Taaltrainingen Nederlands in Lelystad van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Zo krijgen bedrijven en organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall is een taalaanbieder die u precies dat aanbiedt: Effectieve taalcursussen Nederlands van het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in Lelystad als in de omgeving van Lelystad. (Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Lelystad in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
World Trade Center Almere P.J. Oudweg 4 1314 CH ALMERE
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij ons kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taaltaaltrainingen Nederlands zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taaltrainingen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgevers. Wij zijn een taalaanbieder die via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om Nederlands te leren in Lelystad. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar de beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
Onze filosofie is om Nederlands te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaan wij tot het uiterste om te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leert. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Door dagelijks vijftien minuten te oefenen, brengt Dagnall Talen u met grote stappen naar het beoogde taalniveau. Taleninstituut Dagnall is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Lelystad.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall de leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste taalniveau wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met uw offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de docent de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling bijgesteld worden. Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de deelnemers door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit intakeformulier alsook de schrijfopdracht dienen voorafgaand aan de datum van de intake te worden teruggestuurd Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en vastgesteld in overleg De indeling van de cursisten geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! De logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden wordt door Dagnall Talen verzorgd Dagnall Taleninstituut berekent geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall garandeert en bewaakt de continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Nederlands Dagnall Talen is flexibel en betrokken!
Ons bedrijf is werkzaam sinds 1982 en geeft sindsdien maatwerkcursussen Nederlands in Lelystad en plaatsen in de buurt van Lelystad aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. Onze kundige trainers Nederlands zijn specialisten op het gebied van taal en hebben in de Flevopolder al een groot aantal trainingen gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, biedt Dagnall betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Lelystad. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Lelystad sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is gevraagd! Taalcursussen (Nederlands) gericht op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn bij veel bedrijven inmiddels bekend. Medewerkers die geen of een beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een beperking in de werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op hun werk.
Zij willen graag de werkinstructies op de werkplek goed kunnen begrijpen. De medewerkers willen graag hun werk kunnen uitvoeren met meer zelfvertrouwen en natuurlijk hun ambitie op hun werk verwezenlijken. Dit vergt een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor nodig.
Ons instituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer verhogen. Dagnall Taleninstituut helpt en leert de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen op hun werk. Dagnall stemt de lessen af op de behoefte van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgt de deelnemer tijdens de cursus regelmatig praktijkopdrachten, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining te verbeteren.
Op deze manier ontstaat een win-winsituatie! Dagnall let eveneens op de wellicht onderbelichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de gewoontes en cultuur van het bewuste land en de organisatie te doorgronden en om hun omgeving via taal uit te breiden. Hiervoor is motivatie en inzet vereist. De deelnemers hebben bovendien slechts een aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dit is niet in elke situatie voldoende.
Onderscheidend
Ons instituut onderscheidt zich door zich te richten op het vergroten van het draagvlak voor de taalcursus Nederlands op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert collega’s en leidinggevenden van de organisatie om een continu proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze manier te benadrukken, wordt de waarde van een goede beheersing van de taal gezamenlijk ervaren en voelen de deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Lelystad
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen aangepast aan de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is tevens afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een cursus Nederlands in Lelystad die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze kundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt bereikt door een combinatie van deze beproefde leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Dagnall biedt individuele cursussen, duocursussen (2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze taaltrainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Lelystad. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief Nederlands leren in Lelystad bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven. Deze individuele cursussen en groepscursussen biedt Dagnall voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Lelystad worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Lelystad
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall biedt individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Lelystad en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel privéles of een één-op- één-taalcursus genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. De individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren. De leergroepen houden we zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximale ondersteuning te bieden. De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands doordat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd. Er wordt sneller vooruitgang gemaakt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Een ander belangrijk pluspunt van een individuele cursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden. Een individuele is ook taalcursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten Nederlands is het grootste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; met de groep in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen foutjes. De cursisten kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als leuker ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn voor deelnemers groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen Nederlands alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. Omdat er geen interactie is met andere deelnemers, kan de geleerde kennis niet in een groep geoefend worden. Ook is het niet mogelijk om van elkaars foutjes te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten wat eerder zijn afgeleid. Hierdoor is het rendement wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen). Groepscursussen Nederlands kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden. Een ander minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall biedt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom onze taaltrainingen ook incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is foutloos Nederlands leren spreken en verstaan; het begint met een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer Nederlands kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Een correcte uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van de kennis van de taal. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input van de studenten verlangd. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gebeurt dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Nederlandse woorden die nog steeds problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden of zinnen in het Nederlands spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, maar veel geheugenwetenschappers betwijfelen dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan goed functioneren voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed werken voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een nadeel is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands van het Nederlands. Alleen de Nederlandse taal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. De activiteiten in de Nederlandse taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaring kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor de lerende. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica gelegd. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat van het Nederlands. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de student gepresenteerd. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden het Nederlands op een nauwkeurige manier kunnen leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook minpunten. De methodiek kost behoorlijk veel tijd en zorgt niet onmiddellijk voor ervaringen van succes. De input van de studenten zelf is behoorlijk beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent Nederlands. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die studenten helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van de achtergrond, is voor sommige studenten deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. CLT draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond rond 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainer draagt de kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden bij het leren in een groep. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. De lerende wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. De studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar Nederland en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. De lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedie gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov stelt dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de lerende zijn hiervoor essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. In de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer. Hierdoor hebben lerenden minder hinder zullen van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de methodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend en stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de Nederlandse taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalten hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Door het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les Nederlands leren studenten veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taallessen is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt de woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de student om zelf de Nederlandse taal te ontdekken.
De taak van de taaldocent Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De radicale verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren studenten op een natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Fransman François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd een succes. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands en zorgt voor een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type onderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Nederlandslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve competenties Nederlands van de lerenden worden sterk gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, wat moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Nederlands) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, bellen met een klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Nederlands. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen de lerenden en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor taaldocenten Nederlands. Het kan erg motiverend zijn dat de student voor zijn of haar eigen leerproces verantwoordelijk is. Voorspelbaar zijn de lessen Nederlands zo niet. Dit creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich daarentegen wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand worden genomen. Ook is niet elke taaldocent Nederlandsin voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een keerzijde kan zijn dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de les aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Nederland. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Nederlands verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eigenlijk eenvoudige techniek: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de Nederlandse tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden Nederlands vormen de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de lerenden doen deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands spreken; in een later stadium geven de studenten de taken. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en de methode kan eveneens in iets grotere klassen worden gebruikt. Het Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd de studenten veel in het Nederlands te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de les in het Nederlands werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taallessen. Aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands. Aan deze Direct Methode kleven echter eveneens nadelen. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode nauwelijks aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief veel minder. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt deze leermethode onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode op een actieve inzet vanuit de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep lerenden en een docent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. Deze herhalingen helpen de lerenden de Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokjes die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte wordt gezien als autonoom. In principe is de taaltrainer Nederlands aan de lerende dienstbaar en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier. Doorgaans wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt van de methode kan zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet. Door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de trainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Doordat deze verhalen van de taaltrainer gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Zo worden Nederlandse woorden en structuren vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaldocent wijst de student op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de docent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de taaldocent moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPRS eveneens de creatieve intelligentie activeert, is er sprake van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt het heel motiverend om zelf verhalen te maken.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is ontdekt met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen op de markt brengt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker). Door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de lerenden daarna veel na te laten spreken, kan de uitspraak worden verbeterd.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en wijst op fouten, waarbij optie is om de fouten van de student te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg makkelijk in het gebruik en kan op elk moment door de studenten worden toegepast. Welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Velen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren in het Nederlands bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet apart uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands praten.
Een keerzijde van de methode is dat er niets uitgelegd wordt. De student leert geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verrassend, door Michel Thomas; een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in kleine stappen en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Nederlands, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de student Nederlands de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Naast Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen construeren. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat de studenten zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. De studenten die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op een efficiënte manier. Dat de taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een minpunt worden gezien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus (zoals Nederlands) vrij hooggegrepen was. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s alsook een USB-stick. De gebruiker besteedt ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, samen met uitleg van de grammatica. Om de uitspraak Nederlands te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten Nederlands in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands beschikbaar om de student te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is foutloos Nederlands leren spreken en verstaan; het begint met een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De trainer Nederlands kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Een correcte uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van de kennis van de taal. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input van de studenten verlangd. Hierdoor ligt het gevaar van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gebeurt dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Nederlandse woorden die nog steeds problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden of zinnen in het Nederlands spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, maar veel geheugenwetenschappers betwijfelen dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan goed functioneren voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed werken voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een nadeel is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands van het Nederlands. Alleen de Nederlandse taal met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. De activiteiten in de Nederlandse taal dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaring kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor de lerende. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica gelegd. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat van het Nederlands. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de student gepresenteerd. De taalstructuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de lerenden het Nederlands op een nauwkeurige manier kunnen leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook minpunten. De methodiek kost behoorlijk veel tijd en zorgt niet onmiddellijk voor ervaringen van succes. De input van de studenten zelf is behoorlijk beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent Nederlands. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die studenten helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om een vreemde taal te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend doordat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van de achtergrond, is voor sommige studenten deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. CLT draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond rond 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd destijds beschouwd als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainer draagt de kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training voor diegenen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden bij het leren in een groep. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. De lerende wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. De studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in een klein groepje. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar Nederland en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerenden moeten echt in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. De lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedie gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov stelt dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de lerende zijn hiervoor essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden waren te horen of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. In de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer. Hierdoor hebben lerenden minder hinder zullen van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend pluspunt van de methodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend en stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de Nederlandse taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalten hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Door het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les Nederlands leren studenten veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een nadeel van de methode van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taallessen is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt de woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de student om zelf de Nederlandse taal te ontdekken.
De taak van de taaldocent Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De radicale verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren studenten op een natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is door de Fransman François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd een succes. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands en zorgt voor een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type onderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Nederlandslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve competenties Nederlands van de lerenden worden sterk gestimuleerd met de methode.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, wat moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Nederlands) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, bellen met een klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Nederlands. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op het communiceren tussen de lerenden en de trainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een voordeel voor taaldocenten Nederlands. Het kan erg motiverend zijn dat de student voor zijn of haar eigen leerproces verantwoordelijk is. Voorspelbaar zijn de lessen Nederlands zo niet. Dit creëert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan in een les volgens de Dogme-methode worden besproken. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich daarentegen wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand worden genomen. Ook is niet elke taaldocent Nederlandsin voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Een keerzijde kan zijn dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de les aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Nederland. Begrip is belangrijker dan productie. De focus ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van de methode bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Nederlands verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eigenlijk eenvoudige techniek: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de Nederlandse tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-methode is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden Nederlands vormen de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft op een begrijpelijke en vriendelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de lerenden doen deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands spreken; in een later stadium geven de studenten de taken. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en de methode kan eveneens in iets grotere klassen worden gebruikt. Het Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd de studenten veel in het Nederlands te laten praten. Het was eveneens nieuw dat de les in het Nederlands werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taallessen. Aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands. Aan deze Direct Methode kleven echter eveneens nadelen. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode nauwelijks aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief veel minder. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt deze leermethode onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode op een actieve inzet vanuit de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep lerenden en een docent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. Deze herhalingen helpen de lerenden de Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de student en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokjes die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte wordt gezien als autonoom. In principe is de taaltrainer Nederlands aan de lerende dienstbaar en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier. Doorgaans wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt van de methode kan zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet. Door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de trainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Doordat deze verhalen van de taaltrainer gemakkelijk te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Zo worden Nederlandse woorden en structuren vrijwel vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaldocent wijst de student op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de docent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de taaldocent moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPRS eveneens de creatieve intelligentie activeert, is er sprake van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt het heel motiverend om zelf verhalen te maken.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is ontdekt met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen op de markt brengt. De eerste versie van deze leermethode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker). Door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de lerenden daarna veel na te laten spreken, kan de uitspraak worden verbeterd.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en wijst op fouten, waarbij optie is om de fouten van de student te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg makkelijk in het gebruik en kan op elk moment door de studenten worden toegepast. Welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Velen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren in het Nederlands bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet apart uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands praten.
Een keerzijde van de methode is dat er niets uitgelegd wordt. De student leert geen bouwstenen om zelf zinnen te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verrassend, door Michel Thomas; een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in kleine stappen en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Nederlands, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de student Nederlands de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Naast Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen construeren. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat de studenten zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. De studenten die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op een efficiënte manier. Dat de taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een minpunt worden gezien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus (zoals Nederlands) vrij hooggegrepen was. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s alsook een USB-stick. De gebruiker besteedt ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, samen met uitleg van de grammatica. Om de uitspraak Nederlands te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten Nederlands in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands beschikbaar om de student te motiveren of te begeleiden.
Ook bestaat er een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier: De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met Nederlandse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursist interessant kunnen zijn. De trainers van Dagnall Talen zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden toegepast.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Dit wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Lelystad.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Lelystad
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten met blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Talen eveneens blended learning in Lelystad op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikken wij eveneens over een eigen App voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op alle beschikbare (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Nederlands leren waar en wanneer het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Nederlands in Lelystad. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen en/of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taal veelal een uitdaging zijn. Mensen die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom wordt in het algemeen gezien als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom: - Laptop, pc of tablet met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze onlinecursussen en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde moedertaal (native) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO of universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen die specifiek worden afgestemd op de behoeften en wensen van de cursisten
De inhoud van de cursussen wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen Nederlands vlot en zelfverzekerd te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat Nederlands en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de lessen zijn geleerd, actief toegepast
Door de combinatie van videosessies en zelfstudie is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat u thuis alles kunt herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursussen ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de trainer en de cursist en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Lelystad ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Lelystad ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Lelystad
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als uitgangspunt en biedt u een helder beeld van de aanwezige en opgedane kennis van het Nederlands. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na de cursus Nederlands in Lelystad.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om taalniveaus op een uniforme wijze te omschrijven, zodat ‘gevorderden’ in Nederland dezelfde taalvaardigheid hebben als ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een internationale norm die vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam wordt eveneens vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK deelt die vaardigheden in op zes niveaus; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze niveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A geldt voor beginners. Mensen die taalniveau B Nederlands beheersen, bezitten alle basisvaardigheden in de Nederlandse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Nederlands lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C is het niveau van (ver)gevorderden. Het beheersen van de Nederlandse taal lijkt op dat van moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen (Nederlands) altijd ten minste twee maal proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons instituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals een cursus Nederlands in Lelystad, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken resultaat- en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Lelystad sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Hiervoor is continue vernieuwing essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies. Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Lelystad zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Lelystad
Wilt u contact met ons opnemen voor een cursus Nederlands in Lelystad? Vraagt u vrijblijvend naar de oplossingen van Dagnall Talen. U kunt ons een e-mail sturen via cursus-nederlands-lelystad@dagnall.nl of u kunt het contactformulier invullen op de website.
U kunt ons instituut voor een cursus Frans in Amstelveen natuurlijk ook bellen via 020-2149118 (geen menu). U kunt natuurlijk ook het informatiepakket voor de cursussen aanvragen. Dit is geheel gratis.
De beste weg naar een cursus Nederlands in Lelystad!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u de provincies van Nederland aanwijzen?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening kent u de 12 Nederlandse provincies heel snel.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis op de kaart van Nederland te gaan staan.
Door met de cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
Nu worden de Nederlandse provincies na elkaar getoond.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, vervolgens kunt de naam van de provincie lezen.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders, zal u hier zeker bij helpen.
Onderwerpen zoals bekende Nederlandse exportproducten, beroemde Nederlanders en typische gebruiken en gewoonten hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende dingen over de Nederlandse taal en/of Nederland.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel nuttig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze noemenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
Tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen maar eveneens uw kennis over het land inzetten.
Zo kunt u dingen over typisch Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te weten komen.
Eten verbindt mensen.
De nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders weet men zeker te waarderen!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Alhoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten. Daarnaast eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Naast jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. De typische Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een echt Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep. Het is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is dit een complete maaltijd. Een typisch Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Veel gegeten Nederlandse snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een bierland. Er zijn veel Nederlandse brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt van graan gestookt. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Hierbij worden dan vaak koekjes geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Alhoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten. Daarnaast eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Naast jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. De typische Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een echt Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep. Het is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is dit een complete maaltijd. Een typisch Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Veel gegeten Nederlandse snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een bierland. Er zijn veel Nederlandse brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt van graan gestookt. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Hierbij worden dan vaak koekjes geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door de Noordzee, België en Duitsland. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. De stad Amsterdam heeft ruim 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Nederland is ingedeeld in twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat op een geografisch lager liggend gebied duidt; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Sinds jaar en dag bekend om tulpen, klompen, kaas, stroopwafels, fietsen en molens. De grachten van Amsterdam staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is vermaard om de strijd tegen het water,
nodig vanwege de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Schilders zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Het symbool voor Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse grachtengordel van Amsterdam, vermeld op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat de vliegtuigmaatschappij KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin in Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied is dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken om steun te betuigen aan het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
De Nederlanders geven elkaar als blijk van hartelijkheid drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Ze geven elkaar meestal een stevige handdruk. Nederland is vrijwel geheel plat en klein: een ideaal fietslandje. In Nederland is de fiets een erg normaal vervoermiddel. In Nederlandse steden zie je moeders of vaders met een bakfiets of een fiets met een kar, waarin de kinderen bijvoorbeeld naar het dagverblijf worden gereden.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen. De woningen in Nederland zijn het soort ‘doorzonwoning’. Dit zijn huizen met grote ramen voor en achter, waardoor zonlicht in de kamer kan komen. Nederlanders houden de gordijnen het liefst geopend, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Iedere passant kan eveneens precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren graag verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert de persoon die jarig is op gebak. Cadeautjes worden onmiddellijk uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is iedereen vrij en gaat naar buiten in oranje kleren, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden op straat spellen gedaan en verkopen mensen oude spullen. De rest van het jaar geldt het motto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Taalkennis van het Duits houdt in zowel kennen (weten) als kunnen (de toepassing van de kennis). Door het accent te verschuiven op het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de cursus Nederlands in Lelystad de opgedane kennis actief en snel toe te passen.
Voor u het weet, kunt u al een gesprekje voeren in het Nederlands. Dat geeft veel voldoening! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Het Nederlands is onderdeel van de familie van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond tussen 300 en 800 n.Chr. uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu de Nederlandse taal is. Het moderne Nederlands is ontstaan vanuit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. Nederlands wordt door ruwweg 25 miljoen mensen gesproken in Nederland, België,
Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Nederlands wordt ook nog gesproken door een klein groepje oudere mensen in Indonesië. Verder wordt ook nog Nederlands gesproken onder Nederlandse immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is eveneens één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor veel anderstaligen is de uitspraak van het Nederlands lastig. De tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een struikelblok zijn. Voornamelijk de ‘ui’-klank is lastig. Deze klank is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Het Nederlands kent ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de begin- naar de eindklank. Bijvoorbeeld: eeuw, ieuw, aai, ei en oi.
De spelling van de klanken wijkt bij een aantal letters af van wat in andere talen gangbaar is. Zo wordt de letter ‘u’ in vrijwel elke taal als ‘oe’ uitgesproken.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers wijken de g en de ch af in vergelijking met de meeste andere talen. De g en de ch klinken in het Nederlands vrijwel gelijk; als een schrapende keelklank. Verder zijn de medeklinkercombinaties kenmerkend. De ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor menig anderstalige een tongbreker en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘strand’ of ‘fietstas’? Begin- en eindclusters komen vaak voor in het Nederlands. Het helpt om deze clusters te oefenen en te herkennen. Voor het gemak kan een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers gevoegd worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In de Nederlandse taal wordt de uitspraak van eindletters vaak weggelaten, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wint en wind is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de afwijkende ui en eu-klanken. De Nederlanders hebben de typische gewoonte om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, omdat dit gezellig klinkt.
Het Nederlands bevat nog sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woorden zonder betekenis, de Nederlandse taal kent ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zinsdeel of zin: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze opvulwoorden of stopwoorden ook als ze Engels spreken. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het stopwoordje ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou ja,…’, ‘Nou kijk,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om de boodschap te brengen. Middenin een betoog gebeurt hetzelfde. Iemand neemt een korte denkpauze en gebruikt een aantal woorden die geen betekenis hebben. Iedere Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Let ook eens op de keren dat mensen ‘inderdaad’ of ‘eigenlijk’ of ‘ook’ zeggen in een aantal zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is heel doeltreffend om uw kennis van de Nederlandse taal te verrijken.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Nederlands in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op vlotte manier veel Nederlandse woordenschat bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is de meest bekende publieke radiozender in Nederland. Door op het logo op het linker computerscherm hierboven te klikken en luister live naar deze Nederlandse publieke radiozender.
Radio 538
Het radiostation Radio 538 is het meest beluisterde commerciële radiostation van Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om direct live naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender te luisteren.
Uw favoriete serie of televisieprogramma met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar u zult al gauw merken dat dit erg leuk en leerzaam is. De televisie-omroep NPO is de publieke televisieomroep in Nederland.
SBS & RTL
SBS en RTL zijn de bekendste commerciële Nederlandse televisieomroepen. Deze Nederlandstalige stations kunnen via kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Lelystad op uw eigen locatie volgen of in Almere, bijvoorbeeld in het World Trade Center in Almere aan de P.J. Oudweg 4 in Almere. Wij verzorgen ook taalcursussen Nederlands in Lelystad in bijvoorbeeld Apollo Hotel Lelystad City Centre aan de Agoraweg 11, in Dorhout Mees aan de Strandgaperweg 30 in Biddinghuizen en in Van der Valk Hotel Almere aan de Veluwezoom 45 in Almere.
Vergaderen in Lelystad kan bijvoorbeeld bij het Aviodrome aan de Pelikaanweg 50, bij Batavialand aan de Oostvaardersdijk 01-13 en bij Naupar aan de Bataviahaven 1.
Archeologische opgravingen duiden op bewoning in de steentijd, ongeveer zesduizend jaar geleden. Dit heet de Swifterbandcultuur. Dit was de tijd dat de mensen op landbouw overgingen en zich permanent begonnen te vestigen. Lelystad is een zeer jonge stad; de eerste bewoners kwamen in het jaar 1967.
De stad Lelystad is vernoemd naar ir. Cornelis Lely, de bedenker van het Zuiderzeeproject. Lelystad moest de grootste stad van de Flevopolder worden.
Lelystad is gelegen in de streek Oostelijk Flevoland in het gebied Flevopolder. Plaatsen in de buurt van Lelystad zijn Almere, Biddinghuizen, Dronten, Elburg, Emmeloord, Ermelo, Harderwijk, Kampen, Swifterbant, Urk en Zeewolde.
Lelystad ligt in de provincie Flevoland. De gemeente Lelystad heeft meer dan 77.000 inwoners.
Lelystad is bekend van moderne architectuur, genummerde straten, de dijk naar Enkhuizen en Lelystad Airport. Lelystad fungeert als werk- en winkelstad met onder andere Batavia Stad Fashion Outlet.
Lelystad - minder bekend
Weinig mensen weten dat er in Lelystad ook een steentijddorpje gebouwd is dat ‘Swifterkamp’ heet.
Amsterdams is een Hollands dialect dat rond 1800in de nu nog herkenbare vorm is ontstaan. Omdat Amsterdam een belangrijke handelsstad was waar van oudsher veel Joden woonachtig waren, kent het Amsterdams dialect veel woorden uit het Jiddisch. Overigens is volgens Het Parool (17 juni 2017) het plat Amsterdams bijna kassiewijle, oftewel: uitgestorven. Kenmerkend voor alle Hollandse dialecten en ook het Amsterdams zijn de verkleinwoorden op -ie/-tie (in plaats van ‘-je’ of ‘-tje’) en kenne voor ’kunnen’. In het Amsterdams: “Hep-ie de son in de see sien sakke”. Typerend is het verlies van de stemhebbende medeklinkers ‘b’, ‘g’, ‘v’ en vooral ‘z’.
Die worden vervangen door de stemloze p, ch, f en s. ‘Goed’ wordt choed, ‘vogel’ wordt foochel. De laatste jaren is er tegelijkertijd sprake van een tegenovergestelde trend, waardoor bijvoorbeeld ‘samen’ wordt uitgesproken als zamen en C1 klinkt als zee 1. Uit het Jiddisch komen veelgebruikte woorden als Mokum (wat ‘plaats’ betekent), geintje, kapsones, ramsj, smoes en mazzel. Een bekende uitdrukking die uit het Amsterdams Jiddisch komt, is Maak je niet te sappel!; “maak je niet te druk.” Is dat wel goochem? betekent: “Is dat wel slim?”
“Lelystad geeft lucht”
Lelystad - zakelijk
De gemeente Lelystad
Het netnummer van Lelystad is 0320. Het postcodegebied van Lelystad is 8200 - 8245. Het adres van het gemeentehuis van Lelystad is Stadhuisplein 2, 8232 ZX in Lelystad. De website van de gemeente Lelystad is Lelystad.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Lelystad is 14 0320.
Zakendoen in Lelystad
Voor Lelystadse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Almere aan het Stadhuisplein 1, 1315 HR in Almere. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Lelystad is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Lelystad is KVK-kantoor Almere.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Lelystad vaak op bedrijventerrein Flevokust, Flevopoort, Gildenhof, Griend, Jol, op het Lelystad Airport Business Park, op kantoorlocatie Kempenaar, op bedrijventerrein Middendreef, Noordersluis, Oostervaart, Oostervaart Oost, Warande of op bedrijventerrein Zuiderpark. In Lelystad bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Ansul Brandbeveiliging, Axel Johnson International MAK Aandrijvingen, Axflow, Betsema
Groep, Donkervoort Automobielen, Farm Dairy, Feenstra, Fisher Farma, Giant Benelux & Europe, Helm Rotaform, Henders & Hazel, Distributiecentrum Inditex, Iscal Sugar, Koninklijke Kampert, Kyocera Senco Netherlands, Marfo, Mijndomein, Noppies, Pearl Paint Holland, Peper fietsen, Pioneer Benelux, Schothorst Feed Research, SST (Gaggia Benelux), Van Wyk Nederland en Weernekers Supermarkten. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Lelystadse nieuwsportaal is FlevoPost en Lelystadse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Flevoland - Nieuws. Ondernemers in Lelystad kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Flevoland.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Lelystadse voetbalclub SV Lelystad, v.v. Unicum of SV Batavia meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Lelystad kunt u terecht bij LTVL, bij Tennisvereniging Poseidon of bij Tennisvereniging ITL. Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Nederlands in Lelystad tijd voor een beetje ontspanning? Om een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij Golfclub Flevoland in Lelystad terecht. Deze golfbaan bevindt zich aan de Parlaan 2A in Lelystad. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0320-23 00 77. De website van Golfclub Flevoland is www.gcflevoland.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij de horecagelegenheid van de club, telefoonnummer 0320-26 29 63.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Nederland en van Lelystad die eveneens op Youtube te zien zijn. Door direct op het rode Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland en Lelystad op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u de satellietbeelden van Nederland en Lelystad te zien op Google Earth. In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de streek van uw Nederlandse zakenpartner kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Lelystad
Google Maps Nederland
Google Maps Lelystad
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Nederland en Lelystad van diverse nieuwsbronnen lezen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Lelystads nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt. Wanneer u Nederlands leert, is het altijd handig en prettig om een
beetje op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast is het leerzaam om Nederlands nieuws in de Nederlandse taal te lezen. Waarschijnlijk bent u al geïnformeerd over het nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Lelystad geeft Dagnall Taleninstituut onder meer maatwerk cursussen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees. Hierboven ziet u een overzicht van de andere talen die wij behalve Nederlands standaard aanbieden in Lelystad.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een taal die niet in het overzicht vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands