Taalcursussen Nederlands in Leeuwarden van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en vormt een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die investeren in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat aanbiedt: Effectieve taalcursussen Nederlands op het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in Leeuwarden als in de buurt van Leeuwarden. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Leeuwarden aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve de algemene taaltaalcursussen Nederlands zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgevers. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies in Leeuwarden Nederlands te leren. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Daarom gaat Dagnall Talen tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Door onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen u in grote stappen naar het beoogde taalniveau met vijftien minuten dagelijks oefenen. Taleninstituut Dagnall is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Leeuwarden.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursisten aan met de contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau vastgesteld wordt, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met uw offerte. Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en uw agenda.
De trainer evalueert na enkele lessen Nederlands de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt indien gewenst, door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall Taleninstituut gedaan in overleg met u en de individuele deelnemers De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands van ons. Dit formulier en de schrijfopdracht moeten vóór de datum van de intake teruggestuurd worden Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall Talen geadviseerd en in overleg vastgesteld De deelnemers worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall Talen verzorgt de logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden Dagnall Talen brengt geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Dagnall garandeert en bewaakt de continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Nederlands Dagnall Talen is flexibel en betrokken!
Dagnall Talen is actief sinds 1982 en verzorgt sindsdien taalcursussen Nederlands op maat in Leeuwarden en wijde omtrek voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. Dagnall Taleninstituut maakt gebruik van ervaren en kundige trainers Nederlands die specialisten zijn op het gebied van taal en die in de Friese elf steden veel cursussen Nederlands hebben gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, biedt Dagnall effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Leeuwarden. U kunt erop rekenen dat Dagnall Talen het hoogste rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Leeuwarden sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Cursussen (Nederlands) gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn ondertussen bij veel bedrijven een begrip. Werknemers met beperkte of zonder kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking op de werkvloer en willen sneller en/of beter op de werkplek kunnen communiceren.
Zij willen de werkinstructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze mensen willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambitie op hun werkgebied waarmaken. Dit vergt een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Ons instituut biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer vergroten. Dagnall Taleninstituut leert en helpt cursisten hoe zij de lesstof in hun functie in praktijk kunnen brengen. Wij stemmen de taalcursus af op de behoeften van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de lessen om, krijgen de cursisten gedurende de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, om de voortgang van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te verbeteren.
Een win-winsituatie! Dagnall let eveneens op het minder belichte aspect van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal te beheersen, om de cultuur en gewoontes van het nieuwe land en de organisatie te doorgronden en om hun omgeving via taal uit te breiden. Dat vraagt veel inzet en motivatie. De cursist heeft bovendien maar een aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dit is niet altijd afdoende.
Onderscheidend
Ons taleninstituut onderscheidt zich door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor een taalcursus Nederlands op de werkvloer. Dagnall moedigt leidinggevenden en uitvoerenden binnen de werkkring van de organisatie aan om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de deelnemer. Door het uitdragen van het belang van taal op de werkvloer wordt de waarde van een goede talenkennis samen ervaren en voelen de cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Leeuwarden
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands legt de nadruk niet alleen op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is eveneens afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Leeuwarden die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen realiseren onze taaltrainers door een mix van deze bewezen leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor taalcursussen die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Wij bieden individuele taalcursussen, zogenaamde duocursussen (met 2 personen), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 personen, onlinecursussen, een online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. De taaltrainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een bijzonder plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Leeuwarden. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Nederlands effectief leren in Leeuwarden bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de cursus met een gerust hart uit handen kunt geven. Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall Talentaleninstituut voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Leeuwarden worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Leeuwarden
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Leeuwarden en omgeving. Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al decennia bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De leergroep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen vrij in korte tijd. Er wordt sneller vooruitgang gemaakt omdat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Nog een belangrijk voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden. Een individuele is ook cursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van groepscursussen Nederlands is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars foutjes kunnen leren en communiceren in de doeltaal met de groep. De lerenden kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren. Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook zijn voor deelnemers groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen Nederlands kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan. Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan de geleerde kennis niet in groepsverband worden geoefend. Ook is het niet mogelijk om van de fouten van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers iets sneller zijn afgeleid. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden. Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed op individuele leerstijlen worden afgestemd. Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele cursist, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall geeft taalcursussen (Nederlands) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij verzorgen onze taalcursussen daarom ook incompany of online. Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands kiezen. Natuurlijk is een combinatie van deze verschillende trainingen mogelijk. Vaak wordt voor een combinatie gekozen. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands leren verstaan en spreken; het begint met een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiertoe het middel; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltaaltrainers Nederlands kunnen bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al gauw grote bezwaren tegen deze betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginners Nederlands. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een snelle en efficiënte kennisoverdracht bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Dit gebeurt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De Nederlandse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Al deze woorden uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze zinnen en woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis opgeslagen wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan werken voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList Method werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangelegd moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De leermethode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de methode het meest effectief. De leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de studenten plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor de lerende. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren te communiceren in het Nederlands, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de Nederlandse taal. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten ook niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de methodiek van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van het Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. Deze vaste combinaties van woorden worden aangedragen aan de student in reële situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het vaakst gebruikt worden, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de wordt geleerdden het Nederlands op een accurate manier wordt geleerd, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. Deze manier van werken is nogal tijdrovend en levert niet meteen succeservaringen op. De inbreng van de lerende zelf is gelimiteerd; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De met leren middels CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de docent Nederlands en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die de studenten helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentieke materialen te gebruiken, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de trainer en van studenten vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van hun achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; het gaat hierbij om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands zijn dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands. De taaltrainers dragen kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die wordt toegepast bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving vaak in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. De studenten oefenen de spreekvaardigheid Nederlands één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Het feit dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die ontwikkeld is in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de taaldocent (Nederlands) zijn daarvoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst waren en er werd altijd muziek in de klas afgespeeld. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo verleid om te luisteren en de nieuwe (Nederlandse) woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer. Hierdoor krijgen lerendne geen hinder zullen van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaldocent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In het jaar 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. De gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat gebruikt wordt; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren te werken als team. Door het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen Nederlands leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Er wordt geen lesboek gebruikt en ook geen toetsen Nederlands gehouden: het succes van de lessen is lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt geremd in hun Nederlands spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal door de student bestaat veel ruimte.
De taak van de taaldocent Nederlands is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan de woordenschat geschonken die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten op een natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt van deze leermethode. Sommige lerenden hebben moeite om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen en hebben meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige methode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was gedurende een bepaalde periode succesvol, ondanks dat het een afwijkende aanpak was. De leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid Nederlands goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. Het maakt de Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de student wordt goed gestimuleerd met de Gouin’s methode.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze leermethode is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen de lerenden over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Nederlands en leert zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie centraal staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als inspirator van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de trainer Nederlands is dat hij of zij zich zo goed als geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de taallessen Nederlands zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan in een taalles volgens de Dogme-benadering worden besproken. De studenten blijven zo betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer, kunnen lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers Nederlands in voldoende mate flexibel. Dat lerenden zich vaak op een specifiek examen Nederlands moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor tijdens de taallessen aan bod komt, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat boven productie. Nederlandse woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog tamelijk nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing werkt eigenlijk eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan Nederlands kan spreken met de audio-opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse leerboeken voor deze methode geschikt. De Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat de lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden Nederlands vormen de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de achtergrond en deze leeftijd en deze methode kan eveneens worden gebruikt in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief moest zijn. Deze Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de studenten vaak in het Nederlands te laten praten. Dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands kunnen krijgen. Nadelen kent de methode echter ook. De Directe Methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en eveneens relatief minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Meer gevorderde lerenden Nederlands worden met de Directe Methode niet genoeg uitgedaagd. Doordat deze leermethode actief meedoen van de student verwacht, is de leermethode eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages is in herdruk gegaan in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een taaldocent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. De herhalingen helpen de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de hoeveelheid energie van zijn studenten was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Hij zei dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staven die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno wel van belang geweest, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien. In feite is de trainer Nederlands dienstbaar aan de student, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de taaldocent Nederlands. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af raakt, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaldocent wijst studenten op grammaticale fenomenen van het Nederlands, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant hierop. Bij deze variant schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPRS heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, met behulp waarvan de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) alsook foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands). Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft fouten aan en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de student te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel toegepast wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om te gebruiken en de methode kan op elk moment door de studenten worden gebruikt. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de lerende zelf bepalen. Velen vinden het plezierig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat geen trainer is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. Deze Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet uitgelegd maar deze worden aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Nederlands praten, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Dat er niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en het Nederlands gewezen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student Nederlands het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook gebruikt de methodiek van flashcards waarmee lerenden zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Dat de taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een minpunt worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick. De lerenden besteden bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, samen met uitleg van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten Nederlands in hun eigen tempo kunnen leren wanneer dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen docent Nederlands om de student te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel werden gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands leren verstaan en spreken; het begint met een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiertoe het middel; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltaaltrainers Nederlands kunnen bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al gauw grote bezwaren tegen deze betekenisloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginners Nederlands. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een snelle en efficiënte kennisoverdracht bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. Dit gebeurt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De Nederlandse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Al deze woorden uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. De Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze zinnen en woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis opgeslagen wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de student. Deze methode kan werken voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList Method werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangelegd moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De leermethode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op die wijze leert men onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de methode het meest effectief. De leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de studenten plezier beleven van de ervaringen.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor de lerende. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren te communiceren in het Nederlands, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de Nederlandse taal. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten ook niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren met als doel de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de methodiek van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van het Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. Deze vaste combinaties van woorden worden aangedragen aan de student in reële situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het vaakst gebruikt worden, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luisteren en spreken) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de wordt geleerdden het Nederlands op een accurate manier wordt geleerd, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. Deze manier van werken is nogal tijdrovend en levert niet meteen succeservaringen op. De inbreng van de lerende zelf is gelimiteerd; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De met leren middels CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de docent Nederlands en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die de studenten helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentieke materialen te gebruiken, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de trainer en van studenten vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor bepaalde studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van hun achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; het gaat hierbij om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands zijn dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands. De taaltrainers dragen kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die wordt toegepast bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving vaak in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. De studenten oefenen de spreekvaardigheid Nederlands één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. In principe is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Het feit dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die ontwikkeld is in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de taaldocent (Nederlands) zijn daarvoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst waren en er werd altijd muziek in de klas afgespeeld. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren woordenlijsten alsook opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo verleid om te luisteren en de nieuwe (Nederlandse) woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer. Hierdoor krijgen lerendne geen hinder zullen van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaldocent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In het jaar 1976 ontwikkelden de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. De gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat gebruikt wordt; de lerenden bepalen zelf het lesmateriaal middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren te werken als team. Door het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taallessen Nederlands leren studenten veel. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Er wordt geen lesboek gebruikt en ook geen toetsen Nederlands gehouden: het succes van de lessen is lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt geremd in hun Nederlands spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal door de student bestaat veel ruimte.
De taak van de taaldocent Nederlands is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan de woordenschat geschonken die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten op een natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is een minpunt van deze leermethode. Sommige lerenden hebben moeite om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen en hebben meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige methode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was gedurende een bepaalde periode succesvol, ondanks dat het een afwijkende aanpak was. De leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheid Nederlands goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme op van de studenten door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. Het maakt de Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de student wordt goed gestimuleerd met de Gouin’s methode.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze leermethode is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen de lerenden over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak daarna uitvoeren en tot slot erop terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Nederlands en leert zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie centraal staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995. Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als inspirator van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de trainer Nederlands is dat hij of zij zich zo goed als geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend werken dat de lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de taallessen Nederlands zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan in een taalles volgens de Dogme-benadering worden besproken. De studenten blijven zo betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer, kunnen lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers Nederlands in voldoende mate flexibel. Dat lerenden zich vaak op een specifiek examen Nederlands moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de lesstof daarvoor tijdens de taallessen aan bod komt, kan een bijkomend nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat boven productie. Nederlandse woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog tamelijk nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing werkt eigenlijk eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan Nederlands kan spreken met de audio-opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn diverse leerboeken voor deze methode geschikt. De Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat de lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheden Nederlands vormen de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan beide hersenhelften. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht de achtergrond en deze leeftijd en deze methode kan eveneens worden gebruikt in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief moest zijn. Deze Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de studenten vaak in het Nederlands te laten praten. Dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands kunnen krijgen. Nadelen kent de methode echter ook. De Directe Methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en eveneens relatief minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Meer gevorderde lerenden Nederlands worden met de Directe Methode niet genoeg uitgedaagd. Doordat deze leermethode actief meedoen van de student verwacht, is de leermethode eveneens niet zeer geschikt voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages is in herdruk gegaan in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een taaldocent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. De herhalingen helpen de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht te trekken van de studenten, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de hoeveelheid energie van zijn studenten was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Hij zei dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde staven die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Met name bij het leren van de uitspraak zijn de ideeën van Gattegno wel van belang geweest, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien. In feite is de trainer Nederlands dienstbaar aan de student, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de taaldocent Nederlands. De limiterende factor van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af raakt, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaldocent wijst studenten op grammaticale fenomenen van het Nederlands, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant hierop. Bij deze variant schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt TPRS heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, met behulp waarvan de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) alsook foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands). Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem wat langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de lerenden biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft fouten aan en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de student te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel toegepast wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om te gebruiken en de methode kan op elk moment door de studenten worden gebruikt. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de lerende zelf bepalen. Velen vinden het plezierig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat geen trainer is om de studenten te motiveren of wat extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. Deze Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet uitgelegd maar deze worden aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Nederlands praten, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Dat er niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en het Nederlands gewezen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student Nederlands het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook gebruikt de methodiek van flashcards waarmee lerenden zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Dat de taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een minpunt worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick. De lerenden besteden bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, samen met uitleg van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten Nederlands in hun eigen tempo kunnen leren wanneer dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen docent Nederlands om de student te begeleiden of te motiveren.
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er is echter een betere methode: De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk door de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Nederlands het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu op actuele thema’s en ontwikkelingen in die voor de cursisten interessant zijn. De docenten van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden toegepast.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen Nederlands. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Leeuwarden.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Leeuwarden
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Leeuwarden op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt gevarieerde en interactieve content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikken wij eveneens over een eigen App voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op ieder (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Nederlands leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, juridische termen, technische termen alsook specifieke productnamen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft na afronding van de training Nederlands in Leeuwarden beschikbaar. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal. Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Talen leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk beschouwd en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining Nederlands
Alleen het volgende is nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc/iMac met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Taleninstituut worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended taalcursussen worden door onze gekwalificeerde en toegewijde moedertaal (native) trainers verzorgd
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair of HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
Onze blended en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen die speciaal op uw behoeften en wensen afgestemd worden
De inhoud van de taalcursus wordt aan het leerplan aangepast zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt de cursist om de taaldoelen Nederlands zelfverzekerd en snel te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en de les zelf hebt geleerd, actief toe
Door de combinatie van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Leeuwarden ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Leeuwarden ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Leeuwarden
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als leidraad en geven u een duidelijk beeld van uw aanwezige en opgedane kennis van het Nederlands. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
De cursist ontvangt het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ aan het einde van een cursus Nederlands in Leeuwarden.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de niveaus van taalvaardigheid op een uniforme manier omschrijft. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het ERK wijst vijf categorieën van taalvaardigheid aan, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term en afkorting wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Voor elke taalvaardigheid onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot bijna moedertaalsprekers. Deze verschillende taalniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners. Een cursist die niveau B Nederlands beheerst, kent alle basisvaardigheden in de Nederlandse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die met groot gemak Nederlands kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van een (ver)gevorderde gebruiker, die het Nederlands beheerst als een (bijna) moedertaalspreker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, zoals een cursus Nederlands in Leeuwarden, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken resultaatgericht en klantgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Leeuwarden sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue vernieuwing onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse adviesraden, commissies en besturen, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging. Dagnall Talen voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Leeuwarden zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Leeuwarden
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut voor een cursus Nederlands in Leeuwarden? Laat ons u meer vertellen over de opties van Dagnall. U kunt een e-mail sturen via cursus-nederlands-leeuwarden@dagnall.nl of u kunt het contactformulier invullen op onze website.
U kunt Dagnall vanzelfsprekend ook telefonisch bereiken voor een cursus Duits in Tiel via 085-2737302 (geen menu). U kunt ook het informatiepakket voor de cursussen bestellen. Dit is geheel gratis.
De vlotste weg naar een cursus Nederlands in Leeuwarden!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kent u de Nederlandse provincies?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Met deze oefening leert u de 12 Nederlandse provincies heel snel kennen.
Controleer of verbeter uw kennis door met uw muis op de kaart van Nederland te gaan staan.
Door met de cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, ziet u de regionale verdeling van Nederland.
Nu worden de provincies na elkaar getoond.
Eerst wordt de Nederlandse provincies getoond, vervolgens krijgt u de naam van de provincie te zien.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gebruiken en gewoonten hebben wij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten over het land kennen, kan heel nuttig zijn als openingszin of ijsbreker.
Deze noemenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar evengoed uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Eten verbindt mensen.
Uw nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten. Verder eten Nederlanders veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken hier koffie, thee of melk bij. Een lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack. Om ongeveer zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd. De typische Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, pudding of fruit. ’s Avonds om ongeveer 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair Nederlands gerecht voor de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees. In combinatie met roggebrood en spek is het een volwaardige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Veel gegeten snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden allebei van slachtafval gemaakt. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn veel bierbrouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt van graan gestookt. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Hierbij worden dan vaak koekjes gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten. Verder eten Nederlanders veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken hier koffie, thee of melk bij. Een lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack. Om ongeveer zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd. De typische Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, pudding of fruit. ’s Avonds om ongeveer 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair Nederlands gerecht voor de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees. In combinatie met roggebrood en spek is het een volwaardige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Veel gegeten snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden allebei van slachtafval gemaakt. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn veel bierbrouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt van graan gestookt. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Hierbij worden dan vaak koekjes gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft meer dan 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan Duitsland, België en de Noordzee. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam en de stad heeft meer dan 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Nederland omvat twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat duidt op een geografisch lager gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om klompen, tulpen, kaas, molens, stroopwafels en fietsen. De grachten van Amsterdam staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldwijd beroemd om de strijd tegen het water,
nodig vanwege de ligging (grotendeels) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn wereldberoemde schilders voor wie veel mensen Nederland komen bezoeken. Denk aan Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Rietveld en Mondriaan.
Symbool van Nederland Symbool voor Nederland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, opgenomen op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder mensen weten dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook bijzonder is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een stevige hand. Nederland is een klein en vlak land: ideaal om te fietsen. In Nederland is een fiets een heel populair vervoermiddel. In steden zie je regelmatig moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een kar, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gereden.
Helmen op de fiets worden vaker niet dan wel gedragen. Nederlandse woningen zijn vaak van het soort ‘doorzonwoning’. Dat houdt in grote vensters voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. Gordijnen houdt de Nederlander het liefst open, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Elke passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren meestal verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze gaan in een kring zitten en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met gebak. Op het werk trakteert de jarige op taart. Cadeautjes worden meteen door de jarige uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is heel Nederland vrij en gaat naar buiten in oranje kleding, vaak ook met een oranje pruik. In dorpen en steden worden op straat spellen gedaan en mensen verkopen oude spullen. De rest van het jaar geldt het levensmotto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je vooral niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Het beheersen van de Nederlandse taal betekent naast kennen vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door de aandacht te vestigen op het verschil tussen kennen en kunnen, is de cursist in staat na afronding van de cursus Nederlands in Leeuwarden de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, staat u uw Nederlandse zakenpartner te woord in zijn eigen Nederlands. Wat een verrassing! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Het Nederlands hoort bij de familie van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond tussen 300 en 800 n.Chr. uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu het Nederlands is. De moderne Nederlandse taal is uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.) ontstaan, dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd gesproken in de periode tussen 1170-1500 n.Chr. Het Nederlands wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in Nederland,
België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een klein deel van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Verder wordt ook nog Nederlands gesproken onder Nederlandse immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is ook een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor veel anderstaligen is de uitspraak van het Nederlands lastig. De vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ zijn een struikelblok. Vooral de ‘ui’-klank kan vrij zijn. De ‘ui’-klank is een klank die in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent de Nederlandse taal ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de beginklank naar de eindklank. Denk aan: aai, eeuw, ieuw, oi en ei.
De spelling van klanken wijkt in het Nederlands bij een aantal letters af van wat in andere talen gangbaar is. De letter ‘u’ wordt bijvoorbeeld nagenoeg overal ter wereld als ‘oe’ uitgesproken.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers wijken de ch en de g af ten opzichte van de meeste andere talen. De g en de ch klinken nagenoeg gelijk; als een schrapende keelklank. Ook de medeklinkercombinaties zijn kenmerkend voor de Nederlandse taal. De ‘sch’ en de ‘ng’ van het woord ‘Scheveningen’ zijn voor menig anderstalige een tongbreker en zeker ook de medeklinkercombinaties in ‘strand’, ‘herfst’ of ‘fietstas’? Beginclusters en eindclusters komen veel voor in het Nederlands. Het is nuttig om deze clusters te herkennen en te oefenen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers worden gevoegd: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
De uitspraak van eindletters wordt in het Nederlands vaak niet uitgesproken, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Er is geen onderscheid hoorbaar tussen wint en wind. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het de Nederlandse taal is de uitspraak, met de harde g en de afwijkende ui en eu-klanken. De Nederlanders hebben de neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, schoteltje, lepeltje, omdat dit gezellig klinkt.
De taal heeft nog sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ is afkomstig van Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was lettermaker en de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Het Nederlands heeft ook stopwoordjes, net zoals elke taal. De Nederlandse taal kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel. Bijvoorbeeld “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook opvulwoorden of stopwoorden als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het woordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een Nederlandse zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’. De spreker neemt een aanloopje om zijn boodschap mede te delen. In het midden van een betoog gebeurt dit ook. Mensen hebben even een denkpauze nodig en gebruiken een paar woorden die eigenlijk geen betekenis hebben. Iedere Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel bijvoorbeeld eens eens de keren dat iemand ‘inderdaad’ of ‘eigenlijk’ of ‘ook’ in een paar zinnen gebruikt.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is zeer doeltreffend om uw kennis van de Nederlandse taal te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van de Nederlandse taal op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leerzaam en leuk zijn. U bent vermoedelijk al op de hoogte van de actualiteit, waardoor u op op een snelle wijze veel woordenschat Nederlands bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het station NPO 3 FM is het best beluisterde publieke radiostation van Nederland. Als u op het linker computerscherm met het logo hierboven klikt, kunt u live naar deze publieke Nederlandse radiozender luisteren.
Radio 538
De zender Radio 538 is de bekendste commerciële Nederlandse radiozender. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om direct live naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation te luisteren.
Uw favoriete televisieserie of programma met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar u zult al gauw merken dat dit erg leuk en leerzaam is. De omroep NPO is de publieke Nederlandse televisieomroep.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de best bekeken commerciële televisieomroepen voor Nederlandssprekenden. Deze Nederlandse televisiestations kunnen middels kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Leeuwarden op uw eigen locatie volgen of in Leeuwarden, bijvoorbeeld in het pand “Buro 360” aan de Polluxweg 20 in Leeuwarden. Dagnall kan ook taalcursussen Nederlands in Leeuwarden verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Leeuwarden aan de Lynbaan 35, bij WestCord WTC Hotel Leeuwarden aan de Heliconweg 52, bij Fletcher Hotel-Paleis Stadhouderlijk Hof aan de Hofplein 29 en bij Eden Oranje Hotel Leeuwarden aan de Stationsweg 4.
Besprekingen houden in Leeuwarden kan bijvoorbeeld bij WTC Expo aan de Heliconweg 52.
Archeologische opgravingen laten sporen van bewoning zien uit de IJzertijd, de 1ste eeuw v.Chr. in de streek waar Leeuwarden nu ligt. Het is ook zeker dat de streek in de Romeinse tijd bewoond gebied was. De naam Leeuwarden komt voor de eerste keer in een akte voor uit de 8ste eeuw, als de ‘Villa Lintarwde’. De naam van de stad Leeuwarden is sinds
1046 op meer dan tweehonderd verschillende manieren geschreven: Leewadden, Liwwadden en Lintarwde. In het Fries als ‘Ljouwert’ en ‘Liiewardensis’. Het eerste deel; leeuw’ komt waarschijnlijk van een oud-Fries woord dat ‘luwte’ betekent en werd was een ‘terp’ of ‘dorp’. In taal van nu betekent ‘Leeuwarden’ dus ‘dorp in de luwte’.
Leeuwarden ligt in de streek de Friese elf steden en het gebied Oostergo. Plaatsen in de omgeving van de stad Leeuwarden zijn Burgum, Damwâld, Dokkum, Franeker, Grou, Harlingen, Marssum, Stiens en Warten.
Leeuwarden ligt in de provincie Friesland. De gemeente Leeuwarden telt ruim 123.000 inwoners.
Woon je in Leeuwarden, dan heet je een ‘Leeuwarder’. De Leeuwarders hebben de bijnaam galgelappers. Het schijnt dat de galg in de stad zo rot was, dat de galg eerst moest worden opgelapt voordat hij gebruikt kon worden. Bekende Leeuwarders zijn Cor Boonstra, Wilfred Genee en Mata Hari.
Iets wat uit Leeuwarden komt, heet ‘Leeuwardens’ of ‘Leeuwarder’, zoals de Leeuwarder Courant. Leeuwarden kreeg stadsrechten in 1285.
Leeuwarden - kernen & scholing
Provinciehoofdstad & kernen
Leeuwarden is de provinciehoofdstad van Friesland. De plaats Leeuwarden is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Friens, Goutum, Grou, Hempens, Idaerd, Jirnsum, Lekkum, Reduzum, Swichum, Warstiens, Warten, Wergea, Wirdum en Wytgaard deel van uitmaken.
Stedenband
Leeuwarden heeft een stedenband met Liyang in China.
Hoger onderwijs
Er zijn vier hogescholen in Leeuwarden: de Hanzehogeschool, NHL Stenden waar ook Hogere Hotelschool Leeuwarden deel van uitmaakt, Van Hall Larenstein en Windesheim. Leeuwarden heeft geen zelfstandige universiteit, maar wel een vestiging van de Universiteit Wageningen (Dairy Campus) alsook de Rijksuniversiteit Groningen (Campus Fryslân).
Denk je aan Leeuwarden, dan denk je aan de Friese Elfstedentocht met finishplek Bonkevaart, aan Mata Hari, Culturele Hoofdstad 2018 en het Fries Museum. Sommige mensen denken bij Leeuwarden echter eerder aan de enveloppen met paarse rand van het CJIB (Centraal Justitieel Incassobureau). Leeuwarden fungeert als gezellige winkelstad en als
provinciehoofdstad met een regionale functie op het gebied van werk, onderwijs, zorg en cultuur.
Leeuwarden - minder bekend
Minder bekend is dat is dat er in Leeuwarden ook een luchthaven: de militaire vliegbasis Leeuwarden.
Liwwadders is een Stadfries dialect. Kenmerkend voor het Stadsfries is de stemloze ‘f’ en ‘s’ aan het begin van een woord waar het Standaardnederlands een ‘v’ of ‘z’ gebruikt (faor is ‘voor’, see in plaats van ‘zee’). De -sch wordt -sk: skip voor ‘schip’. Voltooide deelwoorden krijgen geen ge- (ik hew sien voor “ik heb gezien”).
Er zijn veel afwijkende klinkers: oa in plaats van ‘aa’, ie in plaats van ‘ei/ij’, oe in plaats van ‘oo’, enz. Een ‘bootje’ is een boatsje. Gien nocht an betekent ‘geen zin’. Als iets echt vreemd is, zegt men in Leeuwarden: Dat is suver nuver. Iemand die niet uit Leeuwarden komt, is fan buten.
“Kijk, dat is ’t mooie van Leeuwarden”
Leeuwarden - zakelijk
De gemeente Leeuwarden
Het netnummer van Leeuwarden is 058. Het postcodegebied van Leeuwarden is 8900 - 8941. Het adres van het gemeentehuis van Leeuwarden is Oldehoofsterkerkhof 2, 8911 DH in Leeuwarden. De website van de gemeente Leeuwarden is Leeuwarden.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Leeuwarden is 14 058.
Zakendoen in Leeuwarden
Voor Leeuwarder ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Leeuwarden aan de Heliconweg 62, 8912 AT in Leeuwarden. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Leeuwarden is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Leeuwarden is KVK-kantoor Leeuwarden.
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Leeuwarden gevestigd op de Diary Campus, op de Energiecampus, op bedrijventerrein De Hemrik, Newtonpark I en IV, Watercampus, op kantoorlocatie De Werp en op bedrijventerrein De Zwette I en IV. In Leeuwarden bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Ausnutria, Carver Europe, Cendris, Concorp Jirnsum, Europrovyl, FBTO, FIB Industries,
GrainPlastics, IFE-Tebel Technologies, Jongia Mixing Technology, Koninklijke CSK Food Enrichment, Kooiker Logistiek, NDC mediagroep, Neways, Omrin, Royal De Boer Stalinrichtingen, Royal Koopmans, Royal Steensma, Royal Vriesco International Fabrics, Trivium Packaging Netherlands en Levo Produktenmaatschappij in Franeker. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Ondernemers in Leeuwarden kijken hun (zakelijk) nieuws op Omrop Fryslân. Leeuwarders en ondernemingen in Leeuwarden kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant de Leeuwarder Courant.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Leeuwarder voetbalclub Cambuur, de Leeuwarder Zwaluwen, Blauw Wit ’34 of SC Leovardia te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Leeuwarden kunt u terecht bij T.V. De Molen, bij LTV de Bontekoe of bij Tennisclub ’t Nijlân. Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Leeuwarden zin om een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Leeuwarden ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit. De golfbaan in Leeuwarden is de Leeuwarder Golfclub De Groene Ster. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Woelwijk 101, 8926 XD in Leeuwarden. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0511-43 22 99. De website van de Leeuwarder Golfclub De Groene Ster is www.leeuwardergolfclub.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het sfeervolle clubhuis van de golfclub.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Nederland en van Leeuwarden die tevens op Youtube staan. Klik direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken. Onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland en Leeuwarden op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Nederland en Leeuwarden op Google Earth te zien. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de streek van uw Nederlandse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Leeuwarden
Google Maps Nederland
Google Maps Leeuwarden
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Nederland en Leeuwarden van diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is nieuws uit Leeuwarden (in het Nederlands). Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, kan prettig en handig zijn om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast kan het vrij leerzaam zijn om Nederlands nieuws in de Nederlandse taal te lezen. U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
In Leeuwarden geeft Dagnall onder meer maatwerk taalcursussen Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans. Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Leeuwarden.
Uiteraard kunt u altijd contact opnemen voor een taalcursus in een taal die niet in het overzicht staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands