Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Zo krijgen bedrijven en organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall is een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen Nederlands van het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in, als in de omgeving van Oss. (Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken kennen een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Nederlands in Oss in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
BIM Centrum De Vliert
Victorialaan 15
5213 JG ’S-HERTOGENBOSCH
085-2737302
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall Nederlands leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de algemene taalcursussen Nederlands zijn organisaties vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands en/of zakelijk Nederlands. De taaltrainingen worden op de individuele behoeften van scholingszoekers afgestemd. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies Nederlands te leren in Oss. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie Dagnall Talen
De filosofie van Dagnall is om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leerproces voor u prettiger en gemakkelijker maakt.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist met grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Oss.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Wij stellen uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemers aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste taalniveau bepaald wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met uw offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
De trainer evalueert na een aantal lessen Nederlands de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling uiteraard aangepast worden. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands van ons. Dit intakeformulier alsook de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum te teruggestuurd worden Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De cursisten worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall Taleninstituut verzorgt de logistiek van materiaal en de cursusbenodigdheden Dagnall berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus alsook het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall gegarandeerd en bewaakt Dagnall Talen is betrokken en flexibel!
In 1982 is Dagnall Taleninstituut opgericht en geeft sindsdien maatwerk taaltraining Nederlands in Oss en omgeving aan bedrijven en (overheids)instellingen. Dagnall heeft ervaren en kundige docenten Nederlands die experts zijn op taalgebied en die in Maasland al een flink aantal trainingen Nederlands aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties hebben gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, levert Dagnall Taleninstituut zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Oss. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u te bieden heeft.
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Oss sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Een cursus (Nederlands) die zich richt op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer is intussen bij veel bedrijven een begrip. Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in de werkomgeving en zij willen beter en/of sneller communiceren.
Zij willen graag de instructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen uitvoeren en uiteraard hun ambities op hun werkgebied verwezenlijken. Dit vergt een investering in mensen en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Ons instituut biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall Taleninstituut helpt en leert cursisten hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Ons taleninstituut stemt de lessen af op de wensen van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de taallessen om, krijgen cursisten gedurende de cursus regelmatig praktijkopdrachten, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining te vergroten.
Hierdoor ontstaat een win-winsituatie! Dagnall let tevens op de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun poging om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gewoontes van het land en de organisatie te doorgronden en om hun wereld door middel van taal uit te breiden. Dit vereist veel motivatie en inzet. Daarbij heeft de cursist maar een beperkt aantal vaste contactmomenten met de docent per week. Dat is niet in iedere situatie genoeg.
Onderscheidend
Dagnall onderscheidt zich door de aandacht te richten op het vergroten van het draagvlak voor een taalcursus Nederlands op de werkvloer. Ons instituut moedigt zowel leidinggevenden als uitvoerenden binnen de werkkring van de organisatie aan om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de deelnemer. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te dragen, wordt de waarde van een goede beheersing van de taal gemeenschappelijk ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Oss
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is natuurlijk ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Oss die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze kundige taaltrainers Nederlands zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement realiseert Dagnall door een blend van deze beproefde leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 personen, duocursussen (met 2 personen), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie. Onze docenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een bijzonder plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Oss. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens aangepast aan de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Effectief Nederlands leren in Oss bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Oss gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Oss
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Oss en omgeving. Individuele cursussen worden ook wel één-op-één-cursussen of privélessen genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al tientallen jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen houden wij zo klein mogelijk de cursisten maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement doordat veel informatie wordt opgenomen in een korte periode. Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van individuele taalcursussen. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook zijn individuele taalcursussen goed af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus Nederlands is met name de interactie met de andere deelnemers; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars foutjes kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren. Doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus Nederlands alleen worden gedaan en gevoerd met de docent. De geleerde taalkennis kan niet geoefend worden in groepsverband doordat er geen interactie is met andere lerenden. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van de foutjes van anderen. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen deelnemers wat eerder worden afgeleid. Het rendement is daardoor iets lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen). Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen. Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van individuele cursisten afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Talen biedt taalcursussen (Nederlands) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom bieden wij onze taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands kiezen. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om foutloos Nederlands te leren spreken en verstaan; het begint bij leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Nederlands kunnen een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en dan een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogeheten talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven Nederlands komt pas aan bod wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw waren er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginners Nederlands effectief. De correcte uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige manier te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien herhaald worden. Deze Nederlandse woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. De lijst wordt steeds bijgewerkt; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst verwijderd. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden en zinnen in het Nederlands spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze ook relevant en van betekenis is voor de student. Deze methode kan functioneren voor Nederlandse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een nadeel van deze leermethode. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De Nederlandse taalregels leert de student ook onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen het Nederlands gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de lerende in het Nederlands wordt ondergedompeld, is de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten in het Nederlands moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands gelegd. De lerenden zouden weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten wordt de kans geboden om een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten ook niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. De vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen aan lerenden gepresenteerd. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het vaakst gebruikt worden, het eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de studenten het Nederlands op een nauwkeurige manier leren. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situaties. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek is behoorlijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de student is behoorlijk beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de lerende leert in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de studenten is dit stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van hun achtergrond. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en minder om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, cultuur en wetenschap was. Uiteraard was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen taalkennis Nederlands over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzichten in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de Nederlandse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Nederlands spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar Nederland en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan met onderdompeling uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de methode nogal intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt in het Nederlands gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd de Nederlandse taal leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Tijdens de lessen zaten de lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas werd altijd muziek gedraaid op de achtergrond. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden waren te horen. Er waren opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met veel expressie in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werden lerenden uitgenodigd om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder van frustratie of faalangst zal hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om nadien daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Nederlands te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken. Er is geen lesboek Nederlands dat gevolgd wordt.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken als deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Community Language Learning is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook buiten de lessen. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de taallessen Nederlands. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Nederlands gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun Nederlands spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor studenten om zelf de Nederlandse taal te ontdekken.
De taak van de taaltrainer Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn leerboeken in de laatste drie decennia duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren studenten op een heel natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt. Een aantal studenten heeft meer aan een taaltrainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de taalpatronen zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende sterk en zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De methode maakt de Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid Nederlands van de student wordt sterk gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de vreemde taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten Nederlands samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen taaldocent en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de docent Nederlands. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Zo zijn de taallessen Nederlands nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een Dogme-les is vrijwel alles bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
De studenten kunnen zich daarentegen wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers Nederlands voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof in de les wordt behandeld, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat boven productie. De Nederlandse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van de methode bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken afwijkend.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als keerzijde is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden Nederlands zijn de basis, de spreekvaardigheden komen daarna.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat zij Nederlands spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een vlotte succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en de methodiek kan eveneens toegepast worden in grotere klassen. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald niveau en is een andere leermethodiek nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Nederlands te laten spreken. Dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven, was eveneens nieuw. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) woordenschat aangeleerd door middel van afbeeldingen en voorbeelden. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te vinden in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Aan de leermethode kleven echter ook keerzijden. Deze leermethode schenkt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt de methode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet erg geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Nederlands) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden beschouwd als autonoom. De docent Nederlands is in feite dienstbaar aan de studenten en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt van de leermethode zijn. De lerenden zouden wat gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de docent Nederlands. Het werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Op deze manier worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de trainer op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant. De docent Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens een verhaal te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de docent moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de traineren vraagt.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd gevonden, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze leermethode is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De studenten kunnen zo hun uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) vergelijken. De uitspraak kan worden verbeterd door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en de lerenden daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en geeft taalfouten aan en biedt de optie om deze taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig gebruikt en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door de lerende worden toegepast. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Velen vinden het plezierig om de leermethodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een keerzijde is dat er geen docent beschikbaar is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialoog die door de lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. Deze Nederlandse voorbeeldzinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur heel goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands spreken.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode van Pimsleur. Studenten leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands) die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student de derde student is. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Nederlands, als die verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. De methodiek gebruikt ook flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en de cursussen zijn erg toegankelijk. Dat de cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen (zoals Nederlands). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden besteden idealiter ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, alsook uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak van het Nederlands, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de lerende dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerende in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het pluspunt van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands om studenten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om foutloos Nederlands te leren spreken en verstaan; het begint bij leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Nederlands kunnen een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en dan een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogeheten talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven Nederlands komt pas aan bod wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw waren er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginners Nederlands effectief. De correcte uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal kan bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige manier te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien herhaald worden. Deze Nederlandse woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het is niet het idee om deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit automatisch. De lijst wordt steeds bijgewerkt; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst verwijderd. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden en zinnen in het Nederlands spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze ook relevant en van betekenis is voor de student. Deze methode kan functioneren voor Nederlandse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een nadeel van deze leermethode. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De Nederlandse taalregels leert de student ook onbewust op deze manier. Hiervoor wordt alleen het Nederlands gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de lerende in het Nederlands wordt ondergedompeld, is de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten in het Nederlands moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. Omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands gelegd. De lerenden zouden weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten wordt de kans geboden om een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten ook niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. De vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen aan lerenden gepresenteerd. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het vaakst gebruikt worden, het eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de studenten het Nederlands op een nauwkeurige manier leren. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situaties. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek is behoorlijk tijdverslindend en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de student is behoorlijk beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de lerende leert in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de studenten is dit stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van hun achtergrond. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en minder om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, cultuur en wetenschap was. Uiteraard was het onderwijs in het Latijn gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen taalkennis Nederlands over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzichten in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij lerenden. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de Nederlandse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Nederlands spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar Nederland en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan met onderdompeling uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de methode nogal intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt in het Nederlands gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd de Nederlandse taal leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de studenten zijn daarvoor van essentieel belang. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Tijdens de lessen zaten de lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas werd altijd muziek gedraaid op de achtergrond. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden waren te horen. Er waren opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met veel expressie in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werden lerenden uitgenodigd om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder van frustratie of faalangst zal hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om nadien daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Nederlands te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken. Er is geen lesboek Nederlands dat gevolgd wordt.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken als deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Community Language Learning is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook buiten de lessen. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de taallessen Nederlands. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Nederlands gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun Nederlands spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor studenten om zelf de Nederlandse taal te ontdekken.
De taak van de taaltrainer Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn leerboeken in de laatste drie decennia duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren studenten op een heel natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt. Een aantal studenten heeft meer aan een taaltrainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de taalpatronen zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende sterk en zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De methode maakt de Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid Nederlands van de student wordt sterk gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de vreemde taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden van studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten Nederlands samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs wil bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen taaldocent en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de docent Nederlands. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Zo zijn de taallessen Nederlands nooit voorspelbaar. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een Dogme-les is vrijwel alles bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
De studenten kunnen zich daarentegen wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle trainers Nederlands voldoende flexibel. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof in de les wordt behandeld, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat boven productie. De Nederlandse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van de methode bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eenvoudige methode: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een bijkomende reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken afwijkend.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als keerzijde is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden Nederlands zijn de basis, de spreekvaardigheden komen daarna.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat zij Nederlands spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een vlotte succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en de methodiek kan eveneens toegepast worden in grotere klassen. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald niveau en is een andere leermethodiek nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Nederlands te laten spreken. Dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven, was eveneens nieuw. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) woordenschat aangeleerd door middel van afbeeldingen en voorbeelden. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te vinden in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Aan de leermethode kleven echter ook keerzijden. Deze leermethode schenkt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt de methode onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet erg geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Nederlands) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die immers worden beschouwd als autonoom. De docent Nederlands is in feite dienstbaar aan de studenten en niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt van de leermethode zijn. De lerenden zouden wat gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de docent Nederlands. Het werken met kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Op deze manier worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De studenten worden door de trainer op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant. De docent Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens een verhaal te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de docent moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de traineren vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd gevonden, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze leermethode is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De studenten kunnen zo hun uitspraak van de nieuwe taal met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) vergelijken. De uitspraak kan worden verbeterd door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en de lerenden daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en geeft taalfouten aan en biedt de optie om deze taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig gebruikt en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door de lerende worden toegepast. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Velen vinden het plezierig om de leermethodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een keerzijde is dat er geen docent beschikbaar is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Een cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialoog die door de lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. Deze Nederlandse voorbeeldzinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuur. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur heel goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands spreken.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode van Pimsleur. Studenten leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands) die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student de derde student is. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Nederlands, als die verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. De methodiek gebruikt ook flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursussen trainen luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en de cursussen zijn erg toegankelijk. Dat de cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat de methode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen (zoals Nederlands). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden besteden idealiter ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, alsook uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak van het Nederlands, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door native speakers en die de lerende dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerende in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het pluspunt van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands om studenten te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier: De Dagnall Methode.
Het hoge rendement behaalt Dagnall door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met Nederlandse woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tenslotte beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die interessant zijn voor de cursisten. Onze trainers zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen Nederlands. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen Nederlands.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Oss.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands) Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Oss Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Naast het online leerplatform biedt Dagnall ook een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang tot de App hebben op ieder (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten Nederlands leren waar en wanneer het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, juridische termen, technische termen alsook productnamen in de App integreren. De App kan zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft na afronding van de training Nederlands in Oss beschikbaar. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal. Diegenen die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall leert u in het Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom: - Een pc/iMac, laptop of tablet met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten Nederlands
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten verzorgd
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
De blended (combicursussen) en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden speciaal op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud wordt aangepast aan het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen Nederlands op een vlotte en efficiënte manier te behalen
De Dagnall online (blended taalcursussen/combicursussen/hybride cursussen) taalcursussen bestaan uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van zelfstudie en videosessies komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de trainer en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Oss ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Oss ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als leidraad. Zo geven wij u als cursist een duidelijk inzicht in de aanwezige en opgedane kennis van het Nederlands. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt een ‘Dagnall Talen-certificaat’ na afronding van de cursus Nederlands in Oss, waarop uw resultaten vermeld staan.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die voor Europese talen is ontwikkeld. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term wordt ook veel gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK deelt die taalvaardigheden in op zes niveaus; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze beheersingsniveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A geldt voor beginners. De persoon die niveau B Nederlands beheerst, kent alle basisvaardigheden in de Nederlandse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Nederlands lezen, verstaan, schrijven en spreken. Wie het Nederlands op niveau C beheerst, kent deze taal op nagenoeg moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons taleninstituutinstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Oss, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met verschillende andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.De NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en kunnen zich snel aan veranderende omstandigheden aanpassen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Oss sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu vernieuwen is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging beschermd te worden. Dagnall Talen voldoet natuurlijk aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall Talen verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Oss zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden. Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Oss
Met Dagnall kiest u voor de beste weg naar een cursus Nederlands in Oss!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kent u de provincies van Nederland?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening kent u de 12 Nederlandse provincies zeer snel.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met uw muis op de kaart van Nederland te gaan staan.
Door met de cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
Nu worden de Nederlandse provincies na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, vervolgens kunt de naam van de provincie lezen.
In een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders vindt, zal u zeker helpen.
Dingen zoals bekende exportproducten, beroemde Nederlanders en typische Nederlandse gebruiken en gewoonten heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Velerlei markante dingen van Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten en weetjes leren, kan heel nuttig zijn als ijsbreker of openingszin.
U kunt deze kennis over mens, land en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar tevens de opgedane kennis over Nederland laten blijken.
Zo kunt u ook dingen ontdekken over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
Uw nieuw verworven talenkennis alsook de kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders zal zeker gewaardeerd worden!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Alhoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg verfijnd. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack. Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. De typische avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Als dessert eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een echt Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is dit een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat gegeten. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden beide gemaakt van slachtafval. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn meer dan 500 Nederlandse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Hierbij worden dan vaak koekjes geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Het volkslied van Nederland
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Alhoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg verfijnd. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack. Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. De typische avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Als dessert eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een echt Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is dit een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat gegeten. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden beide gemaakt van slachtafval. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn meer dan 500 Nederlandse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Hierbij worden dan vaak koekjes geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door België, Duitsland en de Noordzee. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. De stad heeft meer dan 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven. Nederland bestaat uit twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat duidt op een geografisch lager gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om molens, tulpen, klompen, kaas, stroopwafels en fietsen. De grachten van Amsterdam staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldberoemd om de strijd tegen het water.
Dit is nodig vanwege de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland kun je dit goed zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders waar veel mensen voor naar Nederland komen. Schilders als Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Symbool van Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, opgenomen op de UNESCO Werelderfgoedlijst, evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied is dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken om steun te betuigen aan het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
De Nederlanders geven elkaar als blijk van hartelijkheid drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Ze geven elkaar meestal een stevige handdruk. Nederland is klein en vrijwel geheel plat: een ideaal fietslandje. In Nederland is de fiets een heel normaal vervoermiddel. In Nederlandse steden zie je moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een karretje, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen op de fiets. De woningen in Nederland zijn vaak van het soort ‘doorzonwoning’. Dat houdt in grote ramen voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. Nederlanders houden de gordijnen graag open, om te zien wat buiten gebeurt. Iedere passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. In Nederland vieren de mensen meestal verjaardagen, ook wanneer ze volwassen zijn.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert degene die jarig is op gebak. Cadeautjes worden meteen uitgepakt. Op Koningsdag (de dag dat de koning jarig is) is iedereen vrij en gaat feesten in oranje kleding, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden op straat spellen gedaan en mensen verkopen oude spullen op een kleed. De rest van het jaar geldt het levensmotto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalkennis van het Duits houdt in kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, verlegt Dagnall het accent van kennis naar toepassing.
Voor u het weet, begrijpt en spreekt u een beetje Nederlands. Een plezierige ervaring! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
De Nederlandse taal valt binnen de familie van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond uit het West-Germaans tussen 300 en 800 n.Chr., wat de basis zou worden van wat nu het Nederlands is. Het moderne Nederlands is uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.) ontstaan. het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Diets of Middelnederlands. Deze taal werd in de periode 1170-1500 n.Chr. gesproken. De Nederlandse taal wordt gesproken door ruwweg 25 miljoen mensen in
Nederland, België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een klein deel van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Ook onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië wordt nog Nederlands gesproken. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Nederlands is daarnaast een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor veel anderstaligen is de uitspraak van de Nederlandse taal vrij lastig. De tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een uitdaging zijn. Voornamelijk de ‘ui’-klank kan lastig zijn. De ‘ui’-klank is een klank die slechts in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Daarnaast heeft het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de begin- naar de eindklank. Zoals: aai, eeuw, ieuw, ei en oi.
De spelling van klanken is bij sommige letters afwijkend van wat in andere talen gangbaar is. De letter ‘u’ wordt bijvoorbeeld in vrijwel elke taal uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch afwijkend vergeleken met de meeste andere talen. De g en de ch klinken nagenoeg hetzelfde; als een schrapende keelklank. Daarnaast zijn de medeklinkercombinaties kenmerkend voor het Nederlands. Voor menig anderstalige zijn de ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ een echte tongbreker en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘fietstas’? of ‘strand’? Beginclusters en eindclusters komen veel voor in het Nederlands. Het helpt om deze clusters te oefenen en te herkennen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers gevoegd worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
De uitspraak van eindletters wordt in het Nederlands vaak weggelaten, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Er is geen verschil hoorbaar tussen het woord wind en het woord wint. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de afwijkende ui en eu-klanken. De Nederlanders hebben de gewoonte om veel dingen te verkleinen: kopje, schoteltje, lepeltje, omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal heeft nog sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woorden zonder betekenis, het Nederlands heeft ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zin of zinsdeel. Bijvoorbeeld “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders doen het ook als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van het stopwoordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een Nederlandse zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’ of ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om de boodschap te uiten. Middenin een betoog gebeurt hetzelfde. Iemand neemt een korte denkpauze en gebruikt een aantal woorden die eigenlijk geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel bijvoorbeeld eens eens het aantal keer dat een spreker ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ zegt in een paar zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is zeer doeltreffend om uw kennis van het Nederlands uit te breiden.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van de Nederlandse taal in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van de actualiteit, waardoor u op snelle wijze behoorlijk wat woordenschat Nederlands bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het populairste publieke Nederlandse radiostation. Als u op het linker computerscherm met het logo hierboven klikt, kunt u live luisteren naar dit Nederlandse publieke radiostation.
Radio 538
Radio 538 is het meest bekende Nederlandse commerciële radiostation. Klik op het logo op het rechter computerscherm hierboven om direct live te luisteren naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender.
Uw favoriete televisieprogramma’s met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit bijzonder leuk en leerzaam is. NPO is de Nederlandse publieke televisieomroep.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de populairste commerciële televisieomroepen van Nederland. Deze Nederlandse televisiezenders kunnen via de kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Oss op uw locatie volgen of in ’s-Hertogenbosch, bijvoorbeeld bij BIM Centrum De Vliert aan de Victorialaan 15 in ’s-Hertogenbosch of in de Oude kloosterboerderij aan de Schaapsdijkweg 20 in Langenboom. Dagnall kan ook taalcursussen Nederlands in Oss verzorgen bij bijvoorbeeld Fletcher Hotel Oss aan de Nelson Mandelaboulevard 22, bij Hotel de Weverij aan de Oostwal 175, bij Hotel De Naaldhof aan de Docfalaan 22, bij City Hotel Oss aan de Raadhuislaan 43 en bij Van der Valk Hotel Nuland aan de Rijksweg 25 in Nuland.
U kunt vergaderen in Oss bij bijvoorbeeld bij Vivaldi Zalencentrum aan de Molenstraat 81.
Vondsten duiden erop dat de streek dat nu ‘Oss’ heet, al ongeveer 2.000 jaar v.Chr werd bewoond. In het jaar 57 tot 51 v.Chr. vocht Julius Caesar hier tegen de Belgen. Toen woonden er Germaanse stammen. Oss wordt voor de eerste keer in een document vermeld in het jaar 1161.
Vroeger werd de naam ‘Oss’ gespeld als Os of Osch. Het is afgeleid van het Germaanse woord asen of osen en betekent “hoger gelegen plaats aan het water”.
Oss ligt in het gebied Maasland in de Brabantse Stedenrij. Plaatsen in de buurt van Oss zijn Heesch, ’s-Hertogenbosch, Maasbommel, Nijmegen, Nuland, Rosmalen, Schaijk en Uden.
Oss ligt in de provincie Noord-Brabant. In de gemeente Oss wonen ruim 91.000 mensen.
Een inwoner van Oss is een ’Ossenaar’. Bekende Ossenaren zijn Samuel van den Bergh (Unilever), Cor Euser, Alexander Klöpping, Jorrit Ruijs, Gert-Jan Theunisse, Arie Vos en Harry de Winter.
Iets wat uit Oss komt, noemt men ‘Osse’, zoals bijvoorbeeld de Osse kermis. Oss kreeg stadsrechten in het jaar 1399.
Oss - internationaal & scholing
Kernen & partnersteden
De gemeente Oss omvat eveneens Berghem, Haren, Macharen en Megen. De partnersteden van Oss is Aalst in België en Taizhou in China.
Hoger onderwijs
Oss kent een Volksuniversiteit. In Oss bevinden zich geen hogescholen.
Denk je aan Oss, dan denk je aan worsten, fabrieksarbeiders, de Bende van Os en de SP. Oss fungeert als woon- en werkstad. De vleesindustrie is belangrijk voor de stad, met vestigingen van onder andere Unox, maar de farmaceutische industrie (MSD, vroeger Organon) en technologie zijn eveneens belangrijk. Er zijn ongeveer vijfduizend bedrijven gevestigd in Oss.
Oss - minder bekend
Minder bekend is dat Oss één van de weinige plaatsen in Zuid-Nederland is met een haven voor schepen tot 2000 ton. De Maashaven van Oss is geschikt voor de grootste binnenschepen en kleine zeeschepen.
Het Ossies heeft een zachte g zoals in de rest van Brabant en veel klinkers klinken anders dan in het Standaardnederlands: ‘ei’ wordt als aa uitgesproken (klaan in plaats van ‘klein’) en ‘ee’ wordt ie (giejn in plaats van ‘geen’).
De ‘oo’ wordt oe en de ‘i’ wordt ei (keind in plaats van ‘kind’). Een ‘ui’ is een juin en ‘bijna’ is bekant. ‘Even’ is efkes. Agge mar schik het oftewel: “als je maar lol hebt”. Orrens doen betekent ‘valsspelen’.
“Dat is Oss”
Oss - zakelijk
De gemeente Oss
Het netnummer van Oss is 0412. Het postcodegebied van Oss is 5340 - 5349. Het adres van het gemeentehuis van Oss is Raadhuislaan 2, 5341 GM in Oss. De website van de gemeente Oss is Oss.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Oss is 14 0412.
Zakendoen in Oss
Voor Osse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor ’s-Hertogenbosch aan Pettelaarpark 10, 5216 PD in ’s-Hertogenbosch. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Oss is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Oss is KVK-kantoor Den Bosch.
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Oss gevestigd op bedrijventerrein De Bulk, Danenhoef, Elzenburg-De Geer, De Koepel, Landweer, Moleneind, Vorstengrafdonk of op bedrijventerrein Het Wargaren. In Oss bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: B Braun Medical, B&F Groep, Brabant Alucast, CCL Label, ChemConnection, Cups4you, Dalco Food, Dreumex, Future Food Group, Fysicon, Heesen Yachts, Kemkens Group, Loderus Transport, Machinefabriek Verhoeven Oss, MSD, Niesmann
Bischoff Campers Nederland, Organon International, Padifood Service, PVG Group, Raben Group, REV’IT! Sport International, Rosler Benelux, Shiloh Industries Netherlands, Spierings Cranes, Trianon Chocolatiers, TTH Distributiecentrum, Unipol EPS Granulates, Unox, Verhoeven Family of Companies, Vetipak, Vos Logistics, Peka Kroef in Odiliapeel in Uden en Bacu brood en bakkerij in Uden. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Oss een bezoek brengen aan Museum Jan Cunen.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Osse voetbalclub TOP Oss, OSS ’20 of RKSV Margriet meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Oss kunt u terecht bij Tennisvereniging TOZ, bij Tennisvereniging Helios, bij Tennisvereniging Breakpoint 83 of bij OLTC Hartog . Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Nederlands in Oss tijd om een beetje te ontspannen? Om even een balletje te slaan of alleen iets te drinken of te eten, kunt u bij Golfbaan Oijense Zij in Oss terecht. Het adres van deze golfbaan is Oijenseweg 272, 5346 JG in Oss. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0412-69 02 17. De website van de golfbaan is www.oijensezij.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het clubhuis van de Golfbaan.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Nederland en van Oss die eveneens op Youtube zijn te zien. U kunt direct op het rode Youtube logo in het midden klikken om een filmpje te bekijken. Onder deze promotiefilmpjes vindt u de locaties van Nederland en Oss op Google Maps. Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Nederland en Oss te zien op Google Earth. In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Oss
Google Maps Nederland
Google Maps Oss
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Nederland en Oss uit diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is nieuws uit Oss (in het Nederlands). Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd prettig en handig om een beetje geïnformeerd te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast is het leerzaam om het Nederlandse nieuws in het Nederlands te lezen. Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Oss biedt Dagnall Taleninstituut maatwerk cursussen in onder meer Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees aan. Hierboven staat een overzicht van de andere talen die Dagnall naast Nederlands standaard aanbiedt in Oss.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact opnemen voor een cursus in een vreemde taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands