Taaltrainingen Nederlands in Leidschendam van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionele vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van de medewerkers investeren, een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat levert: Effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in, als in de omgeving van Leidschendam. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel alsook een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Nederlands in Leidschendam aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Regus World Forum
Johan de Wittlaan 7
2517 JR DEN HAAG
070-2076707
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de klassieke taalcursussen Nederlands hebben organisaties met name interesse in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands en/of zakelijk Nederlands. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van de scholingszoekers afgestemd. Dagnall Talen is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Nederlands te leren in Leidschendam. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Het is onze filosofie om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt cursisten in grote stappen naar het gewenste taalniveau met dagelijks 15 minuten oefenen. Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Leidschendam.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) met de contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte. Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en uw situatie.
De taaldocent evalueert na enkele lessen Nederlands de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld. U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt desgewenst door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall gedaan in overleg met u en de individuele deelnemers De cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit intakeformulier en de schrijfopdracht dienen voorafgaand aan de intakedatum te worden teruggestuurd Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden geadviseerd door Dagnall aan de hand van niveaubepaling en in overleg met u vastgesteld De cursisten worden op taal en taalniveau ingedeeld Wij sturen u altijd een offerte op maat! De logistiek van materiaal en de cursusbenodigdheden wordt uiteraard door Dagnall Talen verzorgd Dagnall Talen brengt geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Dagnall Talen bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning van de cursus(sen) en het lesprogramma Nederlands Dagnall Taleninstituut is flexibel alsook betrokken!
Dagnall is werkzaam sinds 1982 en verzorgt sindsdien taalcursussen Nederlands op maat in Leidschendam en omringende gemeenten voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. De taaltrainers van Dagnall zijn kundige native speakers of near-native speakers Nederlands. Ze zijn goed opgeleid en hebben ruime ervaring op het gebied van taaltraining aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, biedt Dagnall betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Leidschendam. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u belooft.
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Leidschendam sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak van groot belang! Taalcursussen (Nederlands) die zich richten op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn bij veel bedrijven ondertussen een begrip. Medewerkers die geen of weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en zij willen beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
Zij willen de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en op kunnen volgen. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en natuurlijk graag hun ambities op het werkterrein waarmaken. Dit vereist een investering in personeel en in de (innovatieve) ontwikkeling van de organisatie.
Dagnall Taleninstituut biedt betaalbare maatwerk taalcursussen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall helpt en leert cursisten de lesstof in praktijk te brengen in hun baan. Ons instituut stemt de taalcursus af op de wensen van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de lessen om, krijgt de cursist gedurende de taalcursus frequent praktijkopdrachten, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining vergroten.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Ons instituut let tevens op de minder belichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn poging om de taal onder de knie te krijgen, om de gewoontes en cultuur van het betreffende land en de organisatie te begrijpen en om de wereld door middel van taal uit te breiden. Dit vereist veel inzet en motivatie. Daarbij hebben cursisten maar een beperkt aantal vaste contactmomenten met de docent per week. Dat is niet in iedere situatie voldoende.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut onderscheidt zich door de aandacht te vestigen op vergroting van het draagvlak voor een cursus Nederlands op de werkvloer. Dagnall Talen moedigt zowel leidinggevenden als collega’s binnen de werkkring van het bedrijf aan om een continu proces van taalverwerving te creëren, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist in de doeltaal te communiceren. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te dragen, wordt het nut van een goede talenkennis gezamenlijk ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Leidschendam
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen gefocust op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Leidschendam die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en dit zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt. Het ondertussen alom bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een blend van deze bewezen leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, een online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie. Onze taaltrainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een bijzonder fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Leidschendam. Deze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursus Nederlands is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Effectief Nederlands leren in Leidschendam bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Talen biedt cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de organisatie van de cursus kunt overlaten aan ons. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Leidschendam gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Leidschendam
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Leidschendam en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De groepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement omdat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Nog een groot voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens taalcursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus Nederlands is vooral de interactie met de andere lerenden; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van de fouten van andere cursisten leren en met de groep in de doeltaal communiceren. De deelnemers kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren. Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus Nederlands kunnen rollenspellen en discussies alleen met de trainer worden gedaan en gevoerd. Het geleerde kan niet in een groep geoefend worden doordat er geen interactie met andere lerenden is. Ook is het niet mogelijk om van foutjes van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen de cursisten wat sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Dit kan deels worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen). Groepscursussen Nederlands kunnen ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen. Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van individuele deelnemers kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall verzorgt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij de taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kunt u kiezen voor een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel foutloos Nederlands leren spreken en verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een correcte uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis kan bieden. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren op een zodanige manier dat het in het langetermijngeheugen plaatsneemt. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet het idee om deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dit. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student, kan deze methode goed werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan goed functioneren voor mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Nederlands leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de methode het meest effectief. De leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou inderdaad leren in het Nederlands te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Het beheersen van deze structuren is volgens de SA effectiever dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste combinaties worden in reële situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aan lerenden aangeboden. De structuren die het meest in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste geleerd aan de taallerende. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structural Approach is dat studenten het Nederlands op een accurate manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situaties. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct een ervaring van succes. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands alsook onderling. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer Nederlands draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt communiceren in het Nederlands.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden doordat zij snel succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de docent en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongewoon. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat daarbij om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainer draagt de kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij studenten. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan met onderdompeling zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode zo intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Nederlands) en de lerenden zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les werd altijd muziek gedraaid. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werd de lerende verleid om te luisteren en de lerende kon de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen worden nog steeds toegepast, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende minder last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van lerenden kenschetst. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen leerboek Nederlands dat wordt gebruikt; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken als deze correct wordt toegepast. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk bewuster van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de lessen Nederlands. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van lerenden.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De rol van de docent Nederlands is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de radicale omwenteling in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) leren denken.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, kon de seriemethode van Gouin enige een succes worden genoemd. De leermethode werd echter overschaduwd door Maximilian Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands sterk ontwikkeld en het zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit type onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve vaardigheden Nederlands van de studenten goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, e-mails schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het kennisniveau van de student Nederlands liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. Bovendien leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de aanjager van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten Nederlands is dat er nauwelijks voorbereiding voor is vereist. Dat lerenden verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles Nederlands zo nooit. Dat garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als alles bespreekbaar. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als de studenten zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle docenten Nederlands voldoende flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof wordt behandeld in de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat voor productie. De Nederlandse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Nederlands kunnen spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse leerboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Nederlands aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De methode van Shadowing heeft als nadeel is dat student het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Nederlands spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de methodiek ook in wat grotere klassen worden toegepast. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz. Deze methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica vooral inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). De lerenden werden aangemoedigd vaak Nederlands te spreken. Dat de lessen in het Nederlands gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke voordeel van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Minpunten kent de leermethode echter ook. Er is bij deze methode veel minder aandacht voor schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook minder aandacht voor lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde studenten Nederlands niet genoeg uitdagingen. Voor langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel bruikbaar, omdat de leermethode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte regels of lijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen daarna één voor één het Nederlandse woord en deze beweging. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan door studenten als een keerzijde worden gezien dat het wat saai wordt om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van belang geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom wordt gezien, is de sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno. In feite is de trainer Nederlands dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van inbreng van de trainer Nederlands. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er gauw af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De taaltrainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Nederlandse woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is een verhaal op te bouwen om met een groep studenten. De docent Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Nederlandse vertaling erbij en daarna samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt heel motiverend voor studenten om zelf een verhaal te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de trainer vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, door middel waarvan de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) om de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De lerende kan zo de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) vergelijken. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Nederlands te oefenen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en spelling en geeft eventuele fouten aan met de optie om de fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt wereldwijd veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is zeer eenvoudig in het gebruik en de lerende kan de methode op ieder moment gebruiken. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaldocent is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een keerzijde van de methode.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialogen die door de studenten worden nagesproken en weer herhaald. De Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren in het Nederlands. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Nederlands spreken.
De keerzijde van de leermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf een Nederlandse zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine delen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en geleerd hebben. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnetjes kan construeren. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de cursus prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak Nederlands op een efficiënte manier. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze cursussen Nederlands niet voorzien in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in een groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat hiernaast, met grammaticale toelichting. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de lerende te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel foutloos Nederlands leren spreken en verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een correcte uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis kan bieden. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren op een zodanige manier dat het in het langetermijngeheugen plaatsneemt. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet het idee om deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dit. (Taal)kennis in het algemeen wordt opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student, kan deze methode goed werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan goed functioneren voor mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze methode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Nederlands leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de methode het meest effectief. De leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de studenten plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou inderdaad leren in het Nederlands te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten te merken zijn. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Het beheersen van deze structuren is volgens de SA effectiever dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste combinaties worden in reële situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aan lerenden aangeboden. De structuren die het meest in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste geleerd aan de taallerende. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structural Approach is dat studenten het Nederlands op een accurate manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet geschikt zijn voor de situaties. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct een ervaring van succes. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands alsook onderling. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer Nederlands draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt communiceren in het Nederlands.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Deze methode is stimulerend voor de lerenden doordat zij snel succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de docent en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongewoon. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat daarbij om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij studenten zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainer draagt de kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij studenten. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan met onderdompeling zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode zo intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in het Nederlands gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Nederlands) en de lerenden zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerenden zich veilig voelen en ontspannen zijn. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de les werd altijd muziek gedraaid. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werd de lerende verleid om te luisteren en de lerende kon de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedia was omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen worden nog steeds toegepast, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende minder last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van lerenden kenschetst. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen leerboek Nederlands dat wordt gebruikt; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is in hoge mate afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken als deze correct wordt toegepast. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk bewuster van hun groepsgenoten, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de lessen Nederlands. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van lerenden.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. Bij deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De rol van de docent Nederlands is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de radicale omwenteling in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) leren denken.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, kon de seriemethode van Gouin enige een succes worden genoemd. De leermethode werd echter overschaduwd door Maximilian Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands sterk ontwikkeld en het zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit type onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode worden de communicatieve vaardigheden Nederlands van de studenten goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, e-mails schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de opdrachten uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het kennisniveau van de student Nederlands liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. Bovendien leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de aanjager van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van talen (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten Nederlands is dat er nauwelijks voorbereiding voor is vereist. Dat lerenden verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles Nederlands zo nooit. Dat garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als alles bespreekbaar. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als de studenten zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle docenten Nederlands voldoende flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof wordt behandeld in de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat voor productie. De Nederlandse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze methode is dat voor iedere deelnemer of iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Nederlands kunnen spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse leerboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Nederlands aanzienlijk effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De methode van Shadowing heeft als nadeel is dat student het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Nederlands spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de achtergrond of de leeftijd en kan de methodiek ook in wat grotere klassen worden toegepast. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz. Deze methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica vooral inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). De lerenden werden aangemoedigd vaak Nederlands te spreken. Dat de lessen in het Nederlands gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke voordeel van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Minpunten kent de leermethode echter ook. Er is bij deze methode veel minder aandacht voor schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook minder aandacht voor lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde studenten Nederlands niet genoeg uitdagingen. Voor langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel bruikbaar, omdat de leermethode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte regels of lijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De lerenden herhalen daarna één voor één het Nederlandse woord en deze beweging. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan door studenten als een keerzijde worden gezien dat het wat saai wordt om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van belang geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom wordt gezien, is de sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno. In feite is de trainer Nederlands dienstbaar aan de lerende en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van inbreng van de trainer Nederlands. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er gauw af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De taaltrainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Nederlandse woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is een verhaal op te bouwen om met een groep studenten. De docent Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Nederlandse vertaling erbij en daarna samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt heel motiverend voor studenten om zelf een verhaal te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de trainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, door middel waarvan de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) om de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De lerende kan zo de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) vergelijken. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Nederlands te oefenen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en spelling en geeft eventuele fouten aan met de optie om de fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt wereldwijd veelvuldig toegepast en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is zeer eenvoudig in het gebruik en de lerende kan de methode op ieder moment gebruiken. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de methode. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaldocent is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een keerzijde van de methode.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialogen die door de studenten worden nagesproken en weer herhaald. De Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren in het Nederlands. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Nederlands spreken.
De keerzijde van de leermethodiek van Pimsleur is dat niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf een Nederlandse zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine delen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen, als die verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en geleerd hebben. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de lerende zelf zinnetjes kan construeren. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de cursus prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak Nederlands op een efficiënte manier. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze cursussen Nederlands niet voorzien in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in een groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat hiernaast, met grammaticale toelichting. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Er bestaat ook een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode: De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft cursussen Nederlands bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tenslotte beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursisten interessant zijn. Onze taaldocenten zijn erg bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen Nederlands. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verder verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, op afstand dus. Er wordt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ gesproken. Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Wij noemen blended taalcursussen ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Leidschendam.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands) Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Leidschendam Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Het platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een lerende altijd en overal, dus 24/7, toegang tot de App heeft op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten Nederlands leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen integreren in de App. De App kan heel praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft beschikbaar na afronding van de training Nederlands in Leidschendam. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging. Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven daarom vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom wordt in het algemeen ervaren als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining Nederlands
Alleen het volgende hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Laptop, pc/iMac of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze online en blended taalcursussen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
Onze blended (combicursussen) en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden speciaal op de behoeften en wensen van de lerende afgestemd
De inhoud van de taalcursus wordt aan het leerplan aangepast zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen Nederlands efficiënt en vlot te bereiken
De Dagnall online (blended taalcursussen/combicursussen/hybride cursussen) taalcursussen bestaan uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat Nederlands en de structuren die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de taaltrainer en de cursist en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands verzorgd door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Leidschendam ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Leidschendam ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Leidschendam
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als standaard en biedt u als cursist een duidelijk beeld van de aanwezige en opgedane kennis van het Nederlands. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ aan het einde van de cursus Nederlands in Leidschendam.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een wijze om taalniveaus op een uniforme wijze te beschrijven, zodat ‘gevorderden’ in Nederland dezelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader beschrijft vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam en afkorting wordt ook veel gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK noemt ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De verschillende niveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A omschrijft alle vaardigheden die een beginnende gebruiker beheerst. Niveau B geeft aan wat een ‘onafhankelijke gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van de gesprekspartner. Niveau C is van toepassing op gevorderden die Nederlands met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Mensen die het Nederlands beheersen op niveau C, kennen de Nederlandse taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Bovendien worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen (Nederlands) worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituutinstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals een cursus Nederlands in Leidschendam, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.De leden van het NRTO werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan te passen aan veranderende omstandigheden en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Leidschendam sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu innoveren is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse besturen, commissies en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall Talen aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Leidschendam zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen staat ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Leidschendam
De juiste route naar een cursus Nederlands in Leidschendam!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle provincies van Nederland aanwijzen?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Met deze oefening kent u de 12 Nederlandse provincies heel snel.
Controleer uw kennis door met de muis op de kaart van Nederland te gaan staan.
Door met de cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, ziet u de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nu wisselen de Nederlandse provincies elkaar af.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, vervolgens kunt de naam van de provincie lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de regionale indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die hieronder staat over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u hier zeker bij helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Uiteenlopende typische onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten over het land weten, kan heel handig zijn als openingszin of bij een eerste contact.
Deze wetenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar eveneens uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Koken en eten brengt cultuur en mens samen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis staat traditioneel op het menu. Nederlanders eten ook veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. Een lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. Een traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een typisch gerecht voor de winter is erwtensoep (snert’). Het is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. In combinatie met spek en roggebrood is het een volledige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan buiten op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om iemand koffie aan te bieden die op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie worden dan vaak koekjes gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Het volkslied van Nederland
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis staat traditioneel op het menu. Nederlanders eten ook veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. Een lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. Een traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een typisch gerecht voor de winter is erwtensoep (snert’). Het is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. In combinatie met spek en roggebrood is het een volledige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan buiten op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om iemand koffie aan te bieden die op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie worden dan vaak koekjes gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft meer dan 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan de Noordzee, België en Duitsland. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. Amsterdam heeft meer dan 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Nederland bestaat uit twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat duidt op een geografisch lager gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om molens, tulpen, klompen, kaas, stroopwafels en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldberoemd om de strijd tegen het water.
Dit is nodig door de ligging (grotendeels) onder het niveau van de zeespiegel. In de provincie Zeeland kun je dit goed zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Zoals Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, Rietveld en Mondriaan.
Symbool van Nederland Symbool van Nederland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, die ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat, evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is. En ook dat Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin in Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen telen als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven de Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen bij een begroeting. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een stevige handdruk. Nederland is klein en plat: een ideaal fietslandje. In Nederland is een fiets een heel normaal vervoermiddel. In steden zie je regelmatig moeders en vaders met een bakfiets of een fiets met een karretje eraan, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen op de fiets worden vaker niet dan wel gedragen. In Nederland zijn woningen zijn vaak van een type ‘doorzonwoning’. Dat betekent grote ramen voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. Gordijnen houden Nederlanders het liefst open, zodat ze kunnen zien wat buiten gebeurt. Elke voorbijganger kan ook precies zien wat zich binnen in huis afspeelt. In Nederland vieren de mensen meestal verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met gebak. Op het werk trakteert degene die jarig is op taart. Cadeautjes worden direct uitgepakt. Op Koningsdag (de dag dat de koning jarig is) is heel Nederland vrij en gaat naar buiten in oranje kleren, vaak met een oranje pruik. In steden en dorpen worden spellen gedaan op straat en de mensen verkopen oude spulletjes. De rest van het jaar geldt het motto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je vooral niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Een taal leren is een proces van ‘kennen en kunnen’: de kennis van de taal is van belang, maar ook het kunnen toepassen van die kennis. Door het accent te verleggen van het kennen naar het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de cursus Nederlands in Leidschendam de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt u opeens wat die Nederlandstalige collega steeds tegen u zegt. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
De Nederlandse taal hoort bij de familie van West-Germaanse talen. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond uit het West-Germaans het Nederfrankisch, wat de basis werd van de huidige Nederlandse taal. Het moderne Nederlands is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. De Nederlandse taal wordt gesproken door om en nabij 25 miljoen mensen in
Nederland, België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een klein deel van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Daarnaast wordt nog Nederlands gesproken onder Nederlandse immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is eveneens een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor veel anderstaligen kan de uitspraak van het Nederlands lastig zijn. De vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ zijn een struikelblok. In het bijzonder de ‘ui’-klank kan moeilijk zijn. Deze klank is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent het Nederlands daarnaast nog drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de beginklank naar de eindklank. Zoals: eeuw, ieuw, aai, oi en ei.
De spelling van klanken wijkt bij sommige letters af van wat in andere talen gebruikelijk is. Zo wordt de letter ‘u’ in nagenoeg alle talen uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers wijken de g en de ch in het Nederlands af vergeleken met veel andere talen. De ch en de g klinken vrijwel gelijk; als een schrapende keelklank. Kenmerkend voor het Nederlands zijn verder de medeklinkercombinaties. De ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor menig anderstalige een struikelblok en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘strand’, ‘herfst’ of ‘fietstas’? In de Nederlandse taal komen beginclusters en eindclusters veel voor. Het is nuttig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers worden gezet: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands wordt vaak de uitspraak van eindletters niet uitgesproken, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wind en wint is geen onderscheid hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de ui en de eu-klanken. Nederlanders houden van verkleinwoorden: kopje, lepeltje, schoteltje, vermoedelijk omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal bevat sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was een lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Net zoals elke taal, kent het Nederlands ook stopwoorden. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook opvulwoorden of stopwoordjes als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het woordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Nietwaar?”
In het Nederlands hoor je vaak aan het begin van een zin: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’ of ‘Nou ja,…’. De spreker neemt een aanloopje om zijn boodschap mede te delen. Middenin een betoog gebeurt hetzelfde. Iemand heeft even een denkpauze nodig en zegt een aantal woorden zonder betekenis. Iedere Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Tel bijvoorbeeld eens eens het aantal keer dat een spreker ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ gebruikt in een paar zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is zeer doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te vergroten.
Zo neemt u automatisch het ritme en de klank van het Nederlands in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op op een vlotte manier behoorlijk wat Nederlandse woordenschat kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het meest populaire publieke radiostation in Nederland. Als u op het logo op het linker beeldscherm hierboven klikt, kunt u live naar dit Nederlandse publieke radiostation luisteren.
Radio 538
Radio 538 is het meest populaire Nederlandse commerciële radiostation. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven en luister direct live naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation.
Uw favoriete televisieprogramma of serie met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is. De omroep NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de meest bekende commerciële televisieomroepen van Nederland. Deze Nederlandse zenders kunt u via de kabel, internet, satelliet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Leidschendam op uw locatie volgen of in Den Haag, bijvoorbeeld bij op onze eigen locatie in Den Haag aan de Johan de Wittlaan 7, of bij Q-Building aan de Laan van Zuidhoorn 60 in Rijswijk. Wij verzorgen ook taalcursussen Nederlands in Leidschendam bij bijvoorbeeld Fletcher Hotel Leidschendam-Den Haag aan de Weigelia 22, bij Van der Valk Hotel De Gouden Leeuw aan de Veurseweg 180 in Voorschoten, bij NH Hotel Den Haag aan het Prinses Margrietplantsoen 100 in Den Haag en bij Haagse Toren/SkySuites/The Penthouse aan het Rijswijkseplein 78 in Den Haag.
Vergaderen in Leidschendam kan bij De Bles aan de Doctor van Noortstraat 154 en bij Landal Business Line aan de Bezuidenhoutseweg 78 in Den Haag.
Het gebied waar Leidschendam nu ligt, was rond 2700 v.Chr. al bewoond. Er zijn opgravingen gedaan van bijlen en boerderijen. Ook de Romeinen hebben er gewoond en daarna de Noormannen.
Leidschendam ontleent zijn naam aan de Leytsche Dam. Deze naam werd al eeuwenlang voor de bebouwing rondom de sluis in de Vliet gebruikt.
Leidschendam ligt in de regio Haaglanden. Plaatsen in de buurt van Leidschendam zijn Benthuizen, Den Haag, Mariahoeve, Schevingen, Stompwijk, Voorburg, Voorschoten, Zoeterwoude en Zoetermeer.
Leidschendam ligt in de provincie Zuid-Holland. De gemeente Leidschendam telt meer dan 33.000 inwoners.
Een inwoner van Leidschendam heet een ‘Leidschendammer’. Bekende Leidschendammers zijn Adriaan Bontebal, Roos Ouwehand, Kees Schuyt, Hans Scheepmaker en Marijke Vos. Iets wat bij Leidschendam hoort, heet ‘Leidschendams’, zoals bijvoorbeeldde Leidschendamse sluis.
Leidschendam is een plaats en onderdeel van de gemeente Leidschendam-Voorburg en omvat eveneens Stompwijk en Voorburg.
Leidschendam - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Leidschendam-Voorburg is Hranice in Tsjechië, Konstancin-Jeziorna in Polen en Temecula in de Verenigde Staten.
Hoger onderwijs
In Leidschendam-Voorburg bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Leidschendam is bekend van winkelcentrum Leidsenhage, kantoorgebouwen en filevermeldingen. Toch staat Leidschendam eveneens bekend als groene gemeente, waar het rustig wonen is. Leidschendam fungeert als forenzenplaats en dienstenstadje.
Leidschendam - minder bekend
Niet veel mensen weten dat in Leidschendam het Libanontribunaal is gevestigd, in het voormalige pand van de AIVD.
Dialectsprekers in Leidschendam-Voorburg spreken Haags. Het Haags spreekt veel klinkers afwijkend uit ten opzichte van het Standaardnederlands. Zo wordt de ‘ei/ij’ uitgesproken als è (het Plèn voor ‘het Plein’) en de ‘ui’ als èu (‘broodje’ als broodjèu).
De ‘aa’ wordt een ah en de ‘ee’, de ‘oo’ en ‘eu’ krijgen een extra ‘j’ (eej). De Haagse ‘r’ klinkt als ch of wordt niet uitgesproken. Iemand uit Voorburg is een impogt hâgenejs. Als je gaat slapen, ga je je Ogen van binnen bekijken.
Leidschendam - “Gezellig rond de Vliet”
Leidschendam - zakelijk
De gemeente Leidschendam
Het postcodegebied van Leidschendam is 2260 - 2267. Het adres van het gemeentehuis van Leidschendam is Koningin Wilhelminalaan 2, 2264 BM in Leidschendam. De website van de gemeente Leidschendam is Lv. nl. Het telefoonnummer van de gemeente Leidschendam is 14 070.
Zakendoen in Leidschendam
Voor Leidschendamse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Leidschendam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Leidschendam is KVK-kantoor Den Haag.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Leidschendam vindt u op bedrijventerrein De Star. In Leidschendam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Fugro, KBenP, Landal GreenParks, LipsPlus, Luiten Food, NBTC Holland Marketing
Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen en Distributiecentrum Van der Valk in Voorschoten. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Leidschendam een bezoek brengen aan Museum Huygens’ Hofwijck in Voorburg of aan het Swaensteyn Museum in Voorburg.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Leidschendamse voetbalclub RKAVV of SEV meespeelt. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Leidschendam kunt u terecht bij TCO/TVK Leidschendam of bij Tennispark Overdam.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Leidschendam zin om een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Leidschendam ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De golfbaan in de buurt voor Leidschendam is Golfbaan Leeuwenbergh in Den Haag. Deze golfbaan bevindt zich aan de Elzenlaan 31 in Den Haag. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 070-395 45 56. De website van de golfbaan is www.leeuwenbergh.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij het clubhuis van de golfclub. Golfbaan BurgGolf Westerpark Zoetermeer is nog een golfbaan in de buurt van Leidschendam.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Nederland en van Leidschendam die tevens op Youtube zijn te zien. Door direct op het rode logo van Youtube in het midden te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Nederland en Leidschendam op Google Maps. U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Nederland en Leidschendam op Google Earth weergegeven. Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes. Wat kennis van de streek van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen goed van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Leidschendam
Google Maps Nederland
Google Maps Leidschendam
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder kunt u het actuele nieuws uit Nederland en Leidschendam uit verschillende nieuwsbronnen lezen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is nieuws uit Leidschendam (in het Nederlands). Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, is het prettig en handig om op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Het is eveneens leerzaam om het Nederlandse nieuws in het Nederlands te lezen. Waarschijnlijk bent u al enigszins op de hoogte van het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Leidschendam geeft Dagnall onder andere maatwerk cursussen Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans. Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall standaard aanbiedt naast Nederlands in Leidschendam.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een cursus in een taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands