Taalcursussen Nederlands in Moerdijk van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall is een taalaanbieder die precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen Nederlands van het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in, als in de buurt van Moerdijk. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Moerdijk aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij ons kan iedereen Nederlands leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taalcursussen Nederlands vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Wij zijn een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen Nederlands te leren in Moerdijk. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om Nederlands te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Moerdijk.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall Taleninstituut de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursist(en) aan met de contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau van de deelnemers wordt vastgesteld, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat met een offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en uw agenda af.
Na een aantal lessen Nederlands evalueert de docent de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt desgewenst door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken geschiedt in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands van ons. Dit formulier en de schrijfopdracht dienen voorafgaand aan de intakedatum te teruggestuurd worden Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall Talen geadviseerd en in overleg vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall Talen verzorgt de logistiek van het lesmateriaal en de cursusbenodigdheden Dagnall berekent geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus alsook het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall Talen gegarandeerd en bewaakt Dagnall Taleninstituut is betrokken alsook flexibel!
In 1982 is Dagnall opgericht en geeft sindsdien taalcursussen Nederlands op maat in Moerdijk en omliggende plaatsen aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Dagnall Talen werkt met ervaren en kundige trainers Nederlands die specialisten zijn op het gebied van taal en die in West-Brabant talrijke trainingen Nederlands aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties hebben gegeven.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, levert Dagnall Taleninstituut zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Moerdijk. U kunt erop vertrouwen dat Dagnall Talen maximaal rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Moerdijk sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Een cursus (Nederlands) toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is ondertussen bij veel organisaties bekend. Medewerkers die geen of weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen de werkinstructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en hier ook mee om kunnen gaan. De medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities op hun werkterrein waarmaken. Investeren in personeel en in de ontwikkeling van het bedrijf is daarom noodzakelijk.
Ons taleninstituut biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen voor het vergroten van de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer. Dagnall leert en helpt deelnemers hoe zij de lesstof op hun werk in praktijk kunnen brengen. Ons instituut stemt de taalcursus af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgt de cursist gedurende de cursus frequent praktijkopdrachten, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining verbeteren.
Dit is dus een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let eveneens op de enigszins onderbelichte kant van veel taalcursussen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn poging om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gebruiken van het land en het bedrijf te doorgronden en om zijn of haar omgeving door middel van taal uit te breiden. Hiervoor is inzet en motivatie nodig. Bovendien heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de taaldocent per week. Dit is niet in ieder geval voldoende.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut is onderscheidend door in te zetten op vergroting van het draagvlak voor de cursus Nederlands op de werkvloer. Dagnall stimuleert uitvoerenden en leidinggevenden binnen de werkkring van het bedrijf om te zorgen voor een continu proces van taalverwerving, door direct vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door het voortdurend uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze manier, wordt de waarde van goede taalbeheersing samen ervaren en de deelnemers voelen zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Moerdijk
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Moerdijk die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen. Het alom bekende hoge rendement van Dagnall behalen wij met een mix van deze bewezen leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, zogenaamde duocursussen (2 deelnemers), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. Onze taaltrainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall Talen in Moerdijk. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief Nederlands leren in Moerdijk bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons. Deze individuele cursussen en groepscursussen biedt Dagnall Talen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Moerdijk worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Moerdijk
Maatwerkcursussen Nederlands
Ons instituut biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Moerdijk en omgeving. Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie wordt opgenomen. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk. Een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens cursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van een groepscursus Nederlands is met name de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen deelnemers fijner vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijktijd meerdere medewerkers worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn voor cursisten groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele taalcursus Nederlands alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer. Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet in groepsverband worden geoefend. Ook is het niet mogelijk om van de foutjes van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten iets sneller afgeleid zijn. Het rendement is hierdoor wat lager. Deels kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen Nederlands kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen worden afgestemd. Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele deelnemers, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Taleninstituut biedt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook online of incompany aan. Bij Dagnall Talen kiezen taalleerders voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten Nederlands leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De docenten Nederlands kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en daarna een extra Nederlands woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor mensen die Nederlands beginnen te leren. Van het begin wordt een goede uitspraak Nederlands aangeleerd. De methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar op de loer ligt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) op een zodanige manier wijze te leren dat ze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die later worden herhaald. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gebeurt vanzelf door blootstelling. De lijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden en zinnen in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is daarnaast nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). De leermethode probeert het Nederlands aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert men onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Alleen de Nederlandse taal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten in het Nederlands dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve methode is, is vaak bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands gelegd. Lerenden zouden weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier Nederlands te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands te krijgen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat van het Nederlands. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden gepresenteerd aan de studenten in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het meest in het Nederlands worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten het Nederlands op een accurate manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak kent ook keerzijden. Deze werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van de lerenden is beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De met leren middels CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. Het Nederlands wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de student leert om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. De methode is voor de lerenden stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Voor sommige lerenden is deze manier van leren ongebruikelijk of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt de kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzichten in de structuur van het Nederlands, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten bij het werken in groepsverband. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die toegepast wordt bij Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan rijke dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de Nederlandse taal te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Naar Nederland reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode zo intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in het Nederlands want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een minpunt. Als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die uit de zeventig jaren van de vorige eeuw stamt. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de docent (Nederlands) en de student. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. In de les zat de student in een comfortabele stoel die in een halve cirkel werden geplaatst en er was altijd muziek in de les. De methode zoals Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland) was veel tijd tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen last krijgt van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander pluspunt van de leermethode. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de Nederlandse trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden starten een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Er wordt geen leerboek Nederlands gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden lerenden vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Lerenden worden zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om in teamverband te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen Nederlands leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten wel sturing nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de lerenden om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de docent Nederlands om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een heel natuurlijke manier het Nederlands te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Nederlands sterk en creëert een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme van de studenten op. Het leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De leermethode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden Nederlands van de studenten vrij intensief.
Het nadeel van de leermethode van François Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met het Nederlands en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder de filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich bij het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als inspirator van de taal leren (bijvoorbeeld het Nederlands). Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder lesboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de lerenden en de taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de trainer Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Zo zijn de taallessen Nederlands nooit voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan tijdens een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven lerenden alert en betrokken.
Als ze zo weinig begeleid worden door de trainer kunnen lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten Nederlands in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Nederlands en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor aan bod komt in de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. Nederlandse woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Nederlands verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet van belang om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt net zo vaak geoefend tot het moment dit heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende reden is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Nederlands spreken; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor elke doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het verworven Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast nog een andere leermethode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Rond het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen die veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Nederlands) hadden. De lerenden werden aangemoedigd vaak Nederlands te spreken. Nieuw was eveneens dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloed van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Keerzijden kent de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook weinig. De Directe Methode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands onvoldoende uitdagingen. Doordat de Directe Methode van een dynamische inzet vanuit de student uitgaat, is de leermethode ook niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaltrainer Nederlands, die één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door de herhaling onthouden de lerenden hhet Nederlandse woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die per slot van rekening als autonoom worden gezien. In feite is de taaltrainer Nederlands dienstbaar aan de student en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier. Meestal wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Lerenden zouden gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de docent Nederlands. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de taaltrainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen eenvoudig zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen van het Nederlands, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaltrainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de Nederlandse vertaling erbij, om daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaldocent moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de lerenden werkt het zeer motiverend om zelf verhalen te creëren.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt.
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met tweetalige teksten die in Egypte werd ontdekt, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo de uitspraak met die van moedertaalsprekers Nederlands (native speakers) vergelijken. Door de voorbeeldspreker iets langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen, kan verbetering van de uitspraak bereikt worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Nederlands te oefenen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan met de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan door de student gebruikt worden op ieder moment. De lerende kan zelf bepalen welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor onderwijsinstellingen. Het feit dat er geen taaldocent is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen en dialogen die door lerenden worden nagesproken en weer herhaald. De Nederlandse zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet uitgelegd maar deze wordt aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoeken naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt heel goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken en in een normaal tempo.
Een nadeel van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt gewezen op verbanden tussen de Engelse taal en het Nederlands, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnen kan construeren. De leermethode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte wijze en zijn heel toegankelijk. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze cursussen Nederlands niet voorzien in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie doordat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen (zoals Nederlands) wel wat hooggegrepen is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur besteden de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling wordt ernaast weergegeven, met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de cursisten; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een groot aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Nederlands om de cursist te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten Nederlands leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De docenten Nederlands kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en daarna een extra Nederlands woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor mensen die Nederlands beginnen te leren. Van het begin wordt een goede uitspraak Nederlands aangeleerd. De methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar op de loer ligt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) op een zodanige manier wijze te leren dat ze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die later worden herhaald. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gebeurt vanzelf door blootstelling. De lijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden en zinnen in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is daarnaast nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). De leermethode probeert het Nederlands aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze wijze leert men onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Alleen de Nederlandse taal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten in het Nederlands dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method lijkt vrij veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve methode is, is vaak bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands gelegd. Lerenden zouden weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier Nederlands te leren, wordt prettig gevonden. De studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands te krijgen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat van het Nederlands. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden gepresenteerd aan de studenten in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het meest in het Nederlands worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten het Nederlands op een accurate manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak kent ook keerzijden. Deze werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van de lerenden is beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De met leren middels CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. Het Nederlands wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de student leert om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren middels een methode die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. De methode is voor de lerenden stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Voor sommige lerenden is deze manier van leren ongebruikelijk of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en CLT biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt de kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzichten in de structuur van het Nederlands, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten bij het werken in groepsverband. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die toegepast wordt bij Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan rijke dames uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de Nederlandse taal te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Naar Nederland reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode zo intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet echt gaan communiceren in het Nederlands want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een minpunt. Als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die uit de zeventig jaren van de vorige eeuw stamt. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de docent (Nederlands) en de student. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. In de les zat de student in een comfortabele stoel die in een halve cirkel werden geplaatst en er was altijd muziek in de les. De methode zoals Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica en woordenlijsten bij deze teksten. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland) was veel tijd tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen last krijgt van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander pluspunt van de leermethode. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de Nederlandse trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden starten een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Er wordt geen leerboek Nederlands gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden lerenden vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Lerenden worden zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om in teamverband te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen Nederlands leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten wel sturing nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de lerenden om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de docent Nederlands om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een heel natuurlijke manier het Nederlands te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Nederlands sterk en creëert een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme van de studenten op. Het leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De leermethode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, dit is een goede leermethode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve vaardigheden Nederlands van de studenten vrij intensief.
Het nadeel van de leermethode van François Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter de methode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met het Nederlands en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder de filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich bij het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als inspirator van de taal leren (bijvoorbeeld het Nederlands). Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder lesboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de lerenden en de taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de trainer Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Zo zijn de taallessen Nederlands nooit voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan tijdens een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven lerenden alert en betrokken.
Als ze zo weinig begeleid worden door de trainer kunnen lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten Nederlands in voldoende mate flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Nederlands en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor aan bod komt in de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. Nederlandse woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelstellingen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Nederlands verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. De methode is relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet van belang om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt net zo vaak geoefend tot het moment dit heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende reden is dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is ook het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Nederlands spreken; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor elke doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het verworven Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast nog een andere leermethode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar eveneens over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Rond het jaar 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen die veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Nederlands) hadden. De lerenden werden aangemoedigd vaak Nederlands te spreken. Nieuw was eveneens dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Studenten brachten zelf abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloed van de oorlogen en crises ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Keerzijden kent de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij de Directe Methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook weinig. De Directe Methode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands onvoldoende uitdagingen. Doordat de Directe Methode van een dynamische inzet vanuit de student uitgaat, is de leermethode ook niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaltrainer Nederlands, die één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door de herhaling onthouden de lerenden hhet Nederlandse woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way hierbij gebruikt. De methodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een specifieke klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor lerenden, die per slot van rekening als autonoom worden gezien. In feite is de taaltrainer Nederlands dienstbaar aan de student en niet omgekeerd. The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier. Meestal wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Lerenden zouden gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de docent Nederlands. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de taaltrainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen eenvoudig zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De docent wijst de lerende op grammaticale fenomenen van het Nederlands, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na een poosje zal de lerende ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep van lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaltrainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de Nederlandse vertaling erbij, om daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de taaldocent moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Voor de lerenden werkt het zeer motiverend om zelf verhalen te creëren.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met tweetalige teksten die in Egypte werd ontdekt, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo de uitspraak met die van moedertaalsprekers Nederlands (native speakers) vergelijken. Door de voorbeeldspreker iets langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen, kan verbetering van de uitspraak bereikt worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Nederlands te oefenen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan met de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan door de student gebruikt worden op ieder moment. De lerende kan zelf bepalen welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor onderwijsinstellingen. Het feit dat er geen taaldocent is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen en dialogen die door lerenden worden nagesproken en weer herhaald. De Nederlandse zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet uitgelegd maar deze wordt aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoeken naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt heel goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken en in een normaal tempo.
Een nadeel van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het idee dat de cursisten op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt gewezen op verbanden tussen de Engelse taal en het Nederlands, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnen kan construeren. De leermethode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte wijze en zijn heel toegankelijk. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze cursussen Nederlands niet voorzien in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie doordat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen (zoals Nederlands) wel wat hooggegrepen is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick. Bij voorkeur besteden de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling wordt ernaast weergegeven, met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de cursisten; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een groot aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Nederlands om de cursist te begeleiden of te motiveren.
Er bestaat ook een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er bestaat echter een betere methode om Nederlands te leren: De Methode van Dagnall.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft cursussen Nederlands bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van uw bedrijf of organisatie.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. Onze taaldocenten zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden toegepast.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen Nederlands. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk Talen geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, op afstand dus. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd. Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Moerdijk.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Moerdijk
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Moerdijk op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus Nederlands leren waar en wanneer het uitkomt. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, juridische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afloop van de training Nederlands in Moerdijk is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland zijn op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging. Mensen die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Nederlands te communiceren. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt over het algemeen ervaren als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, pc of tablet met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) docenten verzorgd
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO dan wel universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen die specifiek op uw wensen en behoeften worden afgestemd
De inhoud van de cursussen wordt aan het leerplan aangepast om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen Nederlands op een zelfverzekerde en vlotte manier te bereiken
De online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en de les zelf hebt geleerd, actief toe
Door het combineren van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursussen eveneens tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de trainer en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Moerdijk ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Moerdijk ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Moerdijk
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als standaard en biedt u een duidelijk beeld van de aanwezige en opgedane kennis van het Nederlands. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na het doorlopen van de cursus Nederlands in Moerdijk, ontvangt u een certificaat van Dagnall Talen waarop uw behaalde taalniveau is aangegeven.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een kader om taalniveaus op een uniforme wijze te kunnen omschrijven, zodat een ‘gevorderde’ in Nederland eenzelfde taalvaardigheid heeft als een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het Europees Referentiekader verdeelt vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term en afkorting wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK noemt ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. De niveaus lopen van A1 tot C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Taalniveau A beschrijft de basisvaardigheden Nederlands die de gebruiker beheerst. Taalniveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in de Nederlandse taal kan functioneren. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde gebruikers, die de Nederlandse taal beheersen als (bijna) moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen (Nederlands) altijd ten minste twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Moerdijk, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken resultaatgericht en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Moerdijk sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continue innovatie is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse adviesraden, commissies en besturen vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde nodig zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies te worden beschermd. Uiteraard voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Moerdijk zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen is in het CRKBO-register ingeschreven. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Moerdijk
Wilt u contact opnemen met Dagnall voor een cursus Nederlands in Moerdijk? Vraag naar de oplossingen bij ons instituut. U kunt een e-mail sturen via cursus-nederlands-moerdijk@dagnall.nl of u kunt het contactformulier op de website invullen.
U kunt Dagnall Talen uiteraard ook bellen voor een cursus Frans in Coevorden via 0592-338012 (geen belmenu). U kunt vanzelfsprekend ook het gratis Dagnall informatiepakket meebestellen.
De juiste route naar een cursus Nederlands in Moerdijk!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u de provincies van Nederland onderscheiden?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening leert u de 12 Nederlandse provincies zeer snel kennen.
Controleer uw kennis door met uw muis op de kaart van Nederland te gaan staan.
Door met de cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, kun u de regionale indeling van Nederland zien.
Nu worden de Nederlandse provincies na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, vervolgens kunt de naam van de provincie zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Diverse typische onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal landspecifieke dingen weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar evengoed uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over typisch Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Eten brengt mens en cultuur samen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal zeer op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Nederlanders eten ook veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms met een beetje tomaat of komkommer of een snack erbij. Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm. Een traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van spliterwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een volledige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Deze snack wordt dan buiten op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. Er zijn meer dan 500 Nederlandse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is heel gebruikelijk om iemand koffie aan te bieden die op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Hierbij wordt dan vaak een koekje gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Nederlanders eten ook veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms met een beetje tomaat of komkommer of een snack erbij. Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm. Een traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van spliterwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een volledige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Deze snack wordt dan buiten op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. Er zijn meer dan 500 Nederlandse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is heel gebruikelijk om iemand koffie aan te bieden die op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Hierbij wordt dan vaak een koekje gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen meer dan 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan Duitsland, België en de Noordzee. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. De stad Amsterdam heeft ruim 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Nederland telt twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat duidt op een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Sinds jaar en dag bekend om tulpen, klompen, kaas, stroopwafels, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is vermaard om de strijd tegen het water,
noodzakelijk door de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn schilders die wereldberoemd zijn en die veel toeristen trekken. Zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Het symbool voor Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse grachtengordel van Amsterdam, vermeld op de UNESCO Werelderfgoedlijst. En de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder algemeen bekend is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook bijzonder is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als teken van hartelijkheid, geven de Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Over het algemeen geven ze elkaar een stevige hand. Nederland is een klein en plat land: ideaal om te fietsen. In Nederland is de fiets een heel normaal vervoermiddel. In steden zie je regelmatig moeders of vaders met bakfietsen of een fiets met een aanhanger erachter, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gereden.
Helmen op de fiets worden vaker niet dan wel gedragen. Veel Nederlandse huizen zijn van een type ‘doorzonwoning’. Dit zijn huizen met grote ramen voor en achter, zodat de zon in de kamer kan schijnen. De gordijnen houdt de Nederlander graag open, zodat hij kan zien wat er buiten gebeurt. Iedere passant kan ook precies zien wat zich binnen in huis afspeelt. Nederlanders vieren verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze gaan in een kring zitten en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met gebak. Op het werk trakteert de persoon die jarig is op taart. Cadeautjes worden onmiddellijk uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) zijn de mensen in Nederland vrij en gaan naar buiten in oranje kleding, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden spellen gespeeld op straat en verkopen mensen oude spulletjes op een kleedje. De rest van het jaar geldt het devies: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat men niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalkennis van het Duits houdt in kennen (kennis hebben) alsook nadruk op kunnen (kunnen handelen). Door te richten op kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de cursus Nederlands in Moerdijk de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt u wat die Nederlandstalige collega’s zeggen. Dat niet alleen, u kunt ook antwoorden in het Nederlands. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
De Nederlandse taal is onderdeel van de familie van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond uit het West-Germaans tussen 300 en 800 n.Chr., wat de basis werd van het huidige Nederlands. De moderne Nederlandse taal is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer uit het Middelnederlands of Diets voortkwam. Deze taal werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. Het Nederlands wordt gesproken door circa 25 miljoen mensen in Nederland zelf,
en ook in België, Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao en Sint-Maarten en Suriname en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Verder wordt ook nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is ook één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor veel anderstaligen kan de uitspraak van het Nederlands lastig zijn. De vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een uitdaging zijn. Met name de ‘ui’-klank is moeilijk. De ‘ui’-klank is een klank die maar in weinig voorkomt andere talen.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent het Nederlands eveneens drieklanken, waarbij de klank glijdend van de begin- naar de eindklank overgaat. Denk aan: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
De spelling van de klanken wijkt bij een aantal letters af van wat in andere talen gebruikelijk is. De letter ‘u’ wordt bijvoorbeeld in nagenoeg alle talen uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers wijken de g en de ch in het Nederlands af vergeleken met de meeste andere talen. De g en de ch klinken nagenoeg gelijk; als een schrapende keelklank. Verder zijn de medeklinkercombinaties kenmerkend. De ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor menig anderstalige een tongbreker en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘strand’, ‘herfst’ en ‘fietstas’? In het Nederlands komen beginclusters en eindclusters veel voor. Het is handig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers worden gevoegd: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands wordt vaak de uitspraak van eindletters niet uitgesproken, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Er is geen verschil hoorbaar tussen wind en wint. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het de Nederlandse taal is de uitspraak, met de kenmerkende harde g, de ui en de eu. Nederlanders houden van verkleinwoorden: kopje, schoteltje, lepeltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal heeft sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was lettermaker en hij was de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woordjes zonder betekenis, de Nederlandse taal kent ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende woordje‘hè’ na een zin of zinsdeel. Bijvoorbeeld “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze opvulwoorden of stopwoordjes ook als ze Engels spreken. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een Nederlandse zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’ of ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap te brengen. Middenin een betoog gebeurt hetzelfde. Mensen hebben een korte denkpauze nodig en zeggen een paar woorden die eigenlijk geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel voor de grap eens het aantal keer dat mensen ‘inderdaad’ of ‘ook’ of ‘eigenlijk’ in een paar zinnen gebruiken.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is erg doeltreffend om uw kennis van de Nederlandse taal te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Nederlands op.
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op snelle wijze behoorlijk wat Nederlandse woordenschat kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het station NPO 3 FM is het bekendste Nederlandse publieke radiostation. Door op het logo op het linker computerscherm hierboven te klikken en luister live naar deze Nederlandstalige publieke radiozender.
Radio 538
De radiozender Radio 538 is de meest beluisterde commerciële Nederlandse radiozender. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om live naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender te luisteren.
Uw favoriete televisieprogramma of serie met Nederlandse ondertiteling bekijken, is wellicht even wennen, maar al snel zult u merken dat dit bijzonder leerzaam en leuk is. De televisie-omroep NPO is de Nederlandse publieke televisieomroep.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de meest populaire commerciële televisieomroepen in Nederland. Deze Nederlandse stations kunnen via kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Moerdijk op uw eigen locatie volgen of in Oud-Beijerland, bijvoorbeeld in het pand van SOLON Management & Organisatie aan de Laurens Jzn. Costerstraat 15a in Oud-Beijerland of in het gebouw “Laan 22” aan de Laan van Brabant 22 in Roosendaal. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen Nederlands bij Moerdijk bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Dordrecht aan de Laan van Europa 1600 in Dordrecht, bij Postillion Hotel Dordrecht aan de Rijksstraatweg 30 in Dordrecht en bij Hotel de Korenbeurs aan de Kerkstraat 13 in Made.
U kunt vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Moerdijk bij bijvoorbeeld bij Restaurant Passant aan het Plaza 11.
Bij de aanleg van de Volkeraksluizen in Willemstad, in de gemeente Moerdijk, is een houten beeldje tevoorschijn gekomen uit 500 v.Chr. Dit was de tijd van de jagers en verzamelaars. Het valt nog niet te zeggen of er sprake was van permanente bewoning. Er zou een dorp gelegen hebben in het jaar 967, dat Sprangblok werd genoemd. Er was pas sprake van Moerdijk in de 17de eeuw, toen rond een veenwinningsgebied dijken werden aangelegd.
De naam ‘Moerdijk’ stamt af van moor-dicken; de moernering van het veen. ‘Moer’ is moeras, ooit door de zee overspoeld veen, waaruit zout gewonnen werd. Om het ontginningsgebied werd een dijk gelegd, vandaar de naam ‘Moerdijk’.
Moerdijk ligt in de regio Westhoek in Noord-Brabant en in de streek Baronie en Markiezaat. Plaatsen in de omgeving van Moerdijk zijn Breda, Dinteloord, Drimmelen, Etten-Leur, Fijnaart,
Klundert, Made, Oosterhout, Oudenbosch, Prinsenbeek, Roosendaal, Steenbergen, Willemstad en Zevenbergen. Moerdijk ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Moerdijk telt bijna 37.000 inwoners.
Woon je in Moerdijk, dan heet je een ‘Moerdijker‘, in de volksmond ook wel Spieringkruier. Bekende Moerdijkers zijn Niek van Leest en Rijan van Leest.
Iets wat uit Moerdijk komt, noemt men ‘Moerdijks’, zoals de Moerdijkse Scheepswerf. Moerdijk is een plaats en een gemeente.
Moerdijk - kernen & scholing
Kernen
De plaats Moerdijk is onderdeel van de gelijknamige gemeente waar ook Fijnaart, Heijningen, Helwijk, Klundert, Langeweg, Noordhoek, Standdaarbuiten, Willemstad, Zevenbergen en een groot deel van Zevenbergschen Hoek deel van uitmaken.
Hoger onderwijs
In Moerdijk bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Moerdijk, dan denk je aan de Moerdijkbruggen over het Hollandsch Diep en aan het industrieterrein met Shell Chemie. Moerdijk fungeert als zeehaven en industriestad voor de chemische en zware industrie.
Moerdijk - minder bekend
Minder bekend is dat Moerdijk de tweede gemeente gemeente van Noord-Brabant is wat betreft oppervlakte.
Typerend is het inslikken van de ‘h’ aan het begin van een woord (uske in plaats van ‘huisje’) en het samenvoegen van voornaamwoord en werkwoord: wazeede? (‘wat zei je?’), zumme (‘zullen we’). Verkleinwoorden eindigen niet op -je maar op -ke (meske in plaats van ‘meisje’).
Een ‘paard’ is een pèrd en de afscheidsgroet is niet houdoe maar oudoe. Vlug op z’n pèrdje zitte betekent “gauw boos worden”.
Moerdijk - “Een wereld vol plezier”
Moerdijk - zakelijk
De gemeente Moerdijk
Het postcodegebied van Moerdijk is 4780 - 4782. Het adres van het gemeentehuis van Moerdijk is Pastoor van Kessellaan 15, 4761 BJ in Zevenbergen. De website van de gemeente Moerdijk is Moerdijk. nl. Het telefoonnummer van de gemeente Moerdijk is 14 0168.
Zakendoen in Moerdijk
Voor Moerdijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Moerdijk is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Moerdijk is KVK-kantoor Breda.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Moerdijk vindt u op bedrijventerrein Havenkant, op Industrieterrein Moerdijk en op bedrijventerrein De Koekoek in Zevenbergen. In Moerdijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Aggreko, Algeco, ATM, Bluestar Offshore, CCT Logistik, Van Dalen Metals Recycling & Trading, DSV Solutions, Dutch Bull Campers (Auto Sleepers, Wavecamper), Euro-Rijn International, Gondrand, Hollandia Structures, Distributiecentrum Jacob Heijn, KS Profiel, NewPort, Omya, PFF Europe,
Remondis PMR, Schütz Packaging, Sivomatic, Sluyter Logistics, Solvay Solutions, Verolme Special Equipment, Wuppermann Staal Nederland, Yusen Benelux, Zettex Europe, Maltha in Heijningen, Base Logistics in Klundert, Holtkamp Internationaal Transport/Rocotrans in Klundert, Intra Benelux in Klundert, Ryano Logistics in Klundert en Farm Trans in Zevenbergen. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Moerdijkse voetbalclub TPO te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Moerdijk kunt u terecht bij TV de Klaverpolder of bij K.T.V. van Polanen in Klundert.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Moerdijk zin om een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Moerdijk gevonden voor een compleet middagje/dagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Moerdijk is de Golfclub op het Landgoed Cromstrijen in Numansdorp. Deze golfbaan is gelegen aan de Veerweg 26 in Numansdorp. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0186-65 44 55. De website van de golfbaan is www.golfclubcromstrijen.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij restaurant Hole 19 in het gastvrije clubhuis op het Landgoed, telefoonnummer 0186-65 46 34. De Strijensche Golfclub en Golfvereniging Albatross zijn nog andere golfbanen in de buurt van Moerdijk.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Nederland en van Moerdijk die ook op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Nederland alsook Moerdijk op Google Maps. U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Nederland alsook van Moerdijk op Google Earth weergegeven. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de omgeving van uw Nederlandse zakenpartner kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen goed van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Moerdijk
Google Maps Nederland
Google Maps Moerdijk
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Nederland en Moerdijk uit verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is nieuws uit Moerdijks (in het Nederlands). Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd prettig en handig om een beetje op de hoogte te zijn van wat zich in Nederland afspeelt. Daarnaast is het vrij leerzaam om Nederlands nieuws in het Nederlands te lezen. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
In Moerdijk biedt Dagnall Taleninstituut onder andere maatwerk taalcursussen Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans aan. Hierboven staat een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Moerdijk.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands