Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Zo krijgen bedrijven en organisaties die investeren in de taalopleiding van de medewerkers, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Hengelo en omstreken. (Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak heeft een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Hengelo aan in een brede waaier van vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taalcursussen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Nederlands leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de klassieke taaltaaltrainingen Nederlands vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taaltrainingen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies Nederlands te leren in Hengelo. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie Dagnall Talen
De filosofie van Dagnall is om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt kunnen leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Door deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen cursisten met grote stappen naar het gewenste niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Hengelo.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Wij stellen de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) aan met de contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau wordt bepaald, ontvangt u een cursusvoorstel op maat samen met uw offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden aangepast. Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Indien gewenst, kan Dagnall Talen het (individuele) contact met de deelnemers verzorgen De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall gedaan in overleg met u en de individuele deelnemers De cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Deze dienen vóór de intakedatum teruggestuurd te worden Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en in overleg vastgesteld De indeling van de cursisten geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! De logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden wordt verzorgd door Dagnall Wij berekenen geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning alsook het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall gegarandeerd en bewaakt Dagnall Talen is flexibel en betrokken!
Dagnall Taleninstituut is geopend in 1982 en geeft sindsdien maatwerk taaltraining Nederlands in Hengelo en omliggende gemeenten aan bedrijven en (overheids)instellingen. Dagnall maakt gebruik van ervaren en kundige docenten Nederlands die experts zijn op taalgebied en die in deze jaren in Hengelo talrijke trainingen aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties hebben gegeven.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Hengelo. U kunt ervan op aan dat Dagnall Talen voor maximaal rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Hengelo sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Cursussen (Nederlands) die zich richten op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven gemeengoed. Medewerkers die geen of weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller communiceren.
Zij willen in staat zijn om de instructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en natuurlijk hun ambitie op hun werkgebied waarmaken. Hiervoor is een investering in werknemers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf noodzakelijk.
Ons instituut biedt betaalbare maatwerk taalcursussen voor het vergroten van de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer. Dagnall Taleninstituut leert en helpt de cursist hoe hij/zij de lesstof in zijn/haar functie in praktijk kan brengen. Wij stemmen de lessen af op de wensen van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de lessen om, krijgen de cursisten tijdens de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de training verbeteren.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall let eveneens op de wat onderbelichte kant van veel taalcursussen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn inspanning om de taal te beheersen, om de gewoontes en cultuur van het betreffende land en het bedrijf te begrijpen en om zijn of haar omgeving door middel van taal te vergroten. Hiervoor is inzet en motivatie nodig. Daarnaast heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dit is niet in elke situatie genoeg.
Onderscheidend
Ons taleninstituut onderscheidt zich door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor een taalcursus Nederlands op de werkvloer. Dagnall stimuleert zowel collega’s als leidinggevenden binnen de werkkring van het bedrijf aan om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het consequent uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze wijze, wordt het nut van een goede taalbeheersing samen ervaren en voelen de deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Hengelo
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen aangepast aan de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Hengelo die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt. Het ondertussen bekende hoge rendement van Dagnall Talen behalen onze taaltrainers met een mix van deze bewezen leermethode, gericht op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen, duocursussen (2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze docenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall in Hengelo. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Nederlands effectief leren in Hengelo bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten. Deze individuele cursussen en groepscursussen biedt Dagnall Talentaleninstituut voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Hengelo gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Hengelo
Maatwerkcursussen Nederlands
Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Hengelo en omgeving. Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles. De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement. De individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons instituut biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De leergroepen houden we zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands is het hoge rendement omdat in een korte periode behoorlijk veel kennis wordt geleerd. Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Daarnaast is een individuele taalcursus ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten Nederlands is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van de fouten van anderen kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. De cursisten kunnen deze afwisseling als prettiger ervaren. Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Ook zijn voor de deelnemers groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen Nederlands kunnen discussies en rollenspellen alleen met de trainer worden gevoerd en gedaan. Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan de geleerde kennis niet worden geoefend in groepsverband. Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van anderen omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers wat sneller zijn afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen. Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd. Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall geeft taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom verzorgt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany en online. Bij Dagnall Talen kunt u kiezen voor een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Natuurlijk is een combinatie van deze trainingen mogelijk. Vaak wordt voor een combinatie gekozen. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Nieuw was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands kunnen spreken en verstaan, wat begint bij een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Nederlands kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica, maar om het gebruik. Luistervaardigheid (Nederlands), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. De correcte uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van de kennis van de taal kan bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
De docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die herhaald worden na verloop van tijd. Deze Nederlandse woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet de bedoeling om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds herzien; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze methode kan functioneren voor Nederlandse woorden die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken, zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is bovendien zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van het Nederlands van het Nederlands. Hiervoor wordt alleen het Nederlands gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student plezier van de ervaringen heeft, moeten de activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica gelegd. Lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Nederlands door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Bij de methode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden in reële situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aan studenten gepresenteerd. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, eerst geleerd. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat geleerd wordtden het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet voor die situaties. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook keerzijden. Deze werkwijze is tamelijk tijdrovend en zorgt niet meteen voor een succeservaring. De inbreng van de student zelf is behoorlijk gelimiteerd; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
Met gebruik van de CLT-technieken leren de studenten het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Het Nederlands wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die studenten helpen te communiceren in het Nederlands.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam een grotere vraag om een taal te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend omdat zij gauw succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van hun achtergrond, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongewoon. De methode CLT traint de taalvaardigheden; het gaat daarbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en volledig gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt taalkennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de Nederlandse taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt toegepast bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een erg goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Nederlands want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en studenten essentieel. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd altijd muziek in de klas gedraaid. De leermethode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werden de studenten uitgenodigd om te luisteren en de studenten konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent en de studenten zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) legt uit en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek Nederlands wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is de methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren te werken als team. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er is geen lesboek en er zijn geen toetsen Nederlands. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige studenten worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands krijgt in deze benadering meer nadruk dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om de Nederlandse taal zelf te ontdekken.
De taak van de trainer Nederlands is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn aanmerkelijk veranderd in de laatste drie decennia door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier het Nederlands te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de leermethode. Sommige studenten hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) leren denken.
Populariteit
De concepten van Gouin over taalonderwijs waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was toch enige tijd succesvol, ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende goed en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de studenten op doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De leermethode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Nederlands van de studenten goed.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een hele reeks aan series moet voorbereiden, is een bijkomend nadeel. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over woordenschat en regels van het Nederlands te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau Nederlands van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer nauwkeurig leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als inspirator van een vreemde taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor taaltrainers Nederlands is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording draagt. De taallessen Nederlands zijn nooit voorspelbaar op deze manier. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering worden besproken. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen de studenten zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaldocent Nederlands flexibel genoeg voor dit type taalonderwijs. Een bijkomend nadeel kan zijn dat studenten zich vaak op een specifiek examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Nederlands. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze methode is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de opname Nederlands kan spreken. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel leerboeken zijn voor deze leermethode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan het Nederlands een stuk effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de Nederlandse taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Nederlands spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in leren bevordert. Zo kunnen de studenten leren zonder stress. De methode van TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en deze methodiek kan eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men rond het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak (zoals het Nederlands) hadden. Het werd aangemoedigd om de lerenden veel in het Nederlands te laten praten. Dat de les in het Nederlands gegeven werd, was eveneens een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de (Nederlandse) woordenschat werd gedaan aan de hand van voorbeelden en plaatjes. De studenten boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode nauwelijks aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief minder. De methode biedt voor de meer gevorderde studenten Nederlands onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is tevens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een trainer Nederlands, die één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de Nederlandse spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokken die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte wordt gezien als autonoom. In principe is de docent Nederlands dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Nederlands zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er gauw af gaat, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen relatief eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden Nederlandse woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De docent Nederlands schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Nederlandse vertaling erbij, om vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPR Storytelling een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met die van moedertaalsprekers Nederlands (native speakers) vergelijken. Door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan de uitspraak worden verbeterd.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en grammatica en wijst op fouten, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de lerenden te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende gebruikt worden. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een keerzijde is dat er geen trainer beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialoog die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Nederlandse zinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands spreken.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands), door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en het Nederlands gewezen, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. De studenten die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op een efficiënte manier. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat de cursus Nederlands geen schrijfvaardigheid biedt. Er is ook geen daadwerkelijke interactie doordat de Michel Thomas-methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door Alphonse Chérel is opgericht in het jaar 1929. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat hiernaast, met de grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak van het Nederlands, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Nederlands in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het pluspunt van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer Nederlands om de student te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Nieuw was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands kunnen spreken en verstaan, wat begint bij een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Nederlands kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica, maar om het gebruik. Luistervaardigheid (Nederlands), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. De correcte uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van de kennis van de taal kan bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
De docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die herhaald worden na verloop van tijd. Deze Nederlandse woorden of zinnen van de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet de bedoeling om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds herzien; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze methode kan functioneren voor Nederlandse woorden die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje te gebruiken, zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is bovendien zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van het Nederlands van het Nederlands. Hiervoor wordt alleen het Nederlands gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student plezier van de ervaringen heeft, moeten de activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een heel effectieve leermethode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica gelegd. Lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Nederlands door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Bij de methode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden in reële situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aan studenten gepresenteerd. Bij de leermethode worden de structuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, eerst geleerd. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat geleerd wordtden het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet voor die situaties. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook keerzijden. Deze werkwijze is tamelijk tijdrovend en zorgt niet meteen voor een succeservaring. De inbreng van de student zelf is behoorlijk gelimiteerd; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
Met gebruik van de CLT-technieken leren de studenten het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Het Nederlands wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die studenten helpen te communiceren in het Nederlands.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam een grotere vraag om een taal te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend omdat zij gauw succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van studenten. Afhankelijk van hun achtergrond, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongewoon. De methode CLT traint de taalvaardigheden; het gaat daarbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en volledig gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt taalkennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode vormt een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van de Nederlandse taal af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep biedt deze leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt toegepast bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt beschouwd als een erg goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Nederlands want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en studenten essentieel. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om deze situatie te creëren, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd altijd muziek in de klas gedraaid. De leermethode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werden de studenten uitgenodigd om te luisteren en de studenten konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van Suggestopedie dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent en de studenten zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de docent fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) legt uit en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek Nederlands wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is de methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren te werken als team. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van de methode kan zijn dat de taal trainer niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er is geen lesboek en er zijn geen toetsen Nederlands. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige studenten worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands krijgt in deze benadering meer nadruk dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht besteed maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om de Nederlandse taal zelf te ontdekken.
De taak van de trainer Nederlands is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn aanmerkelijk veranderd in de laatste drie decennia door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier het Nederlands te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de leermethode. Sommige studenten hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) leren denken.
Populariteit
De concepten van Gouin over taalonderwijs waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was toch enige tijd succesvol, ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende goed en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de studenten op doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De leermethode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Nederlands van de studenten goed.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een hele reeks aan series moet voorbereiden, is een bijkomend nadeel. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe achter deze methode is dat de verwerving van de doeltaal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over woordenschat en regels van het Nederlands te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een boodschap doen, e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het taalniveau Nederlands van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de lerenden (met name de lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer nauwkeurig leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als inspirator van een vreemde taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor taaltrainers Nederlands is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording draagt. De taallessen Nederlands zijn nooit voorspelbaar op deze manier. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als alles kan tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering worden besproken. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen de studenten zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaldocent Nederlands flexibel genoeg voor dit type taalonderwijs. Een bijkomend nadeel kan zijn dat studenten zich vaak op een specifiek examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ongeveer 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Omdat de leermethode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Nederlands. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren, is een keerzijde van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze methode is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt geoefend tot het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de opname Nederlands kan spreken. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel leerboeken zijn voor deze leermethode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Doordat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Alexander Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan het Nederlands een stuk effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van de Nederlandse taal wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-techniek heeft als keerzijde is dat lerende het soms wat saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Nederlands spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in leren bevordert. Zo kunnen de studenten leren zonder stress. De methode van TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en deze methodiek kan eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men rond het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak (zoals het Nederlands) hadden. Het werd aangemoedigd om de lerenden veel in het Nederlands te laten praten. Dat de les in het Nederlands gegeven werd, was eveneens een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van de (Nederlandse) woordenschat werd gedaan aan de hand van voorbeelden en plaatjes. De studenten boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode nauwelijks aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief minder. De methode biedt voor de meer gevorderde studenten Nederlands onvoldoende uitdaging. De Directe Methode is tevens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of woordenlijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een trainer Nederlands, die één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten de Nederlandse spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als we proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de trainers niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokken die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de lerende, die tenslotte wordt gezien als autonoom. In principe is de docent Nederlands dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Nederlands zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er gauw af gaat, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te kunnen bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen relatief eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden Nederlandse woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De docent Nederlands schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Nederlandse vertaling erbij, om vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPR Storytelling een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die is gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met die van moedertaalsprekers Nederlands (native speakers) vergelijken. Door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan de uitspraak worden verbeterd.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en grammatica en wijst op fouten, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de lerenden te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse universiteiten en hogescholen en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende gebruikt worden. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een keerzijde is dat er geen trainer beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialoog die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Nederlandse zinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuren. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands spreken.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands), door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en het Nederlands gewezen, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. De studenten die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op een efficiënte manier. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat de cursus Nederlands geen schrijfvaardigheid biedt. Er is ook geen daadwerkelijke interactie doordat de Michel Thomas-methode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door Alphonse Chérel is opgericht in het jaar 1929. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat hiernaast, met de grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak van het Nederlands, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Nederlands in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past, is het pluspunt van de methode van Assimil. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer Nederlands om de student te motiveren of te begeleiden.
Er bestaat ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om Nederlands te leren: De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral door de focus van ons taleninstituut steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tenslotte beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu op actuele thema’s of ontwikkelingen in die voor de cursisten interessant zijn. Onze taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van de Nederlandse taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen Nederlands.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hengelo.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Hengelo
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Hengelo op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Nederlands leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de training Nederlands in Hengelo. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid. Werknemers die meerdere talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Nederlands
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, pc of tablet met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) trainers gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze docenten zijn universitair of HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen die specifiek op de behoeften en wensen van de cursisten worden afgestemd
De inhoud van de cursus wordt afgestemd op het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen Nederlands zelfverzekerd en vlot te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en de les zelf hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursus eveneens tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Hengelo ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Hengelo ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Hengelo
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als uitgangspunt en bieden de cursist een helder beeld van de aanwezige en opgedane kennis van de Nederlandse taal. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na afloop van uw cursus Nederlands in Hengelo.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese richtlijn om verschillende taalniveaus te kunnen beoordelen. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK kenschetst vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken. De Engelstalige term en afkorting wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) noemt ook 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. Deze zes niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A is van toepassing op beginners. De persoon die taalniveau B Nederlands beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Nederlandse taal. Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die Nederlands met groot gemak lezen, schrijven, verstaan en spreken. Niveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde gebruikers, die de Nederlandse taal beheersen als (bijna) moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen (Nederlands) worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituutinstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden geleverd worden, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Hengelo, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is op vijf beginselen gebaseerd, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken klantgericht en resultaatgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Hengelo sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continue vernieuwing is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging beschermd te worden. Dagnall Talen voldoet uiteraard aan alle vereisten die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Hengelo zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, de overheid, maatschappen als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Hengelo
Wilt u contact opnemen met ons instituut voor een cursus Nederlands in Hengelo? Vraagt u vrijblijvend naar de opties van Dagnall Taleninstituut. U kunt een e-mail sturen via cursus-nederlands-hengelo@dagnall.nl of u kunt het contactformulier invullen op onze website.
Wij informeren u dan vrijblijvend over een taalcursus bij Dagnall. U kunt ons instituut voor een cursus Duits in Hengelo natuurlijk ook telefonisch bereiken via 085-2737302 (geen menu). U kunt natuurlijk ook ons informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
De juiste route naar een cursus Nederlands in Hengelo!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kent u de provincies van Nederland?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier kent u de 12 Nederlandse provincies zeer gauw.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met uw muis naar de landkaart van Nederland te gaan.
Als u de cursor op de landkaart van Nederland laat rusten, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
Nu worden de Nederlandse provincies één voor één afgebeeld.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, vervolgens kunt de naam van de opgelichte provincie zien.
In een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders vindt, zal u hier zeker bij helpen.
Beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Taleninstituut voor u op een rijtje gezet.
Verschillende kenmerkende onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke dingen over het land leren, kan uitstekend helpen als ijsbreker of openingszin.
Deze wetenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
Tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen maar evengoed de verworven kennis van het land inbrengen.
Zo kunt u iets ontdekken over Nederlandse gerechten en de specifieke Nederlandse eetcultuur.
Samen eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De behaalde taalvaardigheid alsook uw kennis over Nederland, de Nederlanders en de Nederlandse cultuur zal zeker worden gewaardeerd!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het Nederlandse menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoetigheden. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In de weekenden eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij. Een lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm. De traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een typisch gerecht voor de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Het is een dikke soep van spliterwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan buiten op straat geconsumeerd. Populaire Nederlandse snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een bierland. Er zijn meer dan 500 brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel privé als zakelijk. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het Nederlandse menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoetigheden. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In de weekenden eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij. Een lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm. De traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een typisch gerecht voor de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Het is een dikke soep van spliterwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan buiten op straat geconsumeerd. Populaire Nederlandse snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een bierland. Er zijn meer dan 500 brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel privé als zakelijk. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door de Noordzee, België en Duitsland. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In de stad wonen meer dan 800.000 mensen. Andere grote en belangrijke steden zijn Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven. Nederland omvat twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt af van het woord neder, wat duidt op een geografisch lager gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Sinds jaar en dag bekend om molens, tulpen, klompen, kaas, stroopwafels en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is vermaard om de strijd tegen het water,
nodig vanwege de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Symbool van Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse grachtengordel van Amsterdam, die ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. Evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat de vliegtuigmaatschappij KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een stevige handdruk. Nederland is klein en vrijwel geheel plat: een ideaal fietslandje. In Nederland is een fiets een erg gebruikelijk vervoermiddel. In steden zie je moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een aanhanger erachter, waarin kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen op de fiets worden vaker niet dan wel gedragen. In Nederland zijn woningen zijn vaak van het type ‘doorzonwoning’. Dat houdt in grote raampartijen aan de voorkant en de achterkant van het huis, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. Nederlanders houden de gordijnen graag open, zodat hij kan zien wat er buiten gebeurt. Elke passant kan ook precies zien wat er binnen gebeurt. Nederlanders vieren graag verjaardagen, ook wanneer ze volwassen zijn.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met gebak. Op het werk trakteert de jarige op taart. Cadeautjes worden direct uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is iedereen vrij en gaat naar buiten gekleed in oranje en vaak met een oranje pruik. In steden en dorpen worden op straat spellen gedaan en mensen verkopen hun oude spullen op een kleedje. De rest van het jaar is het levensmotto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je vooral niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Taalvaardigheid is een zaak van ‘kennen’ en ‘kunnen’. Er moet kennis van de taal zijn, maar ook het kunnen toepassen van die kennis is essentieel. Door het accent te leggen op kunnen, is de cursist in staat na afronding van de cursus Nederlands in Hengelo de opgedane kennis actief en snel toe te passen in de praktijk.
Voor u het weet, spreekt u zomaar en aardig woordje Nederlands! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Het Nederlands is onderdeel van de West-Germaanse taalfamilie. Het Nederfrankisch ontstond uit het West-Germaans tussen 300 en 800 n.Chr., wat de basis werd van wat nu Nederlands is. Het moderne Nederlands is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd in de periode 1170-1500 n.Chr. gesproken. De Nederlandse taal wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in
Nederland, België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Verder wordt ook nog Nederlands gesproken onder Nederlandse immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. De Nederlandse taal is eveneens een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor veel anderstaligen is de uitspraak van de Nederlandse taal vrij moeilijk. Een struikelblok zijn de tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’. Vooral de ‘ui’-klank kan lastig zijn. De ‘ui’-klank is een klank die in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent de Nederlandse taal ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de begin- naar de eindklank. Denk aan: aai, eeuw, ieuw, ei en oi.
De spelling van de klanken is bij sommige letters afwijkend van wat gangbaar is in andere talen. De letter ‘u’ wordt bijvoorbeeld vrijwel overal ter wereld uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch in het Nederlands afwijkend ten opzichte van de meeste andere talen. De ch en de g klinken nagenoeg gelijk; als een schrapende keelklank. Kenmerkend voor de Nederlandse taal zijn verder de medeklinkercombinaties. De ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor menig anderstalige een echte tongbreker en zeker ook de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘strand’ of ‘fietstas’? Begin- en eindclusters komen in de Nederlandse taal vaak voor. Het helpt om deze clusters te oefenen en te herkennen. Om het gemakkelijker te maken, kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers worden gezet: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
De uitspraak van eindletters wordt in het Nederlands vaak weggelaten, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wint en wind is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de ui en de eu-klanken. Nederlanders houden van verkleinwoorden: kopje, schoteltje, lepeltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal bevat sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Het Nederlands heeft ook stopwoordjes, net zoals elke taal. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zin of zinsdeel. Bijvoorbeeld “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook stopwoordjes of opvulwoorden als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het stopwoord ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Nietwaar?”
Nederlanders beginnen een zin vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’ of ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap mede te delen. Middenin een betoog gebeurt ditzelfde. Iemand neemt even een korte denkpauze en gebruikt een aantal woorden die eigenlijk geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel voor de grap eens de keren dat mensen ‘inderdaad’ of ‘eigenlijk’ of ‘ook’ zeggen in een aantal zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandstalige media bekijken, beluisteren en/of lezen is heel doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te verrijken.
Zo neemt u automatisch het ritme en de klank van de Nederlandse taal in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leerzaam en leuk zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op vlotte manier veel Nederlandse woordenschat kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het radiostation NPO 3 FM is het bekendste Nederlandse publieke radiostation. Als u op het linker computerscherm met het logo hierboven klikt, kunt u live naar deze Nederlandse publieke radiozender luisteren.
Radio 538
De zender Radio 538 is de populairste Nederlandse commerciële radiozender. Klik op het rechter beeldscherm met het logo hierboven om live te luisteren naar deze Nederlandse commerciële radiozender.
Uw favoriete programma of televisieserie met Nederlandse ondertiteling bekijken, is wellicht even wennen, maar al snel zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is. NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
SBS & RTL
SBS en RTL zijn de meest bekeken commerciële televisieomroepen in Nederland. Deze Nederlandstalige stations kunt u middels kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Hengelo op uw locatie volgen of in Hengelo, bijvoorbeeld in het H10 pand van het Ondernemershuis aan de Hamerstraat 10 in Hengelo. Dagnall Talen verzorgt eveneens taalcursussen Nederlands in Hengelo bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Hengelo aan de Bornsestraat 400, bij Fletcher Hotel De Broeierd-Enschede aan de Hengelosestraat 725 in Enschede en bij Landhuishotel De Bloemenbeek aan de Beuningerstraat 6 in De Lutte.
Besprekingen houden in Hengelo kan bijvoorbeeld bij Hazemijer aan de Hazemeijerstraat 400.
Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat de streek waar nu Hengelo ligt, al een paar duizend jaar geleden bewoond was. De bouw van het Huis Hengelo; een havezate uit circa 1530, wordt nu als de oorsprong van het dorp Hengelo beschouwd.
De naam van de plaats Hengelo is een samenstelling van de woorden eng en loo. Een eng of es was een wat hoger gelegen akker en loo is een Oudsaksisch woord voor ‘bos’. Hengelo is dus in moderne taal dus een ‘hoog gelegen akker in het bos’.
Hengelo is gelegen in de regio Twente. Plaatsen in de buurt van Hengelo zijn Almelo, Boekelo, Borne, Delden, Denekamp, Eibergen, Enschede, Goor, Haaksbergen, Losser, De Lutte, Oldenzaal en Rijssen.
Hengelo ligt in de provincie Overijssel. In de gemeente Hengelo wonen ruim 80.000 mensen.
Woon je in Hengelo, dan heet je een ‘Hengeloër’, in de volksmond ook wel windbuul. Dit omdat de Hengelose metaalindustrie en de elektrotechnische-industrie een hoger opleidingsniveau vereiste dan de textielindustrie van de omringende plaatsen.
Bekende Hengeloërs zijn Heleen Mees, Edward Reekers en Margot Ribberink. Iets wat uit Hengelo komt, wordt ‘Hengeloos’ genoemd. Hengelo is zowel een plaats als een gemeente.
Hengelo - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Hengelo is Ogre in Letland en Plzen in Tsjechië.
Hengelo en Beckum
Onder de gemeente Hengelo valt eveneens Beckum.
Hoger onderwijs
Er is één hogeschool in Hengelo gevestigd: Hogeschool Tio. In Hengelo zijn geen universiteiten gevestigd.
Denk je aan Hengelo, dan denk je aan metaalstad en aan het Fanny Blankers-Koen Stadion. Hengelo fungeert als (voormalige) industriestad. Hengelo bood in het verleden veel werk aan metaalindustrie en in de stad zijn grote elektrotechnische en chemische bedrijven gevestigd.
Hengelo - minder bekend
Niet veel mensen weten dat het trainingscentrum van FC Twente in Hengelo ligt, namelijk in de wijk Berflo Es.
Dit dialect wordt dagelijks door een meerderheid van de bevolking gesproken, meer in dorpen dan in steden. Het Twents is op zijn beurt weer een Westfaals dialect van het Nedersaksisch; één van de officieel erkende streektalen. Kenmerkend voor het Twents is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud. Zo wordt ‘wij werken’ in het Twents wiej waarket.
Bij voltooid deelwoorden wordt ge- weggelaten: ‘gezien’ is zeen. Klinkers worden in het Twents vaak langgerekt. ‘Hengelo’ heet Hengel en proatn is ‘praten’. Veraltereerd betekent ‘verbaasd’. Goa zit’n en nem de tied, veurdat de tied oe hef nöm’n. Oftewel: “Ga zitten en neem de tijd, voordat de tijd jou heeft genomen”.
“Helemaal Hengelo”
Hengelo - zakelijk
De gemeente Hengelo
Het netnummer van Hengelo is 074. Het postcodegebied van Hengelo is 7550 - 7559. Het adres van het gemeentehuis van Hengelo is Burgemeester van der Dussenplein 1, 7551 EB in Hengelo. De website van de gemeente Hengelo is Hengelo.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Hengelo is 14 074.
Zakendoen in Hengelo
Voor Hengelose ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Enschede aan de Hengelosestraat 585, 7521 AG in Enschede. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hengelo is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hengelo is KVK-kantoor Enschede.
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Hengelo gevestigd op bedrijventerrein Gezondheidspark, op het High Tech Systems Park (HTSP), op bedrijventerrein Molenenk, Oosterveld, Oosterveld Weijinkshoek, Strootbeekpark, Twentekanaal Noord of Zuid I of II, Timmersveld, De Veldkamp, Westermaat Zuid-Oost en Zuid-West, op Businesspark De Westermaat Campus, op bedrijventerrein Westermaat de Veldkamp, Winkelskamp, Winkelskamp Oost in Hengelo of op XL Businesspark in Almelo. In Hengelo bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Agar Holding (betoncentrales), Delkeskamp Esman Verpakkingen, Eaton Industries (Netherlands), Eijsink, Enerpac Heavy Lifting Technology, Förch Nederland, Heso Vloerenbedrijf,
Howden Netherlands, Kaltenbach, KCA Deutag Drilling GmbH, NTS Norma, Opra Turbines, Pak Food, Plasticon Composites, Plasticon, Prescan, RGN brand identity services, Roerink Food Family, Selo, Sensata Technologies Holland, Stahl Electromach, Stork Plastics Machinery, TenCate Geosynthetics, Thales Nederland, Trumpf Nederland, Visschedijk Facilitair, Xpert Data (ACTi, DINTEK, Draytek), Zuivelhoeve (Roerink Food), Aviko in Steenderen, Oortgiese Campers (Thor) in Baak, Bakkerij Wiltink in Doetinchem, De IJsfabriek in Doetinchem, Intersnack Nederland (Chio, Jack Klijn, POM-BÄR etc.) in Doetinchem, Janssen Interim Services in Doetinchem, Seesing Flex in Doetinchem, GMB BioEnergie in Zutphen en J. Rettenmaier Benelux in Zutphen. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Laat uw internationale zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Hengelo een bezoek brengen aan Museum Hengelo of aan het Oyfo Techniekmuseum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Hengelose voetbalclub HVV Hengelo, Achilles ’12 of ATC te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hengelo kunt u terecht bij Tennisclub TC ’t Weusthag, bij Tennisvereniging Hercules, bij Tennisvereniging Tie-Break of bij TC Park Veldwijk.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Hengelo zin om een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Hengelo ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De golfbaan in de omgeving van Hengelo is Golfbaan De Lage Mors in Delden. Deze golfbaan is gelegen aan de Sportlaan 7 in Delden. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 074-377 76 00. De website van deze golfbaan is www.golfbaandelagemors.nl. Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij het stijlvolle Aparthotel Delden, telefoonnummer 074-377 76 66. PW Golf en Golfbaan Spielehof zijn nog andere golfbanen in de omgeving van Hengelo.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Nederland en van Hengelo die ook op Youtube staan. Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken. Direct onder deze promotiefilmpjes staan de locaties van Nederland alsook Hengelo op Google Maps. U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u satellietbeelden van Nederland en Hengelo te zien op Google Earth. In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de streek van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen goed van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Hengelo
Google Maps Nederland
Google Maps Hengelo
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het actuele nieuws uit Nederland en Hengelo van verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Hengelo’s nieuws (in het Nederlands). Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt. Wanneer u Nederlands leert, kan prettig en handig
zijn om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast kan het vrij leerzaam zijn om het Nederlandse nieuws in het Nederlands te lezen. U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Hengelo geeft Dagnall Taleninstituut maatwerk cursussen in onder meer Engels, Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Portugees. Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall naast Nederlands standaard aanbiedt in Hengelo.
U kunt vanzelfsprekend altijd contact opnemen voor een taalcursus in een taal die hier niet is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands