Taalcursussen Nederlands in Purmerend van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding van de werknemers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat biedt: Effectieve taalcursussen Nederlands van het hoogste niveau voor medewerkers, leidinggevenden en overige professionals in Purmerend en omgeving. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken hebben hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Purmerend aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taalcursussen Nederlands vooral in werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall Talen is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Nederlands te leren in Purmerend. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar de beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
Onze filosofie is om Nederlands te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom gaat Dagnall Talen tot het uiterste om te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leert. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leerproces voor u gemakkelijker en prettiger maakt.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau. Taleninstituut Dagnall is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Purmerend.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Wij stellen uw wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemers aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met een passende offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
De trainer evalueert na enkele lessen Nederlands de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt indien gewenst, door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit intakeformulier en de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum teruggestuurd te worden Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een intakegesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de cursisten geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden wordt uiteraard door Dagnall Taleninstituut verzorgd Dagnall berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus(sen) alsook het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall Talen bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is flexibel alsook betrokken!
In 1982 is Dagnall opgezet en verzorgt sindsdien taalcursussen Nederlands op maat in Purmerend en omstreken voor bedrijven en (overheids)instellingen. Dagnall Talen werkt met ervaren en kundige trainers Nederlands die specialisten zijn op het gebied van taal en die in Waterland voor het bedrijfsleven en (overheids)organisaties een aanzienlijk aantal taalcursussen hebben verzorgd.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, levert Dagnall Taleninstituut effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Purmerend. Dagnall levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Purmerend sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Taalcursussen (Nederlands) die gericht zijn op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn ondertussen bij veel organisaties gemeengoed. Medewerkers zonder of met beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkplek en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
De aanwijzingen op het werk willen zij goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur zelfverzekerder het werk kunnen doen en natuurlijk heel graag hun ambities op het werkgebied verwezenlijken. Dit vereist een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf.
Dagnall geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer uitbreiden. Ons instituut leert en helpt de cursist hoe hij/zij de lesstof in zijn/haar functie in praktijk kan brengen. Dagnall Taleninstituut stemt de lessen af op de behoefte van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgen deelnemers gedurende de taalcursus frequent praktijkopdrachten, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te verbeteren.
Een win-winsituatie! Ons taleninstituut let eveneens op de wat minder belichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun poging om de taal te beheersen, om de gewoontes en cultuur van het betreffende land en het bedrijf te begrijpen en om hun wereld via taal uit te breiden. Dit vereist veel motivatie en inzet. De cursisten hebben bovendien maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dit is niet in elke situatie afdoende.
Onderscheidend
Ons taleninstituut onderscheidt zich door de aandacht te vestigen op vergroting van het draagvlak voor een cursus Nederlands op de werkvloer. Wij stimuleren zowel leidinggevenden als collega’s van de organisatie om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door de relevantie van taal op de werkvloer voortdurend op deze manier te benadrukken, wordt de waarde van een goede taalbeheersing gezamenlijk ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Purmerend
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands legt niet alleen de nadruk op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Purmerend die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn erg bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen met een combinatie van deze beproefde leermethode, gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen, zogenaamde duocursussen (2 personen), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 personen, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie. De taaldocenten van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Purmerend. Onze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen Nederlands zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursist zelf past.
Effectief Nederlands leren in Purmerend bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons. Dagnall biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Purmerend worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Purmerend
Maatwerkcursussen Nederlands
Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Purmerend en omgeving. Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De leergroepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode. Er wordt sneller vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Nog een belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden. Een individuele is eveneens taalcursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten Nederlands is het grootste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de lerenden leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn voor deelnemers groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele taalcursus Nederlands alleen worden gevoerd en gedaan met de taaltrainer. Omdat er geen interactie is met andere deelnemers, kan het geleerde niet in de groep geoefend worden. Ook is het niet mogelijk om van fouten van een andere cursist te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor deelnemers.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat sneller afgeleid zijn. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen Nederlands kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden. Een ander minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Talen geeft taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom verzorgen wij onze taaltrainingen ook online en incompany. Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands volgen. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is foutloos Nederlands kunnen spreken en verstaan; het begint bij een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen alsook structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer Nederlands kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen om daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), waar de meeste docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet de bedoeling om al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. De lijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven lijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. De methode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de student plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling erg effectief is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De student zou inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Nederlands langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties worden aan de student aangeboden in reële situaties middels visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die in de praktijk het vaakst in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten het Nederlands op een nauwkeurige manier leren. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor die situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent Nederlands. Authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die de studenten leren in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de student werkt dit stimulerend doordat hij of zij snel succes ervaart. Foutjes maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Voor een aantal lerenden is deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocent draagt kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt deze grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, vooral op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Scholen die werken met onderdompeling, richten de omgeving vaak in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze manier uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een keerzijde. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (vreemde talen; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent (Nederlands) van essentiële betekenis belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel werden geplaatst en er werd altijd muziek in de les gespeeld. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd afgespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden zo verleid om te luisteren en de nieuwe (Nederlandse) woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Tijdens de lessen was veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor lerenden geen hinder zullen hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in de moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de Nederlandse taal te leren. Er wordt geen leerboek Nederlands gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct toegepast wordt. De methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren te werken als team. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Nederlands. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Het kan een keerzijde zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands is bij deze benadering belangrijker dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal.
Het is de rol van de trainer Nederlands om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een natuurlijke manier het Nederlands te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de vreemde taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De ideeën van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Nederlands en de leermethode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taallessen.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op bij de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Het leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Het maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties Nederlands van de studenten goed.
De keerzijde van de methode is dat taal die wat meer subjectief of abstract is, lastig in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het kennisniveau van de lerende te liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met het Nederlands en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen trainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. Voorspelbaar is de les Nederlands zo niet. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als elk item kan tijdens een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de docent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten Nederlands in voldoende mate flexibel. Een ander nadeel kan zijn dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen Nederlands, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan de orde komt tijdens de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Nederland. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Nederlands verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klank. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een andere grond waardoor het werken aan de Nederlandse taal veel effectiever wordt.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze methode kan eveneens in grotere klassen ingezet worden. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen leren, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak (zoals het Nederlands). Lerenden werden aangemoedigd vaak Nederlands te spreken. Nieuw was ook dat de les in het Nederlands werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van (Nederlandse) vocabulaire werd gedaan aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent ook minpunten. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Voor de meer gevorderde lerenden Nederlands, heeft deze leermethode te weinig uitdaging te bieden. Omdat de Directe Methode op een dynamische inzet van de studenten is gebaseerd, is de methode eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Nederlands, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de lerenden deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Nederlandse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainers Nederlands gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokjes die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak, alhoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de methode van Gattegno. In principe is de taaltrainer Nederlands dienstbaar aan de student en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis over het algemeen goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een nadeel zijn dat een aantal lerenden wat meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorziet. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Nederlands zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: een vreemtalen leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuwe Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Nederlandse woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groepje van lerenden een verhaal op te bouwen. De docent Nederlands schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun Nederlandse vertalingen, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de lerenden en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een keerzijde.
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met tweetalige teksten die in Egypte werd gevonden, door middel waarvan de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) vergelijken. Door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan de uitspraak verbeterd worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Nederlands te oefenen. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfoutjes aan met de mogelijkheid om deze taalfoutjes van de lerende te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel ingezet en zeker niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties toegepast.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan door de studenten worden gebruikt op ieder moment. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan Rosetta Stone een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen/dialogen die door de studenten vervolgens worden nagesproken en weer herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De les omvat een audio-opname van dertig minuten met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is een nadeel van de methode. Gebruikers leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verrassend, door Michel Thomas; een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte de lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine delen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en verworven hebben. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen bouwen. Ook gebruikt de methode van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is zeer toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op efficiënte wijze. Het feit dat deze cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een nadeel. Ook is er geen echte interactie doordat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur besteden de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat ernaast, met de grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Nederlands om de student te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is foutloos Nederlands kunnen spreken en verstaan; het begint bij een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen alsook structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer Nederlands kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen om daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al snel bezwaren tegen deze inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), waar de meeste docenten vóór de jaren zeventig geen of nauwelijks aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet de bedoeling om al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. De lijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven lijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. De methode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de student plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling erg effectief is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De student zou inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Nederlands langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om gaat. Deze combinaties worden aan de student aangeboden in reële situaties middels visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die in de praktijk het vaakst in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten het Nederlands op een nauwkeurige manier leren. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor die situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk gelimiteerd; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent Nederlands. Authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die de studenten leren in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa ontstond een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. Het is een efficiënte methode. Voor de student werkt dit stimulerend doordat hij of zij snel succes ervaart. Foutjes maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Voor een aantal lerenden is deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocent draagt kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Hoewel reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt deze grammatica-/vertaalmethode biedt een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, vooral op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Scholen die werken met onderdompeling, richten de omgeving vaak in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze manier uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode vrij intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een keerzijde. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (vreemde talen; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de docent (Nederlands) van essentiële betekenis belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel werden geplaatst en er werd altijd muziek in de les gespeeld. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd afgespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden zo verleid om te luisteren en de nieuwe (Nederlandse) woorden konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Tijdens de lessen was veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor lerenden geen hinder zullen hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De lerenden beginnen een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in de moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de Nederlandse taal te leren. Er wordt geen leerboek Nederlands gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct toegepast wordt. De methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren te werken als team. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Nederlands. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Het kan een keerzijde zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands is bij deze benadering belangrijker dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal.
Het is de rol van de trainer Nederlands om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een natuurlijke manier het Nederlands te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de vreemde taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De ideeën van François Gouin over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Nederlands en de leermethode creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taallessen.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op bij de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Het leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Het maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties Nederlands van de studenten goed.
De keerzijde van de methode is dat taal die wat meer subjectief of abstract is, lastig in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgesplitst: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het kennisniveau van de lerende te liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met het Nederlands en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s) bij het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder leerboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen trainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. Voorspelbaar is de les Nederlands zo niet. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als elk item kan tijdens een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat lerenden zich wat minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de docent begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten Nederlands in voldoende mate flexibel. Een ander nadeel kan zijn dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen Nederlands, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan de orde komt tijdens de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Nederland. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In deze fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Nederlands verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren, is een minpunt van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klank. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij beweegt, is een andere grond waardoor het werken aan de Nederlandse taal veel effectiever wordt.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht achtergrond en leeftijd en deze methode kan eveneens in grotere klassen ingezet worden. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen leren, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak (zoals het Nederlands). Lerenden werden aangemoedigd vaak Nederlands te spreken. Nieuw was ook dat de les in het Nederlands werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van (Nederlandse) vocabulaire werd gedaan aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze Direct Methode kent ook minpunten. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen ook relatief minder. Voor de meer gevorderde lerenden Nederlands, heeft deze leermethode te weinig uitdaging te bieden. Omdat de Directe Methode op een dynamische inzet van de studenten is gebaseerd, is de methode eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Nederlands, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de lerenden deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Nederlandse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainers Nederlands gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaltrainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokjes die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak, alhoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de methode van Gattegno. In principe is de taaltrainer Nederlands dienstbaar aan de student en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis over het algemeen goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een nadeel zijn dat een aantal lerenden wat meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorziet. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Nederlands zouden de studenten gefrustreerd kunnen raken. Met kleuren en grafieken werken, heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is natuurlijke taalverwerving: een vreemtalen leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuwe Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Nederlandse woorden en structuren vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groepje van lerenden een verhaal op te bouwen. De docent Nederlands schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun Nederlandse vertalingen, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de lerenden en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt, is een keerzijde.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met tweetalige teksten die in Egypte werd gevonden, door middel waarvan de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) vergelijken. Door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan de uitspraak verbeterd worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Nederlands te oefenen. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfoutjes aan met de mogelijkheid om deze taalfoutjes van de lerende te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel ingezet en zeker niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties toegepast.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan door de studenten worden gebruikt op ieder moment. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan Rosetta Stone een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen/dialogen die door de studenten vervolgens worden nagesproken en weer herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De les omvat een audio-opname van dertig minuten met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is een nadeel van de methode. Gebruikers leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verrassend, door Michel Thomas; een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte de lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine delen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en verworven hebben. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen bouwen. Ook gebruikt de methode van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is zeer toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op efficiënte wijze. Het feit dat deze cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een nadeel. Ook is er geen echte interactie doordat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur besteden de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat ernaast, met de grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Nederlands om de student te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om Nederlands te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze cursussen Nederlands bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursisten interessant kunnen zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn erg bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Purmerend.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Purmerend
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de deelnemers met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall ook blended learning in Purmerend op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Nederlands leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en specifieke productnamen in onze App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft na afronding van de training Nederlands in Purmerend beschikbaar. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn. Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven derhalve vaak cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen Nederlands communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is even effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom wordt in het algemeen gezien als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining Nederlands
Het volgende is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc/iMac met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Taleninstituut kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) trainers gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO of universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen die speciaal worden afgestemd op uw behoeften en wensen
De inhoud wordt aan het leerplan aangepast zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt u om uw taaldoelen Nederlands zelfverzekerd en snel te behalen
De Dagnall online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat Nederlands en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursussen eveneens tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het succes van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands gegeven door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Purmerend ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Purmerend ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Purmerend
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als referentie en helpen u om inzicht te krijgen in uw vorderingen in het Nederlands. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt na afloop van uw cursus Nederlands in Purmerend het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om taalniveaus op een uniforme manier te definiëren, zodat ‘gevorderden’ in Nederland eenzelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader noemt vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam wordt eveneens vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader noemt ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. Deze verschillende niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A geeft weer wat een beginnende taalgebruiker kan en weet. Voor niveau B geldt dat dit de vaardigheden zijn die een onafhankelijke gebruiker beheerst. Deze taalgebruiker heeft geen hulp van buitenaf meer nodig in de Nederlandse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die met groot gemak Nederlands kunnen lezen, schrijven, verstaan en spreken. Taalniveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. De beheersing van de Nederlandse taal lijkt op dat van een moedertaalspreker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut bewijst dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen (Nederlands) altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten/editors. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituutinstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, zoals een cursus Nederlands in Purmerend, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met diverse andere organisaties samen, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken resultaat- en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Purmerend sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continue innovatie is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse commissies, besturen en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies te worden beschermd. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Purmerend zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut is in het CRKBO-register ingeschreven. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een vereiste voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen lagere prijzen aan u in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Purmerend
Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut voor een cursus Nederlands in Purmerend? Laat ons u meer vertellen over de oplossingen van Dagnall Taleninstituut. U kunt ons een e-mail sturen via cursus-nederlands-purmerend@dagnall.nl of u kunt het contactformulier invullen op de website.
U kunt Dagnall Taleninstituut voor een cursus Frans in Haarlem vanzelfsprekend ook bellen via 085-2737302 (geen belmenu). U kunt uiteraard ook het gratis Dagnall informatiepakket aanvragen.
De vlotste route naar een cursus Nederlands in Purmerend!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle Nederlandse provincies aanwijzen?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Met deze oefening leert u de 12 Nederlandse provincies heel gauw.
Controleer uw kennis door met de muis naar de kaart van Nederland te gaan.
Als u uw muis op de landkaart van Nederland laat rusten, ziet u de regionale verdeling van Nederland.
Nu worden de provincies na elkaar in beeld gebracht.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, vervolgens kunt de naam van de provincie zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders, zal u hierbij zeker helpen.
Items zoals beroemde Nederlanders, bekende exportproducten en typische Nederlandse gewoonten en gebruiken hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Velerlei typische dingen van Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal landspecifieke weetjes leren, kan heel handig zijn als ijsbreker of een opening bieden voor een gesprek.
U kunt deze kennis over land, mens en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar evengoed de verkregen kennis over Nederland laten blijken.
Zo kunt u ook dingen te weten komen over de specifieke Nederlandse eetcultuur en Nederlandse gerechten.
Samen eten verbindt mensen.
Uw behaalde talenkennis alsook de kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders weet men zeker te waarderen!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg verfijnd. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Nederlanders eten ook veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoetigheden. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms met een beetje tomaat of komkommer en een snack erbij. Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. Een traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, fruit of pudding. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een typisch gerecht voor de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Dit is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is dit een volledige maaltijd. Een typisch Nederlands fenomeen is 'uit de muur eten': je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire Nederlandse snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Alhoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. In Nederland zijn veel brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit geldt zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg verfijnd. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Nederlanders eten ook veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoetigheden. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms met een beetje tomaat of komkommer en een snack erbij. Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. Een traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, fruit of pudding. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een typisch gerecht voor de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Dit is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is dit een volledige maaltijd. Een typisch Nederlands fenomeen is 'uit de muur eten': je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire Nederlandse snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Alhoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. In Nederland zijn veel brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit geldt zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan de Noordzee, Duitsland en België. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In Amsterdam wonen ruim 800.000 mensen. Andere belangrijke en grote steden zijn Rotterdam, Den Haag, Eindhoven en Utrecht. Nederland is ingedeeld in twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat op een lager liggend gebied duidt; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om klompen, kaas, tulpen, stroopwafels, molens en fietsen. De grachten van Amsterdam staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is bekend om de strijd tegen het water,
noodzakelijk door de ligging (grotendeels) onder het niveau van de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote delen land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Schilders zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Symbool voor Nederland als waterland is de Amsterdamse grachtengordel uit de 17de eeuw, vermeld op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook bijzonder is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Nederlanders geven elkaar als teken van hartelijkheid drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Meestal geven mannen in Nederland elkaar een stevige handdruk. Nederland is klein en vrijwel geheel plat: een ideaal fietslandje. In Nederland is de fiets een heel gebruikelijk vervoermiddel. In Nederlandse steden zie je regelmatig moeders of vaders met een bakfiets of een fiets met een karretje eraan, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Op de fiets worden helmen vaker niet dan wel gedragen. Veel Nederlandse huizen zijn van het type ‘doorzonwoning’. Dat betekent grote ramen voor en achter, zodat de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houdt de Nederlander het liefst open, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Iedere voorbijganger kan ook precies zien wat er binnen gebeurt. Nederlanders vieren meestal verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie en taart. Op het werk trakteert de jarige op gebak. Cadeautjes worden direct uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is iedereen vrij en gaat naar buiten gekleed in oranje, vaak ook met een oranje pruik. In dorpen en steden worden spellen op straat gedaan en de mensen verkopen oude spulletjes op een kleedje. De rest van het jaar geldt het motto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Taalkennis van het Duits houdt in kennen maar bovendien kunnen (vaardigheid in het toepassen). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, verlegt Dagnall Talen het accent van kennis naar functionele toepassing.
Voor u het weet, voert u al een gesprekje met een Nederlandstalige collega. Een bijzondere ervaring! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Het Nederlands hoort bij de groep van West-Germaanse talen. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond uit het West-Germaans het Nederfrankisch, wat de basis werd van het huidige Nederlands. De moderne Nederlandse taal is ontstaan vanuit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Diets of Middelnederlands. Deze taal werd gesproken in de periode tussen 1170-1500 n.Chr. De Nederlandse taal wordt gesproken door ruwweg 25 miljoen mensen
in Nederland, België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Nederlands wordt ook nog gesproken door een klein groepje oudere mensen in Indonesië. Verder wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. De Nederlandse taal is eveneens één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor anderstaligen kan de uitspraak van het Nederlands moeilijk zijn. De vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een struikelblok vormen. Met name de ‘ui’-klank kan vrij zijn. Deze klank is een klank die slechts in weinig voorkomt andere talen.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend van de beginklank naar de eindklank overgaat. Bijvoorbeeld: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
De spelling van de klanken is in het Nederlands bij sommige letters afwijkend van wat in andere talen gangbaar is. Zo wordt de letter ‘u’ nagenoeg overal ter wereld als ‘oe’ uitgesproken.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de ch en de g afwijkend in vergelijking met veel andere talen. De ch en de g klinken in de Nederlandse taal vrijwel hetzelfde; als een schrapende keelklank. Verder zijn de medeklinkercombinaties kenmerkend. De ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor veel anderstaligen een echt struikelblok en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘strand’ en ‘fietstas’? Begin- en eindclusters komen in het Nederlands vaak voor. Het helpt om deze clusters te herkennen en te oefenen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers geplaatst worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
De uitspraak van eindletters wordt in het Nederlands vaak niet uitgesproken, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen het woord wint en het woord wind is geen onderscheid hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g, de ui en de eu. Nederlanders hebben de typische neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
Het Nederlands kent sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woordjes zonder betekenis, de Nederlandse taal heeft ze ook. De Nederlandse taal kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zinsdeel of zin: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook stopwoorden als ze Engels spreken. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het woordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Nederlanders beginnen een zin vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou ja,…’, ‘Nou kijk,…’. De spreker neemt een aanloopje om zijn boodschap mede te delen. Middenin een betoog gebeurt hetzelfde. Iemand neemt even een korte denkpauze en gebruikt een paar woorden die geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Let ook eens op de keren dat mensen ‘inderdaad’ of ‘eigenlijk’ of ‘ook’ gebruiken in een aantal zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is heel doeltreffend om uw kennis van de Nederlandse taal te verbeteren.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Nederlands op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op op een snelle wijze veel woordenschat Nederlands bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het bekendste Nederlandse publieke radiostation. Klik op het logo op het linker computerscherm hierboven en luister live naar deze Nederlandse publieke radiozender.
Radio 538
Radio 538 is de meest populaire commerciële radiozender in Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om direct live te luisteren naar deze Nederlandse commerciële radiozender.
Uw favoriete televisieprogramma of serie met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is. NPO is de publieke Nederlandse televisieomroep.
SBS & RTL
SBS en RTL zijn de meest populaire commerciële televisieomroepen voor Nederlandssprekenden. Deze Nederlandstalige televisiezenders kunnen via kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Purmerend op uw locatie volgen of in Landsmeer, bijvoorbeeld bij Studio van Hout aan de Dorpsstraat 42A in Landsmeer of bij “De Bedrijvige Bij” in De Groene Bark aan de Provincialeweg 302 in Zaandam. Dagnall kan eveneens taalcursussen Nederlands in Purmerend verzorgen in bijvoorbeeld Hotel Burggolf-Waterland aan de Westerweg 60 en in Van der Valk Hotel Purmerend aan de Purmerenderweg 232 in Zuidoostbeemster.
Besprekingen houden, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Purmerend kan bijvoorbeeld bij Leeuwendaal aan de Oosterweg E16.
In de Middeleeuwen werd in Noord-Holland begonnen met ontginnen van het veenlandschap. Daardoor daalde de bodem en ontstonden de meren de Purmer, het Beemster en de Wijde Wormer. In de periode tussen de 12de en de 14de eeuw werden deze natte veenlanden bedijkt en waarschijnlijk is toen de eerste bewoning ontstaan. Op het land tussen het Purmermeer, het Beemstermeer en het Wormermeer lag een vissersdorpje; ‘Purmer’. In het jaar 1369 wordt het plaatsje voor de eerste keer genoemd. In het jaar 1410 liet de schatrijke bankier Willem Eggert er een kasteel bouwen: ‘Slot Purmersteyn’. Dit was het begin van het huidige Purmerend.
Purmerend ontleent zijn naam aan het riviertje de Purmer. Het end van de Purmer was de plaats waar Purmerend gebouwd werd. De Purmer of Pormer, is een verbastering van Pulmeri. De betekenis van het woord Pulmeri is omstreden. Het eerste deel; pul zou van ‘poel’ afstammen en het tweede deel; mer van het Middelnederlandse mere (‘meer’). Maar andere taalkundigen leggen weer een relatie met de Bijlmer.
Purmerend is gelegen in de regio Waterland en in de Stadsregio Amsterdam. Plaatsen de omgeving van Purmerend zijn Amsterdam, Edam, Middenbeemster, Monnickendam, Oosthuizen, Volendam, Wijdewormer en Zaandam.
Purmerend ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Purmerend heeft ruim 80.000 inwoners.
Woon je in Purmerend, dan ben je een ‘Purmerender’. Bekende Purmerenders zijn Hans Klok, Kim van Kooten, Ellen Pieters en Regina Romeijn.
Iets wat uit Purmerend komt, wordt ‘Purmerends’ of ‘Purmerender’ genoemd, zoals de koek ‘het Purmerends Plateeltje’. Purmerend kreeg in 1410 stadsrechten.
Purmerend - internationaal & scholing
Partnerstad
Purmerend is onderdeel van de plusregio Stadsregio Amsterdam. Onder de gemeente Purmerend vallen eveneens De Purmer en Purmerbuurt. De partnerstad van Purmerend is Jihlava in Tsjechië.
Hoger onderwijs
In Purmerend bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Purmerend, dan denk je aan water, Amsterdammers en theater- en muziekfestival Reuring. Purmerend fungeert als forenzenplaats voor Amsterdam en is zelf eveneens een aardige winkelstad.
Purmerend - minder bekend
Iedereen weet dat Purmerend een forenzenstad is. Maar weinig mensen weten dat Purmerend-Amsterdam in de top vijftien van de meest bereisde trajecten staat (2011, CBS).
In Purmerend wonen echter overwegend Amsterdammers. Daarom wordt er meer Amsterdams dan Waterlands gesproken. De stemhebbende ‘v’, ‘z’ en ‘g’ worden uitgesproken als f, s en ch, maar omgekeerd komt ook voor. ‘Zoeken’ wordt soeke maar ‘station’ wordt vaak uitgesproken als ztaadzjon.
De ‘ee’ wordt uitgesproken als i en de ‘oe’ als u (grun voor ‘groen’). De ‘ui’ wordt een eu (seuker). Een kreuskopskroevedraaier is een ‘kruiskopschroevendraaier’. Un snoek is niet groot, moar ij bèèt wél je bien erof betekent dat je iets of iemand niet moet onderschatten (“een snoek is niet groot, maar hij bijt wel je been eraf”).
“Purmerend, Waterlands Goed!”
Purmerend - zakelijk
De gemeente Purmerend
Het netnummer van Purmerend is 0299. Het postcodegebied van Purmerend is 1440 - 1448. Het adres van het gemeentehuis van Purmerend is Purmersteenweg 42, 1441 DM in Purmerend. De website van de gemeente Purmerend is Purmerend.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Purmerend is 0299 452 452.
Zakendoen in Purmerend
Voor Purmerendse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amsterdam aan de De Ruijterkade 5, 1013 AA in Amsterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Purmerend is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Purmerend is KVK-kantoor Amsterdam.
Verschillende internationaal opererende bedrijven zijn in Purmerend gevestigd op bedrijventerrein De Baanstee Noord, Oost en West en bedrijventerrein De Koog. In Purmerend bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Barcol-Air, Bose, BurgGolf, CoolAir Nederland, Finish Profiles, De Graaf Groep, Hegron Cosmetics, Hobré Instruments, Holland Mechanics, Honeywell Security Nederland, HSD Specialistische Dienstverlening, HSO Schoonmaakservice, Joinuz,
Konecranes Nederland, Kybe (Kymco), NMT International Shipping, Oger, Rb2, Ruiter Quality Interiors, SI Eurosilo - Spielwork, Worktrans Group, Tadano (Faun), Bicro Food in Edam, Royal Smilde Bakery in Edam, Beemster Dragee in Middenbeemster, KRAS in Volendam, Succes Schoonmaak in Volendam en Cono Kaasmakers (Beemster kaas) in Westbeemster. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Purmerendse nieuwsportaal is Regio Purmerend.nl en Purmerendse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws. Ondernemers in Purmerend kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Purmerend een bezoek brengen aan het Purmerends Museum of aan Museum Waterland.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Purmerendse voetbalclub FC Purmerend, VV De Wherevogels of Purmersteijn meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Purmerend kunt u terecht bij T.V. Elckerlyc of bij LTC Anonymus. Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Nederlands in Purmerend tijd om wat te ontspannen? Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij Golfresort De Purmer in Purmerend terecht. Golfresort De Purmer bevindt zich aan de Westerweg 60 in Purmerend. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0299-48 16 32. De website van de golfbaan is www.burggolf.nl/golfbanen/de-purmer-purmerend/. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant Magnolia’s of Restaurant Kingfisher. Golfbaan Kavel II is nog een golfbaan in de buurt van Purmerend.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Nederland en van Purmerend die eveneens op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het rode Youtube logo in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Direct onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland en Purmerend op Google Maps weergegeven. U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Nederland alsook van Purmerend op Google Earth weergegeven. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de streek van uw Nederlandse zakenpartner kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Purmerend
Google Maps Nederland
Google Maps Purmerend
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder kunt u het meest recente nieuws uit Nederland en Purmerend lezen van verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Purmerends nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, is het prettig en handig om een beetje op de hoogte te zijn van wat zich in Nederland afspeelt. Daarnaast is het leerzaam om het Nederlandse nieuws in de Nederlandse taal te lezen. Waarschijnlijk bent u al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Purmerend biedt Dagnall onder andere maatwerk cursussen Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans aan. Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die wij behalve Nederlands standaard aanbieden in Purmerend.
U kunt vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een taal die hier niet is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands