Taaltrainingen Nederlands in Heerlen van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Daarom hebben bedrijven en organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van de werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall is een een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat biedt: Effectieve taalcursussen Nederlands van het hoogste niveau voor medewerkers, leidinggevenden en andere professionals in, en in de buurt van Heerlen. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen alsook een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Nederlands in Heerlen in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Coachhuis Brunssum
Brin Ederostraat 19
6445 AN BRUNSSUM
085-2737302
Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taalcursussen Nederlands zijn organisaties vooral in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands en/of zakelijk Nederlands. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van scholingszoekers afgestemd. Dagnall Talen is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Nederlands te leren in Heerlen. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om Nederlands te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaat Dagnall Talen tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos kunnen leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leerproces voor cursisten prettiger en gemakkelijker maakt.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door vijftien minuten dagelijks te oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist met grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Heerlen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall Talen stelt in overleg met u als opdrachtgever de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau bepaald wordt, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning op uw agenda en uw situatie af.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld. U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
Indien gewenst, kan Dagnall het (individuele) contact met de deelnemers verzorgen Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Deze moeten teruggestuurd worden vóór de intakedatum Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De cursisten worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall verzorgt de logistiek van het lesmateriaal en cursusbenodigdheden Dagnall Taleninstituut berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall Talen gegarandeerd en bewaakt Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Ons bedrijf is geopend in 1982 en geeft sindsdien maatwerkcursussen Nederlands in Heerlen en gemeenten in de buurt van Heerlen aan bedrijven en (overheids)instellingen. Dagnall kan putten uit een team van ervaren en kundige trainers Nederlands, die zijn gespecialiseerd in maatwerktrainingen voor bedrijven en overheid.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, levert Dagnall effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Heerlen. U kunt erop vertrouwen dat Dagnall Talen voor maximaal rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Heerlen sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Taalcursussen (Nederlands) die zich richten op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties bekend. Medewerkers zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op de werkvloer en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen de instructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. De medewerkers willen het liefst met meer zelfvertrouwen het werk kunnen doen en natuurlijk heel graag hun ambities op hun werkgebied verwezenlijken. Dit vereist een investering in medewerkers en in de ontwikkeling van het bedrijf.
Wij verzorgen betaalbare maatwerk taalcursussen voor het verhogen van de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer. Ons taleninstituut leert en helpt cursisten hoe zij de lesstof op hun werk in praktijk kunnen brengen. Dagnall stemt de lessen af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgen de cursisten gedurende de cursus regelmatig praktijkopdrachten, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te verhogen.
Hierdoor ontstaat een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let tevens op de wat minder belichte kant van veel taaltrainingen: de cursist staat al vaak alleen in zijn poging om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gewoontes van het nieuwe land en de organisatie te begrijpen en om de wereld via taal uit te breiden. Dit vergt veel inzet en motivatie. De cursisten hebben bovendien slechts een aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dat is niet in elk geval voldoende.
Onderscheidend
Ons instituut onderscheidt zich door in te zetten op vergroting van het draagvlak voor een cursus Nederlands op de werkvloer. Ons taleninstituut moedigt collega’s en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie aan om voor een doorlopend proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door het uitdragen van het belang van taal op de werkvloer wordt het nut van een goede taalbeheersing gezamenlijk ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Heerlen
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Heerlen die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het alom bekende hoge rendement bereikt Dagnall door een mix van deze bewezen leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor cursussen die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, een online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie. Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Heerlen. Onze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Nederlands effectief leren in Heerlen bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Talen verzorgt cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons. Dagnall verzorgt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Heerlen worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Heerlen
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Heerlen en omgeving. Individuele cursussen noemt men ook wel één-op-één-cursussen of privélessen.. De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. De individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De groep wordt zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren. De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie opgenomen wordt. Er wordt sneller vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Een ander groot voordeel van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer. Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is ook taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste pluspunt van groepscursussen Nederlands is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; communiceren in de doeltaal met elkaar en van elkaars fouten. Deze afwisseling kunnen de deelnemers prettiger vinden. Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele taalcursus Nederlands alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde kennis niet worden geoefend in een groep. Ook is het niet mogelijk om van de foutjes van andere deelnemers te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen de deelnemers wat sneller worden afgeleid. Het rendement is hierdoor iets lager. Deels kan dit ondervangen worden door de groep wat kleiner te maken (minigroep). Groepscursussen Nederlands kunnen ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van deelnemers. Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele deelnemers, is een bijkomstig minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Wij verzorgen taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Daarom verzorgen wij onze taaltrainingen eveneens incompany en online. Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands kiezen. Het combineren van deze trainingen is uiteraard mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel foutloos Nederlands kunnen spreken en kunnen verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. Taaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord toevoegen. Er wordt vaak in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die Nederlands beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak Nederlands aangeleerd. De methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van kennis zorgen. Deze methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Nederlands om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) te leren op een zodanige wijze dat ze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet de bedoeling om al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst gehaald, Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze zinnen en woorden in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis ook relevant en van betekenis is voor de student. De GoldList-methode kan goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun kan deze GoldList Method goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de studenten plezier hebben van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten in het Nederlands stimulerend zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde Nederlands langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Nederlands. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de lerende aangedragen. De structuren die het vaakst in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat het Nederlands op een accurate manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor die situaties. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De methodiek kost tamelijk veel tijd en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en met elkaar. Authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de student leert in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer vraag aan het leren van talen op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt deze methode stimulerend doordat hij of zij vlug succeservaringen heeft. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en van studenten vereist het een actieve deelname. Voor bepaalde lerenden is deze manier van leren lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van hun achtergrond. CLT (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde omstreeks 1783 een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Deze aanpak werd destijds gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands. De taaltrainer draagt de kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal wordt omgeven. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Scholen die met onderdompeling werken, richten de omgeving vaak in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Naar Nederland reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan uitstekend worden ontwikkeld op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in het Nederlands gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Het feit dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer (Nederlands) en studenten. Hiervoor dienen lerenden ontspannen te zijn en zich veilig te voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bereiken. Studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel geplaatst waren en er was ook altijd muziek in de klas. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Er werd met veel expressie in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werd de student overgehaald om te luisteren en kon de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). In de klas werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methode van Georgi Lozanov was omstreden en de methode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de studenten minder last krijgen van faalangst of frustratie. Voor nieuwkomers kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethodiek. Tegelijkertijd is dit voor sommigen een keerzijde, want niet iedere student is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de verhouding taaldocent-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaldocent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat wordt gevolgd; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Nederlands. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de les is hierdoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De taak van de taaltrainer Nederlands is voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn in de afgelopen drie decennia duidelijk veranderd door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige methode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren erg vooruitstrevend. Ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Nederlands sterk en de leermethode creëert een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode garandeert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Nederlands wekt de seriemethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat totaal nieuw was. Het maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt met de methode goed gestimuleerd.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de taal (zoals de Nederlandse taal) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Nederlands) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het kennisniveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (vooral studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als motiverend en plezierig ervaren .
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT in 2000. Deze methode wordt ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze dogma’s vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een lesboek te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en lerenden focust. Net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van talen (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan erg motiverend zijn dat de lerende voor zijn of haar eigen leerproces verantwoordelijk is. Voorspelbaar zijn de taallessen Nederlands zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan tijdens een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Zo blijven de studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich daarentegen wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook zijn niet alle docenten Nederlands in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Nog een keerzijde kan zijn dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Nederlands en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor wordt behandeld in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes fasen van de methode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdsschema. De lerende verwerft niet alleen taalkennis Nederlands, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige techniek: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klank; de Nederlandse tekst ook begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de lerende simultaan Nederlands kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is ook simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerende het soms ietwat saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, de spreekvaardigheid volgt later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden toegepast in klassen die iets groter zijn. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet heel creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de studenten vaak in het Nederlands te laten spreken. Dat de les in het Nederlands gegeven werd, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote voordeel. Luisteren en spreken komen uitgebreid aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de Nederlandse taal. Deze leermethode kent echter eveneens minpunten. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende Nederlands te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gestoeld op een daadkrachtige inzet door de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Nederlands) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes en regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de docenten niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methode werkt eveneens met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom gezien worden. De docent Nederlands is in principe dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet. De studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer Nederlands. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er gauw af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de taaldocent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Doordat deze verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Zo worden Nederlandse woorden en structuren vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat studenten regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant hierop. Hierbij schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Nederlandse vertalingen erbij en daarna met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. Daarna volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt.
De Rosetta Stone-methode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd ontdekt met tweetalige teksten, met behulp waarvan de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands) over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker). Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Nederlands. De software controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en geeft taalfouten aan met de mogelijkheid om de taalfouten van de lerende te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten ingezet, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door studenten worden ingezet. Welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel mensen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. Deze Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat in het Nederlands. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier Nederlands praten in een normaal tempo.
Dat niets wordt uitgelegd, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte de lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Nederlands. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en verworven hebben. Behalve Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen bouwen. Ook maakt de leermethodiek gebruik van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de cursussen als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte wijze. Het feit dat deze taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen echte interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, alsook grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruikers daarna dienen te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een groot aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de student aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel foutloos Nederlands kunnen spreken en kunnen verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. Taaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord toevoegen. Er wordt vaak in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die Nederlands beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak Nederlands aangeleerd. De methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van kennis zorgen. Deze methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Nederlands om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) te leren op een zodanige wijze dat ze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet de bedoeling om al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst gehaald, Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze zinnen en woorden in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden wanneer deze kennis ook relevant en van betekenis is voor de student. De GoldList-methode kan goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun kan deze GoldList Method goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert studenten ook onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de studenten plezier hebben van de ervaringen, moeten de leeractiviteiten in het Nederlands stimulerend zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen deze twee methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde Nederlands langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Nederlands. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de lerende aangedragen. De structuren die het vaakst in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij als eerste gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat het Nederlands op een accurate manier geleerd wordt. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn voor die situaties. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De methodiek kost tamelijk veel tijd en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en met elkaar. Authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de student leert in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa ontstond meer vraag aan het leren van talen op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt deze methode stimulerend doordat hij of zij vlug succeservaringen heeft. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en van studenten vereist het een actieve deelname. Voor bepaalde lerenden is deze manier van leren lastig of ongebruikelijk, afhankelijk van hun achtergrond. CLT (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde omstreeks 1783 een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Deze aanpak werd destijds gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands. De taaltrainer draagt de kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal wordt omgeven. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Scholen die met onderdompeling werken, richten de omgeving vaak in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Naar Nederland reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan uitstekend worden ontwikkeld op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet wel in het Nederlands gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel wegzakt als iemand in een korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Het feit dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer (Nederlands) en studenten. Hiervoor dienen lerenden ontspannen te zijn en zich veilig te voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bereiken. Studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel geplaatst waren en er was ook altijd muziek in de klas. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Er werd met veel expressie in stem alsook gebaren voorgelezen. Zo werd de student overgehaald om te luisteren en kon de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen werd veel aandacht geschonken voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). In de klas werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methode van Georgi Lozanov was omstreden en de methode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de studenten minder last krijgen van faalangst of frustratie. Voor nieuwkomers kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethodiek. Tegelijkertijd is dit voor sommigen een keerzijde, want niet iedere student is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de verhouding taaldocent-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaldocent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en legt uit, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Het gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om nadien opnieuw te beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat wordt gevolgd; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Nederlands. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de les is hierdoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De taak van de taaltrainer Nederlands is voor genoeg inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
De lesboeken zijn in de afgelopen drie decennia duidelijk veranderd door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande omwenteling in de manier waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren het Nederlands op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige methode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren erg vooruitstrevend. Ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Nederlands sterk en de leermethode creëert een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s methode garandeert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Nederlands wekt de seriemethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat totaal nieuw was. Het maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt met de methode goed gestimuleerd.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de taal (zoals de Nederlandse taal) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Nederlands) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het kennisniveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (vooral studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door de studenten als motiverend en plezierig ervaren .
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT in 2000. Deze methode wordt ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze dogma’s vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een lesboek te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en lerenden focust. Net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van talen (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan erg motiverend zijn dat de lerende voor zijn of haar eigen leerproces verantwoordelijk is. Voorspelbaar zijn de taallessen Nederlands zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan tijdens een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Zo blijven de studenten alert en betrokken.
Studenten kunnen zich daarentegen wel iets minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook zijn niet alle docenten Nederlands in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Nog een keerzijde kan zijn dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Nederlands en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor wordt behandeld in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes fasen van de methode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdsschema. De lerende verwerft niet alleen taalkennis Nederlands, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een relatief eenvoudige techniek: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in eerste instantie om de klank; de Nederlandse tekst ook begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de lerende simultaan Nederlands kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij de Shadowing-techniek is ook simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerende het soms ietwat saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, de spreekvaardigheid volgt later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook worden toegepast in klassen die iets groter zijn. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet heel creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit worden afgeleid. Er kwamen meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de studenten vaak in het Nederlands te laten spreken. Dat de les in het Nederlands gegeven werd, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote voordeel. Luisteren en spreken komen uitgebreid aan bod. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de Nederlandse taal. Deze leermethode kent echter eveneens minpunten. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende Nederlands te weinig uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gestoeld op een daadkrachtige inzet door de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Nederlands) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes en regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerenden, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om fouten te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de docenten niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om dingen te leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methode werkt eveneens met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom gezien worden. De docent Nederlands is in principe dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt van de leermethode kan zijn dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet. De studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer Nederlands. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er gauw af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de taaldocent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Doordat deze verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Zo worden Nederlandse woorden en structuren vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat studenten regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant hierop. Hierbij schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Nederlandse vertalingen erbij en daarna met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. Daarna volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte werd ontdekt met tweetalige teksten, met behulp waarvan de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands) over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker). Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Nederlands. De software controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en geeft taalfouten aan met de mogelijkheid om de taalfouten van de lerende te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten ingezet, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om te gebruiken en kan op ieder moment door studenten worden ingezet. Welke onderdelen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel mensen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaldocent beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, is een keerzijde van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en herhaald. Deze Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat in het Nederlands. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier Nederlands praten in een normaal tempo.
Dat niets wordt uitgelegd, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte de lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee stemacteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Nederlands. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en verworven hebben. Behalve Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen bouwen. Ook maakt de leermethodiek gebruik van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de cursussen als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte wijze. Het feit dat deze taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen echte interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, alsook grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruikers daarna dienen te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een groot aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de student aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.
Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode: De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Bovendien beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in die voor de cursist interessant zijn. Onze taaldocenten zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen Nederlands. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall Talen, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Heerlen.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands) Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Heerlen Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, deelnemers met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall Talen beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Het platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Naast het online leerplatform biedt Dagnall eveneens een eigen App voor zowel Android als Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat een cursist overal en altijd, dus 24/7, toegang tot de App heeft op alle (mobiele) apparaten. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. De cursisten kunnen zo Nederlands leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, specifieke productnamen alsook juridische termen in onze App integreren. De App kan zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft na afloop van de training Nederlands in Heerlen beschikbaar. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid. Mensen die meerdere talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Talen leert u in het Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor individuele trainingen of groepstrainingen Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom: - Een pc/iMac, laptop of tablet met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) trainers gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn HBO of universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
De blended (combicursussen) en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek op de behoeften en wensen van de cursisten afgestemd
De inhoud wordt aangepast aan het leerplan zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt de cursisten om de taaldoelen Nederlands op een efficiënte en snelle manier te bereiken
De Dagnall online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat Nederlands en de structuren die in de voorbereiding en de lessen zelf zijn geleerd, actief toegepast
Door de combinatie van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
De Dagnall trainers geven naast de taalcursus ook tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaldocent en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Heerlen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Heerlen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Heerlen
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als referentie. Zo geven wij u als cursist een helder inzicht in uw aanwezige en opgedane kennis van het Nederlands. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
U ontvangt het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na afloop van uw cursus Nederlands in Heerlen.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de verschillende niveaus van taalvaardigheid definieert op een uniforme wijze. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het ERK karakteriseert vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam en afkorting wordt eveneens veel gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) noemt ook 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De zes niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A geldt voor beginners. Iemand die niveau B Nederlands beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de Nederlandse taal. Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die Nederlands met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van (ver)gevorderden. Het beheersen van de Nederlandse taal lijkt dan veel op dat van moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, projectbeheer, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituutinstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals een cursus Nederlands in Heerlen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.De NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Heerlen sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu innoveren is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde nodig zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging beschermd te worden. Taleninstituut Dagnall voldoet natuurlijk aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Heerlen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Heerlen
De juiste route naar een cursus Nederlands in Heerlen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u de provincies van Nederland onderscheiden?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier leert u de 12 Nederlandse provincies zeer gauw kennen.
Controleer uw kennis door met uw muis naar de landkaart van Nederland te gaan.
Als u de cursor op de landkaart van Nederland laat rusten, kun u de regionale verdeling van Nederland zien.
Nu worden de Nederlandse provincies één voor één getoond.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, vervolgens kunt de naam van de opgelichte provincie lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders, zal hier zeker bij helpen.
Dingen zoals typische Nederlandse gebruiken en gewoonten, bekende exportproducten en beroemde Nederlanders hebben wij op een rijtje gezet.
Velerlei kenmerkende dingen van Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal landspecifieke weetjes leren, kan heel nuttig zijn als ijsbreker of een opening bieden voor een gesprek.
U kunt deze kennis over mens, land en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar tevens de opgedane kennis over Nederland laten blijken.
Zo kunt u ook dingen te weten komen over de specifieke Nederlandse eetcultuur en de Nederlandse gerechten.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
Uw nieuw verworven talenkennis alsook de kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders zal zeker gewaardeerd worden!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet erg verfijnd. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het Nederlandse menu. Nederlanders eten ook redelijk veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Naast jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm. Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds rond acht uur drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een populair Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Erwtensoep is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Met roggebrood en spek is het een volledige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan op straat gegeten. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn meer dan 500 Nederlandse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om iemand koffie aan te bieden die op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet erg verfijnd. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het Nederlandse menu. Nederlanders eten ook redelijk veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Naast jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm. Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds rond acht uur drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een populair Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Erwtensoep is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Met roggebrood en spek is het een volledige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan op straat gegeten. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn meer dan 500 Nederlandse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om iemand koffie aan te bieden die op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan België, Duitsland en de Noordzee. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In de stad Amsterdam wonen meer dan 800.000 mensen. Andere grote en belangrijke steden zijn Den Haag, Rotterdam, Eindhoven en Utrecht. Nederland bestaat uit twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat duidt op een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om klompen, kaas, tulpen, stroopwafels, molens en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldberoemd om de strijd tegen het water.
Dit is nodig door de ligging (grotendeels) onder het niveau van de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote delen land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn schilders waar veel mensen voor naar Nederland komen. Zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Rietveld en Mondriaan.
Symbool van Nederland Het symbool voor Nederland is de Amsterdamse grachtengordel uit de 17de eeuw, vermeld op de UNESCO Werelderfgoedlijst. En de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen telen als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als teken van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar slechts bij uitzondering. Meestal geven mannen in Nederland elkaar een vrij stevige handdruk. Nederland is een vrijwel geheel plat en klein land: ideaal om te fietsen. In Nederland is de fiets een heel normaal vervoermiddel. In steden zie je moeders of vaders met bakfietsen of een fiets met een kar eraan, waarin de kinderen bijvoorbeeld naar het dagverblijf worden gereden.
Op de fiets worden helmen vaker niet dan wel gedragen. Nederlandse woningen zijn vaak van een soort ‘doorzonwoning’. Dat houdt in grote raampartijen voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houden Nederlanders het liefst open, zodat ze kunnen zien wat er buiten gebeurt. Iedere passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren graag verjaardagen, ook als ze volwassen zijn.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie en taart. Op het werk trakteert de jarige op gebak. Cadeautjes worden direct door de jarige uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) zijn de mensen in Nederland vrij en gaan feesten in oranje kleding en vaak met een oranje pruik. In dorpen en steden worden spellen gedaan op straat en mensen verkopen hun oude spullen op een kleed. De rest van het jaar geldt het levensmotto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij het vaardig worden in een taal gaat het om ‘kennen’ en ‘kunnen’: de kennis van de taal, maar ook het kunnen toepassen van die kennis. Door de aandacht te vestigen op kunnen, is de cursist in staat na afronding van de cursus Nederlands in Heerlen de opgedane kennis actief en snel in de praktijk toe te passen.
Voor u het weet, doet u die vergadering of dat lastige telefoongesprek in het Nederlands en kunt u trots zijn op uzelf. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands hoort bij de West-Germaanse taalfamilie. Het Nederfrankisch ontstond tussen 300 en 800 n.Chr. uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu Nederlands is. De moderne Nederlandse taal is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd gesproken in de periode tussen 1170-1500 n.Chr. Het Nederlands wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in Nederland,
België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Door een klein groepje oudere mensen in Indonesië wordt ook nog Nederlands gesproken. Ook onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië wordt nog Nederlands gesproken. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. De Nederlandse taal is ook één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor anderstaligen is de Nederlandse uitspraak moeilijk. Vaak zijn de vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ vaak een struikelblok. Vooral de ‘ui’-klank kan lastig zijn. Deze klank is een klank die slechts in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent het Nederlands daarnaast nog drieklanken, waarbij de klank glijdend van de beginklank naar de eindklank overgaat. Zoals: eeuw, ieuw, aai, ei en oi.
De spelling van de klanken wijkt bij sommige letters af van wat in andere talen gangbaar is. Zo wordt de letter ‘u’ in nagenoeg elke taal uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers wijken de g en de ch af vergeleken met veel andere talen. De g en de ch klinken nagenoeg gelijk; als een schrapende keelklank. Verder zijn de medeklinkercombinaties kenmerkend. De ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor menig anderstalige een echte tongbreker en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘strand’, ‘herfst’ en ‘fietstas’? In het Nederlands komen beginclusters en eindclusters veel voor. Het is nuttig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers worden geplaatst: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands wordt de uitspraak van eindletters vaak niet uitgesproken, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen het woord wind en het woord wint is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het de Nederlandse taal is de uitspraak, met de kenmerkende harde g, de ui en de eu. De Nederlanders hebben de typische gewoonte om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, omdat dit gezellig klinkt.
De taal heeft nog sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ is afkomstig van Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Het Nederlands kent ook stopwoorden, net zoals elke taal. De Nederlandse taal kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook stopwoorden of opvulwoorden als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het woordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou ja,…’ of ‘Nou kijk,…’. De spreker neemt een aanloopje om zijn boodschap mede te delen. In het midden van een betoog gebeurt dit ook. De spreker heeft even een denkpauze nodig en gebruikt een aantal woorden zonder betekenis. Iedere Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Let ook eens op de keren dat iemand ‘ook’ of ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ gebruikt in een aantal zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandstalige media bekijken, beluisteren en/of lezen is heel effectief om uw kennis van het Nederlands te verrijken.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van de Nederlandse taal op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van de actualiteit, waardoor u op op een snelle wijze veel Nederlandse woordenschat bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het populairste publieke Nederlandse radiostation. Als u op het linker computerscherm met het logo hierboven klikt, kunt u live naar dit Nederlandse publieke radiostation luisteren.
Radio 538
Radio 538 is de bekendste commerciële radiozender in Nederland. Klik op het rechter beeldscherm met het logo hierboven om direct live naar deze Nederlandse commerciële radiozender te luisteren.
Uw favoriete serie of televisieprogramma met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is. De omroep NPO is de Nederlandse publieke televisieomroep.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de meest bekende commerciële televisieomroepen voor Nederlandstaligen. Deze Nederlandse televisiestations kunt u via kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Heerlen op uw eigen locatie volgen of in Brunssum, bijvoorbeeld bij Coachhuis Brunssum aan de Brederostraat 19 in Brunssum. Wij verzorgen ook taalcursussen Nederlands in Heerlen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Heerlen aan de Terworm 10, bij Amrâth Grand Hotel Heerlen aan de Groene Boord 23, bij Tulip Inn Heerlen City Centre aan het Wilhelminaplein 17, bij Fletcher Hotel Parkstad-Zuid Limburg aan de Roda J.C. Ring 59 in Kerkrade en bij de WinselerHof aan de Tunnelweg 99 in Landgraaf.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Heerlen kan bijvoorbeeld bij Beitel 90.
De plaats Heerlen heeft een lange geschiedenis. Er zijn tekenen van bewoning gevonden uit de Romeinse tijd. De Romeinen hadden er een militaire nederzetting, die Coriovallum of Cortovallum werd genoemd. Er is voor de eerste keer sprake van ‘Heerlen’ (als Herle) in het jaar 1065 in de akte van de hand van de bisschop van Toul.
De naam van de plaats ‘Heerlen’ is waarschijnlijk een verbastering van het Romeinse Chorio/Chari/Heri. Dit betekent ‘droog’. Het tweede deel; len zou afgeleid zijn van het Oudsaksisch woord voor bos: loo. Heerlen betekent in moderne taal dan ‘droog bos’.
Heerlen is gelegen in de Oostelijke Mijnstreek in de regio Zuid-Limburg. Plaatsen in de buurt van Heerlen zijn Brunssum, Geleen, Gulpen, Hoensbroek, Kerkrade, Maastricht, Sittard en Valkenburg.
Heerlen ligt in de provincie Limburg. De gemeente Heerlen heeft meer dan 86.000 inwoners.
Denk je aan Heerlen, dan denk je aan de voormalige mijnen, het Thermenmuseum, het Glaspaleis en aan de Pancratiuskerk. De taal van Heerlen is ook beroemd; het Heerlens Nederlands, het zogenaamde Huillands (”Hollands om van te huilen”). Heerlen fungeert als industrie- en dienstenstad met
(hoofd)vestigingen van DSM, het ABP maar ook de Belastingdienst en het CBS.
Heerlen - minder bekend
Weinig mensen weten dat de eerste kerstmarkt in Nederland plaatsvond in Heerlen. Dit was in 1980.
Het Heëlesj zowel aan het Limburgs als aan het Standaardnederlands verwant. Typisch voor het Heerlens dialect is het gebruik van het woord ‘zich’ dat eerder Duits dan Nederlands aandoet. Hij neemp zich nog ene voor ‘hij neemt er nog één’. Van het Limburgs zijn de intonatie en de sj- voor de s-klank overgenomen.
Ook zj- in plaats van ‘z’ wordt in Heerlen gezegd. De Duitse invloed is te horen in veel Heerlense woorden: richtig voor ‘juist’, heem voor ‘thuis’, dich voor ‘je’/‘jou’. Lot dich mar nieks d’r hin make: “laat je niet voor gek uitmaken”.
“Wij zijn Heerlen”
Heerlen - zakelijk
De gemeente Heerlen
Het netnummer van Heerlen is 045. Het postcodegebied van Heerlen is 6400 - 6422. Het adres van het gemeentehuis van Heerlen is Geleenstraat 27, 6411 HP in Heerlen. De website van de gemeente Heerlen is Heerenveen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Heerlen is 14 045.
Zakendoen in Heerlen
Voor Heerlense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Roermond aan de Steegstraat 5, 6041 EA in Roermond. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Heerlen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Heerlen is KVK-kantoor Roermond.
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Heerlen gevestigd op bedrijventerrein Avantis, Baaks-Soureth, Beitel, Brightlands Smart Services Campus, Coriopolis, Emma, De Koumen, Litscherveld, Smitzerveld, Trilandis en bedrijventerrein Weggebekker. In Heerlen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: ABP, Acist Europe, APG, Argus Imaging, Cadac Group, Comus Technology, DocMorris, Koninklijke DSM, Everris International, FP International, Hago
Nederland (Vebego), Hoerbiger Benelux, Innolux Europe, Inter-Strap, Kobelco Welding, Medtronic, Mondi, Pegas, Ranpak, Simac Masic & TSS, Tadinox, TCK Sports Group (Uvex), Patisserie Jack Heesen in Brunssum, Vandemoortele in Brunssum, Fortron (Vebego) in Hoensbroek, Transcarbo in Hoensbroek, Mexma Food in Kerkrade, Wiertz Company House in Kerkrade, SoFine Foods in Landgraaf en Brand Bierbrouwerij in Wijlre. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een goed idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Heerlense voetbalclub RKHBS, NEC ’92 of Sporting Heerlen te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Heerlen kunt u terecht bij Tennisvereniging Oranje Nassaus of bij TC Break.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Heerlen zin om een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Heerlen gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De golfbaan in de omgeving van Heerlen is Golf & Country Club Hoenshuis in Voerendaal. Het adres van deze golfbaan is Hoensweg 17, 6367 GN in Voerendaal. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 045-575 33 00. De website van de golfbaan is www.hoenshuis.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij het restaurant van Golf & Country Club Hoenshuis. Golfclub Brunssummerheide is nog een golfbaan in de buurt van Heerlen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Nederland en van Heerlen die eveneens op Youtube zijn te zien. Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Nederland en Heerlen op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Nederland en Heerlen op Google Earth getoond. Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes. Wat kennis van de omgeving van uw Nederlandse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Heerlen
Google Maps Nederland
Google Maps Heerlen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Nederland en Heerlen van diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Heerlens nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt. Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd prettig
en handig om een beetje geïnformeerd te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast is het leerzaam om Nederlands nieuws in de Nederlandse taal te lezen. U bent waarschijnlijk al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Heerlen geeft Dagnall Taleninstituut onder andere maatwerk taalcursussen Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans. Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall Talen standaard aanbiedt naast Nederlands in Heerlen.
Uiteraard kunt u altijd contact opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die niet in het overzicht is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands