Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die investeren in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die precies dat levert: Effectieve taalcursussen Nederlands op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in, en in de buurt van Hoorn. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak spreekt een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Hoorn in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
“Easy Offices” pand Alkmaar Centrum Van der Kaaijstraat 64 1810 VM ALKMAAR
Wij bieden taalcursussen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Nederlands leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de klassieke taaltrainingen Nederlands vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Nederlands te leren in Hoorn. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
Onze filosofie is om Nederlands te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leert. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Dagnall Talen brengt cursisten met grote stappen naar het gewenste niveau door dagelijks 15 minuten te oefenen. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Hoorn.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemer(s) met de contactgegevens aan. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau van de deelnemers wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat met de offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de taaltrainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de deelnemers door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken geschiedt in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands van ons. Deze dienen voorafgaand aan de datum van de intake te teruggestuurd worden Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en vastgesteld in overleg De indeling van de cursisten geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall Taleninstituut verzorgt uiteraard de logistiek van het materiaal en de cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus(sen) en het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall Talen bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Dagnall Taleninstituut is gestart in 1982 en verzorgt sindsdien maatwerk taaltraining Nederlands in Hoorn en omstreek voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Onze kundige docenten Nederlands zijn experts op taalgebied en hebben in deze jaren in West-Friesland een aanzienlijk aantal taalcursussen Nederlands verzorgd.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, biedt Dagnall zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Hoorn. U kunt ervan op aan dat Dagnall Talen voor uitstekend rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Hoorn sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen (Nederlands) die zich richten op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn inmiddels bij veel organisaties bekend. Medewerkers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
De instructies op de werkplek willen zij goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. De medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen uitvoeren en natuurlijk heel graag hun ambities op het werkgebied verwezenlijken. Dit vergt een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van de organisatie is hiervoor nodig.
Wij verzorgen betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer vergroten. Ons taleninstituut helpt en leert de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar baan. Dagnall stemt de taallessen af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgen de cursisten regelmatig praktijkopdrachten gedurende de cursus, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining verhogen.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let eveneens op de wellicht onderbelichte kant van veel taaltrainingen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanning om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gewoontes van het land en de organisatie te doorgronden en om de wereld door middel van taal uit te breiden. Hiervoor is inzet en motivatie vereist. Daarnaast hebben deelnemers slechts een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de taaldocent. Dat is niet altijd toereikend.
Onderscheidend
Ons instituut onderscheidt zich door de aandacht te richten op vergroting van het draagvlak voor de cursus Nederlands op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert collega’s en leidinggevenden van het bedrijf om te zorgen voor een continu proces van taalverwerving, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door het voortdurend uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze manier, wordt de waarde van een goede taalbeheersing gezamenlijk ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Hoorn
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Hoorn die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van Nederlandse vaardigheden en kennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen. Het bekende hoge rendement bereikt Dagnall Taleninstituut door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen voor cursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, duocursussen (met 2 lerenden), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall in Hoorn. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief Nederlands leren in Hoorn bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de taalcursus met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Hoorn gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Hoorn
Maatwerkcursussen Nederlands
Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Hoorn en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons instituut biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De groepen houden wij zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands is het hoge rendement doordat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie wordt opgenomen. Doordat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van individuele taalcursussen. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Daarnaast zijn individuele cursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van een groepscursus Nederlands is vooral de interactie met de andere lerenden; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van de fouten van andere deelnemers en met elkaar in de doeltaal communiceren. De hierdoor geboden afwisseling kunnen cursisten prettiger vinden. Doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Voor de deelnemers zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus Nederlands kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de docent. Omdat er geen interactie met andere deelnemers is, kan de geleerde kennis niet in een groep worden geoefend. Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van foutjes van anderen te leren. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets eerder worden afgeleid. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk ondervangen worden door de groep wat kleiner te maken (minigroep). Groepscursussen Nederlands kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden. Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Taleninstituut biedt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Daarom bieden wij onze taalcursussen eveneens online en incompany aan. Bij Dagnall Talen kiezen taalleerders voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Vaak wordt voor een combinatie gekozen. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Nederlands te leren spreken en verstaan; dit begint bij leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen alsook structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers Nederlands kunnen zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven Nederlands komt pas aan bod zodra het mondelinge Nederlands vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek haperde wel eens, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om de toepassing. Luistervaardigheid (Nederlands), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginners Nederlands. Een juiste uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input van de studenten verwacht, waardoor het gevaar op de loer ligt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die later herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden hardop gelezen door de lerende. De woorden uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gebeurt automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds aangepast; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. Die Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze zinnen of woorden in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de lerende worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis van betekenis en relevant is. De methode kan dus alleen goed functioneren voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed functioneren voor studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Opschrijven werkt beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Een nadeel van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. De methode is bovendien nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Zo leert men onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Hiervoor wordt alleen het Nederlands gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten in het Nederlands moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De leermethode staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze combinaties worden in reële situaties middels dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen gepresenteerd aan de student. Bij de leermethode in het Nederlands worden de taalstructuren die in de praktijk het meest in het Nederlands gebruikt worden, eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in de eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten het Nederlands op een nauwkeurige wijze geleerd wordt. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren in welke situatie bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. Deze methodiek is behoorlijk tijdverslindend en geeft niet direct succeservaringen. De input van de lerende zelf is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in praktijk te brengen middels de CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere vraag om een taal te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt het stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. Het plannen en voorbereiden vereist veel tijd van de taaldocent en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Deze manier van leren is voor sommige lerenden moeilijk of ongewoon, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Dat werd destijds gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij studenten. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engels: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling gewerkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof lerenden in Nederland zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om een vreemde taal te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan uitstekend worden ontwikkeld op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk in de Nederlandse taal gaan communiceren. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedie op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Nederlands) en de studenten zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor moeten lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. De lerenden werden zo verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van faalangst of frustratie. Voor nieuwkomers kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend of stimulerend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de Nederlandse trainer en de studenten zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat wordt gevolgd; de lerenden bepalen zelf de lesstof middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan prima werken als deze correct wordt toegepast. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als een team samen te werken. Van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de les Nederlands leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Nederlands gehouden. Daardoor is het succes lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om de Nederlandse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de docent Nederlands om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat van de te leren taal die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. De radicale verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de Nederlandse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel denken in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands).
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands van de studenten en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type onderwijs Nederlands enthousiasme van de lerenden op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Nederlands van de studenten goed.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over regels van het Nederlands en woordenschat van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met een klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het taalniveau Nederlands van de lerenden te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming uit 1995 van een aantal Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-benadering. Bij deze methode draait het om communicatie als inspirator van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen trainer en lerenden. Net zoals de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een voordeel voor de taaldocent Nederlands. Dat lerenden de verantwoording draagt voor het eigen leerproces, kan heel motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen Nederlands zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat de studenten alert en betrokken blijven.
De lerenden kunnen zich daarentegen wel minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer. Ook is niet elke docent Nederlands flexibel genoeg voor dit type taalonderwijs. Nog een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Nederlands en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan de orde komt in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De Nederlandse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook realistische doelen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis Nederlands, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze methode werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de Nederlandse tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere grond.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills toegepast werden in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat het in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Nederlands spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarbij een andere methodiek nodig. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, gevoelens en meningen in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen die veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Nederlands) hadden. Studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen studenten vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Aan de methode kleven echter eveneens nadelen. Deze leermethode schenkt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook weinig aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode is gebaseerd op een dynamische inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaltrainer Nederlands, die één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het Nederlandse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhalingen helpen de lerenden hhet Nederlandse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De taaldocenten Nederlands gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak, hoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte als autonoom wordt gezien, is het pluspunt van de aanpak van Gattegno. De taaltrainer Nederlands is in feite dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Meestal wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorziet, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de trainer Nederlands zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Zo worden Nederlandse woorden en structuren vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de trainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Nederlandse vertaling erbij en daarna een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt het heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen lerenden hun uitspraak van de nieuwe taal met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) vergelijken. Door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de student zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse spelling en grammatica en geeft eventuele fouten aan, waarbij optie is om de fouten te verbeteren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer eenvoudig in het gebruik en kan op ieder moment door de student gebruikt worden. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen docent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Een taalcursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Nederlandse zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over de aangeleerde uitspraak zijn de gebruikers over het algemeen tevreden.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands spreken, werkt de methodiek van Pimsleur heel goed om de uitspraak te verbeteren.
Het nadeel van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt op verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen, als die er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de student zelf zinnetjes kan bouwen. De methodiek maakt eveneens gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint uitspraak en luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte manier. Het feit dat de cursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Van daadwerkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor een taalcursus (zoals Nederlands) wel wat hooggegrepen is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteden de lerenden ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling wordt ernaast weergegeven, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands om de cursist te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Nederlands te leren spreken en verstaan; dit begint bij leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen alsook structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers Nederlands kunnen zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven Nederlands komt pas aan bod zodra het mondelinge Nederlands vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek haperde wel eens, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om de toepassing. Luistervaardigheid (Nederlands), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginners Nederlands. Een juiste uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; er wordt geen eigen input van de studenten verwacht, waardoor het gevaar op de loer ligt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die later herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden hardop gelezen door de lerende. De woorden uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gebeurt automatisch door blootstelling. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst steeds aangepast; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. Die Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze zinnen of woorden in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de lerende worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis van betekenis en relevant is. De methode kan dus alleen goed functioneren voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan goed functioneren voor studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Opschrijven werkt beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt. Een nadeel van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden of zinnen. De methode is bovendien nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Zo leert men onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Hiervoor wordt alleen het Nederlands gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten in het Nederlands moeten stimulerend zijn zodat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich voornamelijk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De leermethode staat voor dat het beheersen van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze combinaties worden in reële situaties middels dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen gepresenteerd aan de student. Bij de leermethode in het Nederlands worden de taalstructuren die in de praktijk het meest in het Nederlands gebruikt worden, eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in de eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat de studenten het Nederlands op een nauwkeurige wijze geleerd wordt. De lerenden krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren in welke situatie bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven eveneens nadelen. Deze methodiek is behoorlijk tijdverslindend en geeft niet direct succeservaringen. De input van de lerende zelf is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in praktijk te brengen middels de CLT-technieken door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere vraag om een taal te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt het stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. Het plannen en voorbereiden vereist veel tijd van de taaldocent en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Deze manier van leren is voor sommige lerenden moeilijk of ongewoon, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Dat werd destijds gezien als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij studenten. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engels: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de te leren taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling gewerkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof lerenden in Nederland zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om een vreemde taal te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan uitstekend worden ontwikkeld op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode zo intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet daadwerkelijk in de Nederlandse taal gaan communiceren. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedie op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Nederlands) en de studenten zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor moeten lerenden zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. De lerenden werden zo verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). In de klas werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van faalangst of frustratie. Voor nieuwkomers kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend of stimulerend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de kant van de Nederlandse trainer en de studenten zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als een counselor optreedt die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat wordt gevolgd; de lerenden bepalen zelf de lesstof middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan prima werken als deze correct wordt toegepast. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren als een team samen te werken. Van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de les Nederlands leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Nederlands gehouden. Daardoor is het succes lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om de Nederlandse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de docent Nederlands om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar lesboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat van de te leren taal die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. De radicale verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze de Nederlandse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel denken in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands).
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands van de studenten en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type onderwijs Nederlands enthousiasme van de lerenden op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Nederlands van de studenten goed.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om specifieke taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat zij over regels van het Nederlands en woordenschat van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, met een klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het taalniveau Nederlands van de lerenden te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming uit 1995 van een aantal Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-benadering. Bij deze methode draait het om communicatie als inspirator van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen trainer en lerenden. Net zoals de Dogme-beweging in de film, kent het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een voordeel voor de taaldocent Nederlands. Dat lerenden de verantwoording draagt voor het eigen leerproces, kan heel motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen Nederlands zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is vrijwel elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat de studenten alert en betrokken blijven.
De lerenden kunnen zich daarentegen wel minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de trainer. Ook is niet elke docent Nederlands flexibel genoeg voor dit type taalonderwijs. Nog een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Nederlands en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan de orde komt in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende en een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrip is belangrijker dan productie. De Nederlandse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog tamelijk nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad alsook realistische doelen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis Nederlands, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze methode werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de Nederlandse tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, zodat het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere grond.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills toegepast werden in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat het in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van deze techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Nederlands spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in iets grotere klassen toegepast worden. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is daarbij een andere methodiek nodig. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, gevoelens en meningen in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren 80 van de negentiende eeuw. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn, ontstond rond 1900. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen die veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Nederlands) hadden. Studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Het was eveneens een nieuw verschijnsel dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Aan de hand van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen studenten vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Aan de methode kleven echter eveneens nadelen. Deze leermethode schenkt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook weinig aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode is gebaseerd op een dynamische inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaltrainer Nederlands, die één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het Nederlandse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhalingen helpen de lerenden hhet Nederlandse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De taaldocenten Nederlands gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak, hoewel de Stille Methode in de originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte als autonoom wordt gezien, is het pluspunt van de aanpak van Gattegno. De taaltrainer Nederlands is in feite dienstbaar aan de lerende, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Meestal wordt de geleerde stof goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorziet, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de trainer Nederlands zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn vrij eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Zo worden Nederlandse woorden en structuren vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De docent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de trainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Nederlandse vertaling erbij en daarna een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt het heel motiverend om zelf verhalen te verzinnen.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de cursussen zijn ook vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen lerenden hun uitspraak van de nieuwe taal met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) vergelijken. Door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de student zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse spelling en grammatica en geeft eventuele fouten aan, waarbij optie is om de fouten te verbeteren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer eenvoudig in het gebruik en kan op ieder moment door de student gebruikt worden. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen docent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Een taalcursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Nederlandse zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over de aangeleerde uitspraak zijn de gebruikers over het algemeen tevreden.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands spreken, werkt de methodiek van Pimsleur heel goed om de uitspraak te verbeteren.
Het nadeel van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt op verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen, als die er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de student zelf zinnetjes kan bouwen. De methodiek maakt eveneens gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint uitspraak en luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte manier. Het feit dat de cursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Van daadwerkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor een taalcursus (zoals Nederlands) wel wat hooggegrepen is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter besteden de lerenden ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling wordt ernaast weergegeven, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerenden in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Ook is er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier: De Dagnall Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tenslotte beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursist interessant zijn. Onze docenten zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden toegepast.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall Talen, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd. Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hoorn.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Enkele voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Hoorn
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, zolang het geen 1-op-1 les betreft, cursisten bij blended learning met afwisseling wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Hoorn op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform tevens een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Cursisten kunnen dus Nederlands leren waar en wanneer ze maar willen. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook na afloop van de training Nederlands in Hoorn beschikbaar. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging. Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Talen leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc/iMac met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Taleninstituut kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
De trainers van Dagnall Talen zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen die speciaal op uw behoeften en wensen afgestemd worden
De inhoud van de taalcursussen wordt aan het leerplan aangepast zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt de cursisten om de taaldoelen Nederlands op een zelfverzekerde en snelle manier te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies wordt de woordenschat Nederlands en de structuur die in de voorbereiding en voortzetting van de lessen zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Hoorn ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Hoorn ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als standaard en bieden de cursist een duidelijk beeld van de aanwezige en opgedane kennis van het Nederlands. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ aan het einde van de cursus Nederlands in Hoorn.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om de verschillende niveaus van taalvaardigheid in te delen. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam wordt eveneens veel gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) noemt ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. De zes verschillende niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A is van toepassing op beginners. Cursisten die taalniveau B Nederlands beheersen, bezitten alle basisvaardigheden in de Nederlandse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die Nederlands met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. Het beheersen van de Nederlandse taal lijkt op dat van een moedertaalspreker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen (Nederlands) worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Hoorn, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is op vijf beginselen gebaseerd, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken zowel resultaatgericht als klantgericht en kunnen zich snel aan veranderende omstandigheden aanpassen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Hoorn sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continu innoveren is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging beschermd te worden. Dagnall Talen voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Hoorn zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall lagere prijzen aan u berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Hoorn
Wilt u contact met Dagnall opnemen voor een cursus Nederlands in Hoorn? Vraagt u vrijblijvend naar de opties bij ons taleninstituut. Stuurt u een e-mail via cursus-nederlands-hoorn@dagnall.nl of vult u het contactformulier op onze website in, dan contacteren wij u zo spoedig mogelijk om de mogelijkheden te bespreken.
Wij informeren u dan vrijblijvend over onze cursussen. Telefonisch contact opnemen met ons voor een cursus Duits in Rijswijk kan vanzelfsprekend ook via 070-2076707 (geen menu). U kunt ook het informatiepakket voor de cursussen aanvragen. Dit is geheel gratis.
De beste route naar een cursus Nederlands in Hoorn!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle Nederlandse provincies onderscheiden?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Met deze oefening kent u de 12 Nederlandse provincies in no time.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met de muis op de kaart van Nederland te gaan staan.
Als u de cursor op de landkaart van Nederland laat rusten, ziet u de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nu worden de provincies één voor één in beeld gebracht.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, vervolgens kunt de naam van de ingekleurde provincie lezen.
In een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die hieronder staat over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u zeker helpen.
Beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken hebben wij op een rijtje gezet.
Velerlei markante dingen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal interessante dingen over het land leren, kan uitstekend helpen als ijsbreker of openingszin.
Deze wetenswaardigheden over mens, cultuur en land kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Nederlands.
In elk geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar evengoed de verworven kennis van het land inzetten.
Zo kunt u iets te weten komen over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De taalbeheersing alsook uw kennis over Nederland, de Nederlanders en de Nederlandse cultuur zal zeker worden gerespecteerd!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep. Erwtensoep is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. In combinatie met spek en roggebrood is het een volwaardige maaltijd. Een typisch Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Dit wordt dan op straat opgegeten. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. Er zijn diverse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Bij de koffie worden dan vaak koekjes geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep. Erwtensoep is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. In combinatie met spek en roggebrood is het een volwaardige maaltijd. Een typisch Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Dit wordt dan op straat opgegeten. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. Er zijn diverse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Bij de koffie worden dan vaak koekjes geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door Duitsland, België en de Noordzee. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland. Amsterdam heeft ruim 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Nederland omvat twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat aan een geografisch lager gebied “De Lage Landen” refereert.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om tulpen, klompen, stroopwafels, kaas, fietsen en molens. De grachten van Amsterdam staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is bekend om de strijd tegen het water,
noodzakelijk vanwege de ligging (grotendeels) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn wereldberoemde schilders voor wie veel mensen Nederland komen bezoeken. Nederlandse schilders als Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, maar ook Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Symbool voor Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse grachtengordel van Amsterdam, opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Alsook de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is. En ook dat Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als teken van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een stevige handdruk. Nederland is klein en vlak: een ideaal fietslandje. In Nederland is de fiets een heel gebruikelijk vervoermiddel. In steden zie je moeders en vaders met een bakfiets of een fiets met een kar eraan, waarin kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen. De woningen in Nederland zijn vaak van het type ‘doorzonwoning’. Dat betekent grote raampartijen voor en achter, zodat de zon in de kamer kan schijnen. De gordijnen houdt de Nederlander het liefst geopend, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Iedere voorbijganger kan eveneens precies zien wat er binnen gebeurt. In Nederland vieren de mensen vieren meestal verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze gaan in een kring zitten en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert degene die jarig is op gebak. Cadeautjes worden meteen uitgepakt. Op Koningsdag (de dag dat de koning jarig is) zijn de mensen in Nederland vrij en gaan naar buiten gekleed in oranje, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden spellen gespeeld op straat en verkopen mensen oude spullen op een kleed. De rest van het jaar is het devies: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je vooral niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij het leren van een taal spelen ‘kennen’ en ‘kunnen’ een rol. Naast kennis van de taal gaat het om het kunnen toepassen van die kennis. Door het accent te verschuiven van kennen naar kunnen, is de cursist in staat na afronding van de cursus Nederlands in Hoorn de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, kunt u communiceren in het Nederlands. Wat een verrijking! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Het Nederlands valt binnen de West-Germaanse taalfamilie. Het Nederfrankisch ontstond uit het West-Germaans tussen 300 en 800 n.Chr., wat de basis zou worden van wat nu het Nederlands is. De moderne Nederlandse taal is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer uit het Middelnederlands of Diets voortkwam. Dit werd in de tijd tussen 1170-1500 n.Chr. gesproken. Nederlands wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in Nederland zelf,
maar ook in België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. In Indonesië wordt door een klein groepje oudere mensen ook nog Nederlands gesproken. Verder wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Daarnaast is Nederlands één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
De uitspraak van het Nederlands is voor veel anderstaligen lastig. Een struikelblok zijn de vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’. Voornamelijk de ‘ui’-klank is moeilijk; het is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Daarnaast kent het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de begin- naar de eindklank. Bijvoorbeeld: eeuw, ieuw, aai, ei en oi.
De spelling van klanken wijkt bij sommige letters af van wat in andere talen gangbaar is. Zo wordt de letter ‘u’ in vrijwel alle talen uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers wijken de ch en de g af vergeleken met veel andere talen. De g en de ch klinken in het Nederlands vrijwel hetzelfde; als een schrapende keelklank. Kenmerkend voor de Nederlandse taal zijn verder de medeklinkercombinaties. De ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor menig anderstalige een tongbreker alsook de medeklinkercombinaties in fietstas’? ‘herfst’ of ‘strand’? In de Nederlandse taal komen begin- en eindclusters veel voor. Het is handig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers worden gezet: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In de Nederlandse taal wordt de uitspraak van eindletters vaak weggelaten, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Er is geen onderscheid hoorbaar tussen wind en wint. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het de Nederlandse taal is de uitspraak, met de kenmerkende harde g, de ui en de eu. Nederlanders houden van verkleinwoorden: kopje, schoteltje, lepeltje, omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal heeft sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was een lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Het Nederlands kent ook stopwoorden, net zoals elke taal. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zin of zinsdeel. Zoals “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze stopwoordjes of opvulwoorden ook als ze Engels spreken. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een Nederlandse zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’ of ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap te uiten. Middenin een betoog gebeurt hetzelfde. Iemand heeft even een denkpauze nodig en zegt een paar woorden zonder betekenis. Iedere Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Let ook eens op de keren dat mensen ‘eigenlijk’ of ‘ook’ of ‘inderdaad’ zeggen in een paar zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, beluisteren en/of lezen is erg effectief om uw kennis van het Nederlands uit te breiden.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Nederlands in u op.
Het kan heel leerzaam en leuk zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op snelle manier behoorlijk wat Nederlandse woordenschat kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het radiostation NPO 3 FM is het best beluisterde Nederlandse publieke radiostation. Klik op het logo op het linker beeldscherm hierboven en luister live naar deze Nederlandse publieke radiozender.
Radio 538
Het radiostation Radio 538 is het meest bekende commerciële radiostation van Nederland. Klik op het rechter beeldscherm met het logo hierboven en luister direct live naar dit Nederlandse commerciële radiostation.
Uw favoriete televisieprogramma’s met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit bijzonder leuk en leerzaam is. NPO is de Nederlandse publieke televisieomroep.
SBS & RTL
De omroepen SBS en RTL zijn de meest bekende Nederlandse commerciële televisieomroepen. Deze Nederlandstalige televisiezenders kunt u middels kabel, internet, satelliet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Hoorn op uw locatie volgen of in Alkmaar, bijvoorbeeld in het pand van Easy Offices in Alkmaar Centrum aan de Van der Kaaijstraat 64 in Alkmaar. Ons instituut verzorgt ook taalcursussen Nederlands in Hoorn in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Hoorn aan de Westfriese Parkweg 1, in Fort Resort Beemster aan de Nekkerweg 24 in Zuidoostbeemster en in art hotel Spaander aan de Haven 15-19 in Volendam.
Vergaderen in Hoorn kan bij Turf aan de Gedempte Turfhaven 19.
De vroegste tekenen van bewoning in Hoorn die bij archeologische opgravingen zijn gevonden, stammen uit ongeveer 1200. In het Stadsboek van Wismar (1250-1272) wordt Hoorn voor het eerst als ‘Horne’ genoemd. Hoorn ontstond als nederzetting van vissers en boeren, maar kon tot een belangrijke handelsstad en zeevaartstad uitgroeien dankzij de gunstige ligging.
De naam ‘Hoorn’ stamt waarschijnlijk af van Horne, als verbastering hornicwed. Het middeleeuwse hornic betekent ‘hoek’. Wed of wedor is middeleeuws voor ‘water’. In moderne taal betekent Hoorn dus (Hornicwed) ‘een hoek in de kustlijn’.
Hoorn ligt in de regio West-Friesland. Plaatsen in de buurt van de stad Hoorn zijn Andijk, Berkhout, Bovenkarspel, Enkhuizen, Hoogkarspel, Medemblik, Wognum en Zwaag.
Hoorn ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Hoorn heeft meer dan 73.000 inwoners.
Een inwoner van Hoorn wordt een ‘Horinees’ genoemd. Bekende Horinezen zijn George Baker, Jacob Blokker (Blokker winkels), Hans Bouwens (George Baker), Frank de Boer, Ronald de Boer, Martin Brozius en Tim Knol.
Iets wat uit Hoorn komt, heet ‘Hoorns’, bijvoorbeeld de smakelijke Hoorne broeder. Hoorn kreeg in het jaar 1357 stadsrechten.
Hoorn - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Hoorn zijn Beersel in België, Malacca in Maleisië en Příbram in Tsjechië.
Kernen
Onder de gemeente Hoorn vallen eveneens Blokker en Zwaag.
Hoger onderwijs
In Hoorn bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Hoorn staat bekend als van het Westfries Museum, de monumentale binnenstad met talloze gevelstenen, de Waag en de Oosterpoort. Hoorn fungeert als forenzenstadje voor Alkmaar en Amsterdam, maar eveneens als officieuze hoofdstad van West-Friesland.
Hoorn - minder bekend
Weinig mensen weten dat Jacob Blokker op 25 april 1896 in Hoorn is begonnen met het verkopen van landbouwgereedschappen. Hij legde zo de basis voor het Blokkerconcern met 450 winkels in Nederland.
Het Hoorns is een dialect met Friese kenmerken dat gesproken wordt in het noorden van Noord-Holland. Het West-Fries is geen homogeen dialect: er is oostelijk West-Fries en westelijk West-Fries; land-West-Fries en eiland-West-Fries. Hoorns behoort bij het land-West-Fries. Kenmerkend voor de West-Friese dialecten is dat voltooid deelwoorden geen ge- krijgen. Sommige klinkers wijken af van het
Standaardnederlands: ‘a’ wordt e (karmis), ‘aa’ wordt ee of ei (skeip voor ‘schaap’) en ‘ij’ klinkt als ai of oi; de sch- wordt sk-. ‘Gezellig’ heeft veel synoniemen in Hoorn, onder meer: anhoud, houwelijk, noffelijk, smoek of klassinère. As water brandt, brandt alles betekent: “Daar is niets tegen te doen“. Kerel in de mast is een uitroep van verbazing. ’N mooi sjouwtje betekent “Een flinke klus”.
“Hoorn moet je voelen”
Hoorn - zakelijk
De gemeente Hoorn
Het netnummer van Hoorn is 0229. Het postcodegebied van Hoorn is 1620 - 1628. Het adres van het gemeentehuis van Hoorn is Nieuwe Steen 1, 1625 HV in Hoorn. De website van de gemeente Hoorn is Hoorn.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Hoorn is 0229 252200.
Zakendoen in Hoorn
Voor Hoornse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hoorn is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hoorn is KVK-kantoor Alkmaar.
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Hoorn op bedrijventerrein Hoorn ’80, De Oude Veiling, Westfrisia en bedrijventerrein Zevenhuis. In Hoorn bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AmbaFlex, Beerepoot Automatisering, Bercomex, Bo-Rent, Crown Brand-Building Packaging, Deen supermarkten, Esbaco
Bakkerijgrondstoffen, Excellent Products spanbanden, ICTZ, Internationaal Transportbedrijf Moeijes, Segezha Packaging, Sodexo Remote Sites, Winder Limmen, Amarantgroep in Avenhorn, Felko Suikerwerken in Hem, Action in Zwaagdijk, Karsten tenten in Zwaag, Oliehoorn in Zwaag en AB Vakwerk in Zwaagdijk. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Hoornse nieuwsportaal is Hoornnieuws.nl en Hoornse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws. Ondernemers in Hoorn kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Hoornse voetbalclub HVV Hollandia, Always Forward of Zwaluwen ’30 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hoorn kunt u terecht bij Tennis Vereniging Hoorn, bij Tennisvereniging HLTV Juliana of bij TV de Hulk. Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Hoorn zin om een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Hoorn ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Hoorn is Golfbaan Westwoud in Westwoud. Het adres van deze golfbaan is Zittend 19, 1617 KS in Westwoud. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0228-56 27 02. De website van deze golfbaan is www.golfbaanwestwoud.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij brasserie Westwoud, telefoonnummer 0228-56 34 24.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Nederland en van Hoorn die ook op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder deze promotiefilmpjes staan de locaties van Nederland alsook Hoorn op Google Maps. Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Nederland en Hoorn weergegeven op Google Earth. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Hoorn
Google Maps Nederland
Google Maps Hoorn
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Nederland en Hoorn lezen uit diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Hoorns nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, kan handig en prettig zijn om een beetje geïnformeerd te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast is het leerzaam om het Nederlandse nieuws in de Nederlandse taal te lezen. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Hoorn geeft Dagnall maatwerk taalcursussen in onder meer Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans. Hierboven staat een overzicht van de andere talen die Dagnall naast Nederlands standaard aanbiedt in Hoorn.
U kunt uiteraard altijd contact opnemen voor een cursus in een taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands