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Rijswijk en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl. De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De groepen houden wij zo klein mogelijk de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren. Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands is het hoge rendement omdat veel kennis wordt geleerd in korte tijd. Er wordt meer vooruitgang geboekt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele taalcursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer. Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens taalcursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste pluspunt van een groepscursus Nederlands is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van de foutjes van anderen en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren. Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen Nederlands kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer. Doordat er geen interactie met andere lerenden is, kan het geleerde niet in groepsverband worden geoefend. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van de fouten van anderen te leren. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemers.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen lerenden wat eerder afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen). Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele cursisten, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Talen biedt taalcursussen (Nederlands) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen onze taaltrainingen eveneens incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Uiteraard is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is foutloos Nederlands leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltaaltrainer Nederlands kan bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor al snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Nederlands beginnen te leren effectief. Een correcte uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar op de loer ligt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige manier te leren dat ze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd worden herhaald. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens aangepast; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. De Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in het Nederlands spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dit. In het algemeen wordt kennis onthouden als deze kennis betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze methode kan goed functioneren voor mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren te communiceren in het Nederlands, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat van het Nederlands. Bij de Structural Approach gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden aangeboden aan studenten in reële situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die in de praktijk het meest in het Nederlands gebruikt worden, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat studenten de Nederlandse taal op een nauwkeurige wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De methode van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet meteen een succeservaring. De eigen inbreng van lerenden is gelimiteerd; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere vraag om vreemde talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel positieve aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerende is deze methode stimulerend omdat hij of zij snel succes ervaart. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt de lerende geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De methode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studentenn bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de leeromgeving ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. De studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk te gaan naar Nederland en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de studenten moeten wel gaan communiceren in het Nederlands omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlandse naam: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Nederlands) en de studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor moeten studenten zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. De lerenden namen tijdens de les plaats in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er was altijd muziek in de les. De leermethode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De lerenden werden zo verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Lozanov was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om te leren. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd; de lerenden bepalen zelf de lesstof met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren indien deze correct gebruikt wordt. Voor grote groepen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taalles is daardoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid geboden voor studenten om de Nederlandse taal zelf te ontdekken.
De taak van de taaldocent Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar aanmerkelijk veranderd door (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke manier het Nederlands te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige studenten hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan vanzelf snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De leermethode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Maximilian Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de seriemethode enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat totaal nieuw was. De methode maakt Nederlandslerenden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid Nederlands van de student wordt met de methode sterk gestimuleerd.
De methode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, wat lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder de bekende filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de taaldocent Nederlands. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan heel motiverend zijn. Voorspelbaar is de taalles Nederlands zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan in een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Dit zorgt dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer. Ook is niet elke trainer Nederlands voldoende flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Nederlands en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor in de lessen wordt behandeld, kan een ander keerzijde vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Nederlands kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills toegepast werden in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die op het idee gebaseerd is dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerende doet deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze Nederlands spreken; in een later stadium geven de studenten de taken. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek ook worden toegepast in grotere klassen. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt het tot op een zeker niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën dat het leren inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens op voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica vooral inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Nederlands te laten praten. Dat de lessen in het Nederlands werden gegeven, was eveneens een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Nederlandse) vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Nadelen kent deze leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode nauwelijks aandacht en voor lezen relatief minder. Dez methode biedt te weinig uitdaging voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn in het Nederlands. Doordat de Directe Methode is gestoeld op een dynamische inzet van de kant van de student is de leermethode eveneens niet erg bruikbaar voor langzaam lerende student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een taal (zoals Nederlands) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een docent Nederlands, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan als een keerzijde worden gezien dat het wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten Nederlands gebruikt om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Nederlands).
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel de Stille Methode in zijn originele versie niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën wel van invloed geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de aanpak van Gattegno. In principe is de trainer Nederlands dienstbaar aan de studenten en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een nadeel van de leermethode zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de trainer Nederlands. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Op deze manier worden woorden en structuren van het Nederlands vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van het Nederlands, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Nederlandse vertaling erbij, om daarna een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit voor input zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat de methode veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een minpunt.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is ontdekt met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de studenten daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij optie is om de fouten van de lerenden te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is erg makkelijk om te gebruiken en kan op elk moment door de lerende ingezet worden. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Velen vinden het plezierig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat geen docent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. Deze Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in het Nederlands. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur erg goed doordat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands spreken.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruiker op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in delen en nieuwe Nederlandse lesstof wordt afgewisseld met bekende Nederlandse lesstof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student Nederlands begrepen en verworven is. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de student zelf zinnetjes kan maken. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. Studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak Nederlands op efficiënte manier en de methode is ook heel toegankelijk. Een minpunt van de methode is dat de taalcursussen Nederlands geen schrijfvaardigheid bieden. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor taalcursussen (zoals Nederlands). De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick. De lerenden besteden bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Nederlandse vertaling, alsook de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is foutloos Nederlands leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltaaltrainer Nederlands kan bijvoorbeeld een zin tien keer herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor al snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Nederlands beginnen te leren effectief. Een correcte uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar op de loer ligt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige manier te leren dat ze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd worden herhaald. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens aangepast; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. De Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in het Nederlands spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dit. In het algemeen wordt kennis onthouden als deze kennis betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze methode kan goed functioneren voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze methode kan goed functioneren voor mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje. Schrijven met de hand werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. Doordat de natuurlijke aanpak vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren te communiceren in het Nederlands, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat van het Nederlands. Bij de Structural Approach gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden aangeboden aan studenten in reële situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die in de praktijk het meest in het Nederlands gebruikt worden, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luisteren en spreken) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat studenten de Nederlandse taal op een nauwkeurige wijze leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De methode van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet meteen een succeservaring. De eigen inbreng van lerenden is gelimiteerd; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere vraag om vreemde talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel positieve aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerende is deze methode stimulerend omdat hij of zij snel succes ervaart. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt de lerende geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode biedt een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De methode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Deze methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studentenn bij het werken in een groep. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de leeromgeving ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. De studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk te gaan naar Nederland en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze manier uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de studenten moeten wel gaan communiceren in het Nederlands omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlandse naam: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Nederlands) en de studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor moeten studenten zich ontspannen en veilig voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. De lerenden namen tijdens de les plaats in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er was altijd muziek in de les. De leermethode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De lerenden werden zo verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Lozanov was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om te leren. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd; de lerenden bepalen zelf de lesstof met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren indien deze correct gebruikt wordt. Voor grote groepen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taalles is daardoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid geboden voor studenten om de Nederlandse taal zelf te ontdekken.
De taak van de taaldocent Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn in de laatste dertig jaar aanmerkelijk veranderd door (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke manier het Nederlands te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige studenten hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, wetenschap en beroep, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan vanzelf snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De leermethode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Maximilian Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de seriemethode enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat totaal nieuw was. De methode maakt Nederlandslerenden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid Nederlands van de student wordt met de methode sterk gestimuleerd.
De methode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, wat lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder de bekende filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen trainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor de taaldocent Nederlands. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan heel motiverend zijn. Voorspelbaar is de taalles Nederlands zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan in een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Dit zorgt dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer. Ook is niet elke trainer Nederlands voldoende flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Nederlands en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor in de lessen wordt behandeld, kan een ander keerzijde vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Nederlands kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills toegepast werden in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die op het idee gebaseerd is dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerende doet deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze Nederlands spreken; in een later stadium geven de studenten de taken. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek ook worden toegepast in grotere klassen. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt het tot op een zeker niveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën dat het leren inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens op voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica vooral inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Nederlands te laten praten. Dat de lessen in het Nederlands werden gegeven, was eveneens een nieuw verschijnsel. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Nederlandse) vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Nadelen kent deze leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode nauwelijks aandacht en voor lezen relatief minder. Dez methode biedt te weinig uitdaging voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn in het Nederlands. Doordat de Directe Methode is gestoeld op een dynamische inzet van de kant van de student is de leermethode eveneens niet erg bruikbaar voor langzaam lerende student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een taal (zoals Nederlands) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een docent Nederlands, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan als een keerzijde worden gezien dat het wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten Nederlands gebruikt om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Nederlands).
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel de Stille Methode in zijn originele versie niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën wel van invloed geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de aanpak van Gattegno. In principe is de trainer Nederlands dienstbaar aan de studenten en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een nadeel van de leermethode zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de trainer Nederlands. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen lerenden zich. Op deze manier worden woorden en structuren van het Nederlands vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van het Nederlands, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Nederlandse vertaling erbij, om daarna een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit voor input zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Dat de methode veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is ontdekt met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de studenten daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij optie is om de fouten van de lerenden te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is erg makkelijk om te gebruiken en kan op elk moment door de lerende ingezet worden. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Velen vinden het plezierig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat geen docent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. Deze Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in het Nederlands. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur erg goed doordat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands spreken.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruiker op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in delen en nieuwe Nederlandse lesstof wordt afgewisseld met bekende Nederlandse lesstof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student Nederlands begrepen en verworven is. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de student zelf zinnetjes kan maken. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. Studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak Nederlands op efficiënte manier en de methode is ook heel toegankelijk. Een minpunt van de methode is dat de taalcursussen Nederlands geen schrijfvaardigheid bieden. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor taalcursussen (zoals Nederlands). De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick. De lerenden besteden bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Nederlandse vertaling, alsook de uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier: De Dagnall Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze voortdurend in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden gauw in de praktijk kunnen worden toegepast.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij de zogenaamde vorm van taaltraining van blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Rijswijk.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands) Een aantal voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Rijswijk Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, op alle (mobiele) apparaten toegang tot de App hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Deelnemers kunnen Nederlands leren waar en wanneer het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen en juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Nederlands in Rijswijk. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging. Mensen die meerdere talen beheersen, zijn derhalve vaak cruciaal in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen Nederlands communiceren. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Nederlands
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc/iMac met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Taleninstituut worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) trainers gegeven
Onze taaldocenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair of HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
Onze blended (combicursussen) en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd worden
De inhoud wordt aan het leerplan aangepast om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen Nederlands efficiënt en snel te behalen
De online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat Nederlands en de structuren die in de voorbereiding en de lessen zelf zijn geleerd, actief toegepast
Door het combineren van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Rijswijk ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Rijswijk ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Rijswijk
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als referentie en geeft u een helder inzicht in de aanwezige en opgedane kennis van het Nederlands. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
De cursist ontvangt na afloop van de cursus Nederlands in Rijswijk het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een richtlijn om taalniveaus te kunnen beoordelen. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader definieert vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: luisteren, lezen, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken. De Engelse term en afkorting wordt eveneens veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader noemt ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). De verschillende niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners. Cursisten die taalniveau B Nederlands beheersen, beschikken over alle basisvaardigheden in de Nederlandse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van een (ver)gevorderde gebruiker, die het Nederlands beheerst als een (bijna) moedertaalspreker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering bewijst dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituutinstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Rijswijk, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.De NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Rijswijk sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue innovatie onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Taleninstituut Dagnall voldoet natuurlijk aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Rijswijk zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Rijswijk
Met Dagnall kiest u voor de juiste weg naar een cursus Nederlands in Rijswijk!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle Nederlandse provincies onderscheiden?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Met deze oefening kent u de 12 Nederlandse provincies heel gauw.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met de muis naar de kaart van Nederland te gaan.
Als u uw muis op de landkaart van Nederland laat rusten, ziet u de bestuurlijke indeling van Nederland.
Dan lichten de provincies één voor één op.
Eerst wordt de provincies van Nederland getoond, vervolgens krijgt u de naam van de provincie te zien.
In een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders, zal hier zeker bij helpen.
Dingen zoals typische Nederlandse gebruiken en gewoonten, bekende exportproducten en beroemde Nederlanders hebben wij op een rijtje gezet.
Velerlei kenmerkende dingen van Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal landspecifieke weetjes leren, kan heel nuttig zijn als ijsbreker of een opening bieden voor een gesprek.
U kunt deze kennis over mens, land en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar tevens de opgedane kennis over Nederland laten blijken.
Zo kunt u ook dingen te weten komen over de specifieke Nederlandse eetcultuur en de Nederlandse gerechten.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
Uw nieuw verworven talenkennis alsook de kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders zal zeker gewaardeerd worden!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Alhoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet zeer exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het Nederlandse menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De Nederlandse lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. Een traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Nederlanders eten als nagerecht vla, yoghurt, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een populair Nederlands gerecht voor de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met spek en roggebrood is het een volledige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat gegeten. Populaire snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt. Hoewel in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn meer dan 500 brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt. Zowel zakelijk als privé is het gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Alhoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet zeer exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het Nederlandse menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De Nederlandse lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. Een traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Nederlanders eten als nagerecht vla, yoghurt, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een populair Nederlands gerecht voor de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met spek en roggebrood is het een volledige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat gegeten. Populaire snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt. Hoewel in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn meer dan 500 brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt. Zowel zakelijk als privé is het gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft meer dan 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan België, Duitsland en de Noordzee. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In de stad Amsterdam wonen ruim 800.000 mensen. Andere belangrijke en grote steden zijn Rotterdam, Den Haag, Eindhoven en Utrecht. Nederland telt twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat duidt op een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om molens, tulpen, klompen, kaas, stroopwafels en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldwijd beroemd om de strijd tegen het water,
nodig vanwege de ligging (voor een groot deel) onder het niveau van de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders die veel toeristen trekken. Zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Rietveld en Mondriaan.
Symbool van Nederland Symbool voor Nederland is de Amsterdamse grachtengordel uit de 17de eeuw, die ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. Evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder mensen weten dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen telen als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als teken van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Meestal geven Nederlandse mannen elkaar een stevige handdruk. Nederland is klein en plat: een ideaal fietslandje. In Nederland is de fiets een heel populair vervoermiddel. In steden zie je moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een karretje eraan, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Op de fiets worden helmen vaker niet dan wel gedragen. De huizen in Nederland zijn het type ‘doorzonwoning’. Dat betekent grote raampartijen voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. Gordijnen houden Nederlanders het liefst open, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Elke passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie en taart. Op het werk trakteert de jarige op gebak. Cadeautjes worden onmiddellijk uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is iedereen vrij en gaat feesten in oranje kleding, vaak met een oranje pruik. In dorpen en steden worden spellen op straat gedaan en mensen verkopen oude spullen op een kleed. De rest van het jaar is het devies: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalkennis van het Duits houdt in kennen (geleerde kennis) maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van deze geleerde kennis). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, staat bij Dagnall de toepassing van de opgedane kennis centraal.
Voor u het weet, begrijpt u die Nederlandstalige collega en antwoordt u hem of haar in zijn of haar eigen Nederlands. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
De Nederlandse taal hoort bij de groep van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond uit het West-Germaans tussen 300 en 800 n.Chr., wat de basis zou worden van wat nu het Nederlands is. De moderne Nederlandse taal is ontstaan vanuit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Middelnederlands of Diets. Deze taal werd gesproken in de tijd tussen 1170-1500 n.Chr. De Nederlandse taal wordt door circa 25 miljoen mensen gesproken in
Nederland zelf, maar ook in België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, Suriname en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Verder wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is daarnaast één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor veel anderstaligen is de uitspraak van de Nederlandse taal vrij lastig. Vaak zijn de vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ vaak een struikelblok. Voornamelijk de ‘ui’-klank is moeilijk. De ‘ui’-klank is een klank die in weinig talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent de Nederlandse taal ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend van de begin- naar de eindklank overgaat. Denk aan: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
De spelling van klanken wijkt bij een aantal letters af van wat in andere talen gangbaar is. Zo wordt de letter ‘u’ in nagenoeg alle talen uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch in het Nederlands afwijkend in vergelijking met veel andere talen. De g en de ch klinken in het Nederlands vrijwel hetzelfde; als een schrapende keelklank. Kenmerkend voor de Nederlandse taal zijn verder de medeklinkercombinaties. Zowel de ‘sch’ als de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor veel anderstaligen een echte tongbreker en zeker ook de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘fietstas’? en ‘strand’? Het Nederlands kent veel begin- en eindclusters Het is nuttig om deze clusters te herkennen en te oefenen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers worden geplaatst: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands wordt de uitspraak van eindletters vaak weggelaten, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wint en wind is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g, de ui en de eu. De Nederlanders hebben de gewoonte om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
De taal heeft nog sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was een lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
De Nederlandse taal heeft ook stopwoorden, net zoals elke taal. De Nederlandse taal kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zin of zinsdeel. Bijvoorbeeld “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook stopwoordjes als ze Engels spreken. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het woordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Nietwaar?”
Aan het begin van een Nederlandse zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou ja,…’, ‘Nou kijk,…’. De spreker neemt een aanloopje om zijn boodschap mede te delen. Middenin een betoog gebeurt ditzelfde. De spreker neemt een korte denkpauze en zegt een paar woorden zonder betekenis. Iedere Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘als het ware’, ‘ik bedoel’ of ‘weet je wel’. Tel voor de grap eens de keren dat mensen ‘inderdaad’ of ‘ook’ of ‘eigenlijk’ in een paar zinnen gebruiken.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is zeer doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te verrijken.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Nederlands op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op vlotte wijze veel Nederlandse woordenschat kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het meest populaire publieke radiostation in Nederland. Door op het logo op het linker computerscherm hierboven te klikken, kunt u live naar dit Nederlandse publieke radiostation luisteren.
Radio 538
Radio 538 is de meest populaire commerciële radiozender van Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om direct live naar deze Nederlandse commerciële radiozender te luisteren.
Uw favoriete televisieserie of programma met Nederlandse ondertiteling bekijken, is wellicht even wennen, maar al gauw zult u merken dat dit heel plezierig en leerzaam is. De omroep NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de meest bekeken Nederlandse commerciële televisieomroepen. Deze Nederlandstalige zenders kunt u via kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Rijswijk op uw eigen locatie volgen of in Rijswijk, bijvoorbeeld bij Q-Building aan de Laan van Zuidhoorn 60 in Rijswijk. Ons instituut kan eveneens taalcursussen Nederlands in Rijswijk verzorgen bij bijvoorbeeld Best Western Plus Grand Winston aan het Generaal Eisenhowerplein 1, bij Hotel Hoevevoorde aan de Van Vredenburchweg 170, bij Hotel Savarin aan de Laan van Hoornwijck 29 en bij Van der Valk Hotel Den Haag-Nootdorp aan de Gildeweg 1 in Nootdorp.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Rijswijk kan bij De Broodfabriek aan de Volmerlaan 12 en bij Landgoed Te Werve aan de Van Vredenburchweg 101.
In de prehistorie lag de plek die nu Rijswijk heet, aan de kust. In de nieuwe steentijd was dit gebied al bewoond. Er zijn tekenen van bewoning aangetroffen uit circa 3500 v.Chr. Vanaf 2600-2500 v.Chr. moet sprake zijn geweest van min of meer permanente bewoning. In 1267 komt de naam ‘Rijswijk’ komt voor de eerste keer voor als kleine bestuurseenheid (ambacht) op het platteland. Toen was het dus al een dorpje.
De naam ‘Rijswijk’ (ook de namen Riiswiic, Risuuic, Riswic, Ryswijc, Rijswijc, Risewiic en Rysewiic komen voor) is een verbastering van het Germaanse woord hrisa; ‘rijshout’, ‘wilgenhout’. Het tweede deel komt van wika; Germaans voor ‘nederzetting’. In moderne taal dus ‘plaats van bindwilgen’.
Rijswijk ligt in de regio Haaglanden en is onderdeel van de metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Plaatsen in de buurt van de stad Rijswijk zijn Delfgauw, Delft, Den Haag, Den Hoorn, De Lier,
Maassluis, Naaldwijk, Nootdorp, Pijnacker, Poeldijk, Schipluiden, Voorburg, Wateringen en Ypenburg. Rijswijk ligt in de provincie Zuid-Holland. De gemeente Rijswijk heeft ongeveer 54.000 inwoners.
Woon je in Rijswijk, dan ben je een ‘Rijswijker’, in goed plaatselijk Nederlands Rèswèker. Bekende Rijswijkers zijn Robert Schoemacher, Odette Simons, Koos Spee en Rolf Wouters.
Iets wat bij Rijswijk hoort, heet ‘Rijswijks’, zoals het Rijswijkse Bos. Rijswijk is een stad en een gemeente.
Rijswijk - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Rijswijk zijn Beroun in Tsjechië en Condega in Nicaragua.
Hoger onderwijs
In Rijswijk bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Rijswijk, dan denk je aan van vliegveld Ypenburg, de Trekvliet, naoorlogse flatwoningen en veel openbaar groen. Rijswijk fungeert als vestigingsplaats voor grote bedrijven en overheidsinstanties. Onder meer het Europees Octrooibureau is in
Rijswijk gevestigd, alsook het hoofdkantoor van Shell, Kiwa, het CBR en Rijkswaterstaat.
Rijswijk - minder bekend
Weinig mensen weten dat de schrijver Ilja Leonard Pfeijffer in Rijswijk geboren is.
De bekende typetjes Jacobse en Van Es (Van Kooten en De Bie), Harrie Jekkers en natuurlijk de stripreeks Haagse Harry van Marnix Rueb, zijn een aantal zeer bekende vertolkers van het Haags. Het Haags spreekt veel klinkers afwijkend uit ten opzichte van het Standaardnederlands. Zo wordt de ‘ei/ij’ uitgesproken als è (het Plèn voor ‘het Plein’) en de ‘ui’ als èu (‘broodje’ als broodjèu). De ‘aa’ wordt een ah en de ‘ee’, de ‘oo’ en ‘eu’ krijgen een extra ‘j’ (eej). De Haagse ‘r’ klinkt als ch of wordt niet uitgesproken. Typisch voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat
er geen onderscheid tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ wordt gemaakt en evenmin tussen ‘liggen’ en ‘leggen’. Een ‘politieagent’ is een wout of de kit. Iemands ‘meisje’ of ’vriendinnetje’ is zijn niesje en uitgenast betekent ‘bijdehand’. Als iets ‘goed smaakt’, heet dat in Rijswijk te haggeluh. Je kunt mij de bout haggeluh wordt gezegd in plaats van “Bekijk het maar”. Als iets ‘eerlijk waar’ is, zeggen ze in Rijswijk (net als in Den Haag): Zonder dollen. Geen porum: “Het ziet er niet uit”.
“Groenrijk Rijswijk”
Rijswijk - zakelijk
De gemeente Rijswijk
Het postcodegebied van Rijswijk is 2280 - 2289. Het adres van het gemeentehuis van Rijswijk is Bogaardplein 15, 2284 DP in Rijswijk. De website van de gemeente Rijswijk is Rijswijk. nl. Het telefoonnummer van de gemeente Rijswijk is 14 070.
Zakendoen in Rijswijk
Voor Rijswijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. De website van de Kamer van Koophandel voor Rijswijk is KVK-kantoor Den Haag.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Rijswijk vaak op bedrijventerrein ’t Haantje, op bedrijventerrein Hoornwijck of op bedrijventerrein Plaspoelpolder. In Rijswijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Agfa-Gevaert, Aethon Groep, BMW Nederland, CBR Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, DDL Diagnostic Laboratory, DXC Technology, Emerson Electric Nederland, Freecom Technologies, GE General Electric Power
Services, Granfood (Aardappel Anders, Grand’Italia, Jozo, Ocean Spray, V8 etc.), Greenspeed, Halliburton Affiliates, Harley-Davidson Benelux, Kiwa, Mini Nederland, Petrogas E&P Netherlands, Shell Global Solutions International, Siemens Industry Software and Services, Star Cuisine, Teesing, Toptech Nederland, TUI Nederland, UniCarriers Forklifts en Vitro Westland. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een goed idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Rijswijkse voetbalclub SCR, Semper Altius of KRSV Vredenburch meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Rijswijk kunt u terecht bij Tennisvereniging Rijshaeghe, bij LTC Vredenburch of bij Tennispark Overvoorde. Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Nederlands in Rijswijk tijd om wat te ontspannen? Om even een balletje te slaan of alleen gezellig wat eten of drinken, kunt u terecht bij de Rijswijkse Golfclub terecht. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Delftweg 59, 2289 AL in Rijswijk. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 070-395 48 64. De website van de golfbaan is www.rijswijksegolf.nl. Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij brasserie hole 19, telefoonnummer 070-399 24 69.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Nederland en van Rijswijk die tevens op Youtube te zien zijn. Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken. Onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Nederland alsook Rijswijk op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Nederland en Rijswijk te zien op Google Earth. Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes. Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Rijswijk
Google Maps Nederland
Google Maps Rijswijk
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Nederland en Rijswijk van verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Rijswijks nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd prettig en handig om op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Het is eveneens leerzaam om het Nederlandse nieuws in de Nederlandse taal te lezen. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
Dagnall Talen verzorgt maatwerk taalcursussen in onder meer Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans. Hierboven staat een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Rijswijk.
U kunt uiteraard altijd contact opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands